De websites van Boom uitgevers maken gebruik van cookies. Wat betekent dit voor u? Klik hier voor meer info.
Grensoverschrijdende bewijsverkrijging door de Nederlandse rechter in strijd met buitenlandse wettelijke geheimhoudingsplichten
R. Jansen
Gepubliceerd op 01-05-2018
TCR 2018/2
37
18
0
2
0

Onderwerpen

Juridisch > Burgerlijk Procesrecht

Download citeerwijze bij dit artikel

Auteursinformatie

R. Jansen
Mr. R. Jansen is als promovendus verbonden aan het departement Privaatrecht van Tilburg University, waar hij onderzoek verricht naar de rol van buitenlandse verschoningsrechten in civiele procedures en de invloed van de comitas-leer.

Citaties in dit artikel

Sijmonsma
Het inzagerecht (diss. Maastricht), 2010
Langbein
The disappearance of civil trial in the United States
The Yale Law Journal, 2012
Plas, van der
De extraterritoriale reikwijdte van de exhibitieplicht bij banken, 2014
Snijders, Klaassen, Meijer
Nederlands burgerlijk procesrecht, 2017
Ryngaert
Jurisdiction in international law, 2015
Kaar, van het
IPR-bewijsrecht en bewijsverkrijging (Recht en Praktijk 163), 2008
Oakley, Amar
US courts, 2009
Korst, van der
Bedrijfsgeheimen: vanaf 2018 wettelijk geregeld
Ondernemingsrecht, 2017
Asser
Schets van het internationaal privaatregt, 1880
Plas, van der
De taak van de rechter en het IPR, 2005
StrikwerdaLemaire, Vlas
Met recht verkregen, 2002
Dodge
International comity in American law
Columbia Law Review, 2015