Tbsh
Rss

Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving

Meer op het gebied van Strafrecht

Over dit tijdschrift  

Meld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.

Aflevering 5, 2022 Alle samenvattingen uitklappen
Redactioneel

Redactioneel ter ere van Henny Sackers

Trefwoorden bijzonder strafrecht, fraude, daderschap
Auteurs Mr. J. Boonstra
SamenvattingAuteursinformatie

    Deze editie van het Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving betreft een ‘bijzondere’ en wordt opgedragen aan Henny Sackers, een van de founding fathers van dit tijdschrift. Het is een man die van vele markten thuis is. Dat was ook de inspiratie voor dit themanummer. We brengen een ode aan Henny door het samenstellen van een nummer met bijdragen die aansluiten bij een aantal van zijn interessegebieden.


Mr. J. Boonstra
Mr. J. Boonstra is een van de founding mothers en eindredacteur van het Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, oprichter van BijzonderStrafrecht.nl en BijzonderStrafrecht Academie en tevens werkzaam als Senior Legal Adviser bij De Brauw Blackstone Westbroek.
Artikel

Access_open De grenzen van het bestuurlijke sanctierecht met het privaat- en het strafrecht

Trefwoorden samenloop, bestuursstrafrecht, una via-beginsel, overtreding, afstemming
Auteurs Mr. dr. drs. B. van der Vorm
SamenvattingAuteursinformatie

    In deze bijdrage zijn de grenzen van het bestuurlijke sanctierecht gezocht ten opzichte van het privaatrecht en het bestuursrecht. Het begrip ‘overtreding’ in artikel 5:1 lid 1 Awb, blijkt een cruciaal begrip te zijn. Indien er géén sprake is van een overtreding zoals bedoeld in die bepaling, kan er niet worden gehandhaafd middels de inzet van het bestuurlijke sanctierecht. De grens met het privaatrecht kan hier worden gevonden: indien voorschriften uit een privaatrechtelijke overeenkomst worden overtreden, staat het bestuursorgaan met lege handen en kan het geen gebruik maken van het bestuurlijke sanctierecht, omdat artikel 5:1 lid 1 jo. artikel 5:4 lid 1 Awb, zich hiertegen verzetten. De grens met het strafrecht kan óók worden gevonden in deze bepaling. Er zijn evenwel gedragingen die zowel een bestuurlijk beboetbaar feit als een strafbaar feit opleveren. De grens met het strafrecht wordt dan gevonden in het una via-beginsel, dat is neergelegd in artikel 5:44 lid 1 Awb.


Mr. dr. drs. B. van der Vorm
Mr. dr. drs. B. van der Vorm is universitair docent straf(proces)recht en is verbonden aan het Willem Pompe Instituut voor Strafrechtswetenschappen en het Montaigne Centrum voor Rechtsstaat en Rechtspleging van de Universiteit Utrecht.
Artikel

De bestuurlijke boete (af)ge(s)temd: naar een verdere onderlinge afstemming tussen bestuursrecht en strafrecht?

Trefwoorden bestuurlijke boete, boetecategorieën strafrecht, Algemene wet bestuursrecht, Wetboek van Strafrecht, eenheid van wetgeving
Auteurs Mr. dr. A.R. Hartmann
SamenvattingAuteursinformatie

    In het in 2015 verschenen advies van de Afdeling advisering van de Raad van State Justitie inzake sanctiestelsels werd duidelijk dat de afgelopen jaren er een scheefgroei is ontstaan tussen de hoogte van de diverse bestuurlijke boetes en het ontbreekt aan afstemming op de geldboetecategorieën uit het strafrecht. Het kabinet heeft in 2018 op het advies van de Afdeling advisering gereageerd via het zogenoemde Nader rapport bestuurlijke boetestelsels. Daarin zijn een aantal concrete maatregelen aangekondigd ter bijsturing van de ontstane situatie. Het kabinet heeft daartoe recent het conceptwetsvoorstel Wet stroomlijning bestuurlijke boetemaxima en termijnen gelanceerd. Dit conceptwetsvoorstel, dat ziet op de wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en enkele andere wetten in verband met de aansluiting van maximale boetehoogtes en termijnen op het Wetboek van Strafrecht, beoogt met diverse aanpassingen in de wetgeving de verschillen tussen bestuurlijke en strafrechtelijke boetehoogtes te verkleinen en daarmee de scheefgroei tussen het bestuursrecht en het strafrecht aan te pakken.
    In deze bijdrage wordt ingegaan op de achtergrond van het conceptwetsvoorstel waarbij kort de gang en scheefgroei van de bestuurlijke boete ten opzichte van het strafrecht wordt beschreven. Vervolgens wordt beknopt ingegaan op het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State en het daarop verschenen Nader rapport bestuurlijke boetestelsels en de inhoud van het conceptwetsvoorstel. Ten slotte wordt op de inhoud daarvan gereageerd en wordt de vraag gesteld in hoeverre met dit wetvoorstel tegemoet wordt gekomen aan de genoemde scheefgroei.


Mr. dr. A.R. Hartmann
Mr. dr. A.R. Hartmann is als senior raadsheer verbonden aan het team Strafrecht van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch.
Artikel

Vijfenveertig jaar beklagrecht: tijdelijk reden tot klagen of een grondige herbezinning gevergd?

Trefwoorden beklagrecht, detentiefasering, promoveren en degraderen, RSJ, rechtsbescherming
Auteurs Prof. mr. S. Struijk
SamenvattingAuteursinformatie

    Vijfenveertig jaar na de introductie van het penitentiair beklag- en beroepsrecht staat het stelsel momenteel onder forse druk. In deze bijdrage wordt dit uiteengezet, in het licht van thematiek die Henny Sackers na aan het hart ligt. Er wordt ingegaan op recente veranderingen in het stelsel van detentiefasering en het promoveren en degraderen-beleid, alsook op jurisprudentie van de beroepscommissie van de RSJ ter zake. Verder worden enkele voorliggende verbetervoorstellen besproken en wordt tevens bezien hoe zich die verhouden tot eventuele verlichting van de druk op de beklag- en beroepspraktijk enerzijds en het overkoepelende belang van rechtsbescherming anderzijds.


Prof. mr. S. Struijk
Prof. mr. S. Struijk is hoogleraar Sanctierecht aan Erasmus School of Law en bijzonder hoogleraar Penologie en penitentiair recht aan de Rijksuniversiteit Groningen en tevens beklagvoorzitter van de commissie van toezicht bij PI Rotterdam, locatie De Schie.
Artikel

Een nieuwe vijfde Drijfmestomstandigheid: vereenzelviging

Trefwoorden Drijfmestarrest, Zijpe-arrest, daderschap, aansprakelijkheid, rechtspersoon
Auteurs Mr. dr. A.L.M. Schaap
SamenvattingAuteursinformatie

    Het daderschap van de rechtspersoon dient te worden vastgesteld aan de hand van het richtinggevend, maar tegelijkertijd open kader van het Drijfmestarrest. In de afgelopen jaren is geregeld de vraag opgeworpen of dit kader nog aanvulling verdient. Tot een uitbreiding is het tot op heden niet gekomen. Toch blijkt dat in de feitenrechtspraak wel degelijk aanknopingspunten zijn te ontdekken voor een nieuwe, vijfde Drijfmestomstandigheid. Het betreft een omstandigheid die een verdedigbare en nuttige toevoeging aan het Drijfmestkader vormt. Deze vijfde omstandigheid, die ik vereenzelviging noem, en vijf zaken waarin de toepassing hiervan aan de orde is, staan in deze bijdrage centraal.


Mr. dr. A.L.M. Schaap
Mr. dr. A.L.M. Schaap is als universitair docent straf(proces)recht verbonden aan het Willem Pompe Instituut voor Strafrechtswetenschappen en het Utrecht Centre for Accountability and Liability Law (Ucall) van de Universiteit Utrecht.
Artikel

Een oogje dichtknijpen, of de coffeeshop uitknijpen? Over de discutabele rol van de overheid bij het gedogen van wetsovertredingen

Trefwoorden gedogen, gedoogbeleid, wederrechtelijk verkregen voordeel, ontneming
Auteurs Mr. A.A. Feenstra en Mr. M. Coenen
SamenvattingAuteursinformatie

    De ontnemingszaak van coffeeshop Checkpoint bevat interessante overwegingen over de fiscale behandeling van ontneming en de matiging van de betalingsverplichting wegens de faciliterende rol van de overheid aangaande het gedoogbeleid.
    Het hof beslist in de ontnemingsprocedure geen rekening te houden met belastingheffing over het behaalde (wederrechtelijke) voordeel. Niet concreet is onderbouwd dat het fiscale mechanisme zijn werk in deze gevallen niet doet.
    Hoewel het overtreden van gedoogvoorwaarden een ontnemingsprocedure niet in de weg staat, is de discutabele rol van de overheid een factor die op de billijkheid van de betalingsverplichting van invloed is. De rechter kan de betalingsverplichting ook wegens niet-financiële factoren matigen.


Mr. A.A. Feenstra
Mr. A.A. Feenstra is advocaat bij Hertoghs advocaten.

Mr. M. Coenen
Mr. M. Coenen is advocaat bij Hertoghs advocaten.
Trending Topics

De mondkapjesdeal: de fraudeur ontmaskerd?

Trefwoorden fraude, mondkapjesdeal, misleiding, bedrog, prijsmanipulatie
Auteurs Prof. mr. M. Nelemans en Mr. dr. S.S. Buisman
SamenvattingAuteursinformatie

    De verontwaardiging over de mondkapjesdeal was in Nederland groot: hoe kan iemand die voordoet zonder winstoogmerk te handelen miljoenen verdienen aan de mondkapjesdeal? Toch blijkt het lastig te zijn om de gedragingen rondom de mondkapjesdeal simpel en schoon strafrechtelijk te duiden. In deze bijdrage belichten we de gedragingen rondom de mondkapjesdeal vanuit het oogpunt van verschillende fraudebepalingen uit het Wetboek van Strafrecht.


Prof. mr. M. Nelemans
Prof. mr. M. Nelemans is hoogleraar Financieel strafrecht aan Tilburg University.

Mr. dr. S.S. Buisman
Mr. dr. S.S. Buisman is Universitair Docent Strafrecht aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
Jurisprudentie

Optreden politie bij integrale controle onrechtmatig

Annotatie bij Rb. Gelderland 18 mei 2022, ECLI:NL:RBGEL:2022:2432

Trefwoorden integrale controle, ondermijning, artikel 5:15 Awb, vormverzuim, bewijsuitsluiting
Auteurs Mr. B.V.G. Eggen
SamenvattingAuteursinformatie

    Tijdens een integrale controle stuit de politie op goederen die kunnen worden gebruikt bij de productie van synthetische drugs. Het betreden van het pand door de politie blijkt onrechtmatig te zijn, omdat onvoldoende duidelijk is geworden op welke grond de strafvorderlijke bevoegdheden zijn ingezet. De rechtbank spoort ertoe aan dat de politie goed moet kunnen motiveren waarom en op welke basis zij aanwezig is bij de integrale controle. Het is echter de vraag of de bewijsuitsluiting in casu houdbaar is.


Mr. B.V.G. Eggen
Mr. B.V.G. Eggen is docent en onderzoeker Straf- en Strafprocesrecht aan de Radboud Universiteit Nijmegen (Onderzoekscentrum Staat en Recht) en politievrijwilliger bij de Dienst Regionale Recherche Oost-Nederland.
Naschrift

Naschrift bij ‘De burgemeester als ziektebestrijder? Onduidelijkheden over de voorgestelde sluitingsbevoegdheid van de burgemeester in artikel 58na Wet publieke gezondheid’

Trefwoorden corona, burgemeester, last onder bestuursdwang, bestuursstrafrecht, Wet publieke gezondheid
Auteurs Mr. dr. drs. B. van der Vorm
SamenvattingAuteursinformatie

    Om het coronavirus nog meer te kunnen aanpakken is een nieuwe sluitingsbevoegdheid voor de burgemeester voorgesteld in artikel 58na Wet publieke gezondheid. Bij brief van 9 juni 2022 heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport het voorstel ingetrokken. Uit het voorstel van de ‘permanente coronawet’ blijkt dat geen nieuwe sluitingsbevoegdheid is ontwikkeld. Wel kan de burgemeester middels de toepassing van de last onder bestuursdwang publieke plaatsen sluiten.


Mr. dr. drs. B. van der Vorm
Mr. dr. drs. B. van der Vorm is universitair docent straf(proces)recht en is verbonden aan het Willem Pompe Instituut voor Strafrechtswetenschappen en het Montaigne Centrum voor Rechtsstaat en Rechtspleging van de Universiteit Utrecht.