Tbsh
Rss

Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving

Meer op het gebied van Strafrecht

Over dit tijdschrift  

Meld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.

Aflevering 2, 2021 Alle samenvattingen uitklappen
Redactioneel

Alleen samen krijgen we fraude onder controle?

Trefwoorden accountant, advocaat, tuchtrecht, Openbaar Ministerie, beroepsregels
Auteurs Mr. A.A. Feenstra
SamenvattingAuteursinformatie

    Nauwere samenwerking tussen accountants en advocaten wordt door de politiek nauwlettend in de gaten gehouden. Gelet op recente tuchtrechtspraak van de Accountantskamer is het noodzakelijk dat ook eens kritisch wordt gekeken naar de samenwerking van dienstverleners met overheidsinstanties, zoals de dienstbetrekking van een accountant met het Openbaar Ministerie, de FIOD en de Belastingdienst.


Mr. A.A. Feenstra
Mr. A.A. Feenstra is advocaat bij Hertoghs advocaten.

    Het ontgrendelen van elektronische gegevensdragers met een biometrisch kenmerk staat nog steeds in de schijnwerpers van de rechtswetenschap en de rechtspraktijk. Uit de literatuur is een duidelijke meerderheidsopvatting te distilleren, namelijk dat de verdachte verplicht kan worden elektronische gegevensdragers met een biometrisch kenmerk te ontgrendelen, maar dat van een verplichting zijn wachtwoord af te staan geen sprake kan zijn. Verschillende nationale gerechten hebben dezelfde conclusie getrokken. Ondanks de duidelijke meerderheidsopvatting werd tegen een van de eerste uitspraken, een vonnis van de rechtbank Noord-Holland, cassatie in het belang van de wet ingesteld waarin advocaat-generaal Bleichrodt onlangs concludeerde. In deze bijdrage wordt de zojuist genoemde conclusie besproken, in het licht van de afwezigheid van een fundamentele bezinning op de normering van opsporingsbevoegdheden in de digitale wereld.


D.A.G. van Toor PhD LLM BSc
D.A.G. van Toor PhD LLM BSc is verbonden als universitair docent aan het Willem Pompe Instituut voor Strafrechtswetenschappen en het Montaigne Centrum voor Rechtsstaat en Rechtspleging van de Universiteit Utrecht.
Artikel

De last onder dwangsom nieuwe stijl: een bestraffende sanctie?

Trefwoorden last onder dwangsom, herstelsanctie, bestraffende sanctie, criminal charge, rechterlijke toetsing
Auteurs Mr. dr. A.P.W. Duijkersloot en Mr. W. Zorg
SamenvattingAuteursinformatie

    Het onderscheid tussen herstelsancties en bestraffende sancties blijft vragen oproepen. Vanwege het verschil in rechtswaarborgen voor de overtreder is de kwalificatie van een sanctie als het een of het ander van belang. Dit geldt met name ook voor de inzet van de last onder dwangsom nieuwe stijl, die de laatste jaren als alternatief voor het stafrecht en de bestuurlijke boete door vooral gemeenten wordt gehanteerd. De ABRvS kwalificeert deze sanctie als niet-bestraffend. Daar is zeker iets voor te zeggen. Toch is enige twijfel op zijn plaats, met name in het licht van het criminal charge-begrip van artikel 6 EVRM.


Mr. dr. A.P.W. Duijkersloot
Mr. dr. A.P.W. Duijkersloot is universitair docent staats- en bestuursrecht aan de Universiteit Utrecht en daar als onderzoeker verbonden aan het Utrecht Centre for Regulation and Enforcement in Europe (Renforce) en het Utrecht Centre for Accountability and Liability Law (UCALL).

Mr. W. Zorg
Mr. W. Zorg is jurist bij Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden.
Artikel

De (niet-)ontvankelijkheid van het OM en het rechterlijk pardon

Trefwoorden vormverzuimen, niet-ontvankelijkheid, rechterlijk pardon, 359a Sv
Auteurs Mr. dr. J.M.W. Lindeman
SamenvattingAuteursinformatie

    De Hoge Raad stelt hoge eisen aan de niet-ontvankelijkverklaring van het OM. De wetgever lijkt in de moderniseringsoperatie van het Wetboek van Strafvordering iets meer ruimte te willen geven voor situaties waarin de rechter al te grof is misleid, maar waarin door herstel van de vormverzuimen de waarheidsvinding niet wezenlijk is aangetast. Intussen lijken rechters soms middels een zogenaamd rechterlijk pardon (art. 9a Sr) verholen niet-ontvankelijkheid uit te spreken. Hoe zit dat?


Mr. dr. J.M.W. Lindeman
Mr. dr. J.M.W. Lindeman is universitair hoofddocent straf(proces)recht en is verbonden aan het Montaigne Centrum voor Rechtsstaat en Rechtspleging en het Willem Pompe Instituut voor Strafrechtswetenschappen van de Universiteit Utrecht.
Artikel

Het groeiende doolhof van de Wet voorkoming misbruik chemicaliën voor verplichtingen met drugsprecursoren

Trefwoorden drugsprecursoren, chemicaliën, Wet voorkoming misbruik chemicaliën, WED, Opiumwet
Auteurs Mr. O.S. Pluimer
SamenvattingAuteursinformatie

    De Wet voorkoming misbruik chemicaliën (Wvmc) bepaalt dat het verboden is om in strijd te handelen met uiteenlopende voorschriften uit Europese verordeningen over drugsprecursoren. Deze Europese voorschriften brengen met zich dat bij handelingen met bepaalde drugsprecursoren, in het bijzonder zogenoemde geregistreerde stoffen, allerlei verplichtingen in acht moeten worden genomen. Zo gelden onder andere vergunning-, documentatie-, registratie- en opslagplichten. Thans is in de Tweede Kamer een wetsvoorstel in behandeling om een nieuw verbod in de Wvmc op te nemen. Met dit verbod wordt beoogd handelingen strafbaar te stellen met stoffen die (nog) niet zijn geregistreerd op grond van de Europese verordeningen maar geen legale toepassing zouden hebben. In dit artikel wordt ingegaan op de verplichtingen met drugsprecursoren en het voorgestelde verbod. Bij het wetsvoorstel worden de nodige kanttekeningen geplaatst.


Mr. O.S. Pluimer
Mr. O.S. Pluimer is advocaat bij JahaeRaymakers te Amsterdam.
Artikel

Het toezicht op de opsporing

Enkele aspecten van het toezicht door de officier van justitie

Trefwoorden vormverzuimen, toezicht, rechterlijke controle, normering, opsporingsonderzoek
Auteurs Mr. dr. M. Samadi
SamenvattingAuteursinformatie

    De Hoge Raad staat een terughoudende rechterlijke controle van het vooronderzoek voor. Aan deze opstelling ligt de gedachte ten grondslag dat de controle op de strafvorderlijke overheid vooral een taak is van andere instanties, zoals de officier van justitie en in meer algemene zin het OM. Alom wordt aangenomen dat de officier van justitie een belangrijke verantwoordelijkheid heeft in dezen. Over hoe in de praktijk invulling wordt gegeven aan deze taak is echter weinig bekend. Dit artikel bespreekt op basis van eerder verricht onderzoek een aantal aspecten van het toezicht dat door de officier van justitie wordt uitgeoefend op de opsporing.


Mr. dr. M. Samadi
Mr. dr. M. Samadi is universitair docent straf- en strafprocesrecht aan de Universiteit Leiden.
Artikel

Kiezen of delen?

Over de ondeelbare belastingaangifte en una via

Trefwoorden una via, hetzelfde feit, dubbele bestraffing en vervolging, boete, strafvervolging
Auteurs Mr. G.M. Boezelman en Mr. A.C.M. Klaasse
SamenvattingAuteursinformatie

    Overtredingen van de belastingwet kunnen zowel worden beboet als strafrechtelijk bestraft. Het una-viabeginsel voorkomt dat twee keer wordt bestraft voor hetzelfde feit. Recent is in twee arresten van gerechtshoven aan de orde gekomen of het onjuist invullen van twee posten in één belastingaangifte separaat kan worden bestraft. De auteurs bespreken deze problematiek aan de hand van deze arresten alsmede de rechtspraak van de Hoge Raad en het EHRM en komen tot de conclusie dat de aangifte ondeelbaar is, zodat het opzettelijk indienen van een onjuiste belastingaangifte slechts éénmaal kan worden bestraft.


Mr. G.M. Boezelman
Mr. G.M. Boezelman is advocaat bij Hertoghs advocaten in Amsterdam.

Mr. A.C.M. Klaasse
Mr. A.C.M. Klaasse is advocaat bij Hertoghs advocaten in Rotterdam.
Trending Topics

Toelichting gewenst: de nieuwe Aanwijzing opsporing en vervolging buitenlandse corruptie

Trefwoorden corruptie, aanwijzing, facilitation payments, nationaliteit rechtspersoon, omkoping
Auteurs Mr. J.J. Strijder en Mr. S.J. Lopik
SamenvattingAuteursinformatie

    Het Openbaar Ministerie (OM) publiceert geregeld zonder toelichting gewijzigde versies van zijn aanwijzingen. Aanwijzingen van het OM zorgen over het algemeen voor (meer) duidelijkheid over en gelijkheid binnen het vervolgingsbeleid. Het ontbreken van een toelichting op wijzigingen kan echter juist onzekerheid en ongelijkheid opleveren. Een toelichting bij nieuwe aanwijzingen is daarom aan te bevelen. Dit werd bijvoorbeeld duidelijk bij de nieuwe Aanwijzing opsporing en vervolging buitenlandse corruptie (Aanwijzing) van het Openbaar Ministerie, die op 1 oktober 2020 in werking trad.1x Stcrt. 2020, 50178. De Aanwijzing vervangt de vorige aanwijzing over dit onderwerp uit 2012,2x Stcrt. 2012, 26939. en voorziet in enkele ingrijpende wijzigingen ten opzichte van haar voorganger. Zo is de uitzondering voor facilitation payments uit de Aanwijzing verdwenen alsook de visie van het OM op de vraag wanneer een rechtspersoon als Nederlander kwalificeert. Enige uitleg over de achtergrond en ratio van deze wijzigingen was op zijn plaats geweest.

Noten

  • 1 Stcrt. 2020, 50178.

  • 2 Stcrt. 2012, 26939.


Mr. J.J. Strijder
Mr. J.J. Strijder is advocaat bij Allen & Overy LLP te Amsterdam.

Mr. S.J. Lopik
Mr. S.J. Lopik is advocaat bij Allen & Overy LLP te Amsterdam en buitenpromovendus aan de Universiteit Leiden.
Trending Topics

Artikel 272 Sr: zullen we het dan maar geheim gehouden?

Trefwoorden beroepsgeheim, ambtsgeheim, politieambtenaren, politiemol, geheimhoudingsplicht
Auteurs Prof. mr. H.J.B. Sackers
SamenvattingAuteursinformatie

    Zowel het aantal schendingen van het beroepsgeheim, zoals bedoeld in artikel 272 Sr, als het aantal strafzaken is toegenomen. In de bijdrage wordt de actuele jurisprudentie behandeld.


Prof. mr. H.J.B. Sackers
Prof. mr. H.J.B. Sackers is hoogleraar bestuurlijk sanctierecht aan de Radboud Universiteit en redacteur van dit tijdschrift.
Jurisprudentie

De keuze tussen bestuursrechtelijke en strafrechtelijke handhaving en de Aanwijzing sociale zekerheidsfraude

Noot bij HR 6 oktober 2020, ECLI:NL:HR:2020:1496

Trefwoorden art. 227b Sr, Aanwijzing sociale zekerheidsfraude, niet-ontvankelijkheid Openbaar Ministerie, keuzecriteria, vervolgingsbeslissing, Strafrecht
Auteurs Mr. dr. drs. B. van der Vorm
SamenvattingAuteursinformatie

    De keuze tussen bestuursrechtelijke en strafrechtelijke handhaving speelt niet uitsluitend op academisch niveau, maar is ook van belang voor de praktijk van de rechtshandhaving. In de onderhavige zaak is de verdachte veroordeeld wegens medeplegen van uitkeringsfraude, hetgeen strafbaar is gesteld in artikel 227b Sr. Volgens de verdediging dient het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vervolging, omdat het de Aanwijzing sociale zekerheidsfraude niet heeft nageleefd. In plaats van een strafrechtelijke vervolging zou de zaak bestuursrechtelijk moeten zijn afgedaan. De Hoge Raad verwerpt de klacht van de verdediging. Volgens de Hoge Raad heeft het gerechtshof vastgesteld dat ten tijde van de vervolgingsbeslissing, in december 2016, op basis van de toen bekend zijnde gegevens over het benadelingsbedrag, was voldaan aan de criteria van de Aanwijzing.


Mr. dr. drs. B. van der Vorm
Mr. dr. drs. B. van der Vorm is universitair docent straf(proces)recht en is verbonden aan het Willem Pompe Instituut voor Strafrechtswetenschappen en het Montaigne Centrum voor Rechtsstaat en Rechtspleging van de Universiteit Utrecht. Hij is tevens redacteur van dit tijdschrift.