Bsb_cover
Rss

Boom Strafblad

Meer op het gebied van Strafrecht

Over dit tijdschrift  

Meld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.

Aflevering 5, 2023 Alle samenvattingen uitklappen
Redactioneel

Empirisch onderzoek: een welgekomen en noodzakelijke verrijking van het straf(proces)­recht

Auteurs mr. T.B. (Tamara) Trotman en prof. dr. D. (Dirk) Van Daele
Auteursinformatie

mr. T.B. (Tamara) Trotman
Tamara Trotman is raadsheer in de Hoge Raad der Nederlanden en lid van de redactie van dit tijdschrift.

prof. dr. D. (Dirk) Van Daele
Dirk Van Daele is gewoon hoogleraar aan de KU Leuven en lid van de redactie van dit tijdschrift.
Artikel

Empirical Legal Studies in Nederland: overzicht en relevantie voor rechtspraktijk en -wetenschap

Trefwoorden Empirisch-juridisch onderzoek, Strafrecht, Empirische bevindingen, Rechtspsychologie, Strafrechtelijk bewijs
Auteurs prof. mr. dr. M. (Marijke) Malsch
SamenvattingAuteursinformatie

    Empirisch onderzoek van het recht is van groot belang voor rechtspraktijk en -wetenschap. Deze bijdrage geeft een overzicht van het empirische onderzoek naar het strafrecht en naar het strafrechtssysteem. Voorts wordt ingegaan op de toepassing van empirische bevindingen in de rechtspraktijk.


prof. mr. dr. M. (Marijke) Malsch
Marijke Malsch is hoogleraar Empirical Legal Studies aan de Open Universiteit en fellow bij het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR).
Artikel

De beoordeling van alibi’s in de strafrechtspraktijk

Enkele reflecties over de huidige stand van de wetenschap

Trefwoorden Juridisch-empirisch onderzoek, Alibi, Strafrechtelijk bewijs, Waarheidsvinding, Geloofwaardigheid
Auteurs prof. dr. L. (Lore) Mergaerts en dr. R. (Ricardo) Nieuwkamp
SamenvattingAuteursinformatie

    Een alibi kan worden beschouwd als een van de sterkste manieren voor een verdachte om de eigen onschuld aan te tonen. Een alibi is immers de bewering van een verdachte dat hij onschuldig is omdat hij op het tijdstip van het strafbare feit elders was en bijgevolg het feit niet kan hebben gepleegd. In die zin laat een alibi in principe toe om een onderscheid te maken tussen onschuldige verdachten en verdachten die daadwerkelijk de dader zijn. Mede onder invloed van de toegenomen aandacht voor gerechtelijke dwalingen en de factoren die daarin een rol spelen, bloeide in de jaren negentig het academisch onderzoek naar alibi’s op. In deze bijdrage op een aantal belangrijke bevindingen binnen dit onderzoeksdomein.


prof. dr. L. (Lore) Mergaerts
Lore Mergaerts is docent aan het Leuvens Instituut voor Criminologie, Faculteit Rechtsgeleerdheid en Criminologische Wetenschappen van de KU Leuven.

dr. R. (Ricardo) Nieuwkamp
Ricardo Nieuwkamp is analist bij de federale gerechtelijke politie Antwerpen en praktijkassistent aan het Leuvens Instituut voor Criminologie, Faculteit Rechtsgeleerdheid en Criminologische Wetenschappen van de KU Leuven.
Artikel

Het gebruik van het zwijgrecht tijdens het politieverhoor: opvattingen en ervaringen van gedetineerden

Trefwoorden Zwijgrecht, Nemo tenetur, Juridisch-empirisch onderzoek, Interviews, Focusgroepen
Auteurs dr. M. (Miet) Vanderhallen en dr. M. (Melanie) Sauerland
SamenvattingAuteursinformatie

    Het zwijgrecht is een fundamentele procedurele waarborg voor personen die van een misdrijf beschuldigd worden. Het recht is verbonden aan het recht om zichzelf niet te beschuldigen, namelijk het idee dat niemand gedwongen kan worden om aan de eigen veroordeling mee te werken. Interviews met professionals uit Nederland en België suggereren evenwel dat in de praktijk regelmatig conclusies worden getrokken uit het feit dat een verdachte van het zwijgrecht gebruikmaakt. Empirisch onderzoek naar deze materie focust zich doorgaans niet op het perspectief van de (zwijgende) verdachte. Deze bijdrage heeft tot doel om inzicht te verwerven in de beslissing van verdachten om het zwijgrecht in te roepen alsook hun ervaringen met de reacties en gevolgen daarvan.


dr. M. (Miet) Vanderhallen
Miet Vanderhallen is universitair docent aan de rechtenfaculteit van Universiteit Maastricht en hoofddocent aan de Universiteit van Antwerpen.

dr. M. (Melanie) Sauerland
Melanie Saeuerland is universitair docent bij de sectie Forensische Psychologie aan Universiteit Maastricht.
Artikel

Maar hoe verminderd toerekeningsvatbaar bent u dan precies?

Een empirische en juridische studie van de mogelijkheid om de ‘verminderde toerekeningsvatbaarheid’ nader te preciseren

Trefwoorden Ontoerekeningsvatbaarheid, pro justitia rapportages, Dossierstudie, Juridisch-empirisch onderzoek, TBS
Auteurs mr. L.A. (Lucia) Mebius, mr. dr. M.M. (Merel) Prinsen, prof. dr. M.M. (Maaike) Kempes e.a.
SamenvattingAuteursinformatie

    Naast ontoerekeningsvatbaarheid kent het Nederlandse strafrecht de verminderde toerekeningsvatbaarheid. De verminderde toerekeningsvatbaarheid is niet opgenomen in de wet, maar speelt in de praktijk een grote rol, ook in gedragskundige pro justitia rapportage. Voorheen werd het toerekeningsvatbaarheidsadvies in vijf gradaties gegeven, maar omdat sinds een aantal jaren niet meer vijf maar drie gradaties van toerekeningsvatbaarheid gehanteerd worden, is een preciseringsmogelijkheid in het leven geroepen. De vraag die in dit artikel centraal staat, is hoe deze nieuwe preciseringsmogelijkheid in de praktijk wordt gehanteerd door rapporteurs.


mr. L.A. (Lucia) Mebius
Lucia Mebius is promovenda bij de Rijksuniversiteit Groningen en het NIFP. Zij is betrokken bij het Groningen Centre for Empirical Legal Research.

mr. dr. M.M. (Merel) Prinsen
Merel Prinsen is onderzoeksmanager (juridisch) bij het NIFP.

prof. dr. M.M. (Maaike) Kempes
Maaike Kempes is bijzonder hoogleraar forensische neuropedagogiek bij de Universiteit Leiden en hoofd wetenschap en opleidingen bij het NIFP.

prof. mr. dr. M.J.F. (Michiel) van der Wolf
Michiel van der Wolf is hoogleraar forensische psychiatrie aan de Universiteit Leiden en universitair hoofddocent strafrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij is betrokken bij het Groningen Centre for Empirical Legal Research.
Artikel

Access_open Ongelijkheid ontrafeld

Een empirische verkenning van mogelijke katalysatoren van ongelijkheid in het besluitvormingsproces over voorlopige hechtenis van jeugdige verdachten

Auteurs mr. dr. Y.N. (Yannick) van den Brink
SamenvattingAuteursinformatie

    Jeugdigen met een migratieachtergrond, jeugdigen met een verstandelijke beperking en jeugdigen met een lage sociaaleconomische status zijn sterk oververtegenwoordigd in voorlopige hechtenis, ook in Nederland en Engeland. Er is groeiend empirisch bewijs dat deze oververtegenwoordiging wordt gevoed door ongelijkheden in besluitvorming over voorlopige hechtenis. Dit artikel verkent, aan de hand van theoretische perspectieven en empirisch onderzoek in Nederlandse en Engelse rechtbanken, hoe ongelijkheden in beslissingen over voorlopige hechtenis van jeugdige verdachten tot stand komen en hoe deze kunnen worden aangepakt.


mr. dr. Y.N. (Yannick) van den Brink
Yannick van den Brink is universitair hoofddocent Straf(proces)recht aan de Vrije Universiteit Amsterdam, visiting scholar aan University of Cambridge, Institute of Criminology, fellow bij het Nederlands Studiecentrum voor Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR) en rechter-plaatsvervanger bij de rechtbank Den Haag.
Artikel

Strafbaarstelling van seksuele deepfakes

Trefwoorden Deepfakes, Image-based sexual abuse, Deepnudes, Wraakporno, Fair labelling
Auteurs mr. dr. M.L.R. (Marthe) Goudsmit Samaritter, mr. R.F. (Ruben) Aksay en prof. mr. dr. J.J. (Jan-Jaap) Oerlemans
SamenvattingAuteursinformatie

    Deepnudes zijn een toegankelijke vorm van seksueel misbruik met beeldmateriaal. Dit artikel behandelt de definitie van deepfakes en de achterliggende technologie alvorens de vraag te behandelen of het strafrecht een legitieme rol heeft bij aanpak van seksuele deepfakes. Geconcludeerd wordt dat pornografische deepfakes gerechtvaardigd strafbaar gesteld kunnen worden door hun schadelijkheid en onrechtmatigheid. Daarop volgt een analyse van bestaande strafwetsartikelen en hun geschiktheid voor aanpak van seksuele deepfakes. Het artikel wordt afgerond met een aanbeveling voor verbetering in strafwetgeving.


mr. dr. M.L.R. (Marthe) Goudsmit Samaritter
Marthe Goudsmit Samaritter is Postdoc onderzoeker Max Planck Institute.

mr. R.F. (Ruben) Aksay
Ruben Aksay is docent en promovendus straf(proces)recht aan de Radboud Universiteit.

prof. mr. dr. J.J. (Jan-Jaap) Oerlemans
Jan-Jaap Oerlemans is bijzonder hoogleraar Inlichtingen en Recht bij de Universiteit Utrecht.