DOI: 10.5553/SJB/056266842023060001014

Surinaams JuristenbladAccess_open

Opinie

Collectieve rechten, consultatie en duurzame nationale ontwikkeling

Een evaluatie van de grondenrechten consultatiesessies in de periode 16-22 februari 2022

Auteurs
DOI
Toon PDF Toon volledige grootte
Samenvatting Auteursinformatie Statistiek Citeerwijze
Dit artikel is keer geraadpleegd.
Dit artikel is 0 keer gedownload.
Aanbevolen citeerwijze bij dit artikel
Gloria M. de Mees, 'Collectieve rechten, consultatie en duurzame nationale ontwikkeling', Surinaams Juristenblad Aflevering 1 2023, DOI: 10.5553/SJB/056266842023060001014

    Bij publicatie van dit artikel is in De Nationale Assemblée (DNA) de ontwerpwet inzake Collectieve Rechten van Inheemse Volken en Tribale Volken (ITPs) in behandeling of reeds aangenomen. In hoeverre het de versie is die in dit artikel wordt besproken of een geamendeerde tekst, is nu niet te overzien. Met dit artikel wordt getracht inzicht te verschaffen in een deel van het consultatie proces c.q. de dialoog die heeft plaatsgevonden alvorens DNA tot de behandeling van de ontwerpwetgeving is overgegaan.

Dit artikel wordt geciteerd in

    • 1 Introductie

      Bij publicatie van dit artikel is in De Nationale Assemblée (DNA) de ontwerpwet inzake Collectieve Rechten van Inheemse Volken en Tribale Volken (ITPs) in behandeling of reeds aangenomen. In hoeverre het de versie is die in dit artikel wordt besproken of een geamendeerde tekst, is nu niet te overzien. Met dit artikel wordt getracht inzicht te verschaffen in een deel van het consultatie proces c.q. de dialoog die heeft plaatsgevonden alvorens DNA tot de behandeling van de ontwerpwet­geving is overgegaan.
      Met fiat van de opdrachtgever wordt in dit artikel het evaluatierapport belicht. De opvattingen en perspectieven van deelnemers aan de consultaties zijn samengevat en de essentie wordt gedeeld met de lezer. Naar aanleiding van de opvattingen en perspectieven worden aanbevelingen aangedragen die een op mensenrechten gebaseerde benadering van ontwikkeling voorstaan en de mogelijke uitdagingen mitigeren en potentiële kansen te maximaliseren. De aanbevelingen zijn relevant zowel voor als na de aanname van de ontwerpwet. Eveneens worden specifieke aanbevelingen gedaan ten aanzien van een ‘geactualiseerd narratief’, m.a.w. de wijze waarop gecommuniceerd wordt over dit onderwerp alsmede de relevantie van de duurzame nationale ontwikkelingsdoelen in dit kader. In de slotopmerkingen wordt de verwevenheid van collectieve rechten, dialoog en nationale ontwikkeling benadrukt.

    • 2 Achtergrond

      Na goedkeuring door de regering is het wetsontwerp inzake Collectieve Rechten van Inheemse Volken en Tribale Volken (ITPs) 2021, op 15 juni 2021 door de President van de Republiek Suriname ter behandeling aangeboden aan De Nationale Assemblée.
      Deze versie van bovengenoemd wetsvoorstel is het tweede ontwerp dat in drie jaar tijd bij het Parlement is ingediend. Het proces van het opstellen van dit wetsvoorstel was onder de verantwoordelijkheid van de Presidentiële Commissie Grondenrechten, die in september 2020 werd ingesteld.
      De ontwerpwet bepreekt de erkenning van collectieve rechten van Inheemse en Tribale gemeenschappen in tien (10) bepalingen en een corresponderende memorie van toelichting alsvolgt:

      1. Begripsbepalingen

      2. Rechtspersoonlijkheid

      3. Collectieve rechten van de Inheemse en de Tribale volken

      4. Grondenrechten

      5. Bestuur Inheemse en Tribale volken

      6. Activiteiten waarvoor FPIC1x ‘Free, Prior and Informed Consent’: het van te voren (‘prior’) en ongedwongen en uit vrije wil (‘free’) geven van toestemming (‘consent’) voor de uitvoering van een idee, project, programma, beleid of andere maatregel die van invloed kan zijn op het leven en/of de rechten van een Inheems volk of Tribaal volk of hun dorpsgemeenschappen . Het besluit wordt genomen na zorgvuldige afweging van volledige en voorafgaande informatie (‘informed’) over de voorgestelde activiteit of maatregel. vereist is

      7. Overgansbepalingen

      8. Grondenrechtenkamer

      9. Natuurreservaten binnen Inheemse of Tribale woon- of leefgebieden

      10. Slotbepalingen

      Tot dusver zijn verscheidene informatiebijeenkomsten over het wetsvoorstel gehouden met voornamelijk vertegenwoordigers van ITPs. Voorts hebben diverse belanghebbenden feedback gegeven over het wetsontwerp inzake Collectieve Rechten van ITPs. De componenten van voornoemd wetsvoorstel die aanleiding geven tot vragen of die moeten worden uitgewerkt, zijn onder meer:

      • Een definitie van Inheemsen en Marrons,

      • Een definitie van dorp en nederzetting, en

      • De mechanismen en procedure met betrekking tot:

        • Bestuursstructuur,

        • Demarcatie,

        • Free Prior Informed Consent (FPIC) en communicatie,

        • Toezicht en evaluatie,

        • Klachten, en

        • Beslechting van geschillen

    • 3 Evaluatie

      In het kader van de behandeling van het wetsontwerp ‘Collectieve Rechten Inheemse Volken en Tribale Volken’ in DNA, heeft het Amazon Conservation Team Suriname (ACT-S)2x De Stichting Amazon Conservation Team (ACT) Suriname zet zich op een unieke wijze in voor de bescherming van het Amazone-regenwoud, onze wereldnatuur, door inspraak en een jarenlange samenwerking met lokale inheemse volkeren in het zuiden van Suriname. Op 2 september 2002 werd ACT Suriname opgericht als een niet-gouvernementele organisatie (ngo) onder het Surinaams recht. in de periode 16 tot en met 22 februari 2022, een vijftal consultatiesessies gefaciliteerd met strategische groepen, te weten:

      1. Inheemse en Tribale Volken (ITPs)

      2. de Juridische Gemeenschap

      3. de Private sector

      4. de Anton de Kom Universiteit van Suriname

      5. het MI- GLIS en stakeholders

      De hoofddoelen van de vijf sessies waren alsvolgt:

      • het uitwisselen van informatie, ervaringen en visies.

      • het genereren van consensus en specifieke aanbevelingen ter garandering van een functionele tekst van het wetsontwerp.

      Deze consultatiesessies hadden een informatief en consultatief karakter en waren doelgroep specifiek. De sessies hebben in een gemoedelijke sfeer plaatsgevonden. De uitwisseling van informatie, kennis en ervaringen tussen de inleiders en participanten was respectvol, onomwonden, constructief en gepassioneerd.
      In deze evaluatie van de sessies wordt voornamelijk ingegaan op:

      1. vraagstukken met een transversaal karakter, die dus bijkans tijdens elke consultatie aan de orde zijn geweest.

      Deze onderwerpen zijn onder meer:

      1. Erkenning van Collectieve Rechten van Inheemse en Tribale Volken

      2. Grondenrechten en demarcatie van ITP woon- en leefgebieden

      3. Geschillen beslechting en de Grondenrechtenkamer

      A. Erkenning van Collectieve Rechten van Inheemse en Tribale Volken

      Het belang om tot de erkenning van Collectieve Rechten van Inheemse en Tribale Volken over te gaan is in haast alle sessies bevestigd. De historische en juridische grondslag voor de voormelde erkenning werden onderschreven door de meeste participanten in de diverse consultatiesessies.

      Echter zijn er twee excepties namelijk een nuance en een uitzondering op bovenstaande consensus.

      • De nuance houdt in dat enkele vertegenwoordigers van Inheemse Volken de inclusie van Tribale Volken in het kader van de erkenning van Collectieve Rechten ter discussie stellen. De consultatie heeft niet uitgewezen waarom de motivering pro-inclusie van Tribale Volken gebaseerd op:

        1. principes uit het Internationaal Publiekrecht,

        2. vonnissen van het Inter-Amerikaans Hof voor de Rechten van de Mens3x Case of the Moiwana Community v. Suriname, 29 november 1986,
          Case of Saramaka People v. Suriname, 28 november 2007
          Case of Kaliña and Lokono Peoples v. Suriname, 25 november 2015
          en

        3. erkenning van Inheemsen als de oorspronkelijke bewoners van Suriname, niet afdoende zijn geweest voor de vertolkers van deze zienswijze.

      • De uitzondering ligt in de stellingname dat de erkenning van Collectieve Rechten van Inheemse en Tribale Volken discriminatoir is ten opzichte van alle andere Surinamers. Het uitgangspunt is dat de expliciete erkenning van deze rechten de unieke inter-relationele dynamiek van de Surinaamse samenleving zal verstoren. Er werd daarom aanbevolen een referendum inzake de erkenning van Collectieve Rechten te organiseren.

      De consultaties hebben niet gemeten in hoeverre deze zienswijze breed gedragen is en hoe diepgeworteld de overtuiging is in beide excepties.
      De implicatie is dat de dialoog moet worden gecontinueerd, opdat:

      • ten eerste de grondoorzaak zij het wantrouwen, onzekerheid, onwetendheid en/of onverschilligheid wordt blootgelegd.

      • ten tweede, een concrete aanpak wordt ontwikkeld om de grondoorz(a)ak (en) te adresseren.

      Voorts zijn er meningen dat bij de uitvoering van de vonnissen van het Inter-Amerikaans Hof voor de Rechten van de Mens terzake erkenning van Collectieve Rechten, meer politieke wil en daadkracht moet worden betracht.

      Aanbeveling

      In essentie geven beide excepties op de consensus aan, dat er een noodzaak is voor de volgende acties:

      • een bredere en gedegen nationale bewustwordingscampagne, op een makkelijk begrijpbare manier, waar ook de ITPs worden geïnformeerd over de betekenis, grondslag, waarborgen, reikwijdte en implicaties van Collectieve Rechten.

      • dialoog aan te vangen na de onlangs gehouden consultatiesessies, waarbij:

        • rechthebbenden en strategische belanghebbenden gestructureerd en periodiek worden geïnformeerd en geconsulteerd,

        • één van de condities is dat de inzichten c.q. perspectieven van partijen merkbaar worden geïncorporeerd in het komend traject in de DNA en het implementatie proces dat volgt.

        • het voorstel is, in de beginfase van de dialoog, het proces van participatie van rechthebbenden en strategische belanghebbenden in separate consultaties te continueren en gefaseerd over te stappen naar een integrale dialoog.

        • een andere conditie is dat het proces van dialoog een apolitiek karakter heeft, maar tegelijkertijd wel de beleidsformulering en implementatie informeren.

      • het erkennen van Inheemsen als de oorspronkelijke bewoners van Suriname in de wet.

      • de actieve participatie van ITPs in alle processen die het traject van erkenning van Collectieve Rechten behelst.

      • nadere bestudering van politieke-, bestuurlijke-, sociale- en economische aspecten van de erkenning van Collectieve Rechten om zodoende deze in te kaderen.

      Tenslotte is naast de aanbevolen dialoog en acties urgent aandacht gewenst voor communicatie met alle Surinamers. Het narratief inzake de erkenning van Collectieve Rechten van ITPs moet vanuit een enge benadering worden verheven naar een niveau, waarbij de meerwaarde van deze rechten voor de duurzame nationale ontwikkeling tot uiting komt. Een ‘geactualiseerd narratief’ dus, welke wordt vertolkt door een voor alle partijen geaccepteerd en objectief instituut, belast met planning, monitoring en evaluatie, zoals het Planbureau.

      B. Grondenrechten en demarcatie van ITP woon- en leefgebieden

      Er is consensus onder de ITPs dat zij over traditionele kennis beschikken t.a.v. specifieke en respectieve woon- en leefgebieden. Participatie van ITPs in het proces van demarcatie is dus evident. De benadering van grondenrechten behoort vanuit een breedspectrum te geschieden. In dit kader moeten ook de duurzame ontwikkelingsdoelen (SDGs) in acht worden genomen. Vanuit een technische optiek moeten vraagstukken als de wijze van ontwikkeling, de waterhuishouding, de omvang van de gebieden, erosie, klimaatverandering, bosgebruik, non-Timber Forest products, alsmede ecosystemen worden bestudeerd. Het thema van grondbeheer, dat een plicht impliceert na het verkrijgen van grondenrechten, behoeft een bestuurskundige en sociaalwetenschappelijke insteek. Er zijn ook perspectieven die de complexiteit van dit thema verbreden en verdiepen, waaronder:

      • de perceptie bij een significant aantal ITPs dat zij zeggenschap hebben over de natuurlijke hulpbronnen in de grond in hun respectieve woon - en leefgebieden.

      • de perceptie dat het verstrekken van individueel recht op eigendomstitel krachtens het Burgerlijk Wetboek, in plaats van grondenrechten te erkennen, effectiever is.

      • de perceptie dat partij politieke en /of enge belangen en afspraken zijn gekoppeld aan de vraagstukken grondconversie en grondenrechten, aangezien de deliberaties in de DNA haast simultaan lopen.

      • de perceptie dat belangen en eigendommen van lokale ondernemers ondergeschikt zijn aan die van transnationale bedrijven, gezien het feit dat praktijksituaties een beeld schetsen waarbij de overheid zich slechts richt op het beschermen van de belangen en eigendommen van multinationals bij calamiteiten in het binnenland.

      Voorts zijn reeds diverse karteringsexercities geweest, waarbij de beweegreden varieerde van culturele conservering, beheer van gebieden, baseline studies ten behoeve van ESIA4x Environmental and Social Impact Assessment (ESIA) en de instelling van beschermde gebieden. Enkele van de geproduceerde kaarten zijn o.a. hulpbronnen kaart, cultuurelementen kaart, landgebruikskaart en landschappenkaart. In het kader van demarcatie is het aspect van traditioneel in gebruik zijnde natuurlijke hulpbronnen voor zelfvoorziening, spirituele en culturele beleving ook relevant.
      Echter zijn er aspecten die omissies, hiaten of in transparantie herbergen, met name:

      • validatie van reeds bestaande karteringsproducten heeft niet plaatsgevonden.

      • processen en procedures voor kartering zijn niet gestandaardiseerd of wettelijk vastgelegd.

      • specifieke wetgeving ontbreekt, alsmede mechanismen voor naslag, monitoring, evaluatie en verantwoording.

      • onduidelijkheid ten aanzien van de indicatieve kaarten m.b.t. de grootte van de gebieden, welke vermeend meer dan 80% van het grondgebied van Suriname behelst.

      • benadering en methodologie, welke gehanteerd zullen worden in het proces van demarcatie en titelverstrekking, zijn niet wettelijk vastgelegd.

      • definitie van ‘traditie of traditioneel’ en ‘stam’ ontbreekt in het wetsontwerp.

      • de Memorie van Toelichting een specifieke vermelding van stammen.

      De ervaring vanuit de regionale context is dat de grensbepaling, de afbakening en de titelverstrekking plaatsvinden na wettelijke erkenning van Collectieve Rechten. Voorts zijn de voormelde processen en de verwante procedures wettelijk vastgelegd. De kaarten zijn een integraal deel van de landkaart.
      Grondenrechten, is als thema geïncorporeerd in het nationaal ontwikkelingsplan en onderdeel van het nationale beleid inzake ruimtelijke ordening. De koppeling aan het nationaal ontwikkelingsplan biedt gelegenheid tot diverse modaliteiten van financiering van onder meer het demarcatie traject.

      Aanbevelingen

      Om een gedegen overzicht te hebben van de aspecten die processen van demarcatie en de titelverstrekking beheersen is het aan te bevelen:

      1. Deze processen onderdeel te doen zijn van de nationale ontwikkelingsvisie, planning en strategieën, waarbij ruimtelijke ordening en de grondslag voor demarcatie essentieel zijn. In dit verband is een inventarisatie van o.a. natuurlijke hulpbronnen, grondenrechten, demarcatie van traditionele woon -en leefgebieden van belang. Op deze manier kan de duurzame participatie, financiering, monitoring, evaluatie, alsmede verantwoording worden gewaarborgd. Gebruik maken van een op mensenrechten gebaseerde benadering van ontwikkeling (human rights-based approach to development5x https://www.youtube.com/watch?v=_8Qa6GXaZgA.) kan in deze instrumenteel zijn, zoals blijkt in onderstaande illustratie.

      Illustratie Human Rights Based Approach
      /xml/public/xml/alfresco/Periodieken/SJB/SJB_2023_1Source: https://www.shareweb.ch/site/Conflict-and-Human-Rights/startpage-tools/human-rights-based-approach.

    • In tandem met het voorgaande, is tevens de formulering van het juridisch kader van belang, waarbij:

      • de terminologie in de wet consistent is met bestaande wetgeving bv. figuratieve-, basis-, indicatieve kaarten.

      • aangegeven wordt wat de feitelijke reikwijdte en consequenties zijn van de indicatieve kaarten voor de ITPs en derden, vooruitlopend op de definitieve kaarten.

      • de protocollen t.a.v. het vervaardigen van kaarten worden aangescherpt met de voorwaarde dat de handtekening van de MI-GLIS landmeter verplicht wordt gesteld.

      • de rol van de overheid i.c. instituten belast met dit vraagstuk gedefinieerd en gegarandeerd is.

      • de processen, procedures en protocollen vastgelegd zijn en de MI-GLIS standaard leidend is.

    • De mechanismen in het kader van ruimtelijke ordening prioriteit te verschaffen, zoals:

      • het verplicht stellen van het gebruik van de huidige Spatial Data Catalogue door relevante actoren vooruitlopend op het opzetten van een National Integrated Geospatial Framework.

    • Een dialoogmechanisme, waarbij rechthebbenden en strategische belanghebbenden gestructureerd en periodiek worden geïnformeerd en geconsulteerd.

    • Tenslotte wordt opgemerkt dat het ‘geactualiseerd narratief’ moet aantonen dat de uiteindelijke demarcatie en titelverstrekking geen beperking van duurzame nationale ontwikkeling betekend.

      C. Geschillenbeslechting en de Grondenrechtenkamer

      Een zienswijze is dat geschillen binnen en tussen ITPs, ook vanwege overlappingen die tijdens het demarcatie proces aan het licht komen, binnen het kader van de traditionele benadering van conflictresolutie kunnen worden opgelost.
      Interventie van buiten de ITP gemeenschap is niet altijd effectief of noodzakelijk. De processen van traditionele rechtspraak moeten beschreven worden, en daarin de rol van het Traditioneel Gezag.
      Gerelateerd hieraan is de versterking van de positie en juridische erkenning van dit gezag. De erkenning en versterking zijn van instrumentele aard bij de ordehandhaving in woon- en leefgemeenschappen van ITPs en als het betreft de waarborging van rechten en eigendommen van derden c.q. lokale ondernemers. Het voorgaande, vooral in conflictsituaties, waarbij schade of vernieling wordt toegebracht aan eigendommen van derden c.q. lokale ondernemers. De tekortkomingen in het optreden zijdens de overheid in dit verband zijn ook aan de orde geweest.
      Met het instellen van een Grondenrechtenkamer, zal een nieuw element worden toegevoegd aan geschillenbeslechting. Het concept, de samenstelling en het functioneren van de Grondenrechtenkamer wordt enerzijds met een zekere mate van bezorgdheid benaderd door enkele ITPs. De bezorgdheid is gestoeld op de vrees voor mogelijke politieke interventie bij de invulling van de Grondenrechtenkamer.
      Een gedachtegang met betrekking tot de Grondenrechtenkamer is, dat deze kan vallen onder het Hof van Justitie.
      Anderzijds werd de Grondenrechtenkamer benaderd vanuit de ervaring met gemengde samenstelling van tuchtcolleges. De overtuiging is dat een gemengde samenstelling naar voorbeeld van bestaande tuchtcolleges functioneel is, hetgeen betekent dat naast ITP vertegenwoordigers ook rechters deel uitmaken van het instituut.

      Aanbeveling

      In het kader van conflictbeslechting, is de formele vaststelling van institutionele, juridische en professionele kaders van eminent belang. Met name als het betreft traditionele geschillenbeslechting, de Grondenrechtenkamer en een potentiële beroepsinstantie is het noodzaak te weten: waar, wie, wanneer en waarvoor, men aan de rechtsmacht van deze instanties onderworpen is.

      • De rol van het Hof van Justitie, ITPs en de overheid moet in nader en gedegen overleg worden overeengekomen en wettelijk worden geformaliseerd.

      • De vastlegging en studie van traditionele rechtspraak, alsmede de relatie tot het vigerend civiel recht, maar ook strafrecht is essentieel.

      • De juridische erkenning van het Traditioneel Gezag en versterking van deze positie in het decentralisatie proces moet zijn beslag krijgen.

      Tenslotte zal in deze, het ‘geactualiseerd narratief’ de verantwoordelijken, de verantwoordelijkheden en de verantwoording van elke actor, zij het rechthebbenden, belanghebbenden, de overheid en /of derden benadrukken.

      D. Knowledge sharing

      Vertrouwen en frequentere interactie zijn als de basis aangemerkt voor het delen en overdragen van kennis, alsmede het uitwisselen van ervaringen tussen ITPs en wetenschappers. Het hanteren van normen en standaarden bij wetenschappelijk onderzoek moet bijdragen aan het bouwen van vertrouwen bij het uitwisselen van kennis.
      Het werd onderkend dat er meer wetenschappelijk onderzoek moet zijn naar traditionele kennis over o.a. geneeswijzen, conflictbeslechting en gebruik van biodiversiteit. Tevens dat onderzoek ook toegespitst moet zijn op de duurzame sociaaleconomische ontwikkeling van Inheemse- en Tribale Volken.
      Voorts is het noodzakelijk om intellectuele eigendomsrechten te formaliseren ter bescherming van traditionele kennis en in het kader van benefit-sharing.
      Met betrekking tot de toegankelijkheid van kennis is het belang van publicatie van onderzoek en het opzetten van een kenniscentrum benadrukt.
      Aanbevelingen
      Het uitwisselen en toegankelijk maken van kennis moet gezien worden als het creëren van een enabling environment voor de duurzame nationale ontwikkeling. In dit verband kan:

      • De Universiteit vanuit verscheidene invalshoeken een actievere rol vervullen in aspecten die aan de orde moeten komen bij het vraagstuk van Collectieve Rechten, m.n.: juridisch, bosbouw, landbouw, waterbeheersing, drinkwatervoorziening, demarcatie, elektriciteitsvoorziening, medische voorziening, medicinale planten, financiële en sociale issues, etc.

      • Financieren van onderzoek en investeren in de capaciteit van onderzoeksinstituten dienstbaar zijn aan de formulering en implementatie van een nationale ontwikkelingsvisie, planning en implementatie (monitoring en evaluatie)

      • Benefit-sharing nader worden gedefinieerd en in context met reeds bestaande wetgeving worden bekeken.

      • de rol/functie van het Traditionele Gezag en de overheid in het kader van benefit-sharing nader worden gedefinieerd en zo ook de interpretatie van het principe van redelijkheid en billijkheid.

      • samenwerkingsmechanismen worden gestimuleerd, waarbij traditionele kennisdragers, wetenschappers en andere actoren gestructureerd en periodiek in overleg treden.

      De uitwisseling en toegankelijkheid van kennis draagt in zich het vermogen om wantrouwen, onzekerheid, onwetendheid en onverschilligheid ten aanzien van Collectieve Rechten/Grondenrechten te kenteren in vertrouwen, (rechts)zekerheid, begrip, kennis en empathie, hetgeen niet onderschat moet worden.

      Het ‘geactualiseerd narratief’ moet het nationaal vertrouwen in het proces gerelateerd aan de erkenning van Collectieve Rechten /Grondenrechten kunnen genereren en behouden.

    • 4 Slotopmerkingen

      De waarborging van de rechtszekerheid en het bestaansrecht van de ITPs moet net als dat van alle Surinamers gebaseerd zijn op een mensenrechten gebaseerde benadering van ontwikkeling. Deze benadering zal haar weerslag moeten hebben in de nationale ontwikkelingsvisie, planning, strategie en financiering. De inclusie van ITPs in alle facetten gerelateerd aan Collectieve Rechten is evident.
      In alle consultatiesessies is het belang van dialoog en continuering van consultatie aan de orde geweest. De perspectieven van strategische groepen die eventueel niet in harmonie zijn met de sentimenten van de rechthebbenden, moeten serieus en in dialoog worden benaderd. Er moet een gedegen afweging zijn t.a.v. de impact van de wet en in hoeverre de huidige Surinaamse sociaal-economische realiteit deze impact aan kan.
      Indachtig de verscheidene consultatiesessies, moet de benadering van Collectieve Rechten/Grondenrechten van ITPs van een enge discussie naar een ‘geactualiseerd narratief’, waar centraal staat de meerwaarde van de erkenning van Collectieve Rechten /Grondrechten van ITPS voor een duurzame nationale ontwikkeling van Suriname.
      Dit evaluatierapport bepleit een comprehensieve Plan van Aanpak van Collectieve Rechten /Grondrechten, met participatie van aan elkaar gelijkwaardige actoren, rechthebbenden en belanghebbenden, die resultaat gericht acties ondernemen en daarvoor verantwoording afleggen binnen actuele juridische kaders ter garandering van de duurzame nationale ontwikkeling van Suriname voor ons allen nu en van generaties van Surinamers na ons.
      Dit evaluatierapport onderschrijft het belang van de effectiviteit en functionaliteit van wetgeving.

      God zij met ons Suriname!

    Noten

    • 1 ‘Free, Prior and Informed Consent’: het van te voren (‘prior’) en ongedwongen en uit vrije wil (‘free’) geven van toestemming (‘consent’) voor de uitvoering van een idee, project, programma, beleid of andere maatregel die van invloed kan zijn op het leven en/of de rechten van een Inheems volk of Tribaal volk of hun dorpsgemeenschappen . Het besluit wordt genomen na zorgvuldige afweging van volledige en voorafgaande informatie (‘informed’) over de voorgestelde activiteit of maatregel.

    • 2 De Stichting Amazon Conservation Team (ACT) Suriname zet zich op een unieke wijze in voor de bescherming van het Amazone-regenwoud, onze wereldnatuur, door inspraak en een jarenlange samenwerking met lokale inheemse volkeren in het zuiden van Suriname. Op 2 september 2002 werd ACT Suriname opgericht als een niet-gouvernementele organisatie (ngo) onder het Surinaams recht.

    • 3 Case of the Moiwana Community v. Suriname, 29 november 1986,
      Case of Saramaka People v. Suriname, 28 november 2007
      Case of Kaliña and Lokono Peoples v. Suriname, 25 november 2015

    • 4 Environmental and Social Impact Assessment (ESIA)

    • 5 https://www.youtube.com/watch?v=_8Qa6GXaZgA.


Print dit artikel