Te_1874-1681_2023_024_003_totaal_original1024_1_large
Rss

Tijdschrift Erfrecht

Meer op het gebied van Burgerlijk (proces)recht

Over dit tijdschrift  

Meld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.

Aflevering 3, 2009 Alle samenvattingen uitklappen
Artikel

De akte constatering verdeling

Trefwoorden boedelafwikkeling, ouderlijke boedelverdeling, wettelijke verdeling, vaststelling vorderingen, machtiging kantonrechter
Auteurs Mr. J.L.D.J. Maasland
SamenvattingAuteursinformatie

    De akte constatering verdeling is een in de notariële boedelpraktijk regelmatig voorkomende akte. In deze akte wordt geconstateerd dat door het overlijden van de erflater diens nalatenschap is verdeeld door een ouderlijke boedelverdeling, dan wel de wettelijke verdeling. Een belangrijk onderdeel van de akte is de vaststelling van de vorderingen van de kinderen die door de ouderlijke boedelverdeling dan wel de wettelijke verdeling zijn ontstaan. In deze bijdrage wordt ingegaan op de theoretische achtergronden van de akte constatering verdeling, waarbij tevens een aantal praktische handreikingen wordt gegeven.


Mr. J.L.D.J. Maasland
Mr. J.L.D.J. Maasland is kandidaat-notaris bij Van Heeswijk Notarissen N.V. te Rotterdam; dirk-jan.maasland@vhnv.nl.
Artikel

De actualiteit van een oude controverse rond de boedelafscheiding (art. 1153 (oud) BW)

Trefwoorden nalatenschap, vereffening, schuldeisers, voorrang
Auteurs Mr. P.C. van Es
SamenvattingAuteursinformatie

    Het van toepassing zijn van de wettelijke vereffeningsprocedure heeft tot gevolg dat de schuldeisers van de nalatenschap ten aanzien van het verhaal op de goederen van de nalatenschap voorrang genieten boven de overige schuldeisers van een erfgenaam (art. 4:224 BW). In deze bijdrage komt de vraag aan de orde of de wettelijke vereffening – omgekeerd – ook tot gevolg heeft dat de overige schuldeisers van een erfgenaam met voorrang verhaal kunnen nemen op het overige vermogen van deze laatste. Er wordt aandacht besteed aan de oude regeling van de boedelafscheiding (art. 1153 (oud) BW) en uiteindelijk wordt (voorzichtig) geconcludeerd dat deze vraag ontkennend moet worden beantwoord. De auteur wijst erop dat dit resultaat onwenselijk is, en bepleit (overigens in navolging van hetgeen de minister van Justitie bij de behandeling van het erfrecht in 1962 bepleitte) een wettelijke regeling op dit punt.


Mr. P.C. van Es
Mr. P.C. van Es is universitair hoofddocent notarieel recht aan de Universiteit Leiden; p.c.vanes@law.leidenuniv.nl.
Jurisprudentie

De positie van de executeur in het geding

Trefwoorden executeur/afwikkelingsbewindvoerder, nalatenschap, procedure, beslag
Auteurs Prof. mr. E.A.A. Luijten en Mw. prof. mr. W.R. Meijer
SamenvattingAuteursinformatie

    In de onderhavige procedure komt niet alleen de bevoegdheid van de executeur/afwikkelingsbewindvoerder aan de orde, maar tevens de vraag of deze in zijn bevoegdheid (q.q.) of in persoon (pro se) procedeert.


Prof. mr. E.A.A. Luijten
Prof. mr. E.A.A. Luijten is emeritus hoogleraar aan de RU Nijmegen.

Mw. prof. mr. W.R. Meijer
Mw. prof. mr. W.R. Meijer is hoogleraar privaatrecht aan de OU Nederland te Heerlen.