Ara_1568-6639_2023_022_001_totaal_original1024_1_large
Rss

Arbeidsrechtelijke Annotaties

Meer op het gebied van Arbeidsrecht

Over dit tijdschrift  

Meld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.

Aflevering 1, 2023 Alle samenvattingen uitklappen
Artikel

Access_open De relatie tussen het mededingingsrecht en platformarbeid: effent de Europese Commissie de weg naar meer onderhandelingsmacht voor platformwerkers?

Trefwoorden Platformarbeid, Mededingingsrecht, Richtsnoeren collectief onderhandelen voor zzp’ers, Schijnzelfstandigen, Onderneming
Auteurs Mr. J. Kloostra
SamenvattingAuteursinformatie

    Op EU-niveau is men druk doende platformarbeid te reguleren. De Europese Commissie heeft in 2022 een pakket aan maatregelen gepresenteerd waarin zij verschillende maatregelen voorstelt. Veel aandacht gaat uit naar het richtlijnvoorstel inzake platformarbeid, dat onder meer een rechtsvermoeden introduceert en regels op het gebied van algoritmisch management bevat. Naast de ontwerprichtlijn bevat het pakket aan maatregelen echter ook richtsnoeren met betrekking tot collectief onderhandelen tussen zzp’ers. Met de richtsnoeren geeft de Europese Commissie te kennen hoe zij de (EU-)mededingingsregels toepast op (collectieve) afspraken tussen bepaalde zzp’ers. Het mededingingsrecht is veelvuldig genoemd als obstakel voor platformwerkers om hun rechtspositie te verbeteren. De richtsnoeren moeten de zorgen voor mededingingsrechtelijke sancties wegnemen. De ACM heeft de richtsnoeren inmiddels overgenomen in de Leidraad tariefafspraken zzp’ers. Het is echter de vraag hoe de richtsnoeren zich verhouden tot de benadering van het Hof van Justitie. In dit artikel worden de richtsnoeren geanalyseerd en afgezet tegen de rechtspraak van het Hof van Justitie en wordt nagegaan in hoeverre de regels platformwerkers rechtszekerheid bieden.


Mr. J. Kloostra
Mr. J. (Jorn) Kloostra is als docent en promovendus Sociaal Recht verbonden aan de Radboud Universiteit in Nijmegen (Onderzoekcentrum Onderneming & Recht).
Annotatie

Vervalt indexatie ex-werknemers na opzegging uitvoeringsovereenkomst en liquidatie pensioenfonds? Rechtsbescherming ex-werknemers bij pensioenwijzigingen na einde arbeidsovereenkomst

HR 23 september 2022, ECLI:NL:HR:2022:1267, PJ 2022/104, m.nt. Van Slooten, JAR 2022/267, m.nt. Van Haaren en Vermeeren-Keijzers, JIN 2022/175, m.nt. Van Arkel

Trefwoorden Goed werkgeverschap, Indexatie, Gelijke behandeling, Onderbrengingsplicht uitvoeringsovereenkomst, Pensioenwijziging
Auteurs Prof. mr. drs. M. Heemskerk
SamenvattingAuteursinformatie

    In deze bijdrage bespreek ik de betekenis van het Euronext-arrest van de Hoge Raad voor de rechtspraktijk. Aan de orde is de rechtsbescherming van ex-werknemers bij (pensioen)wijzigingen nadat de arbeidsovereenkomst is geëindigd. De zaak ging, kort gezegd, over het vervallen van de indexatie van pensioengerechtigden nadat werkgever Euronext de uitvoeringsovereenkomst met het pensioenfonds had opgezegd. Voor werknemers werd de nieuwe pensioenopbouw en indexatie voortgezet bij Delta Lloyd. Na de liquidatie van het opgebouwde pensioen bij het pensioenfonds naar eveneens Delta Lloyd was er geen indexatie meer voor pensioengerechtigden. Volgens hof Amsterdam was de opzegging in strijd met goed werkgeverschap, want onder meer een schending van de wettelijke onderbrengingsplicht en gelijke indexatiebehandeling. Euronext moest een nieuwe uitvoeringsovereenkomst in stand houden en indexatie inkopen. De Hoge Raad vernietigt het arrest en verwijst terug. Daarbij neemt hij voor de praktijk fundamentele beslissingen. Zo oordeelt hij dat goed werkgeverschap niet eindigt nadat de arbeidsovereenkomst is geëindigd. Verder overweegt de Hoge Raad dat een werkgever niet verplicht is om een uitvoeringsovereenkomst in stand te houden nadat de verwerving van pensioenaanspraken is geëindigd. Volgens hem was er geen schending van de onderbrengingsplicht of de verplichting tot gelijke indexatie van slapers en pensioengerechtigden. De wettelijke norm van gelijke indexatiebehandeling van slapers en pensioengerechtigden (artikel 58 PW) richt zich tot pensioenuitvoerders en geldt niet voor werkgevers. Bovendien was niet voldaan aan het onder dat artikel vereiste van ongelijke behandeling van groepen die deelnamen in dezelfde pensioenregeling. Last but not least overweegt de Hoge Raad dat (ex-)werknemers met een pensioenovereenkomst via een derdenbeding weliswaar partij zijn bij de uitvoeringsovereenkomst, maar dat geeft hun geen recht op nakoming van de financieringsverplichtingen van de werkgever jegens de pensioenuitvoerder onder die overeenkomst. Het arrest levert een nuttige bijdrage aan de rechtsontwikkeling.


Prof. mr. drs. M. Heemskerk
Prof. mr. drs. M. (Mark) Heemskerk EPP CFP is hoogleraar Pensioenrecht aan de Radboud Universiteit Nijmegen, advocaat-partner bij held advocaten, en raadsheer-plaatsvervanger bij hof Den Bosch.
Over proefschriften

Access_open Nieuwe rubriek: Over proefschriften

Auteurs De redactie
Samenvatting

    Dit nummer van Arbeidsrechtelijke Annotaties introduceert een nieuwe rubriek: Over proefschriften. De redactie licht in een korte inleiding de inhoud en het doel van de rubriek toe.


De redactie
Over proefschriften

Access_open De continuïteit van de arbeidsrelatie bij aanbestedingen

I. Lintsen, De continuïteit van de arbeidsrelatie bij aanbestedingen. Een onderzoek naar de afstemming tussen het arbeidsrecht en het aanbestedingsrecht (diss. Radboud Universiteit; Monografieën Sociaal recht nr. 80), Deventer: Wolters Kluwer 2022. Promotoren: prof. mr. L.G. Verburg en prof. mr. F.G. Laagland (beide Radboud Universiteit)

Trefwoorden Overgang van onderneming, Aanbesteding, Opvolgend werkgeverschap, Contractwissel, Overnameverplichting
Auteurs Mr. dr. I. Lintsen
SamenvattingAuteursinformatie

    Op 31 mei 2022 heeft Imke Lintsen met succes haar proefschrift getiteld De continuïteit van de arbeidsrelatie. Een onderzoek naar de afstemming tussen het arbeidsrecht en het aanbestedingsrecht verdedigd. Het proefschrift neemt de arbeidsrechtelijke doelstellingen die ten grondslag liggen aan de Richtlijn 2001/23/EG inzake overgang van onderneming en Richtlijn 1999/70/EG inzake arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd als uitgangspunt en gaat, kort gezegd, na of het arbeidsrecht en het aanbestedingsrecht in voldoende mate op elkaar zijn afgestemd om die doelstellingen bij publieke aanbestedingen te verwezenlijken. In deze bijdrage deelt Imke de belangrijkste bevindingen, gaat zij in op de praktische relevantie van het onderzoek en reflecteert zij op een aantal methodologische keuzes die zij gedurende het promotietraject heeft gemaakt.


Mr. dr. I. Lintsen
Mr. dr. I. (Imke) Lintsen is werkzaam als advocaat arbeidsrecht bij KienhuisHoving advocaten & notarissen. Daarnaast is zij voor een dag in de week als docent-onderzoekster sociaal recht verbonden aan de Radboud Universiteit.