DOI: 10.5553/TvRRB/187977842022013001007

Tijdschrift voor Religie, Recht en BeleidAccess_open

Artikel

Cultuurchristendom in de strijd tegen modern gnosticisme (deel 2)

Een alternatieve visie op het huidige populisme

Trefwoorden cultuurchristendom, gnosticisme, populisme, voegelin
Auteurs
DOI
Toon PDF Toon volledige grootte
Samenvatting Auteursinformatie Statistiek Citeerwijze
Dit artikel is keer geraadpleegd.
Dit artikel is 0 keer gedownload.
Aanbevolen citeerwijze bij dit artikel
Hans van de Breevaart, 'Cultuurchristendom in de strijd tegen modern gnosticisme (deel 2)', TvRRB 2022-1, p. 81-106

    This article tries to show how populism is taking issue with the Gnostic tendency in present-day politics Eric Voegelin had been identifying as ‘the immanentization of the eschaton’. According to populists modern Gnosticism is trying to realize the eschaton at the expense of one or more elements of reality that, according to Voegelin, had been identified in Christian culture during the course of its history, namely God and cosmos, society and men. This article elaborates on this argument by indicating how populists are used to positioning themselves over against Gnostics in the political debates on gender, immigration, climate change and the European Union.

Dit artikel wordt geciteerd in

      God en mens, kosmos en samenleving vormen de meest basale aspecten van de realiteit (…)
      Die realiteit is wat het is, en laat zich niet onderwerpen aan de machtshonger van denkers.
      Eric Voegelin1x Zie voor het eerste deel van dit citaat ‘Equivalences of Experience and Symbolization in History’, in: Published Essays, 1966-1985, Collected Works of Eric Voegelin (vol. 12), Baton Rouge 1990, p. 126, evenals Israel and Revelation, Order and History (vol. 1), Baton Rouge 1956, p. 1 en The Ecumenic Age, Order and History (vol 4), Baton Rouge 1974, p. 2. Het tweede deel van het citaat ontleend aan Voegelin, Science, Politics and Gnosticism, Wilmington 2004, p. 81.

      In het eerste deel van mijn bijdrage over rechts-populisme2x Tijdschrift voor Religie, Recht en Beleid 2021-3, p. 50-66. heb ik beargumenteerd dat het beroep dat het doet op het zogenoemde ‘cultuurchristendom’ gezien moet worden als onderdeel van zijn strijd tegen het moderne gnosticisme.
      Als zodanig volgt dit populisme een grondpatroon dat eerder al door politiek filosoof Eric Voegelin (1901-1985) was geschetst. Daarbij gaat het uit van klassiek-christelijke vooronderstellingen die eeuwenlang de inspiratiebron zijn geweest voor de wijze waarop onze westerse samenlevingen zich hebben gevormd. In een proces van toenemende ‘diversificatie’ heeft de christelijke traditie geleerd de realiteit te zien als bestaand uit ten minste vier elementen die sinds de Schepping principieel niet tot elkaar kunnen worden gereduceerd: God en mens, kosmos en samenleving. De westerse ontwikkelingsgang kan gezien worden als een zoektocht naar een zodanige balans tussen deze vier elementen dat een leefbare situatie werd gecreëerd voor zo veel mogelijk mensen.
      In de geschiedenis zijn er echter ook altijd bewegingen geweest die daarmee geen genoegen namen en streefden naar ‘een immanentisering van het eschaton’, aldus Voegelin. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat de Schepping een fout is geweest van de joods-christelijke God, met als grootste fout het ontstaan van een mensensoort die al te zeer gehecht blijkt aan het materiële. In navolging van Jezus, als een proto-socialistische Messias, streeft een elite van mensen die beschikken over het juiste geestelijke inzicht (gnosis) ernaar de bestaande orde omver te werpen en tegenover alle gehechtheid aan het aardse een volledige realisering van het tijdperk van de Geest te bewerkstellingen. Volgens Voegelin gaat het hier om vormen van gnosticisme die bij het nastreven van dat ideaal de onbedwingbare neiging hebben de bestaande precaire balans tussen God, de kosmische orde, bepaalde samenlevingsvormen en concrete individuen te verstoren. Dat is ook wat het gnosticisme uit de oudheid verbindt met het moderne gnosticisme zoals dat zich manifesteerde in de vorm van communisme en nationaalsocialisme, zo was Voegelin van mening.3x Zie hiervoor met name The New Science of Politics, Chicago 1952, p. 112-114, 124-125; Voegelin 2004, p. 61-62.

    • Vier beleidsterreinen ter illustratie

      In dit tweede deel zal worden betoogd dat de door Voegelin geschetste tendensen op dit moment zichtbaar zijn op vier concrete beleidsterreinen, namelijk die van gender, immigratie, klimaatverandering en Europa. Kort gezegd komt het er daarbij op neer dat een gnostische elite zich geroepen ziet het gewone volk, dat van nature geen toegang heeft tot het inzicht waarover zij wel beschikken, te bevrijden uit de gehechtheid aan het materiële dat hen verhindert zichzelf als authentiek individu te beleven, zich te verenigen tot een gemeenschap van wereldburgers en te leven in harmonie met Moeder Natuur . En dat alles onder leiding van een internationale politieke elite die ernaar streeft deze idealen te realiseren.
      Nodig daartoe is, zo menen deze gnostici, dat het individu bevrijd wordt van de stereotiepe rolpatronen, culturele waarden en normen, en economische en politieke structuren waarbinnen de klassiek-christelijke cultuur het individu en diens natuurlijke omgeving de afgelopen eeuwen gevangen hield, heeft onderdrukt en uitgebuit.
      Deze gnostische beweging maakt onderdeel uit van een trend waarin de klassiek-christelijke cultuur aan belang inboet ten gunste van een manier van geloven die meer ruimte laat aan een eigen individuele invulling ervan. Deze manier van geloven organiseert zich steeds minder in kerkverband en zoekt eerder aansluiting bij ‘alternatieve’ geloofsgemeenschappen, ‘de wetenschap’ en de verhalen die via media worden uitgezonden. Op die manier is er iets van een individualistische counter culture ontstaan die in delen van de westerse wereld inmiddels mainstream is geworden. Die counter culture richt zich tegen de klassiek-christelijke vooronderstellingen en uitingsvormen van de westerse cultuur.4x Deze analyse is, naast het werk van Voegelin, mede geïnspireerd op het werk van de Franse socioloog Emile Durkheim (1858-1917). Zie diens ‘Individualism and the Intellectuals’ in: W. Pickering, Durkheim on Religion, Londen 1975, p. 59-73, en in diens spoor P. Heelas, The New Age Movement, Londen 1995, W.J. Hanegraaff, New Age Religion and Western Culture. Esotericism in the Mirror of Secular Thought, Leiden 1996, en S. Aupers (red.), The Religions of Modernity. Relocating the Sacred to the Self and Digital, Londen 2010.
      In de strijd tegen deze gnostische beweging dient mijns inziens het beroep van populisten op het ‘cultuurchristendom’ te worden gezien. Dat cultuurchristendom gaat uit van de vooronderstelling dat de Schepping, inclusief de mens, geen fout was. Van kwaad was pas sprake toen de mens als God wilde zijn. De strijd tegen het kwaad is voor alles een kwestie van persoonlijke bekering in plaats van een politiek program waarin de zonde vooral wordt gezocht in maatschappelijke structuren. Het cultuurchristendom ziet ook geen heil in een politiek van goede bedoelingen zoals die doorgaans wordt bedreven door een bepaalde elite die zich moreel ver verheven waant boven het gewone volk.
      Wat populisten daarbij onderscheidt van niet-populistische cultuurchristenen is hun polariserende stijl van optreden in het publieke debat. Daarbij keren ze zich tegen diezelfde elite die in het gnosticisme de roeping heeft om het volk te bevrijden uit zijn gebondenheid aan de materiële structuren die het gevangen houden. Leidend daarbij is de diepe overtuiging dat de huidige politieke trends schadelijk zijn voor het precaire evenwicht dat hier en daar nog altijd bestaat tussen God en mens, kosmos en samenleving.5x Aan God wordt door cultuurchristenen niet altijd consequent gerefereerd. In de Verenigde Staten en Zuid- en Oost-Europa gebeurt dat doorgaans nog wel, maar in Noord- en West-Europa slechts bij uitzondering. Dat laatste heeft te maken met de secularisatie die hier inmiddels veel verder gevorderd is. Het niet-gelovige cultuurchristendom lijkt daar veel meer te leven vanuit de intuïtie die ook het werk van Alexis de Tocqueville kenmerkte, namelijk dat ook na het verlies van het persoonlijk geloof in God de cultuur die vorm kreeg vanuit dat geloof essentieel is voor het voortbestaan van de beschaving. Zie voor de gedachten van Tocqueville op dit punt o.a. S. van Bijsterveld & H.-M. ten Napel (red.), Een nieuwe politieke formule. Ideeën voor staat en samenleving geïnspireerd door Alexis de Tocqueville, Den Haag 2021.
      De tegenstelling tussen modern gnosticisme en populistisch cultuurchristendom zal hierna aan de hand van de vier voorgestelde beleidsthema’s worden geïllustreerd. Elk thema zal worden ingeleid door een ideaaltypische schets van de tegenstelling tussen beide politieke bewegingen. Vervolgens zal achtereenvolgens het gnostische en populistische perspectief op het betreffende thema worden uitgewerkt aan de hand van het werk van cultuurcritici, aangevuld met statements van vooraanstaande politieke vertegenwoordigers van beide bewegingen.
      Misschien ten overvloede zij opgemerkt dat gnostici en populisten zich aan de beide uitersten van het politieke spectrum bevinden. Daartussen bevinden zich vaak tal van politieke partijen die ideologisch veel minder uitgesproken zijn, maar ofwel de goede bedoelingen gnostici het voordeel van de twijfel gunnen dan wel meer sympathie hebben voor de kritische houding van populisten. Waar het in mijn bijdrage om gaat, is meer zicht te krijgen op de ideeën waarop populisten aanslaan enerzijds en waardoor zij zichzelf laten inspireren in de strijd tegen het moderne gnosticisme anderzijds.

    • Gender

      Was er sinds de achtereenvolgende feministische golven sprake van intensieve discussie over de verschillen tussen mannen en vrouwen, en hoe de maatschappelijke ongelijkheid tussen de twee seksen kon worden overwonnen, tegenwoordig speelt daarnaast het bredere concept ‘gender’ een steeds belangrijkere rol in het politieke debat. Dat gebeurt op nationaal niveau in Nederland en andere landen in Europa, maar het betreft hier een beweging die vooral vanuit supranationale verbanden als de Verenigde Naties en de Europese Unie wordt gepropageerd.6x http://yogyakartaprinciples.org/principles-en/ en www.coe.int/en/web/genderequality/what-is-gender-mainstreaming.
      De term ‘gender’ wordt door gnostici en populistische cultuurchristenen op verschillende manieren ingevuld. Ideaaltypisch valt daarin het volgende onderscheid aan te brengen.

      • Traditioneel verwijst het naar de eigenschappen, gedragingen en rolpatronen die een maatschappij voor zowel de mannelijke als de vrouwelijke sekse heeft bepaald. Gerichtheid op voortplanting en het onderhoud en de opvoeding van kinderen in de context van het gezin zijn daarbij verondersteld. Vanuit het perspectief van de samenleving worden alle mannen en vrouwen die daarnaar handelen als ‘normaal’ beschouwd, terwijl zij die dat niet doen als ‘afwijkend’ gelden.

      • Tegenwoordig wordt door met name gnostici, in het kader van het streven naar gelijkheid, de tegenstelling ‘normaal-afwijkend’ steeds vaker als discriminerend beschouwd. Iemands gender wordt vanuit dat perspectief niet langer bepaald door de sekse die men van nature heeft, maar is het resultaat van een keuze die afhangt van de wijze waarop men de eigen individuele identiteit op een bepaald moment ervaart dan wel tot uitdrukking wil brengen. In plaats van ‘afwijkend’ geldt een dergelijke identiteit als ‘authentiek’.

      Maar wat zijn daarbij de achterliggende ideeën, politieke initiatieven en maatschappelijke consequenties van achtereenvolgens de gnostische en cultuurchristelijke opvattingen?

      Individuele gelijkheid als politiek ideaal…

      Al in de oudheid is er bij gnostici de neiging om geslachtelijke kenmerken, inclusief de daarbij behorende rolpatronen, te relativeren door seksualiteit als te materieel dan wel lichamelijk en daarom als ‘kwaad’ te brandmerken. Volgens hen dienden mensen zich te concentreren op geestelijke zaken en de goddelijke vonk in zichzelf tot wasdom te brengen. Van belang was lichamelijke instincten niet slechts te beteugelen, maar ze totaal uit te blussen. Om te voorkomen dat de gemeenschap uitstierf, ontwikkelde het gnosticisme zich ofwel tot een sterk missionaire beweging, ofwel men besloot dat er concessies dienden te worden gedaan aan het kwaad om het eigen voortbestaan te garanderen.7x Zie voor de verschillende gnostisch-christelijke opvattingen in de oudheid o.a. P. Brown, The Body and Society. Men, Women and Sexual Renunciation in Early Christianity, New York 1988; verwijzingen verderop naar Nederlandstalige versie: Lichaam en maatschappij. Man, vrouw en seksuele onthouding in het vroege Christendom, 50-450 n.C., Amsterdam 1990, p. 81-95.
      De relativering zo niet ontkenning van het onderscheid tussen mannen en vrouwen zien we in de (vroeg)moderne tijd terugkeren in radicaaldoperse en libertijnse kringen en het communisme. Het optreden van Jan van Leyden (1509-1536) in Münster werd weliswaar lange tijd als afschrikwekkend voorbeeld van maatschappelijke verloedering gezien, voor Karl Marx (1818-1883) en Friedrich Engels (1820-1895) gold hij als lichtend voorbeeld van een subcultuur waarin het traditionele gezin als hoeksteen van de maatschappelijke ordening had afgedaan. Zo beweerde Engels in Der Ursprung der Familie (1884) dat:8x In Engelstalige versie, The Origin of the Family, Private Property and the State, Londen 2010, respectievelijk p. 80, 105-106, 86-87. Zie voor Jan van Leyden als inspiratiebron R. Boer, Red Theology. On the Christian Communist Tradition, Leiden 2019, p. 19-25.

      • vrije seks de norm was in de geschiedenis, en opnieuw in ere zou moeten worden hersteld;

      • alle mensen vrij dienden te worden gesteld van de zorg voor hun eigen kinderen, zodat zij sociaal gezien ‘meer productieve’ rollen konden vervullen;

      • het huwelijk tussen man en vrouw een recente uitvinding was, gebaseerd op de typisch mannelijke bezitsdrang en de neiging tot uitbuiting van de vrouwelijke sekse.

      De emancipatie van de vrouw lag volgens Marx en Engels in de bevrijding van de mannelijke drang tot vermeerdering van privébezit, de afschaffing van privébezit überhaupt, inclusief de wortels daarvan in de christelijke religie met haar geloof in een goede Scheppergod.
      In de Sovjet-Unie van Lenin en Stalin en in het China van Mao Zedong is geprobeerd deze ideeën ook daadwerkelijk toe te passen. Via staatsgeleide experimenten werd de maatschappij met geweld onderworpen aan collectieve samenlevingsvormen en opvoedingsmethoden.9x P. Ginsborg, Family Politics: Domestic Life, Devastation and Survival, 1900-1950, New Haven/Londen 2016.
      Ondanks het feit dat dergelijke experimenten destijds mislukten, vormen de gedachten van Marx en Engels nog altijd een inspiratiebron voor ideologieën die kritisch staan tegenover het traditionele gezin. Meer recent werden experimentele samenlevingsvormen door Herbert Marcuse (1898-1979) en Judith Butler (1956-) bepleit om te ontsnappen aan zogenoemde ‘dwangheteroseksualiteit’.10x H. Marcuse, Eros and Civilization, Boston 1955; J. Butler, Gender Trouble, New York 1990; J. Butler, Undoing Gender, New York 2004. Het zou bij heteroseksualiteit gaan om een kunstmatig concept waaraan de traditionele man zich van vrouwen bedient om zich voort te planten. Daarmee wordt, zo stelde met name Marcuse, geen recht gedaan aan de ‘polymorfe perversiteit’ die in de natuur in aanleg aanwezig is. Diende volgens Freud die ‘perversiteit’ overwonnen te worden om te kunnen spreken van volwassenheid, bij Marcuse wordt ze juist positief geduid als in principe eindeloze bron van ‘plezierige’ ervaringen.11x Marcuse 1955, p. 85-86. In het spraakgebruik wordt daarbij weliswaar nog altijd gerefereerd aan de biologische oorsprong van de beide genders. Maar in de praktische vormgeving van de verschillende genderidentiteiten is volgens Butler niet langer de biologie en de daarmee verbonden voortplanting, maar het verhaal van ‘plezierige’ ervaringen van betrokkenen maatgevend. Net als bij Marcuse, staat ‘plezierig’ voor Butler niet slechts voor louter seksueel genot, maar ook voor het uitdagende karakter ervan richting de ‘normatieve heteroseksualiteit’.12x Zie daarvoor, naast Undoing Gender, ook Giving an Account of Oneself, New York 2005, aldaar p. 78.
      Op dit moment worden er internationaal, met name via de Verenigde Naties (VN) en de Europese Unie (EU), pogingen gedaan om alternatieve genderidentiteiten zodanig politiek te faciliteren dat er een vorm van gelijkheid kan worden gerealiseerd in de maatschappelijke participatie van vrouwen en die van mannen, ongeacht de wijze waarop zij deze genderidentiteit beleven.13x Zie noot 6. Onderdeel van deze vorm van gendermainstreaming is daarbij het streven naar toenemende arbeidsparticipatie van vrouwen, al dan niet door middel van genderquota, het recht op abortus en gelijkberechtiging van hetero- en lhbtiq-huwelijken en, daarmee, het recht op adoptie van kinderen. En binnen de EU gaan er steeds meer stemmen op om landen die zich daartegen verzetten onder curatele te plaatsen.14x Zie o.a. de reacties van commissievoorzitter Ursula von der Leyen richting Polen: www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/von-der-leyen-waarschuwt-polen-geduld-is-op, en van de Nederlandse minister-president Mark Rutte over Hongarije: www.metronieuws.nl/in-het-nieuws/binnenland/2021/06/rutte-hongarije-europese-unie-anti-lhbti-wet/.

      …tegenover materiële ongelijkheid

      Het populistische cultuurchristendom keert zich nadrukkelijk tegen de Europese politiek van gendermainstreaming. Het laat zich daarbij leiden door de overtuiging dat daarbij geen rekening wordt gehouden met de natuurlijke aanleg van mannen en vrouwen, met alle gevolgen van dien voor voortplanting en continuering van de westerse beschaving.
      Hoewel de christelijke apostel Paulus (3-60) en na hem de kerkvader Augustinus (354-430) zich zeer kritisch uitlieten over elke obsessie met lichamelijkheid, erkenden zij het als een wezenlijk onderdeel van Gods goede Schepping. Daarbij was het onderscheid tussen man en vrouw fundamenteel, aangezien het als onmisbare voorwaarde gold voor de uitvoering van de opdracht aan de mensheid om zich voort te planten en de mogelijkheden die in de Schepping gelegd zijn tot volle ontplooiing te brengen.15x R. Obach, The Catholic Church on Marital Intercourse: from St. Paul to John Paul II, Lanham 2008; tevens R.P. George, The Clash of Orthodoxies. Law, Religion and Morality in Crisis, Washington 2002, p. 75-89.
      Anders dan het geval is binnen het gnosticisme, vormt het gezin in de klassiek-christelijke traditie de basiseenheid van en voorwaarde voor een gezonde persoonsvorming, samenleving en politieke ordening. Uitgangspunt is daarbij een levenslange verbintenis tussen man en vrouw, waarbinnen zij elkaar tot steun zijn, beminnen, nageslacht verwekken en zorg dragen voor opvoeding en onderwijs van de kinderen. Wanneer samenlevingsvormen niet meer aan deze basisvoorwaarde voldoen, zijn ze volgens deze visie gedoemd ten onder te gaan.16x A.C. Carlson & P.T. Mero, The Natural Family. A Manifesto, Dallas 2007, p. 7-8; G. Kuby, Die globale sexuelle Revolution. Zerstörung der Freiheit im Namen der Freiheit, Fiβlegg 2012, in het Nederlands verschenen onder de titel De seksuele revolutie. De vernietiging van de vrijheid uit naam van de vrijheid, Groningen 2017, aldaar m.n. p. 263-297.
      Een dergelijke klassiek-christelijke argumentatie vinden we niet alleen bij conservatieve christenen in het algemeen, maar ook bij populistische cultuurchristenen. Wanneer het gaat om vertegenwoordigers daarvan in Oost- en Zuid-Europa hoeft dat niet te verbazen. Maar zelfs in West-Europa, waar populisten zich lang niet altijd als gelovigen afficheren, zien we deze lijn bijvoorbeeld terugkomen.17x A. Graff & E. Korolczuk, Anti-gender Politics in the Populist Movement, Londen 2022; tevens H. van de Breevaart, Threat or Opportunity? A Christian Perspective on Populism, Brussel 2021, p. 120-125.
      Het onderscheid tussen man en vrouw is voor laatstgenoemden een natuurlijk gegeven dat niemand met gezond verstand kan ontkennen. Zij die dat gegeven niettemin toch ontkennen, lijden volgens populisten aan ‘gendergekte’.18x Zie bijv. https://tpo.nl/2021/05/26/video-martin-bosma-pvv-over-een-genderneutraal-paspoort/. Hun kritiek keert zich in dat verband niet alleen tegen voorgestelde genderquota, maar ook tegen het genderneutrale paspoort en mogelijkheden tot adoptie van kinderen door partners van gelijk geslacht dan wel partners die naast de biologische ouder(s) als stiefouder(s) optreden.
      Populisten ontkennen niet dat er vrouwen zijn die graag in het bedrijfsleven of in publieke functies actief zijn. Ze ontkennen ook niet dat er mensen zijn voor wie hun man- of vrouw-zijn minder vanzelf spreekt dan op basis van hun sekse gedacht zou kunnen worden. En het dient deze mensen ook vrij te staan hun ambities te volgen dan wel hun anders-zijn te beleven en te uiten. Maar dat is totaal iets anders dan ontkennen dat er ‘normaal gesproken’ een natuurlijk verband bestaat tussen sekse en gender, zo stellen populisten nadrukkelijk. ‘Een man is een man en een vrouw is een vrouw. Dat zal altijd zo blijven’, zo verwoordde PVV-leider Geert Wilders de populistische consensus.19x https://twitter.com/geertwilderspvv/status/1425775322365054982?ref_src=twsrc%5Etfw.
      Dat er daarnaast mensen zijn die niet in dit plaatje passen, is een gegeven waarover tegelijkertijd consensus bestaat. Ook pleiten populisten niet voor een verbod op geslachtsveranderende operaties. Maar het betreft hier voor hen uitzonderingen van het volgens hen normale patroon. Dat ‘normale patroon’ is ook reden om wettelijke regelingen rond homohuwelijk en homoadoptie niet als vanzelfsprekend te aanvaarden of zelfs tegen te gaan. Vanuit die opvatting keren populisten zich ook tegen dat wat zij plegen aan te duiden als ‘genderactivisme’ en ‘woke-identiteitspolitiek’.20x Zie voor uitspraken van respectievelijk Vlaams Belang-politicus Dominiek Sneppe: www.standaard.be/cnt/dmf20190605_04445853, en de Hongaarse Fidesz-leider Viktor Orbán: www.facebook.com/permalink.php?story_fbid=2572801526152397&id=632806306818605.
      Aansluitend op deze consensus wijst een aantal populisten daarnaast op de positieve waarde van het traditionele gezin als hoeksteen van de samenleving. Bij partijen die zich niet expliciet als christelijke partijen profileren, gaat het daarbij om reflecties van individuele partijprominenten. Bekend voorbeeld in dit verband was Pim Fortuyn in zijn boek De verweesde samenleving (2002). Eenzelfde lijn volgt op dit moment FVD-leider Thierry Baudet, die recent nog stelde:21x https://americanaffairsjournal.org/2019/05/houellebecqs-unfinished-critique-of-liberal-modernity/.

      ‘De zogenaamde “bevrijding” van de vrouw heeft er echter toe geleid dat zij worden aangemoedigd om ernaar te streven financieel onafhankelijk te worden. Echter, de combinatie van werk en gezin maakt dat er gemiddeld minder kinderen geboren worden en er steeds minder tijd overblijft om in een gezonde relatie te investeren. Daardoor ontstaat niet alleen een demografisch probleem; ook het groeiend aantal echtscheidingen en een toenemende eenzaamheid dienen daaruit te worden verklaard – met alle gevolgen van dien voor toekomstige generaties jongens en meisjes.’

      Vanuit de erkenning van de waarde van het traditionele gezin is er soms sprake van sympathie voor traditionele moslims.22x Zie bijv. Thierry Baudet via https://mobile.twitter.com/thierrybaudet/status/1412082372078669824, en over Steve Bannon o.a. B. Teitelbaum, War for Eternity. The Return of Traditionalism and the Rise of the Populist Right, Londen 2021, p. 194. Maar kritiek van populisten als Wilders richt zich tegelijkertijd tegen het geweld door mensen met een migratieachtergrond, waarvan vooral vrouwen en lhbti’ers het slachtoffer zijn.23x Zie bijv. https://twitter.com/geertwilderspvv/status/1407971734163234820. Volgens de analyse van populisten als Orbán hebben we dergelijk geweld24x Breed leeft de gedachte dat onder het bewind van Fidesz in Hongarije geweld tegen lhbti’ers gerechtvaardigd zou zijn, en dat dit door de onlangs aangenomen ‘anti-homowet’ nog weer eens wordt aangewakkerd. Dat is een misverstand. Homoseksualiteit is niet verboden in Hongarije. Dit in tegenstelling tot geweld tegen lhbti’ers. Waar de wet zich tegen keert is ‘de propaganda’ in het onderwijs die homoseksualiteit en het homohuwelijk voorstelt als gelijkwaardig aan heteroseksualiteit en het traditionele huwelijk. Zie voor de huidige wetgeving in Hongarije https://en.wikipedia.org/wiki/LGBT_rights_in_Hungary. ook over onszelf afgeroepen door een opengrenzenbeleid als het gaat om immigratie van mensen uit culturen die principieel onverenigbaar lijken met de westers-christelijke beschaving. In dat kader riep hij ook de Europese christendemocraten ter verantwoording omdat zij weigerden nog langer op te treden als verdedigers van het aloude cultuurchristendom:25x Zie de link naar het statement op de Facebook-pagina van de Hongaarse minister van Gezinszaken, Katalin Novák: www.facebook.com/permalink.php?story_fbid=2572801526152397&id=632806306818605.

      ‘We hebben het traditionele gezinsmodel, gebaseerd op het huwelijk tussen man en vrouw, opgegeven en ons in de armen gestort van de genderideologie. In plaats van het belang in te zien van eigen voortplanting zien we massa-immigratie gestimuleerd worden als oplossing voor onze huidige demografische problemen.’

    • Immigratie

      Van migratie is er gedurende de hele wereldgeschiedenis sprake geweest. Vanuit de behoefte te ontsnappen aan schaarste zijn mensen altijd al op zoek gegaan naar een betere toekomst. En daar waar het politieke streven naar eenheid ten koste ging van de bestaande diversiteit en vrijheden, daar hadden met name minderheden niet zelden de neiging hun heil ergens anders te zoeken. Klassieke voorbeelden daarvan zijn de verspreiding van volken na de mislukte torenbouw van Babel en de uittocht van het volk Israël uit de tirannie van Egypte.
      Tegenwoordig spreken we van immigratie wanneer mensen, na vertrek uit hun eigen land, arriveren in het land of werelddeel waar zij een verblijfsvergunning aanvragen. Deze mensen zijn echter vaak geworteld in de cultuur in het land van herkomst, en het is de vraag hoe die cultuur zich verhoudt tot de cultuur van het land van aankomst. Concreet: wat betekent het wanneer mensen uit culturen zoals die heersen in grote delen van Noord-Afrika en het Midden-Oosten zich vestigen in landen binnen Europa?
      Op die vraag worden door moderne gnostici en populistische cultuurchristenen verschillende antwoorden gegeven. Ideaaltypisch gaat het daarbij respectievelijk om de volgende twee opvattingen.

      • Immigratie is goed. Immigranten verrijken de cultuur van het land van aankomst, aangezien ze zorgen voor meer culturele diversiteit. Voor alles dienen deze migranten als individuen te worden gezien, en als zodanig gelijkwaardig aan elk ander individu. Zij dienen ook extra steun te ontvangen bij hun pogingen een eigen plek te vinden in de samenleving en dienen gelijke kansen te krijgen om zich te manifesteren in de publieke ruimte. Elke andere visie maakt zich schuldig aan discriminatie, racisme, xenofobie of, in het geval van de moslims, islamofobie.

      • Immigratie blijkt in de praktijk lang niet altijd goed uit te pakken voor het land van aankomst. Diversiteit is een gegeven, maar dat betekent niet dat we cultuuruitingen die schadelijk zijn voor het onderlinge vertrouwen en vreedzaam samenleven in de maatschappij, kritiekloos moeten accepteren. Bovendien zien we de schadelijke gevolgen van immigratie in de samenleving zich vooral concentreren in bepaalde wijken. De overheid is geroepen in te staan voor de leefbaarheid van deze wijken, en kwetsbare groepen te beschermen tegen de wijze waarop die leefbaarheid bedreigd wordt door de aanwezigheid van met name tribale cultuurinvloeden. Beperking van de immigratie van mensen afkomstig uit de daaraan ten grondslag liggende culturen is noodzakelijk.

      Wat zijn hierbij de achterliggende ideeën, politieke initiatieven en maatschappelijke consequenties volgens gnostici en populisten?

      Multiculturalisme als politiek ideaal…

      De opvatting van de moderne gnostici wordt doorgaans aangeduid met de term ‘multiculturalisme’. Het gaat daarbij om meer dan de feitelijke erkenning dat er sprake is van diverse cultuurinvloeden binnen een samenleving. Daarnaast is er de maatschappelijke en politieke opdracht om mensen die afkomstig zijn uit diverse culturen voor alles te beschouwen als individuen. Als zodanig verdienen ze publieke erkenning en gelijke behandeling als ieder ander. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat integratie van deze individuen, ook met behoud van de eigen cultuur, probleemloos zal verlopen.
      Volgens de cultuurcritici die dit idee propageren, is de taak van de staat om alle burgers, ongeacht hun cultureel bepaalde levensvormen, in een vreedzame politieke gemeenschap te verenigen. Vanuit de gedachte dat individuen, ongeacht de cultuur waaruit ze afkomstig zijn, aanspraak kunnen maken op gelijkwaardigheid, is binnen een dergelijke gemeenschap ruimte voor een principieel oneindige culturele diversiteit.
      Vooralsnog wordt voor de integratie van migranten door gnostici de natiestaat verantwoordelijk geacht. Maar het nadeel van deze staatsvorm is, zo stellen de onder hen spraakmakende cultuurcritici, dat die de neiging heeft vormen van nationalisme te stimuleren die discriminerend zijn voor etnische minderheden. Voor een vreedzame toekomst zonder oorlog en discriminatie zijn we afhankelijk van supranationale instanties als de VN en de EU en hun politiek van ‘diversiteit’. ‘Vanuit het perspectief van ons wereldburgers is diversiteit niet het probleem, maar de oplossing’, zo stelden toonaangevende sociologen als Ulrich Beck en Anthony Giddens in dat verband.26x ‘Nationalism has now become the enemy of Europe’s nations’, het destijds geruchtmakende artikel van Beck en Giddens dat in alle grote kranten in Europa verscheen, waaronder The Guardian 4 oktober 2005. Zie daarnaast Council of Europe, Competences for Democratic Culture. Living together as Equals in Culturally Diverse Democratic Societies, Strasbourg 2016, p. 12 en https://en.unesco.org/news/cutting-edge-infinite-reservoir-cultural-diversity-shaping-future-we-want.
      In dat verband dient ook de volgende bewering van Eurocommissaris Frans Timmermans te worden gezien.27x https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/SPEECH_15_5754; zie ook www.pes.eu/en/news-events/news/detail/Frans-Timmermans-ItsTime-for-A-New-Social-Contract-for-Europe/.

      ‘Diversiteit is de toekomst van onze mensheid. Er zal, ook niet in de meest afgelegen plaatsen op deze planeet, een natie zijn die ontkomt aan diversiteit. Politici die hun electoraat het verhaal verkopen van een monoculturele samenleving, stellen het een toekomst in het vooruitzicht dat gebaseerd is op een verleden dat nooit bestaan heeft. Hun verhaal heeft dan ook geen toekomst.
      Diversiteit is de toekomst van onze mensheid. De enige vraag die relevant is: hoe gaan we met die diversiteit om? En mijn antwoord op die vraag is: door ervoor te zorgen dat onze waarden gaan bepalen hoe wij met die diversiteit omgaan. Die waarden blijven we trouw. Wanneer we dat niet doen, zal onze samenleving te gronde gaan. Europa zal dan niet langer een plek zijn waar wij in vrede en vrijheid met elkaar zullen samenleven.’

      De waarden die voor Timmermans daarbij een doorslaggevende rol spelen zijn die van de individuele menselijke waardigheid en gelijkheid. Die maken dat diversiteit niet alleen een maatschappelijke realiteit is waaraan niet te ontkomen valt, maar die bovendien positief dient te worden gewaardeerd. Daarbij is niet de manier waarop natiestaten van nature de neiging hebben om te gaan met diversiteit de oplossing, maar een internationaal samenwerkingsverband dat diversiteit als uitgangspunt en toekomstperspectief hanteert.
      Problematisch is echter, aldus Timmermans, de aanwezigheid van populisten in het publieke debat die zich halsstarrig tegen die realiteit verzetten door alsmaar terug te verlangen naar een verleden dat nooit bestaan heeft. En dat zou niet zo erg zijn wanneer het niet gepaard zou gaan met groeiend antisemitisme en moslimhaat, terugkerend nationalisme en toenemende oorlogsdreiging, zo is Timmermans van mening.
      In diezelfde geest worden de Europese volksvertegenwoordigers en degenen die zij vertegenwoordigen opgeroepen zich bewust te zijn van de schuld die we met antisemitisme (Holocaust), kolonialisme (slavernij en uitbuiting) en nationalisme (twee wereldoorlogen) op ons hebben geladen. Dat nooit meer. De enige manier om te voorkomen dat dit verleden ons weer opnieuw parten zal gaan spelen en we ons opnieuw schuldig maken aan onrecht, is de erkenning van diversiteit op basis van waarden als gelijkheid en solidariteit, zo stellen de aanhangers van het multiculturalisme.28x Samenvatting ontleend aan W. Kymlicka, ‘The Rise and Fall of Multiculturalism?’, in: S. Vertovec & S. Wessendorf (red.), The Multiculturalism Backlash. European Discourses, Politics and Practices, Londen 2010, p. 34-35. En als men de idealen van de Franse Revolutie – vrijheid, gelijkheid en solidariteit – en die van Jezus Christus – in hem Jood noch Griek, slaaf noch vrije, man noch vrouw – werkelijk serieus wilde nemen, aldus moderne gnostici, dan diende gestreefd te worden naar bevrijding van de westerse hegemonie.29x S. Hall, ‘The Multi-cultural Question’, in: B. Hesse (red.), Un/settled Multiculturalisms. Diasporas, Entanglements, Transruptions, Londen 2000, p. 209-210; P. Eisenbaum, ‘Is Paul the father of mysoginy and antisemitism?’, Cross Currents 2001-4, p. 506.
      Zo bezien lijkt het multiculturalisme een poging om een gevoel van heelheid te creëren in een tijd van individualisme, globalisering en maatschappelijke segregatie.30x C.J. Trotman (red.), Multiculturalism: Roots and Realities, Bloomington 2012, p. 9-10.

      …tegenover een gewelddadige werkelijkheid

      Op 11 september 2001 zagen de Verenigde Staten zich geconfronteerd met een terroristische aanslag op enkele architectonische iconen van hun militaire, politieke en economische macht. Sindsdien zien we in de hele westerse wereld een steeds sterker wordende beweging in samenleving en politiek die kritisch ageert tegen het multiculturalisme. Aanvankelijk niet zozeer op basis van een alternatieve ideologie, maar omdat het multiculturele diversiteitsdenken volgens spraakmakende vertegenwoordigers van deze beweging als Pim Fortuyn (1948-2002) de bestaande problemen in de samenleving eerder zou verergeren dan er de bedoelde oplossing voor te bieden.31x Fortuyn kwam overigens al enkele jaren voor de aanslagen met een kritische analyse van het multiculturalisme. Zie zijn Tegen de islamisering van onze cultuur. Nederlandse identiteit als fundament, Utrecht 1997. Direct na de aanslagen werd het met enkele aanvullingen opnieuw uitgegeven en, sindsdien, diverse malen herdrukt. Zie voor een analyse van de steeds sterker wordende kritiek op het multiculturalisme in Nederland: J. Kooijman, ‘Are we all Americans? 9/11 and discourses of Multiculturalism in the Netherlands’, in: D. Rubin & J. Verheul (red.), American Multiculturalism after 9/11. Transatlantic Perspectives, Amsterdam 2009, p. 181-190.
      Waar populisten moeite mee hebben is precies datgene wat we Eurocommissaris Timmermans zojuist zagen doen: diversiteit legitimeren met een beroep op waarden als individuele menselijke waardigheid en gelijkheid, zonder daarbij voldoende rekening te houden met de maatschappelijke gevolgen ervan. Het simpele feit dat Europa bestaat uit multiculturele samenlevingen wil volgens hen nog niet zeggen dat deze realiteit geen schaduwzijden kent die heroverweging van het politieke ideaal noodzakelijk maken.
      We hebben hier in Europa, zo benadrukken cultuurcritici, te maken met een tribale mentaliteit van mensen met een migratieachtergrond en veelal afkomstig uit Noord-Afrika en Azië, met name het Midden-Oosten, die zo fundamenteel van de dominante westerse cultuur verschilt dat aanpassing aan de hier geldende waarden en normen in de praktijk zeer problematisch blijkt.32x S. Huntington, The Clash of Civilizations and the Remaking of World Order, New York 1996; Ph.C. Salzman, Culture and Conflict in the Middle East, New York 2007. Een dergelijke tribale mentaliteit wordt gekenmerkt door het feit dat vrouwen niet gelijkwaardig zijn aan mannen, waarin op overtreding van kledingregels door vrouwen lijf- dan wel doodstraf staat, waarin vrouwenbesnijdenis dient om te voorkomen dat vrouwen ontrouw zijn aan hun man, waarin eigenrichting geaccepteerd is en op geloofsafval de doodstraf staat. De kans is groot dat haat zich niet alleen keert tegen degenen die de familie of het geloof te schande maken, maar ook tegen de cultuur die geloofsafval legitimeert en de gebruikelijke sancties daarop strafbaar stelt. De terreuraanslagen waardoor de westerse wereld de afgelopen decennia regelmatig wordt opgeschrikt, vormen de meest dramatische manifestaties van dergelijke haat.
      Deze tribale mentaliteit wordt bovendien gelegitimeerd door het zogenoemde islamisme, zo stellen deskundigen als Gilles Kepel en Bassam Tibi.33x G. Kepel, Jihad: The Trail of Political Islam, Londen 2006; B. Tibi, Islam and Islamism, New Haven/Londen 2012. Het gaat bij dit islamisme om een politieke beweging in Turkije, Noord-Afrika en Azië die streeft naar wereldwijde implementatie van de traditioneel-islamitische wetgeving, de sharia. Een aantal tribale gewoonten zijn opgenomen in deze vorm van wetgeving en hier en daar is er ruimte voor rechtspraak volgens daarin vervatte regels. Dat kan lokaal soms leiden tot het afzwakken van gewoonten die desastreus uitpakken voor met name vrouwen en meisjes. Altijd zal de uitspraak op gespannen voet staan met de gelijkwaardigheid die kenmerkend is voor de wijze waarop in het westerse recht tegen vrouwen wordt aangekeken, zo stellen populisten. Bovendien, zo benadrukken genoemde deskundigen, vormt het islamisme een totalitaire ideologie die het gebruik van geweld en terreur tegen culturen die niet binnen de politieke invloedssfeer van de sharia vallen, legitimeert.
      De kritiek van populistische cultuurcritici richt zich om te beginnen op het feit dat multiculturalisten als Timmermans migranten primair beschouwen als individuen in plaats van hen te zien als mensen die geworteld zijn in een bepaalde cultuur. Daardoor wordt er onvoldoende gerekend met de mogelijkheid dat de genoemde tribale mentaliteit wel degelijk een beslissende invloed zou hebben op het gedrag van groepen migranten. Het gevolg daarvan is dat multiculturalisten toenemende spanningen, criminaliteit, toenemende onveiligheid voor vrouwen en lhbti’ers, verkrachtingen en racistisch gemotiveerde geweldsdelicten in bepaalde wijken van met name de grote steden in Europa ook niet als een cultuurprobleem zien. Ten onrechte, zo concluderen genoemde cultuurcritici.34x D. Murray, The Strange Death of Europe. Immigration, Identity, Islam, Londen 2017; R. Kassam, No Go Zones. How Sharia Law is Coming to a Neighborhood near You, Washington 2017; R. Israeli, Retreating from the Mirage of Multiculturalism? The Cases of Holland, Britain and Israel, New York 2018; A. Hirsi Ali, Prey. Immigration, Islam and the Erosion of Women’s Rights, New York 2020; M. Elchardus, Reset. Over identiteit, gemeenschap en democratie, Antwerpen 2021, aldaar met name p. 208-222.
      Op basis daarvan komen populisten met voorstellen om de druk op de samenleving te verlichten. Migranten uit regio’s die gekenmerkt worden door een tribaal cultuurpatroon dienen volgens hen te worden teruggestuurd naar hun land van herkomst. Vluchtelingen dienen te worden opgevangen in een veilige regio in de buurt van hun land van herkomst dan wel in veilige landen buiten de grenzen van Europa.35x Th. Francken, Continent zonder grens, Antwerpen 2018. Deze Vlaamse oud-staatssecretaris voor Asiel en Migratie is degene die op dit moment de meest omvattende visie op de migratieproblematiek vanuit populistische hoek heeft geformuleerd. Alleen de groep vluchtelingen die met al deze regelingen niet geholpen kunnen worden en nog steeds gevaar lopen, kan asiel aanvragen.36x Dat is de lijn die vooralsnog door Orbán wordt gevolgd; zie V. Czina, ‘Hungary as Norm Entrepreneur in Migration Policy’, Intersections. East European Journal of Society and Politics 2021-1, p. 22-39. Voor mensen met werkervaring waarvan bedrijven aangeven dat daaraan behoefte bestaat, kan eveneens een uitzondering worden gemaakt.37x Francken 2018, p. 47-48; www.fvd.nl/aanpakken-immigratie.
      Deze voorstellen aanduiden als discriminerend en ingegeven door racistische motieven is volgens populisten de omgekeerde wereld. Regeringen hebben verplichtingen tegenover hun eigen bevolking, ongeacht huidskleur. Zich door schuldgevoelens laten leiden om meer solidair te zijn met migranten zou pas echt van discriminatie en racisme getuigen. Het christelijke gebod luidt inderdaad: hebt uw naasten lief. Maar voor populisten zijn dat in de eerste plaats de eigen landgenoten die te lijden hebben van ongecontroleerde immigratie.38x Zie voor uitspaak van PVV-leider Wilders in dit verband: https://twitter.com/geertwilderspvv/status/1268238908158095368, en voormalig FPÖ-leider Heinz-Christian Strache: www.vienna.at/fpoe-strache-wirbt-mit-naechstenliebe-aber-nur-fuer-oesterreicher/3666989.
      We moeten ons vooral niet laten leiden door de gedachte dat wij de wereldproblematiek kunnen oplossen, zo zijn populisten van mening. Een gedachte die volgens hen vaak eerder gedreven wordt door een schuldgevoel dat ons door cultuurcritici en politici wordt aangepraat. In de woorden van Theo Francken van de Vlaamse N-VA:39x Francken 2018, p. 50-51.

      ‘De armoede en de conflicten in Afrika en de Arabische wereld, die de motor vormen achter de migratiedruk op Europa, zijn niet de schuld en nog minder de verantwoordelijkheid van Europa. Europa kan daar fundamenteel niets aan veranderen, hoe groot onze verontwaardiging daarover als mens ook moge zijn. (…) We moeten en zullen meer doen. Maar dat hoeft helemaal niet in de vorm van permanente migratie naar Europa. Dat kan ook door meer en vooral betere opvang in de regio van herkomst: als vrijwillige, onbaatzuchtige en zelfbewuste uiting van internationale solidariteit.’

    • Klimaatverandering

      Niet alleen oorlogen en ongelijkheid leiden tot migratiestromen richting Europa, ook de rol van klimaatverandering dient in dat verband niet te worden onderschat, zo luidt tegenwoordig een veelgehoorde redenering. En ook aan dat laatste is het Westen schuldig. Terwijl het kolonialisme leidde tot onderdrukking en uitbuiting van de medemens, is klimaatverandering het gevolg van uitbuiting van de natuur. De grote boosdoener die achter beide misdaden schuilgaat, is het kapitalisme. Het streven naar ongeremde economische groei heeft niet alleen mensen wereldwijd tot slachtoffer gemaakt; het voortbestaan van onze leefwereld op deze planeet staat op dit moment op het spel, zo luidt de kritiek.40x Zie voor een samenvatting van deze cultuurkritiek R.H. Nelson, The New Holy Wars. Economic Religion vs. Environmental Religion in Contemporary America, Pennsylvania 2010.
      Ook op dit punt zien we gnostici en populistische cultuurchristenen echter twee wegen gaan. Ideaaltypisch laten deze zich als volgt samenvatten:

      • Klimaatverandering is volgens gnostici de schuld van westerse landen, aangezien zij sinds de industriële revolutie verantwoordelijk zijn geweest voor schadelijke uitstoot van broeikasgassen, waaronder CO2. Op deze landen rust de plicht om deze klimaatverandering tegen te gaan, aangezien het welzijn van Moeder Aarde en het voortbestaan van ons menselijk leven op deze planeet in het geding is. Daartoe is het nodig om via internationale politieke afspraken en veranderingen in ons consumptiepatroon binnen dertig jaar te komen tot een CO2-neutrale economie. Alleen op deze manier kan de planeet op de lange termijn leefbaar worden gehouden.41x Samenvatting ontleend aan W. Behringer, A Cultural History of Climate, Cambridge 2010, p. xvi-xvii.

      • Of klimaatverandering kan worden tegengegaan is volgens populistische cultuurchristenen twijfelachtig, omdat daarbij natuurwetten in het geding zijn waarop de mens slechts beperkte invloed heeft. In plaats van te spreken over schuld is het beter de nadruk te leggen hoezeer technieken die de uitstoot van broeikasgassen veroorzaken, een positieve impact gehad hebben op onze levensverwachting, levensstandaard en kwaliteit van onze natuurlijke leefomgeving. De maatregelen die nodig zijn om wereldwijd binnen dertig jaar te komen tot een CO2-neutrale economie, zullen een negatieve invloed hebben op de economie en vooral de meest kwetsbare groepen in de samenleving onevenredig treffen. In plaats van te streven naar een globale aanpak is het beter te anticiperen op de gevolgen van klimaatverandering via lokale aanpassingen en investeringen in leefbaarheid.42x R.G. Veldman, The Gospel of Climate Skepticism. Why Evangelical Christians Oppose Action on Climate Change, Berkeley 2019, p. 47-68; Van de Breevaart 2021, p. 109-115.

      Opnieuw leren leven met Moeder Aarde…

      Opvallend is dat in de moderne, grotendeels marxistisch en feministisch georiënteerde cultuurkritiek onze planeet wordt voorgesteld als Moeder Aarde.43x Zie o.a. C. Deane-Drummond, ‘Sophia. The Feminine Face of God as a Metaphor for an Ecotheology’, Feminist Theology 1997-6, p. 11-31; N. Sturgeon, Ecofeminist Natures. Race, Gender, Feminist Theology and Political Action, New York 2002; in het Nederlandse taalgebied T. van Montfoort, Groene theologie, Middelburg 2019. Tegenover de als mannelijk aangemerkte God van het orthodoxe cultuurchristendom wordt hier nadrukkelijk gerefereerd aan de gnostische traditie met verwijzingen naar het goddelijke principe dat ten grondslag ligt aan ons universum, vrouwe ­Sophia. Op een bepaald moment besloot zij zich te vereenzelvigen met het universum en zelf daarvan het creatieve principe te worden en zelf Moeder Aarde te worden. Per abuis stelde zij echter een ondergod aan, de Demiurg, die zich vervolgens blijkt te ontwikkelen tot de kwade leider van de schepselen. Deze schepselen zijn afgesloten van de goddelijke vonk waaraan de mens (anthropos) die Sophia al veel eerder schiep, wel deel heeft. Het is nu zaak dat mensen die goddelijke vonk in zichzelf leren ontdekken en in harmonie daarmee gaan leven.
      Daarmee lijkt het moderne gnosticisme afscheid te hebben genomen van de cultuurchristelijke gedachte aan God als goede Schepper die het universum geordend heeft volgens bepaalde natuurlijke kringlopen en kosmische wetmatigheden. Die God is dood verklaard, zo constateerde Nietzsche eerder al in dit verband.44x Die fröhliche Wissenschaft, 1882. Daarbij beroepen gnostici zich zowel op geloof in dit hogere creatieve principe – Moeder Aarde – als op wetenschappelijk gevalideerde kennis over de werkzaamheid ervan – samengevat in de welbekende IPCC-rapporten. De daarop gebaseerde inzichten worden vervolgens gebruikt om wereldwijde politieke initiatieven te ontplooien.
      Tegen die achtergrond dient ook het volgende statement van Eurocommissaris Frans Timmermans bij de presentatie van een eerste versie van zijn pan-Europese Green Deal te worden begrepen:45x https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/SPEECH_19_6753.

      ‘Nu we steeds weer opnieuw met onze neus op de feiten gedrukt worden is ook duidelijk dat de tijd gekomen is om actie te ondernemen. En u als verantwoordelijk parlements- of commissielid, als verantwoordelijk burger of als ouder, kunt zich niet langer de luxe veroorloven om de feiten te ontkennen. Kijk wat er gebeurt in Groenland. Kijk naar wat er wereldwijd met het klimaat aan de hand is. Kijk naar de ontbossing. Kijk naar het steeds wisselvalliger weer. Kijk naar de mensen die daarvan direct te lijden hebben. Kijk naar wat er gebeurt met onze biodiversiteit. We kunnen ons niet meer de luxe veroorloven daaraan voorbij te gaan. En we moeten aan de slag, want Moeder Aarde heeft het helemaal gehad met ons. En we weten het allemaal, ze heeft millennia zonder ons bestaan, ze kan het de komende millennia ook zonder ons wel af. We doen er goed aan om een bestaan te creëren dat met haar in balans is, zodat ook wij een toekomst hebben de komende millennia. Dat is de verantwoordelijkheid die wij hebben met het oog op onze kinderen.’

      De verklaring voor de door Timmermans opgesomde feiten is volgens gnostici dat wij ons sinds de industriële revolutie als samenleving een consumptiepatroon hebben aangemeten dat tot een desastreuze uitstoot van broeikasgassen, met name CO2, heeft geleid. Wij hebben, aldus gnostische cultuurcritici, met onze materialistische levensstijl, volop gefaciliteerd door het kapitalisme, de planeet met zijn allen geplunderd en onvoorstelbare schade toegebracht. Duidelijk is dat wij en onze kinderen daarvoor nu de prijs dreigen te gaan betalen.46x M. Ossewaarde & R. Ossewaarde-Lowtoo, ‘The EU’s Green Deal. A Third Alternative to Green Growth and Degrowth?’, Sustainability 2020-12, p. 1-15. Natuurrampen zullen in aantal en hevigheid alleen maar toenemen. De almaar stijgende zeespiegel zal grote delen van de huidige bewoonde wereld doen verdwijnen. Stijgende temperaturen zullen andere delen van de wereld in woestijnen veranderen. Als niet wijzelf daarvan het directe slachtoffer zijn, dan wel onze meest zwakke en kwetsbare medemensen op het zuidelijk halfrond. De enige manier om een dergelijke catastrofe te voorkomen is een radicale bekering van onze neiging tot materialisme, gepaard aan een drastische beperking van ons consumptiepatroon en de nodige investeringen in een snelle energietransitie. Dat is ook waarom in het Klimaatakkoord van Parijs in 2015 werd afgesproken dat onze economieën in 2050 CO2-neutraal dienen te zijn.
      Overeenkomstig de opdracht opnieuw te leren leven in harmonie met Moeder Aarde bestaat er onder gnostici een voorkeur voor zogenaamd ‘hernieuwbare’ energiebronnen als zon, wind en biomassa.47x https://news.un.org/en/story/2014/04/466572 en www.euractiv.com/section/energy-environment/interview/timmermans-eu-countries-need-to-face-the-consequences-of-higher-climate-goals/.
      De gnostische eenheidservaring met Moeder Aarde is door haar mystieke karakter per definitie voorbehouden aan een kleine elite.48x www.pewforum.org/2018/08/29/the-religious-typology/. Ongeveer 15% van de respondenten zegt daar zich aangetrokken te voelen tot overtuigingen die geassocieerd worden met New Age-religies. Zie voor de ideeën van de intellectuele elite onder hen F. Turner, The Culture of Hope. A New Birth of the Classical Spirit, New York 1995, p. 78-79. Maar via inzichten ontleend aan achtereenvolgende IPCC-rapporten en berichtgeving in media over natuurrampen, het smelten van gletsjers, zeespiegelstijging en misoogsten door droogte is zij er niettemin in geslaagd een breed gedragen maatschappelijke consensus te creëren over politieke oplossingen voor klimaatverandering.49x www.pewresearch.org/global/2021/09/14/in-response-to-climate-change-citizens-in-advanced-economies-are-willing-to-alter-how-they-live-and-work/.

      …tegenover aandacht voor onze directe leefwereld

      Er zijn cultuurchristenen die de wetenschappelijke consensus, voor zover vervat in IPCC-rapporten, niet ter discussie stellen. Zij delen echter niet de gnostische wereldbeschouwing die zich van deze rapporten bedient voor het creëren van de nodige support voor een politieke agenda. Zij staan regelmatig ook kritisch tegenover de grootschalige politieke programma’s die internationaal worden gelanceerd. Zij erkennen dat klimaatverandering een bedreiging vormt voor het leven op aarde en zij vinden ook dat ingrijpende maatregelen nodig zijn om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen. Zij zijn echter minder onder de indruk van het apocalyptische doemscenario dat daarbij door gnostici wordt geschetst, en pleiten voor een aanpak die rekening houdt met haalbaarheid en betaalbaarheid van een CO2-neutrale economie.50x Zie bijv. J.A. Schippers (red.), Verbruiken of doorgeven. De noodzaak van een duurzaam energiebeleid, Apeldoorn 2015; R. Kuiper, De wereld liefhebben. Over ecologische paniek en politieke ethiek, Amsterdam 2020.
      Volgens populistische cultuurchristenen is dat echter naïef. Het meest uitgesproken op dat punt zijn, ook internationaal, de voormalige Tsjechische president Václav Klaus51x ‘Freedom, Not Climate is at Risk’, Financial Times 13 juni 2007. en huidig FVD-leider Thierry Baudet. Die zien, nadat de christelijke God in de moderne tijd was doodverklaard, een seculiere geloofsovertuiging aan het werk die radicaal dient te worden afgewezen. Zo concludeerde Baudet:52x Baudets ‘Overwinningsspeech’, de avond na de provinciale statenverkiezingen in 2019; opgenomen in Politiek van het gezond verstand, Amsterdam 2020, p. 184. Met S. Griffioen kunnen we instemmen dat deze rede past in een bredere trend binnen het populisme waarin ook zgn. seculiere politiek in religieuze termen wordt geduid; zie diens Contested Modernity. Karl Löwith, Hans Blumenberg and Carl Schmitt and the German Secularization Debate, Groningen 2020, p. 2.

      ‘Met al dat [tegenwoordige] ongeloof, in dat immense culturele, spirituele vacuüm, is tegelijk haast ongemerkt een grandioze ketterij teruggekeerd. Een nieuwe, immanente religie – een politieke theologie. De leden van het [politieke partij]kartel geloven in niets. Maar vereren tegelijkertijd één afgod, genaamd energietransitie. Honderden miljarden, wij denken zelfs duizend miljard in totaal, als je alle kosten bij elkaar optelt, willen zij offeren op het altaar van deze afgod. In de vorm van windmolens, warmtepompen, zonnepanelen en andere volkomen onrendabele projecten, die ons niets brengen, die de planeet niet verder helpen, maar die ons wel heel erg veel geld kosten en dus heel erg straffen. (…)]
      En deze duurzaamheidsafgoderij stort niet alleen onze economie in de totale ondergang. [Z]ij is ook bedoeld om onze geest, ons zelfbewustzijn nog verder te krenken. Inderdaad, schuldgevoel is hetgeen waar deze klimaathekserij zich mee voedt. Wij moeten boeten, papegaaien de machtzoekende bestuurders van dit land de ecologische hogepriesters na. Het is pure oikofobie! Pure zelfhaat!’

      Terwijl de gnostische elite van cultuurcritici en politici gebruikmaakt van de consensus zoals verwoord in IPCC-rapporten, kiezen populisten in de Verenigde Staten en de Europese Unie (met name die van de Nederlandse PVV en FVD, het Franse RN, de Duitse AfD, de Oostenrijkse FPÖ, het Italiaanse Lega, de Poolse PiS)53x Zie voor de VS Veldman 2019 en voor Europa S. Schaller & A. Carius, Convenient Truths. Mapping Climate Agendas of Right-Wing Populist Parties in Europe, Berlijn 2019. voor een kritische benadering die aansluit op de opvattingen van vooralsnog een minderheid van wetenschappers, met name afkomstig uit klimaatgerelateerde disciplines en deels georganiseerd in het Non-governmental International Panel on Climate Change (NIPCC) en Climate Intelligence (CLINTEL). Die opvattingen laten zich als volgt samenvatten, waarbij de eerste stelling uiteraard door de gelovige kerkgaande populisten wordt onderschreven, de rest ook door populisten in het algemeen.54x J.W. Richards (red.), Environmental Stewardship in the Judeo-Christian Tradition, Acton Institute 2007, p. 3-4 en 8-9. Zie voor de conclusies van wetenschappers die actief zijn voor het NIPCC: E.C. Beisner, The Biblical Perspective of Environmental Stewardship: Subduing and Ruling the Earth to the Glory of God and the Benefit of our Neigbors, Cornwall Alliance 2013; D.R. Legates & G.C. van Kooten, A Call to Truth, Prudence and Protection of the Poor: The Case against Harmful Climate Policies Gets Stronger, Cornwall Alliance 2014; voor CLINTEL: G. Berkhout e.a., World Climate Declaration: There is No Climate Emergency, Clintel 2020; I.M. Goklany, Impacts of Climate Change: Perceptions and Reality, Clintel 2021.

      • ‘Zolang de aarde bestaat zal er een tijd zijn om te zaaien en een tijd om te oogsten. Zal er koude zijn en hitte, zomer en winter, dag en nacht – nooit komt daar een einde aan’ (Gen. 8:22). God is trouw aan zijn wereld. De arrogantie van mensen die denken dat wij, mensen, in staat zijn om beslissende invloed te hebben op al datgene waar Hij mee bezig is, getuigt van overmoed.55x Een statement dat ook terugkomt in gesprekken die Robin Veldman hield met gelovige evangelicale cultuurchristenen in de VS; zie Veldman 2019, p. 9-10.

      • Opwarming van de aarde is een in de wereldgeschiedenis regelmatig terugkerend patroon dat doorgaans volgens bepaalde natuurlijke wetmatigheden verloopt. Kritiek vanuit verschillende klimaatgerelateerde disciplines duidt erop dat we voorzichtig moeten zijn met al te snelle en eenduidige conclusies over de oorzaken van de huidige opwarming van de aarde.

      • Dat de mens de grootste oorzaak zou zijn van de huidige opwarming valt te bezien, aangezien die opwarming aanmerkelijk minder snel verloopt dan op basis van de modellen die uitgaan van menselijke invloed was voorspeld. Vandaar ook dat het sterk de vraag is of de afspraken die gemaakt zijn in het Klimaatakkoord van Parijs een meer dan marginale impact zullen hebben.

      • CO2 dient niet alleen als broeikasgas, maar tevens als essentieel voor het leven op aarde te worden gezien. Grotere hoeveelheden ervan in de lucht hebben geleid tot een toename van plantaardige biomassa en tot vergroting van de opbrengsten in de landbouw. Ontbossing vindt op dit moment vooral plaats als gevolg van landbouw en energievoorziening met behulp van biomassa.

      • Er is geen statistisch bewijs dat de huidige opwarming wereldwijd tot meer en/of verwoestender natuurrampen leidt. In plaats van natuurrampen te bestrijden via CO2-reductie kan er beter worden geïnvesteerd in bescherming van de bevolking tegen de gevolgen ervan, daar waar dat nodig blijkt.

      • Er is geen sprake van een dreigende wereldwijde klimaatramp. Erkend dient te worden dat de voorgestelde maatregelen tot CO2-reductie en het streven naar een CO2-neutrale economie op de korte termijn zullen leiden tot aanzienlijke economische schade. Per saldo zullen daarbij de meest kwetsbare groepen wereldwijd het hardst worden getroffen.

      Verstandiger is het, zo stellen populistische cultuurchristenen, te streven naar een redelijk bestaan op deze planeet door ervoor te zorgen dat iedereen kan beschikken over betrouwbare, betaalbare en duurzame energievoorzieningen. Niet het tegengaan van klimaatverandering, maar het streven naar een schone leefomgeving en een leefbaar milieu dient prioriteit te krijgen. Daarbij dient gefocust te worden op het ondersteunen van de vergroening van onze planeet door de aanplant van bomen, het tegengaan van massaal dumpen van schadelijke afvalstoffen, en meer investeringen in het tegengaan van verspilling, de recycling van grondstoffen en het gebruik van relatief schone en minder landschapsvervuilende energiebronnen als kerncentrales.56x Schaller & Carius 2019, p. 76-96 voor populistische partijen in de EU, met uitzondering van FVD; voor ideeën van FVD www.fvd.nl/kernenergie-en-innovatie en www.fvd.nl/natuurbeheer.
      In de media worden populisten vaak weggezet als nihilisten die klimaatverandering als zodanig zouden ontkennen, zich geen rekenschap geven van de impact die hun levensstijl heeft op hun natuurlijke omgeving, en al helemaal geen boodschap hebben aan enige vorm van rentmeesterschap.
      Nadere beschouwing57x Schaller & Carius 2019, p. 14-24. Zie voor de VS ook M. Ronan, ‘Religion and the Environment: Twenty-First Century American Evangelicalism and the Athropocene’, Humanities 2017-4, p. 1-15; Veldman 2019. leert echter dat zij zich met name verzetten tegen internationale samenwerkingsverbanden die pretenderen op basis van wetenschappelijke kennis in staat te zijn een politieke oplossing te vinden voor klimaatverandering. Het gaat daarbij volgens populisten om een elite die de neiging heeft gewone burgers als materialistische egoïsten te brandmerken die alleen door middel van dwingende maatregelen tot een ecologisch verantwoorde levensstijl kunnen worden aangezet. Energieverbruik wordt zodanig belast dat de economie in het algemeen en de meest kwetsbare groepen (ook de middengroepen) anderzijds steeds meer moeite hebben de rekening daarvoor te betalen. De bestaande economieën en daaraan gerelateerde maatschappelijke verbanden en moraal worden in dat verband niet gezien als een middel, maar als een obstakel op weg naar een samenleving die volledig in balans is met Moeder Aarde. Deze politiek, gesteund door een theologie die bij het zuchten van de Schepping alleen nog maar aan Moeder Aarde denkt, dreigt daarbij wereldwijd het lot van gewone mensen, gezinnen en overige maatschappelijke verbanden uit het oog te verliezen.
      Tegen die achtergrond ziet de populistische cultuurchristen meer in de uitspraak van de Engelse cultuurfilosoof sir Roger Scruton:58x R. Scruton, How to Seriously Think About the Planet. The Case for Environmental Conservatism, Oxford 2012, p. 412-413; mijn vertaling. Engelse populisten, en o.a. ook Thierry Baudet, Váklav Klaus en Viktor Orbán, maken er geen geheim van dat zij zich door hem op dit punt hebben laten inspireren.

      ‘De oplossing voor de uitdagingen waarmee wij in ons dagelijks leven te maken hebben lijkt mij te liggen in de zorg voor onze directe omgeving, niet door zuinig te leven, maar met mate, niet gierig, maar genereus (…). Het beste is te leven in gezinnen waarin we leren met elkaar te delen en leren de geestelijke bronnen aan te boren waarvan de wereld afhankelijk is: de gehechtheid aan ons thuis.
      Alleen vanuit een thuis zijn we in staat ons te verzetten zowel tegen sociale ontworteling van onderop als tegen het schuldgevoel en de zelfhaat die ons door een elite wordt aangepraat. Wat we daartegenover nodig hebben is oiko­philia, de liefde en zorg voor onze dagelijkse leefomgeving, een gevoel van rentmeesterschap dat niet alleen tot uitdrukking komt in woorden, maar ook en vooral in onze eigen levensstijl.’

    • Europa

      Wordt het traditionele gezin bedreigd door ‘gendergekte’, de cultuur door het ‘cultuurmarxisme’, economie en samenleving door de ‘klimaatketterij’, de wijze waarop cultuur en recht zich de afgelopen eeuwen hebben georganiseerd in de vorm van de natiestaat wordt op dit moment bedreigd door de EU – zo zijn populisten van mening.
      De EU is gestoeld op gedachten die ontstonden in reactie op bepaalde vormen van nationalisme. Om te voorkomen dat Europa ooit weer het kruitvat zou worden van de tegenstellingen die leidden tot twee wereldoorlogen, zou economische en politieke samenwerking noodzakelijk zijn. Deze samenwerking tussen staten werd gedreven door een groep idealistische ambtenaren en politici die zich lieten inspireren door een christendemocratische traditie waarin waarden als vrede, rechtvaardigheid en solidariteit een leidende rol speelden.59x J. Chaplin & G. Wilton (red.), God and the EU. Faith in the European Project, Londen 2016.
      Oorspronkelijk werd de spanning tussen de realiteit van de natiestaten en het ideaal van internationale samenwerking opgelost via het principe van de subsidiariteit – naast dat van de soevereiniteit in eigen kring een voluit christendemocratisch concept van politieke ordening. Dat subsidiariteitsprincipe houdt in dat een gemeenschap van een hogere orde niet gerechtigd is zich te mengen in het leven van een gemeenschap van lagere orde, laat staan haar rol over te nemen. In plaats daarvan dient ze haar waar nodig te ondersteunen en toe te zien op de vreedzame afstemming van activiteiten tussen gemeenschappen van lagere orde.60x Aldus Johannes Paulus II in zijn encycliek Centesimus Annus uit 1991, refererend aan een lange traditie in het rooms-katholieke denken sinds Thomas van Aquino via o.a. Luigi Taparelli tot nu toe; zie o.a. Th.C. Behr, Social Justice and Subsidiarity. Luigi Taparelli and the Origins of Modern Catholic Social Thought, Washington 2019.
      Tegen die achtergrond zien we op dit moment twee, radicaal tegenovergestelde, bewegingen in Europa. De eerste zouden we ideaaltypisch kunnen aanduiden als gnostisch, de tweede als populistisch.

      • De problemen rond gender, immigratie en klimaatverandering kunnen alleen maar internationaal worden opgelost. De lidstaten binnen de EU dienen zo spoedig mogelijk bij meerderheid van stemmen tot gemeenschappelijke oplossingen te komen op deze beleidsterreinen. Elites op Europees niveau zijn het daarover eens. Hun visie dient nog slechts door de lidstaten te worden geïmplementeerd. Om die implementatie te versnellen dient gestreefd te worden naar Europese eenwording.

      • Populisten, daarentegen, wijzen erop dat het bij gendermainstreaming, dat wat zij het huidige opengrenzenbeleid noemen, en de Green Deals gaat om generieke oplossingen die de leefbaarheid en toekomst van nationale en lokale samenlevingsvormen in gevaar brengen. Tegenover de bureaucratische en technocratische elites in Brussel kan alleen de democratisch gelegitimeerde soevereiniteit van de lidstaten instaan voor de belangen van kwetsbare groepen binnen hun eigen grenzen. Europese eenwording is vanuit die optiek een utopie.

      Europese eenwording…

      Volgens het aloude cultuurchristelijke subsidiariteitsprincipe diende samenwerking tussen natiestaten gelegitimeerd te worden door de regeringen van de natiestaten. En van een overdracht van nationale bevoegdheden kon alleen sprake zijn wanneer de volksvertegenwoordiging van de betrokken natiestaten daarvoor in meerderheid toestemming gaf. En een volksvertegenwoordiging kon dat alleen maar doen wanneer het volk overwegend had gekozen voor partijen die daarbinnen een meerderheid vormden. En wanneer dat in de ogen van het volk niet voldoende was, kon in sommige landen via referendum overdracht van bevoegdheden alsnog worden tegengehouden.
      In theorie zou met dit principe het streven naar machtsconcentraties in de vorm van superstaten kunnen worden geneutraliseerd en de natiestaat de ultieme vertegenwoordiger van de eigen volksbelangen blijven.
      Alleen met militaire middelen leek iets tegen het bestaan van soevereine natiestaten te kunnen worden ondernomen, zoals het streven naar Europese eenwording onder de regimes die door Voegelin als ‘gnostisch’ werden aangeduid: die van communisme en nationaalsocialisme.61x Zie noot 3.
      Zo stelden Karl Marx en Friedrich Engels dat gestreefd diende te worden naar een universele loyaliteit tussen proletariërs aller landen. Zij waren optimistisch, want het kapitalisme had de oude loyaliteiten ondergraven en van hun legitimiteit beroofd:62x Manifest der Kommunistischen Partei (1848); vertaling van geciteerde passage uit hoofdstuk 1 ontleend aan www.marxists.org/nederlands/marx-engels/1848/manifest/manif1.htm.

      ‘De proletariër is zonder bezit, zijn verhouding tot vrouw en kinderen heeft niets meer gemeen met de gezinsverhoudingen zoals die voor de bourgeoisie gelden; moderne industriearbeid, onderwerping aan het kapitaal, in Engeland hetzelfde als in Frankrijk, als in Amerika als in Duitsland, heeft hem beroofd van elk spoor van nationaal karakter.’

      En overal waar de burgerlijke overheid niet goedschiks van zins leek de obstakels voor die universele loyaliteit af te breken, daar diende dat met geweld te gebeuren. Net als oude gezinsloyaliteiten had de loyaliteit aan de eigen natie niet langer recht van bestaan.
      Eenzelfde droom hadden Benito Mussolini en Adolf Hitler. Voor hen was weliswaar niet de superioriteit van de ideologie van de gelijkheid het leidende principe – net zoals bij Stalin het Russische volk de kern vormde van de wereldwijde revolutie, zo waren het voor hen respectievelijk de Romeinen en Germanen –, maar voor al deze vormen van socialisme vormde de eigen morele dan wel etnische superioriteit een legitimatie voor hun imperialisme.63x Voor het Russische patriottisme van Stalin, zie A.J. Motyl (red.), Encyclopedia of Nationalism II, New York 2001, p. 501-502. En niemand vatte hun overtuiging beter samen dan de grote propagandist van het nationaalsocialisme, Joseph Goebbels:64x ‘Das Europa der Zukunft’ (1940), in: W. Lipgens (red.), Documents on the History of European Integration (vol. 1), Berlijn 1985, p. 75.

      ‘Ik ben ervan overtuigd dat men over vijftig jaar niet langer zal denken in termen van landen. De Europese volkeren zullen zich er steeds meer van bewust worden dat veel van de problemen tussen hen slechts familieruzies zijn in het licht van de grote problemen die inmiddels tussen continenten moeten worden opgelost.’

      En alweer, als dat niet goedschiks zou gebeuren, dan maar kwaadschiks.
      Pogingen om op basis van genoemde ideologieën tot Europese eenwording te komen, eindigden in een catastrofe. Om herhaling van het onheil dat met name de nationaalsocialisten teweeg hadden gebracht en om de dreiging van de communisten te keren werd gekozen voor een route die uitging van Europese samenwerking, geschoeid op gematigd seculiere (Richard Coudenhove-Kalergi en, later, Jean Monnet) en christendemocratische (Robert Schuman en Alfredo de Gaspari) leest. Uitgangspunt waren gedeelde waarden van vrede, vrijheid, gerechtigheid en solidariteit.65x P. Wiedemer, ‘The idea behind Coudenhove-Kalergi’s pan-European Union,’ in: History of European Ideas, 1993, p. 827-833; V.M. de la Torre, Europe, a Leap into the Unknown: A Journey Back in Time to Meet the Founders of the European Union, Brussel 2014.
      Wat nationaalsocialisten en stalinisten met geweld niet lukte, lijkt nu echter door de Europese Unie met vallen en opstaan, stap voor stap, alsnog te worden gerealiseerd, zo stellen populisten in zowel Oost- als West-Europa.66x Zie o.a. I. Traynor, ‘Hungary prime minister hits out at EU interference in national day speech’, The Guardian 15 maart 2012; Th. Baudet, Oikofobie. De angst voor het eigene, Amsterdam 2016, p. 42-43. Want ondanks de belofte van het subsidiariteitsprincipe dat de soevereiniteit van natiestaten bij intensieve samenwerking zou kunnen worden gehandhaafd, is economische samenwerking veranderd in een steeds dwingender roep om Europese eenwording. En dat met het argument dat de problemen waarvoor we op dit moment staan te groot zijn om door een enkele staat te worden opgelost: denk aan de migratiecrisis, de klimaatcrisis, de eurocrisis, de crisis van de rechtsstaat en, recenter nog, de coronacrisis.
      Ook al wordt nog altijd hoog opgegeven van het subsidiariteitsprincipe, sluipenderwijs heeft het begrip een totaal andere invulling gekregen.67x A. Pabst, ‘Market-state or commonwealth? Europe’s Christian heritage and the future of the European polity’, in: J. Chaplin & G. Wilton (red.), God and the EU. Faith in the European Project, Londen 2016, p. 109-112; voor kritiek op de genoemde begripsverandering: R. Scruton, How to Be Conservative? Londen 2014, p. 109-110. Ooit fungeerde het om de soevereiniteit van lidstaten te waarborgen, nu wordt het principe steeds vaker gebruikt om de uitvoering van door Europese instellingen ontwikkeld en gelegitimeerd beleid dat raakt aan de competenties die formeel nog altijd aan de lidstaten toebehoren, te delegeren aan diezelfde lidstaten. Dat kan leiden tot verlies van financiële steun (via het zogenoemde conditionaliteitsprincipe) en stemrecht (via een artikel 7-procedure waarin lidstaten hun stemrecht in de Raad van Europa verliezen wanneer zij volgens de Europese Commissie handelen in strijd met het Verdrag betreffende de Europese Unie). Onder andere op het gebied van de rechtsstaat, gendermainstreaming en de Green Deal zien we dat op dit moment gebeuren.

      …tegenover de bestaande natiestaten

      Het streven binnen de Europese Unie naar een federale staat gaat voorbij aan bestaande verschillen tussen volken in Europa, zo stellen populisten.68x P. Fortuyn, Zielloos Europa, Utrecht 1997, p. 9-25; F. Bolkestein, Overmoed en onverstand, Amsterdam 2008, p. 65-67; meer recent W. van Rooy, R. Hauman & S. van Rooy (red.), Europa wankelt. De ontvoering van Europa door de EU, Kessel 2012; Baudet 2016, p. 30-33. Het is een bureaucratisch project, zonder adequate democratische legitimatie. Voor democratische legitimatie is steun van de meerderheid van het volk nodig. Maar Europeanen zijn geen volk. Een volk bestaat uit mensen die een sterke mate van loyaliteit ten opzichte van elkaar erkennen – een loyaliteit waardoor er sprake is van een gedeeld besef van verantwoordelijkheid voor het algemeen belang. Een dergelijk besef ontstaat op kleine schaal door bloedbanden (vandaar het belang van het gezin en de familie), op iets grotere schaal door een gedeelde geschiedenis, eenzelfde set van gewoonten, waarden en normen (het belang van een Leitkultur), een gedeeld besef van dreiging en gevaar (betrokkenheid op de eigen leefomgeving), en onderwerping aan het lokaal geldende recht (met de erkenning van de nationale staat als ultieme handhaver).69x In de academische literatuur wordt nogal eens gesteld dat het populisme in zijn kritiek op migratie en de Europese Unie geleid wordt door een etnische vorm van nationalisme, ook wel ‘nativisme’ genoemd (zie o.a. C. Mudde, ‘Introduction to the Populist Radical Right’, in: The Populist Radical Right: A Reader, Londen 2017, p. 4). Ondanks het feit dat sommige uitdrukkingen van populisten die indruk kunnen wekken, gaat het volgens populisten om meer dan alleen etnische onderscheidingen; gedeelde waarden, geschiedenis en rechtsstaat zijn eveneens belangrijke identity markers voor verschillende volkeren. Die identity markers vormen bijv. de kern van het door Baudet voorgestane ‘multicultureel nationalisme’ (zie De aanval op de natiestaat, Amsterdam 2012, p. 21-22), dat om die reden moeilijk als ‘nativisme’ kan worden gekarakteriseerd.
      Aan het volk als historisch gegroeide realiteit wordt volgens populisten door de Europese Unie geen recht gedaan. Zowel haar agenda op het punt van gender, immigratie en klimaatverandering als de toenemende politieke integratie gaat voorbij aan de identiteiten zoals die door de volken die zij aan zich onderworpen acht traditioneel ervaren worden.
      Terwijl een gnostische tendens binnen de politieke elite van zowel de Europese Commissie als het Europees Parlement gender opvat als een toevallige constructie, hangt het voor een meerderheid van de volken in Europa doorgaans nog altijd samen met de sekse die iemand bij geboorte blijkt te hebben. Het gaat hier volgens populisten om een wetmatigheid die in de natuur zelf is gelegen en die alleen tot schade van individuen en samenleving kan worden genegeerd.
      Terwijl voor gnostische culturele en politieke elites in Europa elke cultuur principieel als gelijkwaardig dient te worden erkend, wordt de sociale cohesie in delen van de samenleving ondergraven door tribale cultuurelementen die niet alleen principieel onverenigbaar, maar ook meer of minder openlijk in strijd zijn met die van de klassiek-christelijke cultuur zoals die zich gedurende de afgelopen twee millennia in Europa heeft ontwikkeld. Een dergelijke ontwikkeling kan volgens populisten alleen tot schade van individuen en samenleving worden genegeerd.
      Terwijl gnostische elites in Europa van mening zijn dat klimaatverandering alleen kan worden tegengegaan via internationale politieke instellingen en een grootscheepse energietransitie in Europa, vragen de meest kwetsbaren en middengroepen zich vertwijfeld af wat er nog van hun alledaagse leefwereld overblijft wanneer zij onder druk van een grootscheepse energietransitie de belastingen en energiekosten alleen maar zien toenemen. Bovendien zijn er steeds meer aanwijzingen dat, naast betaalbaarheid, ook de betrouwbaarheid van energievoorzieningen zal afnemen. Dergelijke observaties kunnen zonder schade voor de samenleving niet worden genegeerd, zo zijn populisten stellig van mening.
      Terwijl gnostici op Europees niveau elke crisis aangrijpen om met oplossingen te komen die meer macht vereisen dan zij op dit moment reeds hebben, vragen de gewone man en vrouw zich af wat er overblijft van de vrijheden die zij eerst meenden te hebben. De afstand tussen de elites die beslissen over het wel en wee van de verschillende volken in Europa, bevinden zich geografisch en qua leefwereld op steeds grotere afstand van het alledaagse leven van grote groepen in de samenleving. Een dergelijke ontwikkeling houdt geen rekening met de bestuurlijke wetmatigheid waarop het subsidiariteitsprincipe was geïnspireerd, zo stellen populisten. De vervreemding die daarvan het gevolg is, zo stellen populisten, kan alleen maar tot schade van de samenleving worden genegeerd.
      Dat is de onderliggende boodschap die populisten in zowel de nationale als de Europese politieke arena van dit moment verkondigen. Toenemende welvaart kan weliswaar tijdelijk soelaas bieden voor verminderde invloed op politieke besluitvorming in Europa. Maar wanneer die besluitvorming ten koste gaat van het sociale weefsel in de samenleving, en nationaal besef niet langer beantwoordt aan een bepaalde politieke realiteit die niet langer zorgt voor vrede, vrijheid, rechtvaardigheid en onderlinge solidariteit, dan is het wachten op politieke bewegingen die deze problematiek adresseren.
      Of, zoals Thierry Baudet het uitdrukt:70x Baudet 2012, p. 339.

      ‘De vorming van de nationale loyaliteiten die – hoe onvolmaakt misschien ook – vandaag de dag bestaan, heeft de Europese staten eeuwenlange inspanning gekost. Het idee dat al die landen zouden kunnen samenvloeien in één enkele, nieuwe Europese natie komt mij voor als grenzende aan het krankzinnige en in elk geval volkomen losstaand van de realiteit.’

    • Wat is er christelijk aan het populisme?

      Samenvattend zouden we ervan uit kunnen gaan dat de gnostische visie op gender, immigratie, klimaatverandering en Europa zich laat leiden door goede bedoelingen. Die bedoelingen zijn naar gnostische overtuiging eigen aan haar elites. Daartegenover pleit ik ervoor de cultuurchristelijke kritiek van populisten te zien als een reality check vanuit de alledaagse leefwereld van gewone mensen.
      De vraag is wat die reality check in het geval van populistische cultuurchristenen ‘christelijk’ maakt. Geldt voor de beschuldiging van Baudet dat Europese elites met hun politiek losstaan van ‘de realiteit’ hetzelfde als Voegelin voor ogen had toen hij stelde dat de realiteiten van God en mens, wereld en samenleving zich nooit zullen laten onderwerpen aan de machtshonger van ideologisch gedreven politieke elites? En gaat het hierbij inderdaad om een vooruitgrijpen op het eschaton in naam van de individuele gelijkheid – inclusief het daaraan inherente risico op een totalitair politiek regime?
      Inderdaad zien we in naam van de christelijke liefde een streven naar individuele gelijkheid en non-discriminatie van verschijnselen die volgens populistische cultuurchristenen niet gelijk zijn. Volgens de wetmatigheden die in de kosmos zijn gelegd, kan een homoseksuele relatie niet gelijk staan aan een heteroseksuele relatie met de daaraan inherente mogelijkheid tot voortplanting. Die laatste natuurwetmatigheid wordt ook in veel tribale culturen nog erkend. Maar de neiging van mensen die zich daaraan blijven onderwerpen, en anderen die afwijken van dat cultuurpatroon lastigvallen, buiten de samenleving sluiten of hen zelfs ter dood veroordelen, maakt dat deze culturen principieel onverenigbaar zijn met de joods-christelijke beschaving zoals die zich in het Westen ontwikkeld heeft. Het is de vraag of het terecht is om in naam van universele solidariteit dergelijke cultuurverschillen niet onder ogen te (willen) zien. Op dezelfde wijze moet onder ogen worden gezien, zo stellen populisten, dat de huidige politiek om klimaatverandering tegen te gaan door middel van een grootschalige industrialisering van het landschap en herstructurering van economie en samenleving, niet getuigt van goed rentmeesterschap en verstandig gebruik van de beperkte middelen die wij hebben om te investeren in een leefbare toekomst voor komende generaties. En zo zal ook een toenemende machtsconcentratie in handen van Europese politieke elites vroeg of laat geconfronteerd worden met een gebrek aan democratische legitimiteit, aangezien ze de belangen van de verschillende naties binnen haar grenzen onmogelijk blijkt te kunnen vertegenwoordigen, laat staan ze vreedzaam met elkaar tot een vergelijk te laten komen. Ondanks alle goede bedoelingen zal het project eindigen als de torenbouw van Babel, zo zijn populisten van mening.71x Zie o.a. D.J. Eppink, De Toren van Babel staat in Brussel. Pleidooi voor een verenigd Europa van staten, Tielt 2010.
      De kritiek van de populistische cultuurchristen is dat een gnostische politiek de realiteit offert op het altaar van haar eigen idealen. Niet dat die idealen op zichzelf geen waarheidselementen zouden bevatten. De maatschappelijke realiteit laat genoeg te wensen over op het gebied van waarden als individuele vrijheid, gelijkheid en onderlinge solidariteit. Maar het nastreven van die waarden ten koste van de fundamentele waarheidselementen waarvan de klassiek-christelijke traditie zich bewust was geraakt, zal onvermijdelijk eindigen in maatschappelijke desintegratie en chaos.
      Er is dan ook geen enkele reden voor zelfgenoegzaamheid onder politieke elites in Europa, zo is de boodschap van de huidige generatie populisten. Bij de aanpak van maatschappelijke problemen is het claimen van een moral high ground op basis van hooggestemde idealen niet voldoende. Er zal, om met Voegelin te spreken, inderdaad ook rekening dienen te worden gehouden met een realiteit die zich niet laat onderwerpen aan hun machtshonger.
      Die vaststelling komt overeen met de klassiek-christelijke opvatting dat ook onze beste werken met zonden bevlekt zijn. Zoals ook Paulus moest erkennen: ‘Want het goede dat ik wil, doe ik niet, maar het kwade, dat ik niet wil, dat doe ik’ (Rom. 7:19).

    • Ten slotte

      Zolang gnostische politieke elites met hun individualistische religiositeit volgens critici de ogen sluiten voor de complexe realiteit van God en mens, kosmos en samenleving, zullen er ook populistische cultuurchristenen zijn om hen daarop te wijzen en te waarschuwen tegen de in hun ogen perverse uitkomsten van al dan niet goed bedoelde politieke initiatieven.
      Dat heeft inderdaad weinig te maken met het ressentiment waardoor populisten volgens een aantal spraakmakende politieke wetenschappers zouden worden gedreven, zoals ik in mijn eerste bijdrage al betoogde. Wel gaat het hier om een geluid dat aansluit op de wijze waarop het cultuurchristendom zich van oudsher de werkelijkheid voorstelde.
      Op dit moment heeft het er echter veel van weg dat ook (christelijke) politieke elites van de middenpartijen die niet tot de gnostici gerekend kunnen worden, daarvoor blind zijn en zich blijven hullen in een zelfgenoegzaamheid die zich ver verheven acht boven kritiek van hen die de stem van een volk vertegenwoordigen dat zich oprecht zorgen maakt over de toekomst van onze klassiek-christelijke beschaving.
      Ik hoop daartegenover met mijn bijdragen iets van de diepere lagen onder de boodschap van de populisten te hebben blootgelegd en daarmee het begrip voor hun inbreng in het huidige politieke debat te hebben vergroot. Mogelijk dat daarmee ook een aanknopingspunt kan worden gevonden voor een eerste gesprek tussen partijen die in het huidige politieke bedrijf vooralsnog vaak lijnrecht tegenover elkaar staan.

    Noten

    • 1 Zie voor het eerste deel van dit citaat ‘Equivalences of Experience and Symbolization in History’, in: Published Essays, 1966-1985, Collected Works of Eric Voegelin (vol. 12), Baton Rouge 1990, p. 126, evenals Israel and Revelation, Order and History (vol. 1), Baton Rouge 1956, p. 1 en The Ecumenic Age, Order and History (vol 4), Baton Rouge 1974, p. 2. Het tweede deel van het citaat ontleend aan Voegelin, Science, Politics and Gnosticism, Wilmington 2004, p. 81.

    • 2 Tijdschrift voor Religie, Recht en Beleid 2021-3, p. 50-66.

    • 3 Zie hiervoor met name The New Science of Politics, Chicago 1952, p. 112-114, 124-125; Voegelin 2004, p. 61-62.

    • 4 Deze analyse is, naast het werk van Voegelin, mede geïnspireerd op het werk van de Franse socioloog Emile Durkheim (1858-1917). Zie diens ‘Individualism and the Intellectuals’ in: W. Pickering, Durkheim on Religion, Londen 1975, p. 59-73, en in diens spoor P. Heelas, The New Age Movement, Londen 1995, W.J. Hanegraaff, New Age Religion and Western Culture. Esotericism in the Mirror of Secular Thought, Leiden 1996, en S. Aupers (red.), The Religions of Modernity. Relocating the Sacred to the Self and Digital, Londen 2010.

    • 5 Aan God wordt door cultuurchristenen niet altijd consequent gerefereerd. In de Verenigde Staten en Zuid- en Oost-Europa gebeurt dat doorgaans nog wel, maar in Noord- en West-Europa slechts bij uitzondering. Dat laatste heeft te maken met de secularisatie die hier inmiddels veel verder gevorderd is. Het niet-gelovige cultuurchristendom lijkt daar veel meer te leven vanuit de intuïtie die ook het werk van Alexis de Tocqueville kenmerkte, namelijk dat ook na het verlies van het persoonlijk geloof in God de cultuur die vorm kreeg vanuit dat geloof essentieel is voor het voortbestaan van de beschaving. Zie voor de gedachten van Tocqueville op dit punt o.a. S. van Bijsterveld & H.-M. ten Napel (red.), Een nieuwe politieke formule. Ideeën voor staat en samenleving geïnspireerd door Alexis de Tocqueville, Den Haag 2021.

    • 6 http://yogyakartaprinciples.org/principles-en/ en www.coe.int/en/web/genderequality/what-is-gender-mainstreaming.

    • 7 Zie voor de verschillende gnostisch-christelijke opvattingen in de oudheid o.a. P. Brown, The Body and Society. Men, Women and Sexual Renunciation in Early Christianity, New York 1988; verwijzingen verderop naar Nederlandstalige versie: Lichaam en maatschappij. Man, vrouw en seksuele onthouding in het vroege Christendom, 50-450 n.C., Amsterdam 1990, p. 81-95.

    • 8 In Engelstalige versie, The Origin of the Family, Private Property and the State, Londen 2010, respectievelijk p. 80, 105-106, 86-87. Zie voor Jan van Leyden als inspiratiebron R. Boer, Red Theology. On the Christian Communist Tradition, Leiden 2019, p. 19-25.

    • 9 P. Ginsborg, Family Politics: Domestic Life, Devastation and Survival, 1900-1950, New Haven/Londen 2016.

    • 10 H. Marcuse, Eros and Civilization, Boston 1955; J. Butler, Gender Trouble, New York 1990; J. Butler, Undoing Gender, New York 2004.

    • 11 Marcuse 1955, p. 85-86.

    • 12 Zie daarvoor, naast Undoing Gender, ook Giving an Account of Oneself, New York 2005, aldaar p. 78.

    • 13 Zie noot 6.

    • 14 Zie o.a. de reacties van commissievoorzitter Ursula von der Leyen richting Polen: www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/von-der-leyen-waarschuwt-polen-geduld-is-op, en van de Nederlandse minister-president Mark Rutte over Hongarije: www.metronieuws.nl/in-het-nieuws/binnenland/2021/06/rutte-hongarije-europese-unie-anti-lhbti-wet/.

    • 15 R. Obach, The Catholic Church on Marital Intercourse: from St. Paul to John Paul II, Lanham 2008; tevens R.P. George, The Clash of Orthodoxies. Law, Religion and Morality in Crisis, Washington 2002, p. 75-89.

    • 16 A.C. Carlson & P.T. Mero, The Natural Family. A Manifesto, Dallas 2007, p. 7-8; G. Kuby, Die globale sexuelle Revolution. Zerstörung der Freiheit im Namen der Freiheit, Fiβlegg 2012, in het Nederlands verschenen onder de titel De seksuele revolutie. De vernietiging van de vrijheid uit naam van de vrijheid, Groningen 2017, aldaar m.n. p. 263-297.

    • 17 A. Graff & E. Korolczuk, Anti-gender Politics in the Populist Movement, Londen 2022; tevens H. van de Breevaart, Threat or Opportunity? A Christian Perspective on Populism, Brussel 2021, p. 120-125.

    • 18 Zie bijv. https://tpo.nl/2021/05/26/video-martin-bosma-pvv-over-een-genderneutraal-paspoort/.

    • 19 https://twitter.com/geertwilderspvv/status/1425775322365054982?ref_src=twsrc%5Etfw.

    • 20 Zie voor uitspraken van respectievelijk Vlaams Belang-politicus Dominiek Sneppe: www.standaard.be/cnt/dmf20190605_04445853, en de Hongaarse Fidesz-leider Viktor Orbán: www.facebook.com/permalink.php?story_fbid=2572801526152397&id=632806306818605.

    • 21 https://americanaffairsjournal.org/2019/05/houellebecqs-unfinished-critique-of-liberal-modernity/.

    • 22 Zie bijv. Thierry Baudet via https://mobile.twitter.com/thierrybaudet/status/1412082372078669824, en over Steve Bannon o.a. B. Teitelbaum, War for Eternity. The Return of Traditionalism and the Rise of the Populist Right, Londen 2021, p. 194.

    • 23 Zie bijv. https://twitter.com/geertwilderspvv/status/1407971734163234820.

    • 24 Breed leeft de gedachte dat onder het bewind van Fidesz in Hongarije geweld tegen lhbti’ers gerechtvaardigd zou zijn, en dat dit door de onlangs aangenomen ‘anti-homowet’ nog weer eens wordt aangewakkerd. Dat is een misverstand. Homoseksualiteit is niet verboden in Hongarije. Dit in tegenstelling tot geweld tegen lhbti’ers. Waar de wet zich tegen keert is ‘de propaganda’ in het onderwijs die homoseksualiteit en het homohuwelijk voorstelt als gelijkwaardig aan heteroseksualiteit en het traditionele huwelijk. Zie voor de huidige wetgeving in Hongarije https://en.wikipedia.org/wiki/LGBT_rights_in_Hungary.

    • 25 Zie de link naar het statement op de Facebook-pagina van de Hongaarse minister van Gezinszaken, Katalin Novák: www.facebook.com/permalink.php?story_fbid=2572801526152397&id=632806306818605.

    • 26 ‘Nationalism has now become the enemy of Europe’s nations’, het destijds geruchtmakende artikel van Beck en Giddens dat in alle grote kranten in Europa verscheen, waaronder The Guardian 4 oktober 2005. Zie daarnaast Council of Europe, Competences for Democratic Culture. Living together as Equals in Culturally Diverse Democratic Societies, Strasbourg 2016, p. 12 en https://en.unesco.org/news/cutting-edge-infinite-reservoir-cultural-diversity-shaping-future-we-want.

    • 27 https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/SPEECH_15_5754; zie ook www.pes.eu/en/news-events/news/detail/Frans-Timmermans-ItsTime-for-A-New-Social-Contract-for-Europe/.

    • 28 Samenvatting ontleend aan W. Kymlicka, ‘The Rise and Fall of Multiculturalism?’, in: S. Vertovec & S. Wessendorf (red.), The Multiculturalism Backlash. European Discourses, Politics and Practices, Londen 2010, p. 34-35.

    • 29 S. Hall, ‘The Multi-cultural Question’, in: B. Hesse (red.), Un/settled Multiculturalisms. Diasporas, Entanglements, Transruptions, Londen 2000, p. 209-210; P. Eisenbaum, ‘Is Paul the father of mysoginy and antisemitism?’, Cross Currents 2001-4, p. 506.

    • 30 C.J. Trotman (red.), Multiculturalism: Roots and Realities, Bloomington 2012, p. 9-10.

    • 31 Fortuyn kwam overigens al enkele jaren voor de aanslagen met een kritische analyse van het multiculturalisme. Zie zijn Tegen de islamisering van onze cultuur. Nederlandse identiteit als fundament, Utrecht 1997. Direct na de aanslagen werd het met enkele aanvullingen opnieuw uitgegeven en, sindsdien, diverse malen herdrukt. Zie voor een analyse van de steeds sterker wordende kritiek op het multiculturalisme in Nederland: J. Kooijman, ‘Are we all Americans? 9/11 and discourses of Multiculturalism in the Netherlands’, in: D. Rubin & J. Verheul (red.), American Multiculturalism after 9/11. Transatlantic Perspectives, Amsterdam 2009, p. 181-190.

    • 32 S. Huntington, The Clash of Civilizations and the Remaking of World Order, New York 1996; Ph.C. Salzman, Culture and Conflict in the Middle East, New York 2007.

    • 33 G. Kepel, Jihad: The Trail of Political Islam, Londen 2006; B. Tibi, Islam and Islamism, New Haven/Londen 2012.

    • 34 D. Murray, The Strange Death of Europe. Immigration, Identity, Islam, Londen 2017; R. Kassam, No Go Zones. How Sharia Law is Coming to a Neighborhood near You, Washington 2017; R. Israeli, Retreating from the Mirage of Multiculturalism? The Cases of Holland, Britain and Israel, New York 2018; A. Hirsi Ali, Prey. Immigration, Islam and the Erosion of Women’s Rights, New York 2020; M. Elchardus, Reset. Over identiteit, gemeenschap en democratie, Antwerpen 2021, aldaar met name p. 208-222.

    • 35 Th. Francken, Continent zonder grens, Antwerpen 2018. Deze Vlaamse oud-staatssecretaris voor Asiel en Migratie is degene die op dit moment de meest omvattende visie op de migratieproblematiek vanuit populistische hoek heeft geformuleerd.

    • 36 Dat is de lijn die vooralsnog door Orbán wordt gevolgd; zie V. Czina, ‘Hungary as Norm Entrepreneur in Migration Policy’, Intersections. East European Journal of Society and Politics 2021-1, p. 22-39.

    • 37 Francken 2018, p. 47-48; www.fvd.nl/aanpakken-immigratie.

    • 38 Zie voor uitspaak van PVV-leider Wilders in dit verband: https://twitter.com/geertwilderspvv/status/1268238908158095368, en voormalig FPÖ-leider Heinz-Christian Strache: www.vienna.at/fpoe-strache-wirbt-mit-naechstenliebe-aber-nur-fuer-oesterreicher/3666989.

    • 39 Francken 2018, p. 50-51.

    • 40 Zie voor een samenvatting van deze cultuurkritiek R.H. Nelson, The New Holy Wars. Economic Religion vs. Environmental Religion in Contemporary America, Pennsylvania 2010.

    • 41 Samenvatting ontleend aan W. Behringer, A Cultural History of Climate, Cambridge 2010, p. xvi-xvii.

    • 42 R.G. Veldman, The Gospel of Climate Skepticism. Why Evangelical Christians Oppose Action on Climate Change, Berkeley 2019, p. 47-68; Van de Breevaart 2021, p. 109-115.

    • 43 Zie o.a. C. Deane-Drummond, ‘Sophia. The Feminine Face of God as a Metaphor for an Ecotheology’, Feminist Theology 1997-6, p. 11-31; N. Sturgeon, Ecofeminist Natures. Race, Gender, Feminist Theology and Political Action, New York 2002; in het Nederlandse taalgebied T. van Montfoort, Groene theologie, Middelburg 2019.

    • 44 Die fröhliche Wissenschaft, 1882.

    • 45 https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/SPEECH_19_6753.

    • 46 M. Ossewaarde & R. Ossewaarde-Lowtoo, ‘The EU’s Green Deal. A Third Alternative to Green Growth and Degrowth?’, Sustainability 2020-12, p. 1-15.

    • 47 https://news.un.org/en/story/2014/04/466572 en www.euractiv.com/section/energy-environment/interview/timmermans-eu-countries-need-to-face-the-consequences-of-higher-climate-goals/.

    • 48 www.pewforum.org/2018/08/29/the-religious-typology/. Ongeveer 15% van de respondenten zegt daar zich aangetrokken te voelen tot overtuigingen die geassocieerd worden met New Age-religies. Zie voor de ideeën van de intellectuele elite onder hen F. Turner, The Culture of Hope. A New Birth of the Classical Spirit, New York 1995, p. 78-79.

    • 49 www.pewresearch.org/global/2021/09/14/in-response-to-climate-change-citizens-in-advanced-economies-are-willing-to-alter-how-they-live-and-work/.

    • 50 Zie bijv. J.A. Schippers (red.), Verbruiken of doorgeven. De noodzaak van een duurzaam energiebeleid, Apeldoorn 2015; R. Kuiper, De wereld liefhebben. Over ecologische paniek en politieke ethiek, Amsterdam 2020.

    • 51 ‘Freedom, Not Climate is at Risk’, Financial Times 13 juni 2007.

    • 52 Baudets ‘Overwinningsspeech’, de avond na de provinciale statenverkiezingen in 2019; opgenomen in Politiek van het gezond verstand, Amsterdam 2020, p. 184. Met S. Griffioen kunnen we instemmen dat deze rede past in een bredere trend binnen het populisme waarin ook zgn. seculiere politiek in religieuze termen wordt geduid; zie diens Contested Modernity. Karl Löwith, Hans Blumenberg and Carl Schmitt and the German Secularization Debate, Groningen 2020, p. 2.

    • 53 Zie voor de VS Veldman 2019 en voor Europa S. Schaller & A. Carius, Convenient Truths. Mapping Climate Agendas of Right-Wing Populist Parties in Europe, Berlijn 2019.

    • 54 J.W. Richards (red.), Environmental Stewardship in the Judeo-Christian Tradition, Acton Institute 2007, p. 3-4 en 8-9. Zie voor de conclusies van wetenschappers die actief zijn voor het NIPCC: E.C. Beisner, The Biblical Perspective of Environmental Stewardship: Subduing and Ruling the Earth to the Glory of God and the Benefit of our Neigbors, Cornwall Alliance 2013; D.R. Legates & G.C. van Kooten, A Call to Truth, Prudence and Protection of the Poor: The Case against Harmful Climate Policies Gets Stronger, Cornwall Alliance 2014; voor CLINTEL: G. Berkhout e.a., World Climate Declaration: There is No Climate Emergency, Clintel 2020; I.M. Goklany, Impacts of Climate Change: Perceptions and Reality, Clintel 2021.

    • 55 Een statement dat ook terugkomt in gesprekken die Robin Veldman hield met gelovige evangelicale cultuurchristenen in de VS; zie Veldman 2019, p. 9-10.

    • 56 Schaller & Carius 2019, p. 76-96 voor populistische partijen in de EU, met uitzondering van FVD; voor ideeën van FVD www.fvd.nl/kernenergie-en-innovatie en www.fvd.nl/natuurbeheer.

    • 57 Schaller & Carius 2019, p. 14-24. Zie voor de VS ook M. Ronan, ‘Religion and the Environment: Twenty-First Century American Evangelicalism and the Athropocene’, Humanities 2017-4, p. 1-15; Veldman 2019.

    • 58 R. Scruton, How to Seriously Think About the Planet. The Case for Environmental Conservatism, Oxford 2012, p. 412-413; mijn vertaling. Engelse populisten, en o.a. ook Thierry Baudet, Váklav Klaus en Viktor Orbán, maken er geen geheim van dat zij zich door hem op dit punt hebben laten inspireren.

    • 59 J. Chaplin & G. Wilton (red.), God and the EU. Faith in the European Project, Londen 2016.

    • 60 Aldus Johannes Paulus II in zijn encycliek Centesimus Annus uit 1991, refererend aan een lange traditie in het rooms-katholieke denken sinds Thomas van Aquino via o.a. Luigi Taparelli tot nu toe; zie o.a. Th.C. Behr, Social Justice and Subsidiarity. Luigi Taparelli and the Origins of Modern Catholic Social Thought, Washington 2019.

    • 61 Zie noot 3.

    • 62 Manifest der Kommunistischen Partei (1848); vertaling van geciteerde passage uit hoofdstuk 1 ontleend aan www.marxists.org/nederlands/marx-engels/1848/manifest/manif1.htm.

    • 63 Voor het Russische patriottisme van Stalin, zie A.J. Motyl (red.), Encyclopedia of Nationalism II, New York 2001, p. 501-502.

    • 64 ‘Das Europa der Zukunft’ (1940), in: W. Lipgens (red.), Documents on the History of European Integration (vol. 1), Berlijn 1985, p. 75.

    • 65 P. Wiedemer, ‘The idea behind Coudenhove-Kalergi’s pan-European Union,’ in: History of European Ideas, 1993, p. 827-833; V.M. de la Torre, Europe, a Leap into the Unknown: A Journey Back in Time to Meet the Founders of the European Union, Brussel 2014.

    • 66 Zie o.a. I. Traynor, ‘Hungary prime minister hits out at EU interference in national day speech’, The Guardian 15 maart 2012; Th. Baudet, Oikofobie. De angst voor het eigene, Amsterdam 2016, p. 42-43.

    • 67 A. Pabst, ‘Market-state or commonwealth? Europe’s Christian heritage and the future of the European polity’, in: J. Chaplin & G. Wilton (red.), God and the EU. Faith in the European Project, Londen 2016, p. 109-112; voor kritiek op de genoemde begripsverandering: R. Scruton, How to Be Conservative? Londen 2014, p. 109-110.

    • 68 P. Fortuyn, Zielloos Europa, Utrecht 1997, p. 9-25; F. Bolkestein, Overmoed en onverstand, Amsterdam 2008, p. 65-67; meer recent W. van Rooy, R. Hauman & S. van Rooy (red.), Europa wankelt. De ontvoering van Europa door de EU, Kessel 2012; Baudet 2016, p. 30-33.

    • 69 In de academische literatuur wordt nogal eens gesteld dat het populisme in zijn kritiek op migratie en de Europese Unie geleid wordt door een etnische vorm van nationalisme, ook wel ‘nativisme’ genoemd (zie o.a. C. Mudde, ‘Introduction to the Populist Radical Right’, in: The Populist Radical Right: A Reader, Londen 2017, p. 4). Ondanks het feit dat sommige uitdrukkingen van populisten die indruk kunnen wekken, gaat het volgens populisten om meer dan alleen etnische onderscheidingen; gedeelde waarden, geschiedenis en rechtsstaat zijn eveneens belangrijke identity markers voor verschillende volkeren. Die identity markers vormen bijv. de kern van het door Baudet voorgestane ‘multicultureel nationalisme’ (zie De aanval op de natiestaat, Amsterdam 2012, p. 21-22), dat om die reden moeilijk als ‘nativisme’ kan worden gekarakteriseerd.

    • 70 Baudet 2012, p. 339.

    • 71 Zie o.a. D.J. Eppink, De Toren van Babel staat in Brussel. Pleidooi voor een verenigd Europa van staten, Tielt 2010.


Print dit artikel