Ara_1568-6639_2023_022_001_totaal_original1024_1_large
Rss

Arbeidsrechtelijke Annotaties

Meer op het gebied van Arbeidsrecht

Over dit tijdschrift  

Meld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.

Aflevering 3, 2019 Alle samenvattingen uitklappen
Artikel

Triangulaire arbeidsrelaties in de platformeconomie: een voorstel tot een vermoeden van uitzendbureau

Trefwoorden Platformen, Platformwerk, Arbeidsbemiddeling, Uitzendarbeid, Terbeschikkingstelling
Auteurs Prof. dr. V. De Stefano en Mr. M. Wouters
SamenvattingAuteursinformatie

    De opkomst van de platformeconomie, met als prominente voorbeelden Uber en Deliveroo, deed de discussies omtrent de aard van de arbeidsrelatie heropleven. Zijn deze platformwerkers in werkelijkheid werknemers, en is het arbeidsrecht aan hervorming toe indien ze het wel of niet zijn? Deze bijdrage heeft eveneens tot doel om de werkingssfeer van het arbeidsrecht ter discussie te stellen door de regelgeving omtrent private arbeidsbemiddeling en uitzendarbeid toe te passen op platformen. Dienaangaande bepleit deze bijdrage om ten eerste de regelgeving omtrent private arbeidsbemiddeling aan te wenden om ook de bemiddeling van dienstverleningsovereenkomsten tussen werkzoekenden en opdrachtgevers te omkaderen. Ten tweede wijst de bijdrage op de mogelijke totstandkoming van ‘verdoken’ uitzendarbeid door middel van digitale platformen. Om dit te voorkomen stellen de auteurs een ‘vermoeden van uitzendbureau’ voor.


Prof. dr. V. De Stefano
Prof. dr. V. De Stefano is BOF-ZAP onderzoekprofessor aan de KU Leuven.

Mr. M. Wouters
Mr. M. Wouters is doctoraatsonderzoeker aan de KU Leuven.
Annotatie

Het discriminatieverbod als katalysator van de negatieve vrijheid van religie in identiteitsgebonden organisaties

HvJ EU 17 april 2018, C-414/16 (Vera Egenberger/Evangelisches Werk für Diakonie und Entwicklung eV) en HvJ EU 11 september 2018, C-68/17 (IR/JQ)

Trefwoorden Kaderrichtlijn 2000/78, Discriminatie op basis van godsdienst of overtuiging, Identiteitsgebonden organisaties, Toegang tot de rechter, Proportionaliteit
Auteurs Prof. dr. F. Dorssemont
SamenvattingAuteursinformatie

    In de hier besproken arresten buigt het Europese Hof van Justitie zich voor de tweede maal sedert de arresten Achbita en Bougnaoui (2017) over de draagwijdte van discriminatie op basis van godsdienst of overtuiging. Stond in de hiervoor genoemde arresten de vraag centraal of de indirecte discriminatie die een hoofddoekverbod in een neutrale organisatie impliceert kon worden gerechtvaardigd, dan botsen in de hier besproken arresten een sollicitant en een werknemer in identiteitsgebonden organisaties op het ethos van die organisatie. De vraag staat centraal in welke mate een identiteitsgebonden organisatie zich op dat ethos kan beroepen om een kandidaat te weigeren die géén lid is van een protestants kerkgenootschap, en om een arts te ontslaan die na het aangaan van een kerkelijk huwelijk dat noch werd nietig verklaard, noch door de dood van zijn voormalige echtgenote werd ontbonden een tweede civiel huwelijk aanging. In deze bijdrage wordt de wijze waarop het Europese Hof van Justitie met dergelijke loyaliteitsconflicten omgaat vergeleken met de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. De verruimde mogelijkheid die identiteitsgebonden organisaties hebben om directe discriminatie op basis van geloof of overtuiging te rechtvaardigen wordt vergeleken met de gemene rechtvaardiging van directe discriminatie. Een ander punt van aandacht is de vergelijking tussen deze verruimde rechtvaardiging van directe discriminatie én de rechtvaardiging van beperkingen van de vrijheid van godsdienst. De oordelen van het Nederlandse College voor de Rechten van de Mens worden beschouwd in het licht van deze Luxemburgse jurisprudentie.


Prof. dr. F. Dorssemont
Prof. dr. F. Dorssemont is gewoon hoogleraar aan de Université Catholique de Louvain en gastdocent aan de Vrije Universiteit Brussel.
Annotatie

Ontslag en wijziging van arbeidsvoorwaarden na overgang: ‘no hay mayor dificultad que la poca voluntad’

Trefwoorden Overgang van onderneming, Ontslagbescherming, Eto-redenen, Wijziging arbeidsvoorwaarden, Harmonisatie van arbeidsvoorwaarden
Auteurs Mr. dr. R.M. Beltzer en Mr. B.C.L. Kanen
SamenvattingAuteursinformatie

    De auteurs betogen in deze annotatie dat het Europese Hof van Justitie zijn rechtspraak ten aanzien van ontslagbescherming bij overgang van onderneming voortzet, en dat duidelijker wordt dat deze bescherming verre van absoluut is. De uitspraak vormt voor de auteurs reden voor een bespiegeling over de (gewenste) balans tussen ontslagbescherming en ontslagrechtvaardiging. Zij gaan daarbij tevens in op de mogelijkheid arbeidsvoorwaarden te wijzigen en oordelen dat de wijzigingsbevoegdheid die de Europese richtlijn aan lidstaten biedt niet te beperkt moet worden opgevat.


Mr. dr. R.M. Beltzer
Mr. dr. R.M. Beltzer is juridisch adviseur te Amsterdam.

Mr. B.C.L. Kanen
Mr. B.C.L. Kanen is advocaat te Amsterdam.