DOI: 10.5553/NTS/266665532020035001016

Nederlands Tijdschrift voor StrafrechtAccess_open

Actualiteiten rechtspraak

NTS 2020/16

HR 8 oktober 2019, 18/02750, ECLI:NL:HR:2019:1548

DOI
Toon PDF Toon volledige grootte
Samenvatting Statistiek Citeerwijze
Dit artikel is keer geraadpleegd.
Dit artikel is 0 keer gedownload.
Aanbevolen citeerwijze bij dit artikel
, 'NTS 2020/16', Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht 2020-1, p. 56-57

    Hennepteelt, art. 3.B Opiumwet. Onttrekking aan het verkeer van inbeslaggenomen boksbeugel, art. 36d Sr. Is voldaan aan voorwaarde dat boksbeugel kan dienen om soortgelijk feiten te begaan?

Dit artikel wordt geciteerd in

      Hennepteelt, art. 3.B Opiumwet. Onttrekking aan het verkeer van inbeslaggenomen boksbeugel, art. 36d Sr. Is voldaan aan voorwaarde dat boksbeugel kan dienen om soortgelijk feiten te begaan?

    • Aantekening redactie

      Het hof heeft de verdachte in deze zaak wegens ‘opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod’, veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier maanden, waarvan twee maanden voorwaardelijk en met een proeftijd van twee jaren. Voorts heeft het hof de onttrekking aan het verkeer bevolen van een in beslag genomen en nog niet teruggeven boksbeugel. Artikel 36d Sr luidt als volgt:

      ‘Vatbaar voor onttrekking aan het verkeer zijn bovendien de aan de dader of verdachte toebehorende voorwerpen van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang, welke bij gelegenheid van het onderzoek naar het door hem begane feit, dan wel het feit waarvan hij wordt verdacht, zijn aangetroffen, doch alleen indien de voorwerpen kunnen dienen tot het begaan of de voorbereiding van soortgelijke feiten, dan wel tot de belemmering van de opsporing daarvan.’

      Met een boksbeugel kan moeilijk hennep worden geteeld. Onder soortgelijke feiten in de zin van deze bepaling dienen te worden verstaan feiten die tot dezelfde categorie behoren als de door de verdachte begane feiten dan wel de feiten waarvan hij wordt verdacht.1xHR 6 mei 1997, ECLI:NL:HR:1997:ZC9322. In aanmerking genomen dat is bewezen verklaard dat de verdachte ongeveer 426 hennepplanten heeft geteeld, valt zonder nadere motivering, die ontbreekt, niet in te zien hoe de onder de verdachte in beslag genomen boksbeugel kan dienen tot het telen van hennep of soortgelijke misdrijven, dan wel tot de belemmering van de opsporing daarvan. Het middel klaagt daarover terecht, volgens de Hoge Raad.
      Nu het voorhanden hebben van een boksbeugel een strafbaar feit oplevert, zou overigens onttrekking van de boksbeugel aan het verkeer bij afzonderlijke beschikking op de voet van artikel 36b lid 1 onder 4º jo. artikel 36c onder 2º Sr tot de mogelijkheden kunnen behoren.

    Noten

    • 1 HR 6 mei 1997, ECLI:NL:HR:1997:ZC9322.


Print dit artikel