N.A.M.E.C. (Nathalie) Fanoy Mr. dr. N.A.M.E.C. Fanoy is advocaat te Amsterdam.
Citaties in dit artikel
Verburg
Het verschoningsrecht in strafzaken, 1975
Stevens, Galic
Bescherming van het professionele verschoningsrecht in geval van doorzoeking van een smartphone: het EHRM eist een concrete basis en een praktische procedurele regeling
Ars Aequi, 2021
Samenvatting
In deze kroniek becommentarieert de auteur een selectie van recente uitspraken van civiele en strafkamers van de Hoge Raad en de gerechtshoven (en een enkele van de belastingkamer), mede aan de hand van de uit de jurisprudentie voortvloeiende regels over het functionele verschoningsrecht. Onder meer de grondslag en het belang van het verschoningsrecht, de omvang en de reikwijdte van het subject en het object van het verschoningsrecht, het afgeleid verschoningsrecht en ‘corpora et intrumenta delicti’ komen aan de orde. De auteur bespreekt verder twee – met name procedurele – aspecten van het verschoningsrecht die in haar optiek nog niet (volledig) zijn uitgekristalliseerd.
U heeft geen toegang tot deze publicatie Beste bezoeker, om de inhoud te raadplegen heeft u een abonnement nodig op deze publicatie of de collectie waar deze publicatie deel van uitmaakt. Neem contact op met klantenservice@boomportaal.nl voor meer informatie over de mogelijkheden en prijzen.
Kopen in de webshop Deze publicatie is ook te vinden in onze webshop. Sommige publicaties hebben ook de mogelijkheid om direct toegang te kopen tot het online boek.
Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving (TBS&H)
Kan de klacht dat het hof heeft nagelaten te responderen op een uitdrukkelijk onderbouwd standpunt strekkende tot vrijspraak van de ten laste gelegde feiten, worden aangemerkt als cassatiemiddel?
SR Updates
Heeft het hof de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel ontoereikend gemotiveerd?
Is het recht tot strafvordering wegens verjaring vervallen?
Kon het hof artikel 63 Sr buiten toepassing laten na andere veroordeling van verdachte ten aanzien van medeplegen van moord, op de grond dat deze veroordeling nog niet onherroepelijk was?
Heeft het hof ten onrechte geoordeeld dat de verdachte opzet had op de dood?