-
Samenvatting
De voorlopige maatregelen ex artikel 28 en 29 Wet op de economische delicten zijn interessant indien daarmee de bestuurlijke reparatoire handhaving zou kunnen worden versterkt. Dwangsom of bestuursdwang zijn immers steeds vaker niet toereikend bij complexe overtredingen. Het gaat dan bijvoorbeeld om het verplichten tot het nalaten van bepaalde handelingen. Bij de rechtbank kan de officier van justitie verzoeken om bijvoorbeeld onderbewindstelling of tijdelijke stillegging van een onderneming. Deze maatregelen worden nu zelden opgelegd. De officier van justitie beschikt, anders dan het bestuur, immers vaak niet over de specifieke deskundigheid om te kunnen bepalen of een voorlopige maatregel geoorloofd is, hoe deze precies moet worden geformuleerd en wat de mogelijke impact en risico’s van de maatregel zijn. Wel is een nieuw samenspel tussen bestuur en Openbaar Ministerie vereist indien het bestuur deze bevoegdheid zou krijgen toebedeeld.
Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving |
|
Article | Voorlopige maatregelen uit het economisch strafrecht in handen van het openbaar bestuur? |
Trefwoorden | verbreding bestuurlijk handhavingsinstrumentarium, voorlopige maatregelen WED |
Auteurs | Mr. ing. B.F. Algera |
DOI | 10.5553/TBSenH/229567002016002002004 |
Auteursinformatie |
Toegang tot dit losse artikel kopen
Voor een vast bedrag van € 17,50 (excl. btw) koopt u 24 uur online toegang tot dit artikel. Met deze 24 uur toegang kunt u een artikel online raadplegen en in PDF downloaden en printen.
Per mail ontvangt u een activatiecode waarmee u 24 uur toegang tot het artikel kunt activeren.
24 uur toegang | € 17,50 (excl. btw) |
Uw aankoop activeren
Heeft u een activatiecode, dan kun u uw product hier activeren.