Tvo_2542-5315_2023_007_002_totaal_original1024_1_large
Rss

Tijdschrift voor Ontslagrecht

Meer op het gebied van Arbeidsrecht

Over dit tijdschrift  

Meld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.

Aflevering 3, 2023 Alle samenvattingen uitklappen
Redactioneel

Van de redactie

Artikel

Access_open De invloed van de verbintenisrechtelijke opzegregels op de overeenkomst van opdracht

Trefwoorden Zzp’er, Opdrachtnemer, Opdrachtgever, Overeenkomst van opdracht, 7:408
Auteurs mr. Niels van der Neut
SamenvattingAuteursinformatie

    De opdrachtgever kan de overeenkomst met de opdrachtnemer wettelijk gezien direct en zonder grond opzeggen. Het gevolg daarvan zou kunnen zijn dat de opdrachtnemer zijn enige of hoofdzakelijke inkomstenbron van het ene op het andere moment vrij gemakkelijk kan zien wegvallen, waarbij hij wellicht geen reserves heeft kunnen opbouwen voor dit soort gevallen doordat zijn tarief te laag is. Op die manier kan hij in zijn economische en juridische positie worden aangetast. De verbintenisrechtelijke bescherming die de opdrachtnemer in deze context bezit, vormt de kern van deze bijdrage. In dit kader zijn twee rechtspraakonderzoeken verricht, aan de hand waarvan kan worden achterhaald hoe de feitenrechtspraak invulling geeft aan de verbintenisrechtelijke open normen die kunnen leiden tot de inperking van de opzegbevoegdheid, het in acht moeten nemen van een opzegtermijn en het moeten betalen van een opzegvergoeding.


mr. Niels van der Neut
Niels van der Neut is als universitair docent verbonden aan de Universiteit van Amsterdam. Dit artikel is een bewerking van hoofdstuk 4 van zijn dissertatie, die t.t.v. schrijven bij de promotiecommissie ligt. Als deze commissie het manuscript goedkeurt, verschijnt zijn dissertatie met de titel ‘De verbintenisrechtelijke bescherming van de kleine opdrachtnemer’ naar verwachting in december 2023.
Jurisprudentie

Richtlijn 2000/78/EG: werkingssfeer en verhouding tot vrijheid van ondernemerschap

HvJ EU 12 januari 2023, in de zaak C-356/21, J. K. tegen TP S.A., ECLI:EU:C:2023:9

Trefwoorden AWGB, zelfstandige beroepsuitoefening, Vrijheid van ondernemerschap (art. 16 Handvest van de grondrechten van de Europese Unie), Voorwaarden voor toegang tot zelfstandige beroepsuitoefening, Uitzondering op discriminatieverbod
Auteurs prof. mr. Irene Asscher-Vonk
SamenvattingAuteursinformatie

    In deze prejudiciële beslissing werd de personele en materiele werkingssfeer van richtlijn 2000/78/EG nader geduid:
    Een zelfstandige, waarvan de activiteit een reële en daadwerkelijke beroepsactiviteit vormt die persoonlijk en op regelmatige wijze ten gunste van dezelfde afnemer wordt uitgeoefend en op basis waarvan hij, geheel of gedeeltelijk, toegang heeft tot bestaansmiddelen, valt binnen de werkingssfeer van richtlijn 2000/78/EG.
    Wanneer het sluiten van een overeenkomst noodzakelijk is voor het uitoefenen van beroepsactiviteiten valt het sluiten van een overeenkomst onder het begrip voorwaarden voor toegang’ tot arbeid als zelfstandige in de zin van artikel 3, lid 1, onder a), van Richtlijn 2000/78 .
    Het Hof van Justitie EU overwoog voorts (nogmaals) dat de in art. 16 Handvest van de grondrechten van de Europese Unie geborgde vrijheid van ondernemerschap geen absolute gelding heeft. Een uitzondering op het discriminatieverbod ter bescherming van de vrijheid van ondernemerschap moet geregeld zijn bij wet en voor de betreffende bescherming noodzakelijk zijn, en getoetst worden aan het evenredigheidsbeginsel en daadwerkelijk beantwoorden aan door de Unie erkende doelstellingen van algemeen belang of aan de eisen van de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.


prof. mr. Irene Asscher-Vonk
Irene Asscher-Vonk is emeritus hoogleraar sociaal recht aan de Radboud Universiteit en thans verbonden aan de Faculteit Rechtsgeleerdheid van de Universiteit van Amsterdam.
Jurisprudentie

Verval van het recht op jaarlijkse vakantie met behoud van loon niet te snel aannemen

HvJ EU 27 april 2023, zaak C-192/22, FI tegen Bayerische Motoren Werke AG (BMW).

Trefwoorden Vakantiedagen met behoud van loon, Duitse vervalbepaling, Niet tegenwerpen aan werknemer, Geen ongewenste cumulatie van vakantiedagen uit meerdere jaren
Auteurs mr. dr. Herman Voogsgeerd
SamenvattingAuteursinformatie

mr. dr. Herman Voogsgeerd
Herman Voogsgeerd is universitair docent bij de vakgroep Bedrijfsrecht, Europees Recht en Belastingrecht (Arbeidsrecht) aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Artikel

Dismissal Law in Spain

Trefwoorden Dismissal, Reform, Valid reasons to dismiss, Debates on future reforms, Judicial control
Auteurs dr. Antonio García-Muñoz-Alhambra
SamenvattingAuteursinformatie

    This article describes the main lines of dismissal law in Spain, with a focus in the most recent reforms and debates. The first section presents the constitutional and legal framework of dismissal law. Section 2 describes the different types of dismissal and the central principles of dismissal law in Spain, namely, the principle demanding a valid reason or cause to dismiss (causalidad); the principle according to which the dismissal must comply with certain formal elements (forma), and the principle of judicial control of the decision to dismiss. Section 3 describes the reasonable grounds for dismissal, while in section 4the focus is on the procedural aspects and terms. Section 5 addresses the legal consequences deriving from each type of dismissal, such as reinstatement and severance pay. In section 6, the article briefly describes the last reforms in dismissal law, including the derogation of dismissal for absenteeism, the prohibition of certain types of dismissal during the COVID-19 pandemic and the novelties introduced by Law 15/2022. Finally, the article outlines, in the last section, some of the debates on future reforms of dismissal law that are taking place in Spain.


dr. Antonio García-Muñoz-Alhambra
Antonio García-Muñoz-Alhambra is Postdoctoral Researcher at the University of Luxembourg. In the last years, he has been working in the University of Luxembourg as researcher for the H2020 Project Working,Yet Poor that addresses from a multidisciplinary perspective the problem of in-work poverty in Europe. Currently he is working on another research project on the regulation of telework in the European Union (Wellbeing at work).