E. Gritter Mr. dr. E. Gritter is als universitair docent straf(proces)recht verbonden aan de Vakgroep Strafrecht en Criminologie van de Rijksuniversiteit Groningen en is tevens redacteur van dit tijdschrift.
Citaties in dit artikel
Keulen, Knigge
Ons Strafrecht deel 2: Strafprocesrecht, dertiende druk , 2016
CorstensBorgers
Deventer: , 2014
Keulen
Economisch strafrecht , 1995
Doorenbos
Schets van het economisch strafrecht, achtste druk , 2015
Toor, van
Het schuldige geheugen? Een onderzoek naar het gebruik van hersenonderzoek als opsporingsmethode in het licht van eisen van instrumentaliteit en rechtsbescherming (diss. Nijmegen) , 2017
Funke
Frankrijk ( , 1993
Toor, van
De vergrendelde smartphone als object van strafvorderlijk onderzoek
Computerrecht , 2017
Gritter
Opsporing in de digitale wereld: het onderzoek van in beslag genomen gegevensdragers
DD , 2016
Gritter
Opsporing in de digitale wereld: het onderzoek van in beslag genomen gegevensdragers
DD , 2016
Download citeerwijze bij dit artikel
Onderwerpen
Juridisch > Strafrecht
Samenvatting
In dit artikel wordt ingegaan op de mogelijkheden die de WED biedt om onder dwang een decryptiebevel aan de verdachte te richten. Na onderzoek van de wettelijke grondslag wordt ingegaan op de grenzen die het nemo tenetur-beginsel stelt aan het kunnen effectueren van dit bevel.
U heeft geen toegang tot deze publicatie Beste bezoeker, om de inhoud te raadplegen heeft u een abonnement nodig op deze publicatie of de collectie waar deze publicatie deel van uitmaakt. Neem contact op met klantenservice@boomportaal.nl voor meer informatie over de mogelijkheden en prijzen.
Kopen in de webshop Deze publicatie is ook te vinden in onze webshop. Sommige publicaties hebben ook de mogelijkheid om direct toegang te kopen tot het online boek.
Bewijsklachten omtrent bewezen verklaarde voorbereidingshandelingen.
SR Updates
Hebben de verdachte en zijn mededaders zo nauw en bewust samengewerkt dat sprake is van medeplegen?
Leidt levenslang in Nederland, gezien de huidige praktijk, tot schending van artikel 3 EVRM en is gebruik van Ennetcom-data verenigbaar met artikel 8 EVRM en artikel 7, 8 en 52 Handvest?
Is gebruik van verklaring overleden getuige A toelaatbaar zonder dat verdediging ondervragingsrecht had en kon brochure ‘Timing is money’ als bewijsbestemd geschrift gelden?