Katrien de Vaan Drs. K.B.M. de Vaan werkt als expert sociaal domein bij Regioplan. Zij is sinds de testfase van het huisverbod met onderzoek en advies betrokken bij de ontwikkeling daarvan, en schreef onder andere een handreiking voor de uitvoering en een advies over doorontwikkeling van het instrument.
Citaties in dit artikel
Kuppens
Hardeman & H. Ferwerda, Tijd om te herijken? Naar een mogelijke aanpassing van de Wet tijdelijk huisverbod en het Risicotaxatie-instrument Huiselijk Geweld, 2015
Schreijenberg
Procesevaluatie Wet tijdelijk huisverbod, 2010
Vaan, de
Knelpunten in de uitvoering van de Wet tijdelijk huisverbod, 2013
Vaan, de, Smit
De Wet tijdelijk huisverbod. Een handreiking voor gemeenten en professionals, 2015
Eijkern, van, Baan, Veenstra
Een onderzoek naar de effectiviteit van huisverboden in de provincie Groningen in 2009-2010, Groningen, 2011
Vaan, de, Timmermans, Homburg
Effectief uit huis geplaatst? Effectevaluatie van de Wet tijdelijk huisverbod, 2013
Alberda, Boonmann, Wartna
Strafrechtelijke recidive bij plegers van huiselijk geweld. Ontwikkeling in de terugval en lange termijn-effect Wet tijdelijk huisverbod (Cahier 13), 2015
Tierolf, Lunnemann, Steketee
Doorbreken geweldspatroon vraagt gespecialiseerde hulp. Onderzoek naar effectiviteit van de aanpak huiselijk geweld in de G4, 2014
In 2009 the Dutch temporary restraining order Act came into being. The order is a much used instrument in the fight against domestic violence. However, it’s effectivity has yet to be proven beyond doubt. There are signs the order can be effective, but it is unknown what influences this effect: which choices in its implementation, which characteristics of violence and those involved, which characteristics of the care that is provided.This article claims that the temporary restraining order can be more effective if we collect more data on what it is that makes it effective, and use this data to mirror the order against other instruments that are available in the fight against domestic violence. In that way, we can choose the instrument that best suits the situation, instead of picking the temporary restraining order simply because it is most readily available. This means the following is necessary: 1) more knowledge about the types of situations in which the order can be most effective; 2) more knowledge about the effects of choices that are being made in the implementation of the instrument; 3) an overview of all available instruments for intervening in situations of serious and immediate threat of domestic violence and the effects that can be reached with those instruments; and 4) a better use of available knowledge about the effects of care and assistance to victims and perpetrators of domestic violence to improve the trajectories that accompany temporary restraining orders. This will enable a more balanced choice between these orders and other interventions and will improve the effects of the orders and the care and assistance that accompanies them.
U heeft geen toegang tot deze publicatie Beste bezoeker, om de inhoud te raadplegen heeft u een abonnement nodig op deze publicatie of de collectie waar deze publicatie deel van uitmaakt. Neem contact op met klantenservice@boomportaal.nl voor meer informatie over de mogelijkheden en prijzen.
Kopen in de webshop Deze publicatie is ook te vinden in onze webshop. Sommige publicaties hebben ook de mogelijkheid om direct toegang te kopen tot het online boek.
Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving (TBS&H)
Kan de klacht dat het hof heeft nagelaten te responderen op een uitdrukkelijk onderbouwd standpunt strekkende tot vrijspraak van de ten laste gelegde feiten, worden aangemerkt als cassatiemiddel?
SR Updates
Heeft het hof de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel ontoereikend gemotiveerd?
Is het recht tot strafvordering wegens verjaring vervallen?
Kon het hof artikel 63 Sr buiten toepassing laten na andere veroordeling van verdachte ten aanzien van medeplegen van moord, op de grond dat deze veroordeling nog niet onherroepelijk was?
Heeft het hof ten onrechte geoordeeld dat de verdachte opzet had op de dood?