Als contractspartijen afspreken dat tussen hen ontstane geschillen in arbitrage zullen worden beslecht, is de Nederlandse overheidsrechter ten opzichte van die geschillen in beginsel onbevoegd. De Nederlandse voorzieningenrechter blijft evenwel bevoegd voorlopige voorzieningen te bevelen, indien een beslissing over een gevraagde voorziening niet, of niet tijdig, in arbitrage kan worden gekregen. Deze bijdrage gaat in op de situatie dat contractspartijen arbitrage onder de ICC Rules zijn overeengekomen en bespreekt mogelijke gevolgen van die keuze voor de bevoegdheid van de overheidsrechter tot het treffen van een voorlopige voorziening in kort geding.

De Rotterdamse voorzieningenrechter Petra de Bruin bespreekt het in 2019 verschenen boek Asser Procesrecht 5, Beslag en Executie van mr. A.S. Steneker. Na een korte introductie op het boek bespreekt zij als eerste de ontwikkelingen op het terrein van het beslag- en executierecht en de gevolgen daarvan voor het boek. Hierna wordt aandacht besteed aan de kritiek van de schrijver op bepaalde wetgeving en de door hem gevonden fouten daarin. Vanuit het perspectief van haar dagelijkse praktijk bespreekt de auteur, kritisch, de beschrijving van de verlofverlening en van verschillende procedures die bij de voorzieningenrechter worden gevoerd. De bijdrage sluit af met enkele aanbevelingen aan de schrijver.