Deelneming aan een criminele organisatie en ne bis in idem
De toepasselijkheid van het ne bis in idem-beginsel bij vervolging wegens deelneming aan een criminele organisatie na vervolging wegens een concreet misdrijf en vice versa
F.C.W. (Fanny) de Graaf Mr. dr. F.C.W. (Fanny) de Graaf is wetenschappelijk medewerker bij de Hoge Raad.
Citaties in dit artikel
Vries, de-Leemans
Art. 140 Wetboek van Strafrecht: een onderzoek naar de strafbaarstelling van deelneming aan misdaadorganisaties (diss. UvT), 1995
Vries, de-Leemans
Art. 140 Sr: recente ontwikkelingen
DD, 1999
Kesteloo
Deelneming aan een criminele organisatie. Een onderzoek naar de strafbaarstellingen in artikel 140 Sr, 2011
Hullu, de
Materieel strafrecht, 2021
Machielse
Samenloop, 68 Sr en goede procesorde
DD, 1983
Samenvatting
In deze bijdrage wordt ingegaan op de toepassing van het ne bis in idem-beginsel in gevallen waarin de verdachte onder meer wordt verweten te hebben deelgenomen aan een criminele organisatie (art. 140 Sr). Daarbij wordt in het bijzonder aandacht besteed aan twee arresten van de Hoge Raad in zaken waarin het ging om een vervolging wegens deelneming aan een criminele organisatie ná een vervolging wegens een concreet – binnen die organisatie gepleegd – delict en vice versa. Er wordt ingegaan op de vraag op welke wijze kan worden getoetst of het ne bis in idem-beginsel in dergelijke gevallen aan een tweede vervolging in de weg staat, waarbij voornoemde arresten kritisch worden geanalyseerd. De bijzondere structuur van artikel 140 Sr speelt in dit verband een belangrijke rol.
U heeft geen toegang tot deze publicatie Beste bezoeker, om de inhoud te raadplegen heeft u een abonnement nodig op deze publicatie of de collectie waar deze publicatie deel van uitmaakt. Neem contact op met klantenservice@boomportaal.nl voor meer informatie over de mogelijkheden en prijzen.
Kopen in de webshop Deze publicatie is ook te vinden in onze webshop. Sommige publicaties hebben ook de mogelijkheid om direct toegang te kopen tot het online boek.