0920055x_covr
Rss

RegelMaat

Meer op het gebied van Bestuursrecht

Over dit tijdschrift  

Meld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.

Aflevering 5, 2015 Alle samenvattingen uitklappen
Redactioneel

Wetgeven op niveau; wie doet wat?

Auteurs Mr. D.R.P. de Kok en Mr. H.G. Sevenster
Auteursinformatie

Mr. D.R.P. de Kok
Mr. D.R.P. de Kok is coördinerend jurist bij de directie Wetgeving en Juridische Zaken van het ministerie van Economische Zaken en redacteur van RegelMaat.

Mr. H.G. Sevenster
Mr. H.G. Sevenster is lid van de Raad van State en onbezoldigd hoogleraar internationaal milieurecht bij het Centrum voor milieurecht van de Universiteit van Amsterdam. Tevens is zij redacteur van RegelMaat.
Artikel

Multilevel regulation op het terrein van de lucht-, zee- en binnenvaart

Trefwoorden multilevel regulation, betrokkenheid nationale parlementen bij internationale besluitvorming, afstemming tussen nationaal en internationaal recht
Auteurs Mr. N. Kohll
SamenvattingAuteursinformatie

    Dit artikel gaat over multilevel regulation in de luchtvaart-, zeevaart- en binnenvaartwetgeving. Multilevel regulation ontstaat doordat naast nationale overheden ook veel andere organisaties regelgeving tot stand brengen. Aan de hand van steeds een actueel dossiers uit elk van de drie genoemde wetgevingscomplexen, wordt in dit artikel beschreven hoe regelgeving op internationaal niveau tot stand komt, de regelgeving van de Europese Unie beïnvloedt en uiteindelijk doorwerkt in nationale regelgeving. Ook wordt beschreven hoe in elk van de genoemde wetgevingscomplexen de wisselwerking tussen deze niveaus in de praktijk werkt, hoe de onderlinge afstemming is vormgegeven en op welke wijze in Nederland steeds is voorzien in parlementaire betrokkenheid. Geconcludeerd wordt dat de invloed van de EU de laatste jaren steeds belangrijker lijkt te worden. Eindconclusie is dat er op dit moment geen redenen zijn om de huidige werkwijze bij de voorbereiding van uitvoerende besluitvorming in internationaal en EU-verband te veranderen.


Mr. N. Kohll
Mr. N. Kohll is hoofd van de afdeling Lucht- en Scheepvaart van de Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken van het ministerie van Infrastructuur en Milieu.
Artikel

Schaduwgebieden van Europese regulering

Trefwoorden soft law, Europese normstelling, bestuurlijke regelgeving
Auteurs Prof. mr. L.A.J. Senden
SamenvattingAuteursinformatie

    In deze bijdrage worden drie trends geschetst op het terrein van Europese regulering die nogal ongrijpbaar zijn, omdat ze zich aftekenen in de schaduw van de formele normenhiërarchie die het Verdrag van Lissabon heeft geïntroduceerd. Dit zijn ‘zachte’ bestuurlijke regelgeving door de Commissie, ten tweede bestuurlijke regelgeving door netwerken en verschillende Europese agentschappen en ten derde de ‘infiltratie’ van private regulering in het Unierecht. Deze trends hebben als gevolg dat Europese normstelling een steeds diffuser karakter krijgt, zowel in termen van feitelijke herkomst en ‘auteurschap’ als in termen van juridische aard en status. Lidstaten en nationale autoriteiten worden hiermee geconfronteerd, maar staan niet helemaal aan de zijlijn van deze ontwikkelingen, althans niet wanneer bevoegdheden op grond van wetgevingshandelingen waarbij de Raad is betrokken (wat doorgaans het geval is), aan de Commissie en agentschappen worden toegekend. De trends roepen wel vragen op ten aanzien van de betrokkenheid van nationale autoriteiten bij de opstelling ervan, alsook van stakeholders.


Prof. mr. L.A.J. Senden
Prof. mr. L.A.J. Senden is hoogleraar Europees recht aan de Universiteit Utrecht en bestuurder bij het onderzoekscentrum RENFORCE van de Universiteit Utrecht.
Artikel

Wetgeving en andere normenstelsels: zes aanwijzingen aan de Nederlandse wetgever

Trefwoorden meergelaagde rechtsorde, private regulering
Auteurs Prof. dr. J.M. Smits
SamenvattingAuteursinformatie

    Het doel van deze bijdrage is om na te gaan hoe de nationale wetgever heeft te reageren op de toename van rechtens relevante normenstelsels. Er worden zes vragen verkend waar de nationale wetgever praktisch mee heeft te rekenen. De voorzichtige conclusie is dat de wetgever zich tot nu toe onvoldoende realiseert wat het betekent om in een meergelaagd rechtssysteem te functioneren. Het zou goed zijn indien door politici en wetgevingsjuristen een fundamenteler discussie wordt gevoerd over onder meer de ‘wie doet wat’-vraag, de kenbaarheid en coherentie van het recht, de implementatie van EU-recht, verwijzing naar private regulering en de positionering van Nederland op de internationale ‘rechtsmarkt’. Eén ding moet daarbij vooropstaan: een meergelaagde rechtsorde is geen bedreiging voor de nationale wetgever, maar biedt vooral een kans om opnieuw invulling te geven aan de eisen die in een rechtsstaat aan regelgeving moeten worden gesteld.


Prof. dr. J.M. Smits
Prof. dr. J.M. Smits is hoogleraar Europees Privaatrecht aan de Universiteit Maastricht.
Praktijk

Het Staatsblad

Auteurs Mr. T.C. Borman
SamenvattingAuteursinformatie

    Naar aanleiding van de pensionering van Sandra Slingerland, die bij het ministerie van Justitie 37 jaar lang verantwoordelijk was voor de uitgifte van het Staatsblad, worden in deze bijdrage enkele faits divers en petites histoires rond het Staatsblad behandeld. Ingegaan wordt op de historie van het uit 1813 daterende Staatsblad, inclusief de toepasselijke wetgeving. Verder wordt aandacht besteed aan voorvallen waarbij in het parlement het Staatsblad ter sprake kwam. Daarbij ging het onder meer over de toegankelijkheid, het formaat en de tijdige uitgifte van het Staatsblad.


Mr. T.C. Borman
Mr. T.C. Borman is werkzaam bij de directie Wetgeving en Juridische Zaken van het ministerie van Veiligheid en Justitie.
Casus

Urgenda: een typisch gevalletje rechter, wetgever of politiek?

Trefwoorden Urgenda, klimaatverandering, gevaarzetting, beleidsvrijheid, doorkruising machtenscheiding
Auteurs Prof. dr. R.A.J. van Gestel
SamenvattingAuteursinformatie

    Het vonnis van de Haagse rechtbank in de zaak Urgenda tegen de Staat der Nederlanden heeft wereldwijd de aandacht getrokken. Het bevel van de rechter aan de Staat om meer te doen om de uitstoot van broeikasgassen met 25 procent ten opzichte van 1990 te verminderen heeft zowel lof als kritiek geoogst in de (internationale) media en literatuur. Milieuorganisaties loven de durf van de rechtbank om de Staat via het onrechtmatigedaadsrecht te houden aan internationaal overeengekomen CO2-reductiedoelstellingen. Staatsrechtgeleerden hekelen het vonnis daarentegen omdat de rechter te activistisch zou hebben geopereerd, te veel op de stoel van de wetgever en de politiek zou zijn gaan zitten en onvoldoende rekening houdt met de beleidsvrijheid van de Staat. De vraag is echter of deze kritiek niet uitgaat van een te eenzijdige lezing van het vonnis en van verouderde denkbeelden over de rol van de rechter binnen de trias politica.


Prof. dr. R.A.J. van Gestel
Prof. dr. R.A.J. van Gestel is hoogleraar theorie en methode van wetgeving aan de Universiteit van Tilburg en redacteur van RegelMaat.