Tbsh
Rss

Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving

Meer op het gebied van Strafrecht

Over dit tijdschrift  

Meld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.

Aflevering 3, 2015 Alle samenvattingen uitklappen

    Eind 2014 is in de fiscale vakliteratuur, maar ook in de media de nodige aandacht besteed aan een strafrechtelijke aangifte wegens een verdenking van beïnvloeding van getuigen door of namens het Ministerie van Financiën. Inmiddels heeft het hof beslist dat de belastingaanslagen moeten worden vernietigd op grond van artikel 8:31 Awb (Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 3 februari 2015, ECLI:NL:GHARL:2015:645). De aangifte is ingediend door de President van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden en ziet op gebeurtenissen in een fiscale procedure bij voormeld hof.


mr. A.A. Feenstra

    In het voorjaar van 2012 maakte minister Opstelten van Veiligheid en Justitie het concept-wetsvoorstel ‘Verruiming mogelijkheden bestrijding financieel-economische criminaliteit’ bekend. Op het daarop gebaseerde wetsvoorstel is stevige kritiek geuit, zowel vanuit de praktijk als vanuit de wetenschap. Inmiddels is de gelijknamige wet op 1 januari 2015 in werking getreden.


mr. J. Verhaert
Artikelen

Door de achterdeur van de Wet Bibob

Auteurs mr. drs. B. van der Vorm
Samenvatting

    Er zijn maar weinig bestuursrechtelijke wetten zo controversieel als de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (hierna: Wet Bibob). Op grond van deze wet is het mogelijk dat het bestuursorgaan een beschikking weigert of intrekt, indien sprake is van een ernstig gevaar van misbruik van de beschikking. Gezien de huidige stand van zaken in de jurisprudentie kan de Wet Bibob bezwaarlijk worden aangemerkt als een vorm van ‘bestuursstrafrecht’. Dit betekent echter geenszins dat de invloed van strafrechtelijke dogmatiek en jurisprudentie op de toepassing van de Wet Bibob te verwaarlozen is. Dit laat zich treffend illustreren aan de hand van de zogenoemde ‘achterdeurproblematiek’. Deze ‘achterdeurproblematiek’ hangt samen met het gedoogbeleid.


mr. drs. B. van der Vorm

    Bestuursorganen kunnen zonder tussenkomst van de rechter bestuurlijke sancties opleggen. De zwaarte van deze sancties is in enkele decennia fors toegenomen. Dat geldt in de eerste plaats voor de bestraffende maatregel van de bestuurlijke boete, maar ook veel herstelsancties zijn in kracht toegenomen. Naast de bestuurlijke boete zijn er ook sancties die door een leedtoevoegend element als punitief zijn te kenschetsen en daarmee niet of niet langer het karakter dragen van een niet bestraffende sanctie gericht op het herstel van een rechtmatige toestand. Is sprake van een punitieve sanctie, dan heeft het bestuursorgaan een reeks rechtswaarborgen te eerbiedigen.


mr. A. de Groot
Artikelen

Onterechte verwachtingen van de stoffenlijst via artikel 21 Brzo

Auteurs mr. B. d'Hooghe en mr. I.P. de Groot
Samenvatting

    Deze bijdrage gaat over de eisen die op grond van artikel 21 van het Besluit risico’s zware ongevallen 1999 (hierna: Brzo) aan ‘Brzo-bedrijven’ worden gesteld. Artikel 21 Brzo bepaalt dat een bijgewerkte lijst van de aanwezige gevaarlijke stoffen moet worden bijgehouden en dat die lijst door één ieder moet kunnen worden geraadpleegd. De voorschriften van het Brzo zijn van toepassing op bedrijven die door de (toegestane) aanwezigheid of mogelijke vorming van bepaalde hoeveelheden gevaarlijke stoffen grote risico’s met zich brengen voor mens en milieu.


mr. B. d'Hooghe

mr. I.P. de Groot
Artikelen

De verborgen wereld van financieel-economische criminaliteit

Auteurs A.H.M. de Groot en mr. E.C.S. Crouwel
Samenvatting

    Naar schatting wordt door bedrijven jaarlijks ongeveer 26 miljard euro aan schade geleden als gevolg van Financieel-Economische Criminaliteit (hierna: FEC). In dit artikel zal een uiteenzetting worden gegeven van verschillende onderwerpen die van invloed zijn voor de aanpak van FEC, zoals de mate van beschikbaarheid van informatie ten aanzien van de omvang van FEC en de afwijkingen tussen verschillende definitie bepalingen ten aanzien van FEC, worden beschreven. Tevens zal een korte voorzet worden gedaan voor een innovatieve visie op de bestrijding en het terugdringen van FEC.


A.H.M. de Groot

mr. E.C.S. Crouwel