DOI: 10.5553/AB/0165-13312020100008003

AdvocatenbladAccess_open

Artikel

Onderzoek videorechtspraak

Echt contact met rechter blijft onmisbaar

Auteurs
DOI
Toon PDF Toon volledige grootte
Statistiek
Dit artikel is keer geraadpleegd.
Dit artikel is 0 keer gedownload.

Dit artikel wordt geciteerd in

    • Advocaten zijn kritisch over onlinerechtszittingen, blijkt uit onderzoek van het Advocatenblad in samenwerking met enkele universiteiten. Het merendeel van de ondervraagde advocaten geeft de voorkeur aan fysieke zittingen.

    • De coronacrisis heeft de werkwijze van de rechtspraak beïnvloed. Zaken worden zowel fysiek en schriftelijk als via video- of telefoonverbinding behandeld. Hoe ervaren advocaten onlinerechtspraak? Wegen de voordelen op tegen de nadelen? Wat gaat goed, waar zijn verbeteringen nodig? Moeten we doorgaan met onlinerechtszittingen als het coronavirus is bedwongen?

      Om antwoord te krijgen op deze vragen, deed het Advocatenblad, in samenwerking met de Erasmus Universiteit, Universiteit Leiden en Radboud Universiteit en Bureau Tangram online onderzoek.

      De antwoorden van de ruim vierhonderd deelnemende advocaten, werkzaam binnen uiteenlopende rechtsgebieden, zorgen voor een breed palet aan ervaringen en observaties.

      De voordelen van onlinezittingen zijn volgens de respondenten evident. Ruim 80 procent noemt minder reistijd en lagere kosten als voornaamste pluspunt. Dat er minder of geen wachttijd is, geldt voor twee vijfde als voordeel. Dat het efficiënter is, vindt 32 procent van de advocaten een pre. Maar wegen de voordelen op tegen de nadelen? Het antwoord daarop is: deels, voor een minderheid van het totaal aantal zaken.

      Sigrid van Wingerden is universitair hoofddocent bij het Instituut voor Strafrecht & Criminologie aan de Universiteit Leiden en bij de enquête betrokken. ‘Ik kan me voorstellen dat sommige advocaten op basis van deze voordelen in bepaalde zaken de voorkeur geven aan een videozitting boven een fysieke zitting, ook na coronatijd.’

      Ze voegt hier direct aan toe: ‘Maar uit de antwoorden komt heel duidelijk naar voren dat videorechtspraak volgens de respondenten nooit de hele fysieke rechtspraak kan vervangen. Dat we naar een toekomst gaan waarin alles via video kan plaatsvinden, wordt niet gesteund door onze bevindingen. Voor een deel gaat dat op, maar voor een nog groter deel niet.’ (Zie diagram op pagina 15.)

    • Non-verbale communicatie

      Dat de communicatie gebrekkiger is, en dat bepaalde non-verbale communicatie via een beeldscherm niet overkomt, noemen de respondenten als belangrijkste nadeel van videorechtspraak. ‘Fysieke interacties zijn veel rijker aan informatie dan beeldinteracties of auditieve interacties. En daarna volgen de schriftelijke interacties,’ verklaart psycholoog en criminoloog Gabry Vanderveen het belang van fysieke rechtspraak. Ze is universitair docent aan de Erasmus Universiteit en mede-initiatiefneemster van de enquête.

      ‘De menselijke maat is weg,’ reageert een advocaat. ‘Cliënten kunnen majeure beslissingen minder goed begrijpen.’ Een andere advocaat reageert met: ‘Ik zat nu soms lang te luisteren naar een discussie tussen de wederpartij en de rechter. Tijdens een fysieke zitting was dit veel meer een gesprek geweest waar je makkelijker aan deelneemt.’ Advocaten geven ook aan non-verbale signalen van de rechter te missen, waardoor ze moeilijker konden peilen of het standpunt van hun cliënt goed werd begrepen.

      De grote afhankelijkheid van techniek die niet altijd even betrouwbaar is, wordt door 65 procent van de advocaten ook als nadelig ervaren. Minder het gevoel te hebben dat het een echte zitting is (60 procent), gebrek aan sfeer, rituelen (45 procent) zijn andere veelgehoorde keerzijden. Advocaten vinden het ook lastiger om de rechter te overtuigen (42 procent) en moeilijker om via een videozitting bewijsmateriaal of producties te overleggen. Volgens 36 procent van de deelnemende advocaten heeft de cliënt minder vertrouwen in de rechtspraak. Van de deelnemende advocaten ervaart ruim een vijfde de vastgestelde tijdsduur als nadeel. Een relatief kleine groep advocaten (10 procent) antwoordt dat de cliënt minder vertrouwen heeft in de advocaat.

      Vanderveen: ‘In de opmerkingen bij de enquête zie je dat advocaten zeggen: in complexe zaken is behandeling via videozitting niet geschikt, in zaken waar veel emoties spelen ook niet. Er zijn zaken waarbij het onmisbaar is dat je elkaar even in de ogen kunt kijken en de cliënt zich gehoord moet kunnen voelen. Ook in zaken met heel kwetsbare partijen pakt onlinerechtspraak vaak niet goed uit. Dat lijken allemaal indicaties te zijn waarom het beter is fysiek samen te komen.’

    • Aantal zittingen

      Van de respondenten heeft het merendeel, bijna 80 procent, sinds het begin van de coronacrisis ervaring met een zitting via een beeldverbinding. Minder advocaten, 43 procent, hebben ervaring met zittingen via telehoren. Ondanks de aanvankelijke sluiting van de gerechtsgebouwen en de anderhalvemeterbeperkingen daarna zegt 83 procent sinds het begin van de pandemie een fysieke zitting te hebben meegemaakt.

      Het totaal aantal zittingen (fysiek, via video en telefonisch) dat de respondenten sinds half maart hebben gehad, loopt erg uiteen. Ruim een derde heeft drie tot vijf zittingen gehad, 22 procent zes tot tien zittingen. 15 procent van de respondenten heeft in meer dan twintig zittingen opgetreden als advocaat.

      Verantwoording onderzoek

      Het Advocatenblad deed in samenwerking met de Erasmus Universiteit, Universiteit Leiden en Radboud Universiteit, via een online-enquête onderzoek naar de ervaringen van advocaten met zittingen via videoverbinding en telehoren in coronatijd. Aan het onderzoek, uitgevoerd door Bureau Tangram, deden 409 advocaten mee. 63 procent van de respondenten heeft in coronatijd het meest deelgenomen aan rechtszittingen op het gebied van civielrecht, 20 procent was voornamelijk op het gebied van strafrecht actief. 10 procent trad tijdens rechtszittingen vooral op als bestuursrechtadvocaat. De vragenlijst is voorgelegd aan de leden van het Advocatenpanel, abonnees van de wekelijkse nieuwsbrief en bezoekers van de website van het Advocatenblad.

      Gabry Vanderveen van de Erasmus Universiteit en Sigrid van Wingerden van de Universiteit Leiden willen het onderzoek naar videozittingen voortzetten. Ze willen bezien in welke zaken videorechtspraak wenselijk is en welke mogelijkheden er zijn democratische rechtsstatelijke beginselen te waarborgen.

    • Inspraak

      Verhoudingsgewijs zijn er meer advocaten zeer ontevreden (13 procent) en ontevreden (27 procent) met videozittingen dan zeer tevreden (10 procent) en tevreden (21 procent). Negentien procent van de advocaten is neutraal, 10 procent heeft geen mening.

      Bijna een kwart van de advocaten toont zich ontevreden over de inspraak in de planning van de zitting, de datum en de tijd. De inspraak die advocaten hebben in het type zitting, fysiek, via videobellen of telehoren laat ook te wensen over. De helft van de respondenten is daarover (zeer) ontevreden.

      Met de kwaliteit van de videoverbindingen zijn ook niet alle advocaten gelukkig. 8 procent is hierover zeer ontevreden, 23 procent is ontevreden. ‘Verbindingen waren doorgaans slecht, geluid niet goed, niet alle partijen in beeld,’ licht een advocaat zijn ontevredenheid toe.

      Over de beschikbaarheid van videoruimten in kantoren, PI’s of gemeentelijke instellingen is twintig procent niet tevreden.

      De vastgestelde tijdsduur van een videozitting is volgens 57 procent van de deelnemende strafrechtadvocaten een groot probleem. ‘De PI’s lijken te bepalen hoeveel tijd een bepaalde rechtbank krijgt en als deze verstreken is, valt de verbinding uit,’ licht een advocaat toe.

      Een grote groep advocaten ervaart te weinig ruimte voor emoties tijdens de zitting. Een derde is daarover ontevreden, 8 procent zeer ontevreden. Ook hebben cliënten volgens een derde van de respondenten de indruk dat de rechter te weinig oog heeft voor zijn of haar standpunt. Over de gebrekkige mogelijkheid voor advocaten om samen met cliënten stukken te bekijken, is ruim een derde van de deelnemende advocaten ontevreden.

      ‘Dat we naar een toekomst gaan waarin alles via video kan plaatsvinden, wordt niet gesteund door onze bevindingen’

      Rechtspraak over videozittingen

      Net zoals de aan de enquête deelnemende advocaten, vindt de Rechtspraak ook dat lang niet alle typen zaken zich lenen voor behandeling via videozittingen. ‘Het uitgangspunt is dat zaken zo veel mogelijk fysiek plaatsvinden, zeker in rechtsgebieden als straf- en familierecht,’ zegt een woordvoerder van de Raad voor de rechtspraak. ‘Met name waar het gaat om kwetsbare partijen of complexe dossiers zijn fysieke zittingen echt belangrijk voor een goede behandeling van de zaak. Maar er zijn ook zaken die wel per video gedaan kunnen worden, zoals korte zittingen over voorlopige hechtenis.’

      De vooraf vastgestelde tijdsduur van een videozitting kwam als een van de veelgehoorde klachten uit de enquête naar voren. ‘Er is geen oneindig aantal telehoorschermen aanwezig in gevangenissen,’ reageert de Raad voor de rechtspraak. ‘Om hier zo efficiënt mogelijk mee om te gaan, werken we sinds de zomer met een reserveringssysteem. Dan ontkom je er niet aan van tevoren in te schatten hoelang een zitting ongeveer in beslag gaat nemen. Dit is per zitting maatwerk en er is inmiddels gelukkig meer flexibiliteit dan in het begin van de coronacrisis het geval was. We blijven samen met de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) werken aan verbeteringen in de techniek en capaciteit.’

      Volgens ruim 60 procent van de respondenten doen videozittingen afbreuk aan de transparantie. ‘We doen er alles aan om transparantie en openbaarheid ook in deze periode bij fysieke en onlinerechtspraak te waarborgen. We publiceren meer vonnissen, we livestreamen zaken waar grote belangstelling voor is en laten pers en publiek op een verantwoorde wijze toe. Gerechten kunnen journalisten ook de mogelijkheid bieden om bij (digitale) zaken in te loggen op de videoverbinding, om zo de zaak te volgen.’

      Ook post-corona wil de Rechtspraak videozittingen en zittingen via telehoren voortzetten. ‘Voor zover daar een wettelijke basis voor is, wil de Rechtspraak hiervan gebruikmaken in de gevallen die zich daarvoor lenen. We moeten verder onderzoeken welke zaken dat zijn.’

      ‘Fysieke interacties zijn veel rijker aan informatie dan beeldinteracties, of auditieve interacties’

    • Openbaarheid

      Anders dan voor de coronacrisis is pers en publiek niet automatisch toegankelijk tot de rechtszittingen. Per zaak wordt gekeken hoeveel aanwezigheid veilig en verantwoord is, laat de Raad voor de rechtspraak weten. ‘Dit is echt maatwerk, afhankelijk van de locatie en het aantal procesdeelnemers. Gerechten kunnen journalisten de mogelijkheid bieden in te loggen op zittingen via videoverbinding.’

      Zes op de tien advocaten menen dat videozittingen afbreuk doen aan de openbaarheid en transparantie van de rechtspraak. Een veel kleinere groep advocaten, 17 procent, is het daarmee oneens, de rest is neutraal of heeft geen mening. ‘Het gaat hier om het principe dat de rechtspraak toegankelijk is voor publiek,’ zegt Vanderveen. ‘Die openbaarheid staat onder druk. Dit raakt zo de kern van de democratische rechtsstaat.’

      Een kwart van de deelnemende advocaten is het eens met de stelling dat videozittingen afbreuk doen aan de rechten van de slachtoffers. Volgens 35 procent van de advocaten doen videozittingen afbreuk aan de legitimiteit van de rechtspraak. Op de stelling dat videozittingen afbreuk doen aan het recht op een eerlijk proces reageren advocaten verdeeld. Veertig procent denkt van niet, 30 procent denkt van wel.

      Rechter Rechtbank Overijssel

      Shirin Milani, zie de cover van dit blad, is rechter, persrechter en teamvoorzitter Strafrecht Rechtbank Overijssel. Zij trad gedurende coronatijd als rechter op in telehoorzittingen waarbij gedetineerde verdachten inbelden vanuit penitentiaire inrichtingen. Als teamvoorzitter Strafrecht organiseerde ze andere digitale verbindingen om zittingen door te kunnen laten gaan.

      Volgens Milani doen ze er bij de Rechtbank Overijssel alles aan om de voorwaarden voor een eerlijk proces via onlinerechtspraak te optimaliseren. ‘De belangrijkste voorwaarde is een zo goed mogelijke technische verbinding (beeld en geluid), waarbij alle in de zittingszaal aanwezige personen te zien en te horen zijn voor de onlinedeelnemer. Wij testen tijdig voorafgaand aan de zitting de verbinding met de onlinedeelnemers. Op zitting is ook een tweede griffier aanwezig die de techniek bedient en alle telefoonnummers heeft om in geval van hapering de verbinding direct hersteld te krijgen. Ook hebben rechters met elkaar geëvalueerd en onder andere geconcludeerd dat meer dan één skypende deelnemer in beginsel niet wenselijk is.’

      Na coronatijd kan onlinerechtspraak volgens Milani deels blijven bestaan. ‘Het scheelt reistijd van de procesdeelnemers en is daardoor efficiënt. Maar het grootste deel van de inhoudelijke behandelingen zal beter verlopen bij rechtstreeks persoonlijk contact van de procesdeelnemers in de zittingszaal.’

    • Verbeterpunten

      Gevraagd naar verbeterpunten scoort de techniek het hoogst: 46 procent. Verbetering van organisatie komt met 21 procent op een tweede plaats. Het afschaffen van de 45-minutengrens vanuit PI’s en het faciliteren van vertrouwelijke overlegruimten in PI’s en arrestantencomplexen, zijn veelgehoorde opmerkingen die hieronder vallen. Meer overleg tussen de rechtspraak en advocaten bij het plannen van data en tijden van videozittingen is ook een vaak genoemd aandachtspunt.

      Vanderveen: ‘Qua techniek is het de vraag waar de verantwoordelijkheid van de Rechtspraak ophoudt en die van de advocaat en rechtzoekende begint. Niet iedereen heeft een goede internetverbinding met bijbehorende apparatuur. Dat kost allemaal geld. Vinden we als samenleving dat de Rechtspraak moet faciliteren in techniek voor videorechtspraak? Zo niet, dan wordt de ongelijkheid tussen verschillende procespartijen groter.’


Print dit artikel