DOI: 10.5553/TvJr/259035002019001001011

Tijdschrift voor JeugdrechtAccess_open

Actualia

Ontwikkeling van het kind

Auteurs
DOI
Toon PDF Toon volledige grootte
Auteursinformatie Statistiek Citeerwijze
Dit artikel is keer geraadpleegd.
Dit artikel is 0 keer gedownload.
Aanbevolen citeerwijze bij dit artikel
Mr. T. de Vette, 'Ontwikkeling van het kind', Tijdschrift voor Jeugdrecht 2019-1, p. 14-15

Dit artikel wordt geciteerd in

    • Nieuws

      Jongeren hebben meer slaapklachten bij schermgebruik voor het slapen

      Op 6 maart 2019 is een onderzoek gepresenteerd van het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) – in samenwerking met het UMC Universitair Medisch Centrum, het Nederlands Herseninstituut en Lifelines – naar de gevolgen van schermgebruik bij jongeren (van acht tot achttien jaar). Het onderzoek is gedaan in opdracht van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. Geconcludeerd wordt dat jongeren die dagelijks een scherm gebruiken in het uur voor het slapen, meer slaapklachten hebben. Zij hebben ook overdag vaker moeite om wakker te blijven. Deze klachten worden minder als jongeren een week lang in de avond geen scherm gebruiken. Het helpt als ze tijdens het schermgebruik in de avond een oranje bril dragen die het blauwe licht tegenhoudt. Het is voor het eerst dat een dergelijk onderzoek onder jongeren is uitgevoerd. Ruim een op de vijf kinderen (van acht tot dertien jaar) gebruikt dagelijks een lichtgevend scherm in de avond (22%). Onder jongeren (van dertien tot achttien jaar) is dit 83%. Vaak gebruiken ze ’s avonds meer dan twee uur een scherm. Het onderzoek bevestigt resultaten uit eerder onderzoek onder volwassenen. Daaruit bleek dat vaak of langdurig schermgebruik in de avond samenhangt met slaapklachten. Vervolgonderzoek moet uitwijzen of beschikbare (ingebouwde) blauwlichtfilters op apparaten de effecten op slaap kunnen verminderen. Ook is vervolgonderzoek nodig om de precieze rol van de mogelijke verschillende onderliggende mechanismen op te helderen.
      (RIVM)

      ‘Dat jongens achterlopen in hersenontwikkeling is een mythe’

      Meisjes presteren op school beter dan jongens, maar dat ligt niet aan een verschil in ontwikkeling van de hersenen. Die conclusie trekt psychobioloog Lara Wierenga in een publicatie in Journal of Cognitive Neuroscience op 12 februari 2019. Het is de eerste studie die hersenontwikkeling direct linkt aan sekseverschillen en schoolprestatie. Wierenga signaleert een wijdverbreid misverstand in de populaire media dat hersens van jongens achterlopen in ontwikkeling vergeleken bij meisjes. Dit zou verklaren waarom meisjes beter presteren op school. Om te ontdekken of jongens achterlopen in hersenontwikkeling op meisjes toetsten de onderzoekers 217 jongens en meisjes tussen de 8 en 29 jaar. Ze volgden hen gedurende vijf jaar en bekeken in die periode een aantal keren de structuur van hun hersenen met een MRI-scanner. Daarnaast verrichtten de deelnemers taken uit de schooldomeinen, zoals een leestaak en een taak waarbij ze getallen moesten onthouden. Die schoolprestaties zijn vaak verschillend tussen jongens en meisjes. Wieringa: ‘De uitkomsten van het onderzoek zijn belangrijk omdat veel misverstanden ontstaan door het idee dat sekseverschillen in schoolprestaties nou eenmaal vastgelegd zijn in het brein. Meisjes denken bijvoorbeeld dat ze niet goed zijn in wiskunde en kiezen minder snel een technische opleiding. Daarom moeten we opzoek naar andere factoren voor de verschillen in schoolprestaties tussen jongens en meisjes, bijvoorbeeld een verschil in training, zelfvertrouwen of concentratie. Studies laten al zien dat zelfvertrouwen een grote invloed heeft.’
      (Universiteit Leiden)


Print dit artikel