18796664_covr
Rss

Tijdschrift voor Constitutioneel Recht

Over dit tijdschrift  

Meld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.

Aflevering 4, 2023 Alle samenvattingen uitklappen
Artikel

Access_open Tussentijdse raadsontbinding – over bestuurscrises, verstoorde verhoudingen en de continuïteit van het bestuur

Trefwoorden Tussentijdse raadsontbinding, Lokaal bestuur, Bestuurscrisis, Gemeentewet
Auteurs G. Leenknegt en R. Franken
SamenvattingAuteursinformatie

    Politieke spanningen in het lokaal (of provinciaal) bestuur leiden soms tot de vroegtijdige val van het bestuurscollege. Doordat geen tussentijdse verkiezingen mogelijk zijn voor gemeenteraden (en provinciale staten), kan een bestuurlijke impasse ontstaan die lang aanhoudt. In zo’n geval dienen alle bestuurstaken volgens de wet te worden waargenomen door de burgemeester – een situatie die niet langer zou moeten duren dan strikt noodzakelijk. In deze bijdrage stellen de auteurs een nieuwe variant van tussentijdse ontbinding van gemeenteraden voor. Daarbij wordt tussentijdse ontbinding van de raad van rechtswege gekoppeld aan heenzending door de raad van het gehele college. Besproken worden de voor- en nadelen van deze variant als oplossing voor bestuurlijke crises, alsmede de vraag hoe de voorgestelde regeling zich verhoudt tot de huidige (grond)wettelijke kaders.


G. Leenknegt
Dr. G. (Gert-Jan) Leenknegt is universitair hoofddocent constitutioneel recht bij Tilburg University.

R. Franken
Mr. drs. R. (Rosanne) Franken is secretaris/algemeen directeur bij de gemeente Waalre en buitenpromovenda bij Tilburg Univer­sity.
Artikel

Het formele toetsingsverbod heroverwogen

Trefwoorden Constitutionele toetsing, Formeel toetsingsverbod, Grondwet, grondwetsherzieningsprocedure, Weerbare rechtsstaat
Auteurs T.E.J.H. van Gennip
SamenvattingAuteursinformatie

    Het artikel van Van Gennip heeft het formeel toetsingsverbod als onderwerp. Bij de vraag over de invoering van constitutionele toetsing valt ook te bezien of formele toetsing mogelijk moet zijn. Formele toetsing betreft de grondwettigheid van wetten in het kader van de eisen van de wetgevingsprocedure zoals onder andere neergelegd in artikel 81 tot en met 88 Grondwet of grondwetsherzieningsprocedure van artikel 137 Grondwet. De Hoge Raad heeft altijd van formele toetsing afgezien zoals in het standaardarrest Prof. Van den Bergh. Niettemin kan ook het formeel toetsingsverbod tegen het licht gehouden gelet op de huidige discussie over constitutionele toetsing. De vraag is tegen deze achtergrond of formele toetsing meerwaarde kan hebben ter de versterking van de rechtsstaat. Dit artikel behandelt twee verschillende vormen van formele toetsing, te weten: formele toetsing van wetgeving en formele toetsing van grondwetgeving. Volgens de auteur blijkt dat in het bijzonder de toetsing van grondwetgeving aan formele grondwettelijke regels meerwaarde kan hebben.


T.E.J.H. van Gennip
Mr. drs. T.E.J.H. (Toni) van Gennip is universitair docent staatsrecht aan de Radboud Universiteit Nijmegen en verbonden aan het Onderzoekscentrum voor Staat en Recht (SteR).
Essay

Waterschapsverkiezingen opnieuw bezien: de verschillen tussen de verkiezingen van 2019 en van 2023

Trefwoorden Waterschapsverkiezingen 2023, Geborgde zetels, Nieuwe samenstelling waterschapsbesturen, Collegeakkoorden waterschappen
Auteurs H.J.M Havekes en I.D.M. Elfferich-Rodenburg
SamenvattingAuteursinformatie

    Dit essay bespreekt de uitkomst van de waterschapsverkiezingen van 15 maart 2023 en vergelijkt deze met de verkiezingen van 2019. Er is immers sprake van enkele duidelijke verschillen. Zo zijn door een (relatief late) wetswijziging de ‘geborgde’ zetels voor de categorie bedrijven komen te vervallen en hebben de andere geborgde categorieën ongebouwd en natuurterreinen elk twee zetels in ieder waterschapsbestuur gekregen. Door deze veranderingen is het aantal te verkiezen zetels voor de categorie ingezetenen met 86 zetels sterk toegenomen. Ook de succesvolle opkomst van de BBB vormt een opvallend verschil ten opzichte van 2019. Aan de hand van enkele tabellen wordt de opkomst en uitslag van de jongste waterschapsverkiezingen alsmede de nieuwe samenstelling van de algemeen en dagelijks besturen van de waterschappen geschetst. In het licht van de opkomst van de BBB wordt ten slotte bezien of de nieuwe collegeakkoorden van de waterschappen in vergelijking met 2019 heel andere voornemens bevatten.


H.J.M Havekes
Prof. mr. H.J.M. (Herman) Havekes werkt bij de Unie van Waterschappen te Den Haag en is tevens bijzonder hoogleraar publieke organisatie van het (decentrale) waterbeheer aan de Universiteit Utrecht.

I.D.M. Elfferich-Rodenburg
Drs. I.D.M. (Ilona) Elfferich-Rodenburg LLB werkte tot 28 augustus 2023 bij de Unie van Waterschappen en werkt mee op persoonlijke titel.
Wetgeving

Het amendement-Heinen: een unicum met ongekende gevolgen

Trefwoorden Comptabiliteitswet 2016, Amendement-Heinen, Noodsituatie, Uitzonderingsclausule, Staatsrechtelijk unicum, Slotwet
Auteurs J.L. Boon
SamenvattingAuteursinformatie

    Het artikel beschrijft het totstandkomingsproces en de mogelijke gevolgen van het amendement-Heinen. Dit amendement betreft een staatsrechtelijk unicum met ongekende gevolgen.
    Het amendement-Heinen wijzigt de noodprocedure uit artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet 2016. Die bepaling regelt dat de regering onder bepaalde omstandigheden een begrotingswijziging in uitvoering kan nemen voorafgaande aan de formele parlementaire goedkeuring. De regering heeft deze procedure onder andere gebruikt om snel te kunnen handelen in maart 2020 bij de uitbraak van de coronacrisis en in februari 2022 bij de Russische inval in Oekraïne.
    Door de wijziging van artikel 2.27 wordt het veel lastiger voor de regering om in de toekomst bij soortgelijke noodgevallen snel op te treden. Er is immers altijd expliciete toestemming van beide Kamers der Staten-Generaal nodig. Het amendement regelt niet op welke wijze die toestemming moet worden gegeven.
    Daarnaast is het amendement-Heinen ingediend op een slotwet. Dat betreft een staatsrechtelijk unicum. Een slotwet is bedoeld om het verschil tussen raming en realisatie in een begroting op te heffen. De Tweede Kamer heeft zelf in het verleden aangegeven dat slotwetten niet geamendeerd kunnen worden. Als de Kamer van dit standpunt afstapt, kan dat negatieve gevolgen hebben voor een ordentelijk wetgevingsproces.


J.L. Boon
Mr. J.L. (Jasper) Boon is historicus en jurist en werkt als wetgevingsadviseur bij de Afdeling advisering van de Raad van State. Dit artikel is op persoonlijke titel geschreven.
Wetgeving

Rijksvertegenwoordiger voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba: het einde in zicht

Trefwoorden Rijksvertegenwoordiger, Herzieningswet Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Auteurs M.C. Wijnen
SamenvattingAuteursinformatie

    Bij de herstructurering van het Koninkrijk der Nederlanden in 2010 werd voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba een nieuw orgaan ingesteld, de Rijksvertegenwoordiger. Hij heeft zowel coördinerende als toezichthoudende taken en bevoegdheden en hij vormt de bestuurlijke schakel tussen Caribisch Nederland en het Rijk. Inmiddels is een wetsvoorstel in voorbereiding op grond waarvan het ambt van Rijksvertegenwoordiger komt te vervallen. Welke ontwikkelingen hebben geleid tot dit voorstel en zal de opheffing van de functie bijdragen aan een verbetering van de bestuurlijke verhoudingen tussen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Rijksoverheid?


M.C. Wijnen
Mr. drs. M.C. (Cecile) Wijnen is docent Staats- en bestuursrecht aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
Bij de buren

Recente constitutionele veranderingen in het Verenigd Koninkrijk: een schuivende machtsbalans van parlement naar regering?

Trefwoorden Ontbindingsrecht, Brexit, Prerogatief, Delegatie, Parlement
Auteurs S.P. van Oort
SamenvattingAuteursinformatie

    De machtsbalans in het Verenigd Koninkrijk verschuift van het parlement naar de regering. Dat is het beeld dat ontstaat bij bestudering van een aantal recente Britse wetgevingsontwikkelingen: de Dissolution and Calling of Parliament Act 2022, de Elections Act 2022, de Northern Ireland Protocol Bill en de Retained EU Law (Revocation and Reform) Act 2023. Thematisch hebben deze ontwikkelingen grotendeels betrekking op de Brexit. Het Britse vertrek uit de Europese Unie trilt daarmee nog flink door in de interne staatkundige verhoudingen. De rode draad is dat er steeds meer bevoegdheden bij de regering komen te liggen en (dus) minder bij het parlement. De wetgevende bevoegdheid van het parlement – en soms ook het begrotingsrecht – staat onder druk met de snelle opkomst van zogenoemde super-enabling clauses, al dan niet gepaard met Hendrik VIII bevoegdheden. Met het opnieuw tot leven wekken van het ontbindingsrecht is het koninklijk prerogatief terug van weggeweest. De met de Elections Act 2022 ingevoerde strategie- en beleidsverklaring doet ten slotte serieuze vragen rijzen over de onafhankelijkheid van de Electoral Commission.


S.P. van Oort
Mr. drs. S.P. (Simon) van Oort is buitenpromovendus aan de Radboud Universiteit en coördinerend specialistisch adviseur bij het ministerie van Buitenlandse Zaken. Hij schrijft dit stuk op persoonlijke titel.
Bij de buren

Onderzoeksbevoegdheden Duitse politie ongrondwettig

En hoe het anders moet volgens het Bundesverfassungsgericht

Trefwoorden Geheime onderzoeksbevoegdheden, Inlichten- en veiligheidsdiensten, Privacy, Grondrechten, Bundesverfassungsgericht
Auteurs A.E. Schilder
SamenvattingAuteursinformatie

    Op 9 december 2022 oordeelde het Bundesverfassungsgericht enkele artikelen in de ‘Gesetz über die öffentliche Sicherheit und Ordnung’ van de deelstaat Mecklenburg-Voor-Pommeren in strijd met de Grondwet. Het gaat daarbij om bepalingen die te ruim geformuleerde (geheime) onderzoeksbevoegdheden geven aan de overheid. Een aantal voorschriften verklaarde het Hof meteen nietig, voor andere was het milder. Deze mogen tot 1 januari 2024 worden toegepast, maar slechts onder in de uitspraak zelf geformuleerde voorwaarden. In de tussentijd zal de deelstaat de nodige aanpassingen moeten verrichten om de wet in overeenstemming te brengen met de Grondwet.
    Het arrest heeft de nodige consequenties ook voor de deelstaten die vergelijkbare politiële onderzoeksbevoegdheden kennen.


A.E. Schilder
Prof. mr. A.E. (Jon) Schilder is hoogleraar staats- en bestuursrecht aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
Bij de buren

Het einde van positieve discriminatie in de Verenigde Staten?

Over rechterlijke gematigdheid in politiek en maatschappelijk gevoelige zaken

Trefwoorden Positieve discriminatie, Gelijkheidsbeginsel, Diversiteit, Stare decisis, Conservatieve rechtsvinding
Auteurs R. van der Hulle
SamenvattingAuteursinformatie

    Deze bijdrage bespreekt recente rechtspraak van het Amerikaanse Hooggerechtshof over positieve discriminatie op universiteiten.


R. van der Hulle
Mr. dr. R. (Rob) van der Hulle is advocaat en als research fellow verbonden aan het Onderzoekcentrum voor Staat en Recht van de Radboud Universiteit in Nijmegen