Nter_1382-4120_2023_029_003_totaal_original1024_1_large
Rss

Nederlands tijdschrift voor Europees recht

Meer op het gebied van Europees recht en mededingingsrecht

Over dit tijdschrift  

Meld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.

Aflevering 5-6, 2018 Alle samenvattingen uitklappen
Asiel en migratie

Access_open Openbare orde, veiligheid en langdurig verblijvende Unieburgers

Trefwoorden Openbare orde, openbare veiligheid, vrij verkeer van Unieburgers, verblijfsrichtlijn, strafrecht
Auteurs Prof. mr. P. Boeles
SamenvattingAuteursinformatie

    Hoeveel gevaar voor de openbare orde moet een gastlidstaat tolereren van een langdurig gevestigde Unieburger en zijn familie? Artikel 28 Richtlijn 2004/38/EG beoogt aan gevestigden een hogere bescherming tegen uitzetting te geven. Volgens de considerans (overweging 24) moet bescherming tegen verwijdering sterker zijn naarmate de Unieburger en zijn familieleden beter in het gastland geïntegreerd zijn. Als zij vele jaren op het grondgebied van het gastland hebben verbleven, zeker wanneer zij daar geboren zijn en er hun hele leven hebben gewoond, mogen verwijderingsmaatregelen slechts onder uitzonderlijke omstandigheden worden genomen. Artikel 28 heeft geleid tot nogal wat jurisprudentiële verwarring. Van extra bescherming blijkt nauwelijks sprake te zijn.
    HvJ 17 april 2018, gevoegde zaken C-316/16, B., en C-424/16, Vomero, ECLI:EU:C:2018:256


Prof. mr. P. Boeles
Prof. mr. P. (Pieter) Boeles is emeritus hoogleraar immigratierecht aan de Univeristeit Leiden, thans gasthoogleraar migratierecht VU Amsterdam.
Consumenten

Oude wijn in nieuwe zakken? Modernisering van het Europese consumentenrecht (I)

Trefwoorden consumentenbescherming, Fitness check
Auteurs Prof. dr. M.B.M. Loos
SamenvattingAuteursinformatie

    In dit artikel wordt ingegaan op het voorstel van de Europese Commissie voor een betere handhaving van de Europese regels voor consumentenbescherming en de modernisering van deze regels en de samenhang met de Mededeling van de Commissie ‘Een “new deal” voor consumenten’. In het tweede deel van deze bijdrage, dat in het volgende nummer van dit blad verschijnt, zal worden nagegaan of met de gedane voorstellen recht wordt gedaan aan de resultaten van de in 2017 uitgevoerde fitness check, welke bedoeld was om te onderzoeken in hoeverre het consumenten-acquis nog voldoende is toegerust voor de bescherming van consumenten en handelaren in staat stelt om gebruik te maken van de interne markt.

    • Voorstel van 11 april 2018 voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993, Richtlijn 98/6/EG van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijn 2005/29/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft betere handhaving en modernisering van de regels voor consumentenbescherming in de EU, COM(2018)185 final

    • Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité: ‘Een “new deal” voor consumenten’, Mededeling van 11 april 2018, COM(2018)183 final


Prof. dr. M.B.M. Loos
Prof. dr. M.B.M. (Marco) Loos is als hoogleraar verbonden aan het Centre for the Study of European Contract Law van de Universiteit van Amsterdam.
Mededinging

Excessieve prijzen in het mededingingsrecht

Trefwoorden misbruik van machtspositie, excessieve prijzen, auteursrecht, tariefvergelijking, ‘PPP-index’
Auteurs Mr. P.J. Kreijger
SamenvattingAuteursinformatie

    In het hier besproken arrest komt opnieuw een evergreen uit het (Europees) mededingingsrecht aan de orde: het (beweerd) misbruik van machtspositie in de vorm van excessieve tarieven van collectieve beheersorganisaties voor auteursrechten met een (feitelijk dan wel wettelijk verankerd) incassomonopolie. Het Hof van Justitie bevestigt dat bij toepassing van de in de Franse discothekenrechtspraak uit de jaren tachtig ontwikkelde methode van internationale tariefvergelijking1xHvJ 13 juli 1989, zaak C-395/87, Tournier, ECLI:EU:C:1989:319 en HvJ 13 juli 1989, gevoegde zaken C-110/88, C-241/88 en C-242/88, Lucazeau e.a., ECLI:EU:C:1989:326. ook kan worden gebruikt als maar een beperkt aantal lidstaten in deze vergelijking wordt betrokken. Voorwaarde is dan wel dat deze lidstaten voldoende representatief zijn en er voor koopkrachtverschillen wordt gecorrigeerd. Alleen als de uit die vergelijking blijkende prijsverschillen significant en duurzaam zijn, kan sprake zijn van misbruik.
    HvJ 14 september 2017, zaak C-177/16, Autortiesību un komunicēšanās konsultāciju aģentūra/Latvijas Autoru apvienība tegen Konkurences padome, ECLI:EU:C:2017:689.

Noten

  • 1 HvJ 13 juli 1989, zaak C-395/87, Tournier, ECLI:EU:C:1989:319 en HvJ 13 juli 1989, gevoegde zaken C-110/88, C-241/88 en C-242/88, Lucazeau e.a., ECLI:EU:C:1989:326.


Mr. P.J. Kreijger
Mr. P.J. (Paul) Kreijger is advocaat bij Visser Schaap & Kreijger te Amsterdam.
Overheidsaanbestedingen

Tirkkonen: besluiteloosheid wordt beloond?

Trefwoorden aanbesteding, raamovereenkomsten, uitzonderingen op aanbestedingsplicht
Auteurs Mr. B. Nijhof
SamenvattingAuteursinformatie

    Het Hof van Justitie oordeelt dat Aanbestedingsrichtlijn 2004/18/EG geen toepassing vindt bij een systeem waar potentiële opdrachtnemers slechts hoeven te voldoen aan toelatingseisen, zonder dat de aanbestedende dienst uiteindelijk een keuze maakt voor specifieke opdrachtnemers op basis van onderscheidende criteria. Daarbij is het irrelevant dat dat systeem niet ‘open house’ is.
    HvJ 1 maart 2018, zaak C-9/17, Maria Tirkkonen/Maaseutuvirasto, ECLI:EU:C:2018:142


Mr. B. Nijhof
Mr. B. (Bram) Nijhof is advocaat bij Taylor Wessing te Eindhoven.
Rechtsbescherming

Uitleg van het begrip overheidsorgaan van een lidstaat: enkele bespiegelingen van het arrest Farrell/Whitty

Trefwoorden rechtstreekse werking van richtlijnbepalingen, begrip overheidsorgaan van een lidstaat
Auteurs Mr. dr. M. Gijzen
SamenvattingAuteursinformatie

    In de onderhavige prejudiciële zaak heeft de Ierse rechter het Hof van Justitie verzocht om een precisering van het begrip overheidsorgaan van een lidstaat waaraan een nauwkeurig geformuleerde en onvoorwaardelijke bepaling van een richtlijn kan worden tegengeworpen. Met dit arrest borduurt het Hof van Justitie voort op zijn eerdere arrest in de zaak Foster.
    HvJ 10 oktober 2017, zaak C-413/15, Farrell/Whitty e.a., ECLI:EU:C:2017:745.


Mr. dr. M. Gijzen
Mr. dr. M. (Marianne) Gijzen is werkzaam bij de directie Juridische Zaken, afdeling Europees Recht van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Dit artikel is geschreven op persoonlijke titel.
Staatssteun

Access_open Terugvordering van staatssteun vindt zijn plek in de Nederlandse wetgeving

Trefwoorden staatssteun, terugvordering, Commissiebesluit, Algemene wet bestuursrecht, Algemene wet rijksbelastingen
Auteurs Mr. J.C. van Haersolte
SamenvattingAuteursinformatie

    Per 1 juli 2018 heeft het staatssteunrecht zijn plek gevonden in de Nederlandse regelgeving. Althans, de terugvordering van onrechtmatige staatssteun. Wat regelt de Wet terugvordering staatssteun?
    Wet Terugvordering staatssteun (in werking getreden op 1 juli 2018), Stb. 2018, 99


Mr. J.C. van Haersolte
Mr. J.C. (Johan) van Haersolte is counsel bij Coupry Advocaten en tevens redactielid van NtEr.

    In het arrest Amersfoort en Visser spreekt het Hof van Justitie zich uit over vier kwesties: de verhouding tussen de Dienstenrichtlijn en het kader van de telecomrichtlijnen, de toepasselijkheid van de Dienstenrichtlijn in zuiver interne situaties, de kwalificatie van detailhandel in goederen als ‘dienst’ in de zin van de Dienstenrichtlijn, en de status van (in elk geval één) bestemmingsplan binnen het kader van de Dienstenrichtlijn. Het Hof van Justitie schept in drie van de vier gevallen duidelijkheid over de afbakening van de werkingssfeer van de richtlijn. In het vierde geval, namelijk de kwalificatie van detailhandel in goederen, levert de uitspraak geen echte verduidelijking op, maar voorziet zij wel in een aantal complicaties.
    HvJ 30 januari 2018, gevoegde zaken C-360/15 en C-321/15, College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Amersfoort/X BV en Visser Vastgoed Beleggingen BV/Raad van de gemeente Appingedam, ECLI:EU:C:2018:44.


Prof. mr. E. Steyger
Prof. mr. E. (Elies) Steyger is hoogleraar Europees bestuursrecht aan de Vrije Universiteit Amsterdam en advocaat te ’s-Hertogenbosch.
Vrij verkeer

Europese Commissie: ‘Online platforms moeten meer verantwoordelijkheid nemen bij het bestrijden van online illegale content.’

Trefwoorden Europese Commissie, mededeling, internettussenpersonen, online illegale content
Auteurs Mr. A. van der Beek, L. Oranje en J.R. Spauwen
SamenvattingAuteursinformatie

    Op 28 september 2017 publiceerde de Europese Commissie een mededeling over de bestrijding van illegale onlinecontent, waarin zij onlineplatforms wijst op hun bijzondere maatschappelijke verantwoordelijkheid met betrekking tot het toegankelijk maken van dergelijke content. De mededeling bevat politieke richtsnoeren en beginselen voor onlineplatforms om de strijd tegen illegale online-inhoud op te voeren. Als aanvulling hierop heeft de Commissie op 1 maart 2018 een aanbeveling gepubliceerd met een reeks operationele maatregelen die moeten worden genomen door internetplatforms en lidstaten. Afhankelijk van het effect van deze maatregelen zal de Commissie bepalen over verdere stappen, waaronder wetgeving. Deze mededeling en aanbeveling lossen de huidige problemen met illegale content echter niet op, maar zorgen voor meer onduidelijkheid en minder transparantie in de strijd tegen online illegale content.
    Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s, ‘De bestrijding van illegale online-inhoud. Naar een grotere verantwoordelijkheid voor onlineplatforms’, COM 2017/555 en Commission Recommendation on measures to effectively tackle illegal content online, C(2018)1177 final.


Mr. A. van der Beek
Mr. A. (Annemieke) van der Beek is advocaat en partner bij Kennedy Van der Laan.

L. Oranje
L. (Lotte) Oranje is paralegal bij Kennedy Van der Laan.

J.R. Spauwen
J.R. (Joran) Spauwen is advocaat bij Kennedy Van der Laan.
Vrij verkeer

Bescherming van wezenlijke nationale belangen en de aanbestedingsplicht

Rechtstreekse gunning van overheidsopdrachten als ultimum remedium

Trefwoorden Artikel 346 lid 1 VWEU, Richtlijn 2004/18/EG, Richtlijn 92/50/EEG, wezenlijke nationale veiligheidsbelangen, fundamentele vrijheden, Aanbestedingsrecht
Auteurs Mr. M.J.J.M. Essers en Mr. A.J.M. Louwers
SamenvattingAuteursinformatie

    In het arrest van 20 maart 2018 inzake Europese Commissie tegen de Republiek Oostenrijk verduidelijkt het Hof van Justitie onder welke voorwaarden het lidstaten is toegestaan om af te zien van een Europese aanbesteding door zich te beroepen op de bescherming van wezenlijke nationale veiligheidsbelangen. Het Hof van Justitie overweegt dat lidstaten hierin weliswaar een beoordelingsmarge toekomt, maar dat de lidstaat die zich op deze uitzondering beroept moet kunnen aantonen dat die belangen niet anders beschermd hadden kunnen worden. Ook Nederland verkent de mogelijkheden voor verruiming van deze uitzonderingsgrond. Gelet op de groeiende publieke aandacht voor de bescherming van persoonsgegevens en nationale veiligheid, biedt deze zaak concrete aanknopingspunten om te toetsen wanneer een uitzondering op de aanbestedingsplicht wegens wezenlijke veiligheidsbelangen gerechtvaardigd is.
    HvJ 20 maart 2018, zaak C-187/16, Europese Commissie/Republiek Oostenrijk (Oostenrijkse Staatsdrukkerij), ECLI:EU:C:2017:578.


Mr. M.J.J.M. Essers
Mr. M.J.J.M. (Maurice) Essers is advocaat bij Clairfort te Amsterdam.

Mr. A.J.M. Louwers
Mr. A.J.M. (Noud) Louwers is advocaat bij Clairfort te Amsterdam.
Institutioneel recht

Examenantwoorden zijn ook persoonsgegevens

Over de reikwijdte van de AVG

Trefwoorden privacy, gegevensbescherming, AVG, persoonsgegevens
Auteurs S. Kulk LLM
SamenvattingAuteursinformatie

    In de zaak Nowak moest het Hof van Justitie de vraag beantwoorden of beroepsexamens persoonsgegevens zijn. De uitspraak van het Hof van Justitie biedt duidelijkheid over hoe te bepalen of informatie persoonsgegevens zijn. Voor hoger onderwijsinstellingen kan de uitspraak aanleiding geven hun beleid te heroverwegen ten aanzien van het opslaan, het verlenen van toegang tot, en het analyseren van tentamenantwoorden.
    HvJ 20 december 2017, zaak C-434/16, Peter Nowak/Data Protection Commissioner, ECLI:EU:C:2017:994.


S. Kulk LLM
S. (Stefan) Kulk LLM is universitair docent Recht, Innovatie en Technologie aan de Universiteit Utrecht.