Ara_1568-6639_2023_022_001_totaal_original1024_1_large
Rss

Arbeidsrechtelijke Annotaties

Meer op het gebied van Arbeidsrecht

Over dit tijdschrift  

Meld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.

Aflevering 3, 2022 Alle samenvattingen uitklappen
Artikel

Access_open Het verbod op permanente terbeschikkingstelling en de gevolgen voor platformarbeid

Trefwoorden Verbod op permanente terbeschikkingstelling, Uitzendrichtlijn, Platformarbeid, Payrollregime, Werkgeverschap
Auteurs Mr. M.A.N. van Schadewijk en Mr. S.R. Koster
SamenvattingAuteursinformatie

    In de arresten KG uit 2020 en Daimler uit 2022 oordeelde het Hof van Justitie van de Europese Unie dat uitzendkrachten niet permanent ter beschikking mogen worden gesteld aan dezelfde inlener. Aan de hand van een casestudy van de platforms Temper, Helpling en Zorgwerk onderzoeken de auteurs of en, zo ja, hoe het verbod op permanente terbeschikkingstelling moet worden toegepast op platformarbeid. Van de drie platforms heeft het verbod in ieder geval relevantie voor Temper en Zorgwerk. Wat die relevantie precies is, is afhankelijk van de wijze waarop Nederland uitvoering geeft aan het verbod. Naar de mening van de auteurs is zowel het payrollregime als het aannemen van een arbeidsovereenkomst met de inlener te beschouwen als een passende maatregel tegen permanente terbeschikkingstelling. Beide maatregelen zijn echter niet toegespitst op platformarbeid, waardoor de vraag opkomt of het wenselijk is deze maatregelen daarop een-op-een toe te passen.


Mr. M.A.N. van Schadewijk
Mr. M.A.N. (Matthijs) van Schadewijk is als universitair docent Sociaal Recht verbonden aan de Radboud Universiteit in Nijmegen (Onderzoekcentrum Onderneming & Recht).

Mr. S.R. Koster
Mr. S.R. (Summer) Koster is werkzaam als promovenda Sociaal Recht bij de Radboud Universiteit in Nijmegen (Onderzoekcentrum Onderneming & Recht).
Annotatie

De zzp’er, de Waadi en de Uitzendrichtlijn

HR 20 mei 2022, ECLI:NL:HR:2022:751, NJ 2022/304, m.nt. Verhulp, JAR 2022/159, m.nt. Hoogeveen

Trefwoorden Zzp, Waadi, Uitzendrichtlijn, Gezag, Belemmeringsverbod
Auteurs Prof. mr. F.G. Laagland
SamenvattingAuteursinformatie

    Het huidige kabinet bezint zich op de rechtspositie van de Nederlandse zzp’er. Dat kan niet zonder aandacht voor het Europese recht. Het Europese werknemersbegrip krijgt via arbeidsrechtelijke richtlijnen steeds meer voet aan de grond in het Nederlandse recht. Dat geldt ook voor de arbeidskracht werkzaam binnen de driehoeksrelatie uitzending. In zijn arrest van 20 mei 2022 legt de Hoge Raad het belemmeringsverbod van artikel 9a Waadi uit in het licht van de Uitzendrichtlijn. Het Europese werknemersbegrip speelt in het arrest een hoofdrol, maar lijkt het nationale werknemersbegrip niet in het geheel buiten werking te stellen. In deze annotatie wordt het arrest geanalyseerd en wordt nagegaan welke impact de Uitzendrichtlijn heeft op de rechtspositie van de ter beschikking gestelde Nederlandse zzp’er.


Prof. mr. F.G. Laagland
Prof. mr. F.G. (Femke) Laagland is hoogleraar Europees arbeidsrecht aan de Radboud Universiteit in Nijmegen (Onderzoekcentrum Onderneming & Recht).