DOI: 10.5553/AP/259034892022004002002

Afwikkeling PersonenschadeAccess_open

Artikel

Aanbevelingen rekenrente – een vervolg

Trefwoorden Letselschade, Rekenrente, Personenschade
Auteurs
DOI
Toon PDF Toon volledige grootte
Samenvatting Auteursinformatie Statistiek Citeerwijze
Dit artikel is keer geraadpleegd.
Dit artikel is 0 keer gedownload.
Aanbevolen citeerwijze bij dit artikel
mr. H. de Hek, 'Aanbevelingen rekenrente – een vervolg', Afwikkeling Personenschade 2022-2, p. 31-32

    In juni 2021 zijn op rechtspraak.nl aanbevelingen gepubliceerd over rekenrente in personenschade (hierna: de Aanbevelingen). In april 2022 is een geactualiseerde en wat gewijzigde versie van de Aanbevelingen op dezelfde site gepubliceerd. In dit artikel worden de wijzigingen en de achtergronden ervan – kort – besproken.

Dit artikel wordt geciteerd in

    • 1. Inleiding

      In juni 2021 jaar zijn op rechtspraak.nl aanbevelingen gepubliceerd over rekenrente in personenschade1x Over de inhoud en achtergrond van deze richtlijnen, H. de Hek, ‘Iemand moet het doen’, AP 2021, nr. 3/4, p. 59 e.v. (hierna: de Aanbevelingen). In april 2022 is een geactualiseerde en wat gewijzigde versie van de Aanbevelingen op dezelfde site gepubliceerd.2x Te vinden op www.rechtspraak.nl/SiteCollectionDocuments/aanbevelingen-rekenrente.pdf. In dit artikel worden de wijzigingen en de achtergronden ervan – kort – besproken.

    • 2. Ontvangst aanbevelingen

      Over de inhoud van de eerste versie van de Aanbevelingen was niet iedereen onverdeeld enthousiast, over het initiatief om met Aanbevelingen te komen wel.3x Zie voor een grondige bespreking, G.J.M. Verburg, ‘De Aanbevelingen rekenrente in personenschade’, VR 2021/117. Verder waren er vooral reacties op internet. De expertgroep personenschade ontving ook een reactie van het bestuur van ASP. Een rode lijn in de reacties was dat de praktijk wel geholpen was met de Aanbevelingen: ‘eindelijk duidelijkheid’,4x Zie bijvoorbeeld de noot van E.W. Bosch in JA onder hof Den Haag 30 november 2021, ECLI:NL:GHDHA:2021:2391, JA 2022/35. maar dat er wel wat viel af te dingen op de in de Aanbevelingen gehanteerde percentages. Waren die wel actueel en hadden de opstellers van de Aanbevelingen zich wat betreft de gehanteerde rentepercentages wel op de meest betrouwbare bronnen gebaseerd?
      Ook in de rechtspraak lijken de Aanbevelingen te worden gevolgd, hoewel er in enkele uitspraken ook (wat) andere keuzes worden gemaakt.5x Zie bijvoorbeeld Rb. Midden-Nederland 13 oktober 2021, ECLI:NL:RBMNE:2021:4938, Rb. Noord-Nederland 31 augustus 2021, ECLI:NL:RBNNE:2021:5225, Rb. Den Haag 19 januari 2021, ECLI:NL:RBDHA:2022:171. Iets afwijkend, de genoemde uitspraak van het hof Den Haag. Rb. Rotterdam 22 september 2021, ECLI:NL:RBROT:2021:10484 gaat, zonder aan de aanbevelingen te refereren, uit van een rekenrente van 0%. Of dat welbewust is, of nog ‘onwennigheid’ met het gebruik van de Aanbevelingen of zelfs onbekendheid ermee, is niet duidelijk. De tijd zal moeten leren of de Aanbevelingen echt algemeen zullen worden toegepast.

    • 3. Aanpassing van de Aanbevelingen

      De punten van kritiek op de Aanbevelingen waren voor de expertgroep personenschade van de rechtspraak wel reden om de Aanbevelingen nog eens kritisch tegen het licht te houden. De expertgroep heeft daarbij twee rekenkundigen6x Ing. E.J. Bakker van De Bureaus en M.J. Neeser van het NRL. om advies gevraagd. Aan hen is gevraagd wat de actuele rentestanden per januari 2022 zijn die kunnen worden opgenomen in het systeem van de Aanbevelingen. Verder is hun gevraagd of zij opmerkingen hebben die voor de Aanbevelingen van belang zijn. Daarbij is wel aangegeven dat het de bedoeling was dat ‘het systeem’, de theoretische uitgangspunten van de Aanbevelingen, in stand zouden blijven; het ging dus om een update, niet om een geheel nieuw ontwerp van de Aanbevelingen.

      Op basis van het advies van de rekenkundigen zijn de percentages aangepast. Dat heeft geleid tot de volgende percentages:

      PeriodeLooptijdRenteInflatie
      1 0-5 jaar 0,0% 2,0%
      2 6-20 jaar 0,5% 2,0%
      3 > 20 jaar 1,5% 2,0%

      Van belang is dat de percentages zijn afgerond op halve percentpunten. Door deze afronding wordt voorkomen dat de valse suggestie van een niet waar te maken zekerheid wordt gewekt. In de aangepaste Aanbevelingen zijn de bronnen van de gehanteerde percentages vermeld. Dat is vooral van belang voor de spaarrente op deposito’s. Op de in de oorspronkelijke Aanbevelingen gebruikte bronnen voor dat percentage was van verschillende kanten kritiek geuit.
      Bedacht moet worden dat het om de percentages per januari 2022 gaat, nog voor de Oekraïne-crisis. De zeer forse inflatie vanaf februari 2022 is niet in deze tabellen verwerkt. Op dit moment is onduidelijk of en in hoeverre deze inflatie doorzet (in die zin dat de prijzen volgend jaar opnieuw met een zelfde fors percentage zijn gestegen ten opzichte van dit jaar) of dat sprake is van een eenmalige uitschieter. Wanneer dat laatste het geval is en gerekend wordt vanaf een peildatum na de dan eenmalige forse stijging, vormt het feit dat in de Aanbevelingen met een aanzienlijk lager inflatiepercentage wordt gerekend geen probleem. Wanneer de inflatie structureel hoog blijft, is niet uitgesloten dat de Aanbevelingen op dit punt aangepast moeten worden.
      In de oorspronkelijke Aanbevelingen was een ‘Nota bene’ verwerkt die juist niet tot de beoogde duidelijkheid had geleid, maar juist verwarring had gewekt. Op advies van de adviserende rekenkundigen is deze passage dan ook geschrapt, waarmee het – onbedoelde – venijn in de staart van de Aanbevelingen verdwenen is. Hopelijk maakt dat het voor rekenkundigen gemakkelijker om met de Aanbevelingen te werken.

    Noten

    • 1 Over de inhoud en achtergrond van deze richtlijnen, H. de Hek, ‘Iemand moet het doen’, AP 2021, nr. 3/4, p. 59 e.v.

    • 2 Te vinden op www.rechtspraak.nl/SiteCollectionDocuments/aanbevelingen-rekenrente.pdf.

    • 3 Zie voor een grondige bespreking, G.J.M. Verburg, ‘De Aanbevelingen rekenrente in personenschade’, VR 2021/117. Verder waren er vooral reacties op internet. De expertgroep personenschade ontving ook een reactie van het bestuur van ASP.

    • 4 Zie bijvoorbeeld de noot van E.W. Bosch in JA onder hof Den Haag 30 november 2021, ECLI:NL:GHDHA:2021:2391, JA 2022/35.

    • 5 Zie bijvoorbeeld Rb. Midden-Nederland 13 oktober 2021, ECLI:NL:RBMNE:2021:4938, Rb. Noord-Nederland 31 augustus 2021, ECLI:NL:RBNNE:2021:5225, Rb. Den Haag 19 januari 2021, ECLI:NL:RBDHA:2022:171. Iets afwijkend, de genoemde uitspraak van het hof Den Haag. Rb. Rotterdam 22 september 2021, ECLI:NL:RBROT:2021:10484 gaat, zonder aan de aanbevelingen te refereren, uit van een rekenrente van 0%.

    • 6 Ing. E.J. Bakker van De Bureaus en M.J. Neeser van het NRL.


Print dit artikel