Samenvatting
Gepoogd wordt de raadselachtige wetsgeschiedenis van artikel 129 lid 2, eerste zin, van de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek (OnBW) te ontrafelen en vast te stellen voor welke situatie deze bepaling een voorziening geeft. Geconcludeerd wordt dat de bepaling binnen het gesloten stelsel van uiterste wilsbeschikkingen de wettelijke grondslag biedt voor het maken van een uiterste wilsbeschikking onder het huidige recht, waarbij de erflater afwijkt van het bepaalde in artikel 129 lid 1 OnBW omtrent de niet-opeisbaarheid van de legitieme portie, indien de erflater onder het oude erfrecht een making ten behoeve van zijn echtgenoot, geregistreerde partner of levensgezel heeft gemaakt en deze in stand houdt.
Inloggen met uw account
Heeft u al een account, of heeft u een activatiecode voor deze publicatie? Log dan eerst in of maak een account aan.