F.C.W. (Fanny) de Graaf Mr. dr. F.C.W. de Graaf is wetenschappelijk medewerker bij de Hoge Raad.
Citaties in dit artikel
Ouwerkerk
Witwassen in de vorm van verbergen of verhullen van de rechthebbende op een voorwerp
AA , 2019
Buisman
Witwassen – het enkele verwerven en voorhanden hebben en richtlijnconforme interpretatie
DD , 2013
De
Kooijmans
Witwassen: communicatie tussen rechter en wetenschap, maar waar is de wetgever?
DD , 2014
Leeuwen, van
Witwassen naar Nederlands recht. Over voorhanden hebben en het bewijs van witwassen
DD , 2011
Diepenmaat
De Nederlandse strafbaarstelling van witwassen (diss. RU) , 2016
Download citeerwijze bij dit artikel
Onderwerpen
Juridisch > Strafrecht
Samenvatting
In deze bijdrage staan de verschillende witwasgedragingen centraal die strafbaar zijn gesteld in artikel 420bis lid 1, aanhef en onder a, Sr (de a-grond). Onderzocht wordt wat de verschillen tussen de in de a-grond opgenomen witwasgedragingen zijn en hoe die kunnen worden verklaard. Daarnaast wordt de verhouding tussen voornoemde witwasgedragingen en de kwalificatie-uitsluitingsgrond nader onderzocht. Daarbij wordt voorgesteld de kwalificatie-uitsluitingsgrond anders in te vullen.
U heeft geen toegang tot deze publicatie Beste bezoeker, om de inhoud te raadplegen heeft u een abonnement nodig op deze publicatie of de collectie waar deze publicatie deel van uitmaakt. Neem contact op met klantenservice@boomportaal.nl voor meer informatie over de mogelijkheden en prijzen.
Kopen in de webshop Deze publicatie is ook te vinden in onze webshop. Sommige publicaties hebben ook de mogelijkheid om direct toegang te kopen tot het online boek.
Heeft het hof nagelaten in het bijzonder de redenen te geven waarom het is afgeweken van het uitdrukkelijk onderbouwde standpunt van het openbaar ministerie?
SR Updates
Strafoplegging in strijd met artikel 9 lid 4 Sr, nu aan verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 386 dagen is opgelegd in combinatie met taakstraf van 150 uren, subsidiair 75 dagen hechtenis?
Is aan de verdachte het recht gelaten het laatst te spreken?
Kan uit de bewijsmiddelen volgen dat het besluit tot ongeldigverklaring bekend is gemaakt, dat de verdachte wist dat het rijbewijs ongeldig was verklaard en na de ongeldigverklaring van het rijbewijs geen ander rijbewijs is afgegeven?
Heeft het hof ten onrechte het verzoek tot aanhouding van de behandeling van de zaak afgewezen?
Heeft het hof ten onrechte een bijzondere voorwaarde gesteld die betrekking heeft op het meewerken aan controles door de politie?