Ara_1568-6639_2023_022_001_totaal_original1024_1_large
Rss

Arbeidsrechtelijke Annotaties

Meer op het gebied van Arbeidsrecht

Over dit tijdschrift  

Meld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.

Aflevering 2, 2010 Alle samenvattingen uitklappen
Hoofdartikel

Ontslagrecht in het Koninkrijk der Nederlanden (1)

Trefwoorden ontslagrecht, concordantiebeginsel, Antillen, Aruba, arbeidsrecht, Koninkrijk der Nederlanden, doorwerking, Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden
Auteurs Mr. F.M. Dekker
SamenvattingAuteursinformatie

    Volgens artikel 39 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden zijn de wetgevers van de verschillende Koninkrijkslanden verplicht een aantal belangrijke rechtsgebieden ‘zoveel mogelijk’ op overeenkomstige wijze te regelen. In een tweetal artikelen onderzoekt de auteur in hoeverre zij met betrekking tot het ontslagrecht aan deze zogenaamde concordantieverplichting voldoen. In dit eerste deel van de tweeluik ligt de focus allereerst op het concordantiebeginsel. Volgens de auteur houdt artikel 39 Statuut in dat een verschil in wetgeving tussen de drie Koninkrijkslanden slechts geoorloofd is indien daar een behoorlijke rechtvaardigingsgrond voor kan worden aangewezen. Met dit als uitgangspunt worden vervolgens de drie regelingen inzake de preventieve ontslagtoetsing met elkaar vergeleken. Daaruit blijkt dat er tussen het Buitengewoon besluit arbeidsverhoudingen 1945 en de beide Landsverordeningen beëindiging arbeidsovereenkomsten een hoop ongerechtvaardigde verschillen bestaan. Ook tussen de landsverordeningen onderling bestaan de nodige verschillen. Geconcludeerd moet daarom worden dat de Koninkrijkswetgevers op dit terrein niet aan hun Statutaire concordantieverplichting voldoen.


Mr. F.M. Dekker
Mr. F.M. Dekker is externe promovendus aan de Rijksuniversiteit Groningen en advocaat(-stagiair) bij BarentsKrans N.V. te Den Haag
Jurisprudentie

Kennelijk onredelijk ontslag vanuit historisch perspectief verklaard

Trefwoorden kennelijk onredelijk ontslag, schadevergoeding, vergoeding naar billijkheid, begroten, ex tunc, ontbinding, kantonrechtersformule, leeftijdsdiscriminatie
Auteurs Mr. D.J. Buijs
SamenvattingAuteursinformatie

    De arresten Van de Grijp/Stam en Rutten/Breed met betrekking tot kennelijk onredelijk ontslag hebben geleid tot commotie. Dat is begrijpelijk in het kader van de rechtsontwikkeling van het afgelopen decennium, maar wanneer de problematiek wordt geplaatst in het kader van de rechtsontwikkeling van de afgelopen eeuw, wordt het nieuwe onder de zon gevormd door de invoering van het nieuwe BW en de onbedoelde gevolgen daarvan voor de als bijzondere overeenkomst aangemerkte arbeidsovereenkomst. De arbeidsovereenkomst is minder bijzonder dan sommigen menen en de leer van de Hoge Raad met betrekking tot kennelijk onredelijk ontslag vergt weliswaar vaardigheden, maar de praktijk leert dat de rechter door de Hoge Raad niet voor een onmogelijke opgave wordt gesteld.


Mr. D.J. Buijs
Mr. D.J. Buijs is kantonrechter.
Jurisprudentie

Discriminatie, directe werking van rechtsbeginselen en doorwerking van richtlijnen

HvJ EU 19 januari 2010, zaak C-555/07 (Seda Kücükdeveci/Swedex GmbH & Co KG)

Trefwoorden doorwerking van Europees recht, algemene beginselen van Europees recht, leeftijdsdiscriminatie, horizontale werking van richtlijnen, objectieve rechtvaardiging van discriminatie
Auteurs Mr. D.F. Berkhout
SamenvattingAuteursinformatie

    In het Swedex-arrest verduidelijkt en versterkt het Hof van Justitie EU het controversiële Mangold-arrest. Indien sprake is van leeftijdsdiscriminatie in strijd met Richtlijn 2000/78/EG en richtlijnconforme interpretatie onmogelijk is, dan wordt door directe werking van algemene beginselen van gemeenschapsrecht alsnog de volle werking van Europees recht bewerkstelligd. Lidstaten worden verplicht de met het gemeenschapsrecht nationale bepaling buiten beschouwing te laten. Verder toont het arrest dat ‘flexibel personeelsbeleid’ een legitieme doelstelling van arbeidsmarktbeleid kan zijn. Zorgvuldige ‘flexibilisering’ van personeelsbeleid kan daarmee ook een objectieve rechtvaardiging zijn voor leeftijdsonderscheid.


Mr. D.F. Berkhout
Mr. D.F. Berkhout is advocaat bij Stibbe te Amsterdam.
Discussie

De complexiteit van het collectief ontslagrecht herbevestigd door Akavan/Fujitsu Siemens

Trefwoorden medezeggenschap, collectief ontslag, raadpleging, concernverhouding, Akavan/Fujitsu Siemens
Auteurs Dr. mr. drs. J. Heinsius
SamenvattingAuteursinformatie

    In deze bijdrage plaats de auteur een aantal kanttekeningen bij het artikel van L.G. Verburg, ‘Het moment van de raadpleging van werknemersvertegenwoordigers op grond van de richtlijn collectief ontslag’ in ArA 2010/1. In het bijzonder gaat de auteur in op het ‘ontslagbegrip’ uit de richtlijn en het moment van raadpleging. Volgens de auteur is de WMCO op beide onderwerpen in strijd met de richtlijn en is een wetswijziging noodzakelijk.


Dr. mr. drs. J. Heinsius
Dr. mr. drs. J. Heinsius is universitair docent Sociaal recht aan de Universiteit Leiden en fellow van de Graduate School van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid aldaar.
Discussie

Naschrift van Verburg bij de reactie van Heinsius op de annotatie van het Akavan-arrest in ArA 2010/1

Trefwoorden medezeggenschap collectief ontslag, richtlijnconformiteit, raadpleging, concernverhouding, Akavan/Fujitsu Siemens
Auteurs Prof. mr. L.G. Verburg
SamenvattingAuteursinformatie

    In deze bijdrage reageert de auteur op het stuk van Heinsius. Volgens de auteur staat de huidige wettelijke regeling van de WMCO richtlijnconforme uitleg van het begrip ‘doen eindigen’ niet in de weg. Voorts gaat de auteur in op het tijdstip van raadpleging binnen concernverhoudingen.


Prof. mr. L.G. Verburg
Prof. mr. L.G. Verburg is hoogleraar arbeidsrecht aan de RU en advocaat bij Allen & Overy te Amsterdam.