DOI: 10.5553/VSZ/2772673820210010010084

Voetbal- & Sportjuridische ZakenAccess_open

Internationaal FIFA

VSZ 2021/10

DRC 27 augustus 2020, Ebecilio (Ebecilio Lorenzo Leroy v. Jubiloto)

Auteurs
DOI
Toon PDF Toon volledige grootte
Statistiek Citeerwijze
Dit artikel is keer geraadpleegd.
Dit artikel is 0 keer gedownload.
Aanbevolen citeerwijze bij dit artikel
Frans de Weger, 'VSZ 2021/10', Voetbal- & Sportjuridische Zaken 2021-1, p. 41-42

Dit artikel wordt geciteerd in

      Club schadeplichtig jegens speler door onterechte beëindiging arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang, recente contractverlenging indicatie van afwezigheid geldige reden voor beëindiging.

      De Japanse club Jubiloto had een ‘waarschuwingsverklaring’ aan de Nederlandse speler Lorenzo Ebecilio (Ebecilio) gezonden. In die verklaring stelde Jubiloto dat Ebecilio herhaaldelijk zijn contractuele verplichtingen had geschonden. Ebecilio zou immers onder meer zonder voorafgaande kennisgeving niet naar de training zijn gekomen, afwezig zijn geweest op de training wegens een slechte fysieke conditie als gevolg van alcoholgebruik tot laat in de nacht en ’s avonds laat contact hebben opgenomen met de tolk van Jubiloto terwijl hij ‘enorm dronken’ was. In deze context was Jubiloto van oordeel dat dergelijk gedrag het imago van Jubiloto ernstig had aangetast. Daarom verzocht Jubiloto aan Ebecilio om (i) zijn excuses aan te bieden aan zijn teamgenoten alvorens terug te keren naar de training, en (ii) zijn contractuele verplichtingen na te komen. Jubiloto stuurde Ebecilio een ‘mededeling’, waarin zij hem waarschuwde dat zijn arbeidsovereenkomst zou worden beëindigd ‘indien hij niet uiterlijk op 3 februari 2020 aan het verzoek zou voldoen’. Nadat volgens Jubiloto geen verbetering optrad, heeft zij op 29 februari 2020 de arbeidsovereenkomst met Ebecilio met onmiddellijke ingang beëindigd. Ebecilio heeft vervolgens een vordering ingesteld bij de DRC en schadevergoeding gevorderd wegens beëindiging zonder geldige reden.
      De DRC beklemtoont dat alleen een inbreuk of een fout van een zekere ernst de beëindiging van een arbeidsovereenkomst rechtvaardigt. Met andere woorden, alleen wanneer er objectieve criteria zijn op grond waarvan redelijkerwijs niet kan worden verwacht dat de arbeidsverhouding tussen de partijen wordt voortgezet, kan een contract voortijdig worden beëindigd. Een voortijdige beëindiging van een arbeidsovereenkomst kan slechts een ultima ratio-maatregel zijn.
      De DRC is van oordeel dat Jubiloto niet het bewijs heeft geleverd dat de houding van Ebecilio Jubiloto schade heeft berokkend. In het bijzonder merkt de DRC op dat de partijen slechts één maand voor de beëindiging van de arbeidsovereenkomst door Jubiloto eind februari 2020 deze overeenkomst hadden verlengd. Het feit dat Jubiloto de arbeidsovereenkomst heeft verlengd, is een duidelijke aanwijzing dat zij over het geheel genomen tevreden was over de prestaties van Ebecilio. Bovendien benadrukt de DRC dat er onvoldoende elementen in het dossier stonden om vast te stellen dat het alcoholgebruik van Ebecilio buiten de werkuren een negatieve invloed op zijn prestaties bij Jubiloto heeft gehad. Wat de aantijgingen van onbehoorlijk gedrag betreft, was er, naast twee schriftelijke waarschuwingen en de beëindigingsbrief, geen afdoende bewijs in het dossier om de aantijgingen van Jubiloto te staven dat Ebecilio de club in diskrediet heeft gebracht en onbehoorlijk of beledigend had gehandeld, ondanks verklaringen van clubfunctionarissen, die naar het oordeel van de DRC als subjectief moeten worden beschouwd.
      De DRC concludeert dat zij het betoog van Jubiloto dat het gedrag van Ebecilio de orde van Jubiloto had verstoord op een wijze die schadelijk genoeg was om de onmiddellijke beëindiging van de arbeidsverhouding te rechtvaardigen, niet kan volgen. Bovendien is de DRC van oordeel dat de beëindiging van de arbeidsverhouding onevenredig en overhaast was, aangezien Jubiloto aan Ebecilio geen kans heeft gelaten om zich te rehabiliteren nadat hij de verantwoordelijkheid voor eventuele fouten had aanvaard en had verklaard dat hij bereid was om de arbeidsverhouding voort te zetten. Jubiloto had immers mildere maatregelen kunnen nemen om Ebecilio in staat te stellen te bewijzen dat hij zijn gedrag zou verbeteren en zijn contractuele verplichtingen jegens Jubiloto in de toekomst zal nakomen. De DRC concludeert dat de resterende waarde van de arbeidsovereenkomst vanaf de vroegtijdige beëindiging ervan door Jubiloto tot normale afloop EUR 1.336.363 bedraagt. Na de volledige en specifieke omstandigheden van deze zaak volledig te hebben onderzocht, beslist de DRC dat Jubiloto aan Ebecilio een schadevergoeding wegens contractbreuk van EUR 1.336.363 dient te betalen, welk bedrag door de DRC als een redelijke en gerechtvaardigde schadevergoeding wordt beschouwd. Bovendien is 5% rente per jaar verschuldigd over voornoemd bedrag, vanaf de datum van de onderhavige beslissing.

      NB. Er is een hoge drempel voor een club om tot onmiddellijke beëindiging van een arbeidsovereenkomst te mogen overgaan volgens de DRC. Een beëindiging van de arbeidsovereenkomst is al snel onevenredig en overhaast als de verwijten aan het adres van de speler onvoldoende kunnen worden gestaafd met bewijs en/of indien een speler niet eerst een kans heeft gekregen om zich te rehabiliteren. Een recente verlenging van de arbeidsovereenkomst zal het lastiger maken voor een club om aan te tonen dat er geldige redenen voor beëindiging zijn.

Jurisprudentie Internationaal FIFA wordt verzorgd door Frans de Weger. De auteur is tevens redactielid van het tijdschrift Voetbal- & Sportjuridische Zaken.

Print dit artikel