05626684_covr
Rss

Surinaams Juristenblad

Over dit tijdschrift  

Meld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.

Aflevering 3, 2023 Alle samenvattingen uitklappen

Gaetano N. Best
Mr. dr. Gaetano N. Best is advocaat, buitengewoon docent aan de Anton de Kom Universiteit en lid van de redactie van het Surinaams Juristenblad.

Aslan Abashidze
Aslan Abashidze is head of the Department of International Law of the RUDN University, Professor at the Moscow State Institute of International Relations, Vice-Chairman of the UN Committee on Economic, Social and Cultural rights, Member of the Expert Council under the Commissioner on Human Rights in the Russian Federation, Chairman of the International Law Commission of the United Nations Association of Russia, Honored Lawyer of the Russian Federation, Doctor of Legal Sciences.
Artikel

Access_open De beroepenregulering en kwaliteitswaarborging van de beroepsuitoefening in de gezondheidszorg van Suriname

Trefwoorden beroepsbescherming, beroepsbeoefenaren, patiënten, schade, titelbescherming
Auteurs Muriël Poepon
SamenvattingAuteursinformatie

    Dit artikel verschaft onder meer inzicht in de regulering van de beroepen in de gezondheidszorg via wetgeving. Het artikel schenkt ook aandacht aan de internationale normen die voortvloeien uit artikel 12 van het Internationale Verdrag inzake Economische Culturele en Sociale rechten. Het internationaal recht beïnvloedt namelijk het nationaal recht. In dit kader wordt derhalve getoetst of de betreffende beroepenwetgeving aan de internationale normen voldoet. In dit artikel is ook nagegaan of er regels zijn betreffende de opname van nieuwe beroepen in de gezondheidszorg, de wetgeving systemen hanteert die de patiënten beschermt tegen onbevoegde uitoefening van de geneeskunde en of die nog gehandhaafd kunnen worden. Zo zijn de Wet Uitoefening Geneeskundige Beroepen en de Wet betreffende de wettelijke bescherming van het diploma van de verpleegkundige aan de toetsing onderworpen. Dit artikel laat zien dat deze wetten gebreken vertonen met betrekking tot regulering van beroepen in de gezondheidszorg.
    Patiënten genieten namelijk bescherming tegen handelingen van de beroepsbeoefenaren die aan hen schade zouden kunnen toebrengen. Zo is de Wet Medisch Tuchtrecht 1944 aan de orde gekomen en is op bepaalde punten bekritiseerd. De overheid die besluit een nieuwe beroepen-wet in te voeren, zal ook moeten overwegen de Wet Medisch Tuchtrecht 1944 te moderniseren.


Muriël Poepon
Mr. dr. Muriël Poepon is als docent verbonden aan de Faculteit der Juridische Wetenschappen van de Anton de Kom Universiteit en is gepromoveerd in het Surinaams gezondheidsrecht.
Artikel

De preventieve hechtenis nader beschouwd

Trefwoorden preventieve hechtenis, strafprocesrecht, Inter-Amerikaans rechtssysteem, Surinaams rechtssysteem, recht op onschuldpresumptie
Auteurs Milton A. Castelen
SamenvattingAuteursinformatie

    Deze beschouwing heeft als stelling dat het Surinaamse rechtssysteem deel uitmaakt van het Inter-Amerikaanse rechtssysteem. Daarom herbergt de bijna uitsluitende gerichtheid van de Surinaamse rechtspraktijk op het Europese rechtssysteem het risico dat Suriname op een wijze die strijdig is met het Inter-Amerikaanse rechtssysteem invulling geeft aan de maatregel van preventieve hechtenis in het strafprocesrecht.
    In de beschouwing is deze stelling met name getoetst aan het Amerikaanse Verdrag inzake de Rechten van de Mens (AVRM), in samenhang met de artikelen 26 en 27 van het Verdrag van Wenen inzake het Verdragenrecht, de artikelen 105 en 106 van de Grondwet (Gw) en relevante uitspraken en bevindingen van respectievelijk het Inter-Amerikaanse Hof voor de Rechten van de Mens (IAHRM) en de Inter-Amerikaanse Commissie voor de Rechten van de Mens (IACRM).
    Geconcludeerd wordt dat zowel wettelijke bepalingen als de rechtspraktijk van Suriname ter zake de preventieve hechtenis in strijd zijn met het Inter-Amerikaanse rechtssysteem, in het bijzonder met het AVRM en ter zake doende uitspraken en bevindingen van respectievelijk het IAHRM en de IACRM.


Milton A. Castelen
Mr. Milton A. Castelen LL.M. is advocaat bij het Hof van Justitie van Suriname en heeft mede enkele zaken aanhangig gemaakt bij het Constitutioneel Hof van Suriname. Hij is gespecialiseerd in onder andere Internationaal Gezondheidsrecht, Mensenrechten en Milieurecht.
Artikel

Enkele kanttekeningen ten aanzien van de verplichte landsdienarenregistratie

Trefwoorden registratie, landsdienaren, plichtsverzuim, tuchtstraf, Personeelswet
Auteurs Sharon Biervliet
SamenvattingAuteursinformatie

    In het dienstjaar 2022 is de verplichte landsdienarenregistratie – die gehouden is door het ministerie van Binnenlandse Zaken (BiZa) – van start gegaan, waarbij alle landsdienaren verplicht waren zich te registreren. In zowel De Nationale Assemblée (DNA) alsook in de samenleving zijn kritische kanttekeningen geplaatst ten aanzien van de recente wijziging van de Personeelswet (PW). Eén van deze kanttekeningen betreft onder meer de plicht tot registratie door de landsdienaar en de op te leggen tuchtstraf stopzetting van de uitbetaling van het salaris bij het niet registreren. In dit artikel worden enkele aspecten vanuit een juridisch oogpunt belicht ten aanzien van voornoemde registratie en wordt stilgestaan bij de visie van deskundigen inzake de verplichte landsdienarenregistratie


Sharon Biervliet
Sharon Biervliet heeft haar master Surinaams recht afgerond aan de AdekUS en was van 1 december 2016 t/m 14 augustus 2019 werkzaam bij de Rekenkamer van Suriname in de functie van junior auditor. Thans is zij ter beschikking gesteld van de Centrale van Landsdienaren Organisaties (CLO) door de voormalige minister van Binnenlandse Zaken (BiZa).
Artikel

Waarom het annoteren van rechterlijke uitspraken móet

Trefwoorden annotaties, rechtspraak, publicaties, rechtswetenschap, Hof van Justitie
Auteurs Lodewijk Valk
SamenvattingAuteursinformatie

    Annoteren is zaaksgebonden rechtswetenschap. De annotator duidt de besproken rechterlijke uitspraak zorgvuldig in het licht van zowel het rechtssysteem (de wet, eerdere uitspraken en literatuur) als de feiten van de zaak. Dat doet hij kritisch opbouwend als amicus curiae, vriend van het gerecht. In zekere zin is annoteren een morele plicht van juristen van buiten de rechterlijke macht. Het recht is van de rechtsgemeenschap en goede rechtspraak en dus de rechtsstaat worden gediend door mee- en eventueel tegendenkende juristen. Wat is de juiste grondhouding van een annotator? Wat moet een goede annotatie zoal inhouden? Wat zijn bij het annoteren do and don’ts? Wat zijn obstakels voor een gezonde annotatiecultuur?


Lodewijk Valk
Mr. W.L. Valk is advocaat-generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden en lid van de Adviesraad van het SJB.
Artikel

Uitzendkrachten: tweederangs werknemers?

Trefwoorden uitzendbureaus, intermediairs, uitzendkrachten, gelijk loon voor arbeid van gelijke waarde, loonverhoudingsnorm, uitzendbeding, ontslagbescherming
Auteurs Glenn Piroe
SamenvattingAuteursinformatie

    De wetgever heeft na ruim 20 jaar talmen sinds de introductie van de praktijk van het uitzenden in de jaren ’90, in 2017 wetgeving aangenomen – na lang anticiperen op het Nieuw Burgerlijk Wetboek – ter voorkoming van misbruik van uitzendkrachten en bestendiging van de rechtspositie van deze bijzondere categorie van werknemers. De vrij jonge wetgeving die nog haar beoogd effect moet gaan bewijzen, brengt de rechtspositie van deze categorie werknemers op een kruispunt waar van de wetgever verwacht wordt dat evidente lacunes worden gerepareerd, zonder een averechts effect in de hand te werken. Daarbij spelen degelijke wetgeving, internationale standaarden, het duidelijke doel van het arbeidsmarktbeleid en actieve arbeidsmarktpolitiek, de handhavingskracht van de overheid, de ILO-standaarden voor multinationale ondernemingen, de internationale standaarden met betrekking tot de inheemse en tribale volken en uiteindelijk de ‘corporate social responsibility’ van ondernemingen een doorslaggevende rol.


Glenn Piroe
Glenn Piroe (1972) studeerde Algemeen Surinaams Recht aan de Anton de Kom Universiteit van Suriname. Hij is auteur van enkele arbeidsrechtgerelateerde publicaties, waaronder de ‘Gids Arbeidswetgeving Suriname’. De auteur is thans onderdirecteur Juridische en Internationale Zaken op het ministerie belast met arbeidsaangelegenheden en docent Internationaal Arbeidsrecht bij SIVIS. Hij gaf tijdelijk leiding aan de Arbeidsinspectie in de periode 2019-2020.
Artikel

Het verschijnsel belaging

Trefwoorden belaging, preventieve maatregelen, klachtdelict, profielen belagers
Auteurs Rashmi A. Chotkoe
SamenvattingAuteursinformatie

    Belaging en huiselijk geweld hebben een overeenkomst en verschillen met elkaar. Voor een efficiënte aanpak van beide sociaal maatschappelijke problemen is het van belang dat de samenleving alsook de politie en hulpverlenende instanties op de hoogte zijn van de overeenkomst en de verschillen.
    Belaging kan in verschillende vormen worden onderscheiden, met name:

    - Belaging door een ex-partner;

    - Belaging door de partner;

    - Belaging door een bekende (collega, cliënt, buurman e.d.) die een relatie met de belaagde wil of wegens jaloezie/ruzie;

    - Belaging omdat de belaagde in de uitoefening van beroep of functie (advocaat, bankmedewerker etc.) de woede heeft opgeroepen van de belager, die vervolgens wraak wil nemen;

    - Belaging van een publieke bekendheid door een onbekende die een relatie met de belaagde wil;

    - Belaging van iemand zonder publieke bekendheid door een onbekende die een relatie met de belaagde wil.


    - Belaging door een partner of ex-partner kan ook gekwalificeerd worden als psychisch geweld en op grond van de Wet Bestrijding Huiselijk geweld (SB. 2009 no. 84) kan ook een beschermingsbevel hiervoor aangevraagd worden. De overige vormen kunnen aangepakt worden door een verzoek in te dienen bij de politie om preventieve maatregelen op te leggen of een klacht in te dienen voor strafrechtelijke vervolging van de belager.


Rashmi A. Chotkoe
Mr. Rashmi Ayesha Chotkoe is Substituut Officier van Justitie, Coördinator Desk Huiselijk Geweld en Belaging bij het Openbaar Ministerie, Voorzitter Nationale Raad Huiselijk Geweld en Lid Desk Jeugd en Zeden bij het Openbaar Ministerie.
Artikel

The Inter-American Juridical Committee of the OAS and its Contributions to International Law

Trefwoorden Organization of American States, Inter-American Juridical Committee, codification, progressive development of international law, soft law
Auteurs Dante Mauricio Negro Alvarado
SamenvattingAuteursinformatie

    The Organization of American States is the oldest regional organization in the world. Although it was established in 1948, its origins date back to the First International Conference of American States held in 1889, which brought together the countries of the Americas that were independent at the time, and which subsequently built a legal regime through the adoption of international treaties, the implementation of cooperation mecha­nisms, and the creation of bodies of various types. Thus, at the Third International Conference of American States in 1906, the International Board of Jurists was created, which was later incorporated into the general structure of the OAS as the Inter-American Juridical Committee. Over its more than 100 years of existence, the Committee has continued to promote the codification and progressive development of international law, adapting to the new challenges and needs posed by the passage of time. This document presents the Committee’s achievements and will showcase the major contributions it continues to make to international law, both in the Americas and worldwide.


Dante Mauricio Negro Alvarado
Dante Mauricio Negro Alvarado is a lawyer graduated from the Pontificia Universidad Católica del Perú where he also attended postgraduate studies in International Economic Law. He has a Master’s in International Law and Human Rights from the University of Notre Dame, Indiana. He is currently Director of the Department of International Law of the Organization of American States and Technical Secretary of the Inter-American Juridical Committee.
Artikel

International law applicable to cyberspace

Trefwoorden cyberspace operations, self-defense, violation of (public) international law, International Humanitarian law (IHL), International Human Rights Law (IHRL)
Auteurs Marianna Salazar Albornoz
SamenvattingAuteursinformatie

    In this, with high speed developing cyber-environment, malicious cyber operations between States, are a reality, and (public) international law need to address this global challenge. International norms governing States’ cyber operations are absent. There is a growing need on the global and on the regional level for States and organizations to enter into dialogues regarding States’ cyber operations and their impacts on other States. These dialogues must take place in the framework of the United Nations, but also on the academic level in Europe and in the Americas. States in the region will have to take a position with regard to the scope of the applicability of (public) international law to cyberspace operations.


Marianna Salazar Albornoz
Marianna Salazar Albornoz LL.M. & LL.M. is an international renowned scholar who holds a law degree from the Universidad Iberoamericano in Mexico City, Mexico and a master’s degree in International Law from the Graduate Institute of International Studies in Geneva. Till 01 January 2023 she was a distinguished member of the Inter-American Juridical Committee of the Organisation of American States. Ms. Salazar Albornoz is a professor at the Universidad Iberoamericano, where she teaches among others: mass atrocity prevention, international criminal law and public international law. Ms. Salazar Albornoz lectured in several countries in Latin America and participated also in several international programs in Europe, The Hague, The Netherlands.
Opinie

Wat is huiselijk geweld?

Trefwoorden huiselijk geweld, Wet Bestrijding Huiselijk Geweld, beschermingsbevel, slachtofferhulp
Auteurs Rashmi Ayesha Chotkoe en Ruth Craig-Nunes
SamenvattingAuteursinformatie

    Huiselijk geweld is een sociaal maatschappelijk probleem en vereist een multidisciplinaire aanpak.
    Huiselijk geweld is elke vorm van lichamelijk, seksueel, psychisch of financieel geweld dat wordt gepleegd door een persoon tegen ene partner, kind, ouder, lid van het gezin of behoeftige, ongeacht waar het geweld plaatsvindt. De bijzondere Wet Bestrijding Huiselijk Geweld die op 20 juni 2009 van kracht werd, biedt aan slachtoffers van huiselijk geweld in een vroeg stadium en via een snelle procedure bescherming. Op grond van deze wet kan er een beschermingsbevel worden aangevraagd. Het aanvragen van ene beschermingsbevel sluit de strafrechtelijke vervolging niet uit. Een slachtoffer van huiselijk geweld kan dus tegelijkertijd een beschermingsbevel aanvragen en aangifte doen bij de politie. Cases van Huiselijk geweld bereiken het Openbaar Ministerie op verschillende manieren met name via de politie (als er aangifte is gedaan), via brief/e-mail en via doorverwijzing door de kantonrechters. Slachtoffers van huiselijk geweld zijn zeer kwetsbaar, waardoor ze bijzondere aandacht verdienen. Verschillende hulpverlenende instanties komen in beeld in verband met de opvang en begeleiding van deze slachtoffers. Slachtoffers van huiselijk geweld die dreigend gevaar oplopen, worden geplaatst in een opvanginstelling op een geheim adres. De Nationale Raad Huiselijk Geweld is ingesteld om onder andere het beleid ter zake aanpak van huiselijk geweld te formuleren.


Rashmi Ayesha Chotkoe
Mr. Rashmi Ayesha Chotkoe is Substituut Officier van Justitie, Coördinator Desk Huiselijk Geweld en Belaging bij het Openbaar Ministerie, Voorzitter Nationale Raad Huiselijk Geweld en Lid desk Jeugd en Zeden bij het Openbaar Ministerie.

Ruth Craig-Nunes
Mr. Ruth Craig-Nunes is Substituut Officier van Justitie, Coördinator Desk Jeugd en Zeden bij het Openbaar Ministerie en Lid Desk Huiselijk Geweld en Belaging bij het Openbaar Ministerie. Bereikbaarheid samenleving: telefoonnummer: 405570, e-mail: huiselijkgeweld.parket@gmail.com.
Opinie

Samen gendergerelateerd en huiselijk geweld aanpakken vanuit een mensenrechten­perspectief

Geen optie, maar een plicht!

Trefwoorden Gendergerelateerd en huiselijk geweld, Mensenrechtenperspectief, Kwetsbare groepen, Situationeel- en terreurgerelateerd geweld, Intersectionele benadering
Auteurs Carla Bakboord
SamenvattingAuteursinformatie

    In de afgelopen decennia heeft het vraagstuk van gendergerelateerd en huiselijk geweld steeds meer aandacht gekregen. In diverse media waar slachtoffers niet schromen hun persoonlijke ervaringen te delen; positieve ervaringen maar ook onthullingen over tekortkomingen in de dienstverlening, vooral in het benaderen van dit vraagstuk vanuit een gendergelijkwaardigheids- en mensenrechtenperspectief.
    Gendergerelateerd en huiselijk geweld vormen een wereldwijde epidemie die niet alleen individuele levens van voornamelijk kwetsbare groepen, zoals kinderen, vrouwen, de LGBTI-gemeenschap en mannen die niet voldoen aan traditionele genderrollen, verwoest, maar ook een diepgaande schaduw werpt over de gehele samenleving.
    Dit artikel begint met een overzicht van de samenwerking tussen niet-gouvernementele en gouvernementele organisaties sinds de jaren 50 van de vorige eeuw om gendergerelateerd en huiselijk geweld aan te pakken. Vervolgens worden het internationale en nationale juridische kader en relevante begrippen behandeld, data gepresenteerd en de wijze waarop de samenleving vaak onderscheid maakt gebaseerd op machtsstructuren bekeken. De theorie van intersectionaliteit wordt geïntroduceerd om de complexe machtsstructuren die aan de basis liggen van gendergerelateerd en huiselijk geweld te verklaren en te begrijpen.
    Tot slot wordt uiteengezet hoe dit vraagstuk kan worden aangepakt door onderscheid te maken tussen situationeel geweld en terreur-gerelateerd partnergeweld. De auteur benadrukt dat samenwerken vanuit een gendergelijkwaardigheids- en mensenrechtenbenadering een cruciale voorwaarde is om dit vraagstuk effectief aan te pakken.


Carla Bakboord
Carla Bakboord MSc. is Cultureel antropoloog, PhD Kandidaat aan de Vrije Universiteit Amsterdam, scholaractivist bij Women’s Rights Centre.
Opinie

De aanpak van seksueel misbruik: de kloof tussen de iure en de facto

Trefwoorden seksueel misbruik, gendernormen, ongelijkheid, rechtsbelevenis, kinderrechten
Auteurs Maggie Schmeitz
SamenvattingAuteursinformatie

    De wet zou de geschreven regel moeten zijn die de waarden en normen van een samenleving tot uitdrukking brengt en die sancties oplegt als deze normen en waarden niet worden nageleefd. In de afgelopen decennia hebben nationale en internationale bewegingen die waarden en normen vanuit een mensenrechtenperspectief ter discussie gesteld. Dit heeft geresulteerd in diverse mensenrechtenverdragen, waar Suriname ook partij in is geworden. Vrouwen- en kinderrechtenactivisten maakten dankbaar gebruik van deze instrumenten om zaken als seksueel misbruik van jongeren aan de orde te stellen. De nationale wetgeving is, door vasthoudende lobby & advocacy vanuit met name de vrouwenbeweging, ingrijpend verbeterd: het strafrecht biedt nu voldoende mogelijkheid om seksueel misbruik afdoende af te straffen. In de praktijk blijkt echter dat deze mogelijkheid vaak niet ten volle wordt benut. De beleving van het rechtsproces door het slachtoffer speelt hierin een grote rol. Gender waarden en normen liggen ten grondslag aan onze waarden en normen over seksualiteit en seksuele rechten. Het opsporingsapparaat, de rechterlijke macht, en de media zijn evenzeer onderdeel van de samenleving als de dader en het slachtoffer. Het is cruciaal dat er binnen deze instituties meer aandacht wordt besteed aan de beleving van het rechtsproces door het slachtoffer; en de mogelijke consequenties van deze beleving.


Maggie Schmeitz
Drs. Maggie Schmeitz heeft Culturele Antropologie & Ontwikkelingssociologie gestudeerd aan de Rijks Universiteit Utrecht (RUU), thans Universiteit van Utrecht, in Nederland. Zij is Uitvoerend Directeur van de Stichting Ultimate Purpose (UP), een non-profitorganisatie die zich richt op het bevorderen van gendergelijkheid, goed bestuur en duurzame ontwikkeling. Zij is tevens schrijver en theatermaker.
Opinie

Heeft iedereen recht op een bankrekening en wat zijn de criteria voor ‘debanking’?

Een oriëntatie naar de Surinaamse context

Trefwoorden opzeggen bankrelatie, basisbankrekening, financiële inclusie
Auteurs Marc Bannenberg
SamenvattingAuteursinformatie

    In dit artikel onderzoek ik of aan de hand van Surinaamse, Caribische en Nederlandse jurisprudentie of eenieder recht heeft op een betaalrekening bij een commerciële bank. Kan de rechter een bank verplichten een bankrelatie aan te gaan en wat zijn de criteria die in de jurisprudentie worden genoemd omtrent het opzeggen van de bankrelatie?


Marc Bannenberg
Mr. Marc Bannenberg is verbonden aan Advocatenkantoor Essed & Sohansingh.
Opinie

De positie van de langstlevende echtgenoot in het Voorstel Nieuw Surinaams Erfrecht

Verkorte samenvatting voordracht d.d. 13 januari 2023 voor de Commissie Erfrecht van De Nationale Assemblée

Trefwoorden langstlevende echtgenoot, kindsdeel, stiefoudergevaar
Auteurs Gregor van der Burght
SamenvattingAuteursinformatie

    Geen redelijke grond aanwezig om de behoefte aan verbetering van de positie van de langstlevende echtgenoot afhankelijk te stellen van het al dan niet aanwezig zijn van erflaters kinderen die buiten het betrokken huwelijk geboren zijn. Juist in het thans in het wetsvoorstel uitgesloten geval, is de behoefte aan een verbetering van de positie extra nijpend.


Gregor van der Burght
Prof. dr. Gregor van der Burght was van 1978 tot 2009 hoogleraar Privaat- en Notarieel recht aan de VU Amsterdam en tevens tot 2014 bijzonder hoogleraar Familie- en Erfrecht aan de University of Curaçao Dr. Moises Da Costa Gomez en raadsheer plv. Gerechtshof ’s-Gravenhage.
Opinie

De vijftiende Johannesburg BRICS Summit (2023). De groei naar een multipolaire Wereld Orde

Trefwoorden BRICS, multipolaire wereldorde, Amerika-China rivaliteit, global south, G77
Auteurs Kriesnadath Nandoe
SamenvattingAuteursinformatie

    In de afgelopen decennia is het mondiale economische, en geopolitieke landschap in belangrijke mate veranderd mede door de rol en invloed van de opkomende economieën van Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika. In 2009 vormden deze opkomende grootmachten de BRICS die tijdens hun Summits constant hebben aangedrongen op de totstandkoming van een multipolaire wereldorde. Tijdens de zesde BRICS Summit in Fortaleza, Brazilië werd besloten tot oprichting van de New Development Bank en de Contingent Reserve Arrangement.
    In augustus 2023 werd in Johannesburg de vijftiende BRICS Summit gehouden en een verklaring goedgekeurd waarin onder meer de noodzaak en het belang benadrukt wordt van onder meer:

    - hervorming van de VN en andere internationale organisaties;

    - de totstandkoming van niet discriminatoire regels gebaseerde handelssystemen;

    - verandering en versterking van de werking van mondiaal bestuur;

    - het beschermen van mensenrechten;

    - ontwikkeling en gebruik van IT en AI;

    - bespoediging van de uitvoering van Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling en andere nationale, regionale en internationale kwesties.


    Ook werd besloten de BRICS uit te breiden met de volgende landen:
    Argentinië, Saudi-Arabië, United Arab Emirates, Iran, Egypte en Ethiopië
    De totstandkoming van een multipolaire wereldorde zal naast de huidige geopolitieke spanningen mede afhangen van de rivaliteit tussen de twee grootmachten Amerika en China, de rol en invloed van de landen in het globale zuiden.


Kriesnadath Nandoe
Mr. K. Nandoe MSc. is Ambassadeur geweest van de Republiek Suriname bij de U.N., Oud docent aan de ADEK Universiteit van Suriname en 1e Voorzitter van het Institute for International Relations van ADEK.

I.H.M.H. Rasoelbaks
Mr. I.H.M.H. Rasoelbaks is President van het Hof van Justitie van Suriname.

E.M. Fraenk
Mw. mr. E.M. Fraenk is Deken van de Surinaamse Orde van Advocaten.

Sjef de Laat
Mr. dr. J.J.M. (Sjef) de Laat is Voormalig Kantonrechter Midden-Nederland, docent bij CDR in Paramaribo en samen met mr. Joost Berculo, auteur van het boek ‘Handboek Surinaams Arbeidsrecht’ (2023), Boom Juridisch.
Jurisprudentie

Vonnis in kort geding Kantongerecht in het Eerste Kanton 26 januari 2023, Civar no. 202200121

R., E.C.R. ca NV (arbeidsrelatie onder druk weigering Covid-19-vaccinatie)

Jurisprudentie

Annotatie (1) bij vonnis in kort geding Kantongerecht in het Eerste Kanton 26 januari 2023, CIVAR no. 202200121

R., E.C.R. ca NV (arbeidsrelatie onder druk weigering Covid-19-vaccinatie)

Trefwoorden lichamelijke integriteit, inbreuk grondrechten, fundamentele vrijheden
Auteurs Sjef de Laat
Auteursinformatie

Sjef de Laat
Mr. dr. J.J.M. (Sjef) de Laat is Voormalig Kantonrechter Midden-Nederland, docent bij CDR in Paramaribo en samen met mr. Joost Berculo, auteur van het boek ‘Handboek Surinaams Arbeidsrecht’ (2023), Boom Juridisch.
Jurisprudentie

Annotatie (2) bij vonnis in kort geding Kantongerecht in het Eerste Kanton 26 januari 2023, CIVAR no. 202200121

R., E.C.R. ca NV (arbeidsrelatie onder druk weigering Covid-19-vaccinatie)

Trefwoorden covid-test, vaccinatie, loondoorbetaling, onwettige afwezigheid, onbetaald verlof, proportionaliteit, subsidiariteit, WHO, ILO, Curaçao
Auteurs Glenn Piroe
Auteursinformatie

Glenn Piroe
Mr. Glenn Piroe (1972) studeerde Algemeen Surinaams Recht aan de Anton de Kom Universiteit van Suriname. Hij is auteur van enkele arbeidsrechtgerelateerde publicaties, waaronder de ‘Gids Arbeidswetgeving Suriname’. De auteur is thans onderdirecteur Juridische en Internationale Zaken op het ministerie, belast met arbeidsaangelegenheden en docent Internationaal Arbeidsrecht bij SIVIS. Hij gaf tijdelijk leiding aan de Arbeidsinspectie in de periode 2019-2020.
Jurisprudentie

Vonnis in kort geding Kantongerecht in het Eerste Kanton 27 maart 2023, CIVAR no. 202300575

O., B. ca Bank N.V. (verbod openbare veiling)

Jurisprudentie

Beschikking Kantongerecht in het Eerste Kanton 28 maart 2023, CIVAR no. 202203780

LLC ca Luchtvaartmaatschappij (exequatur verlening)

Jurisprudentie

Vonnis Kantongerecht in het Eerste Kanton 11 juli 2023, A.R. no. 20-0229, CIVAR no. 202000363

W., R. e.a. ca de Staat e.a. (deelneming in het aandelenkapitaal algemene bank)