Een Egyptische vreemdeling heeft op 23 december 2019, toen hij nog minderjarig was, een verzoek tot internationale bescherming ingediend in Griekenland en de wens geuit om herenigd te worden met zijn oom in Nederland. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft dat verzoek afgewezen omdat de familieband niet kan worden aangetoond. Eisers hebben hiertegen een bezwaarschrift ingediend, dat verweerder niet-ontvankelijk heeft verklaard. Volgens de staatssecretaris biedt de Dublinverordening niet de mogelijkheid om een dergelijk weigeringsbesluit aan te vechten. De rechtbank Haarlem stelt hierover vervolgens prejudiciële vragen. Het Hof van Justitie antwoordt dat de lidstaat die het verzoek krijgt een alleenstaand kind op grond van de Dublinverordening over te nemen verplicht is om te voorzien in een recht van beroep bij een rechterlijke instantie tegen zijn weigeringsbesluit.<i>HvJ 1 augustus 2022, C-19/21, ECLI:EU:C:2022:605 (I. en S.)</i>.
U heeft geen toegang tot deze publicatie Beste bezoeker, om de inhoud te raadplegen heeft u een abonnement nodig op deze publicatie of de collectie waar deze publicatie deel van uitmaakt. Neem contact op met klantenservice@boomportaal.nl voor meer informatie over de mogelijkheden en prijzen.
Kopen in de webshop Deze publicatie is ook te vinden in onze webshop. Sommige publicaties hebben ook de mogelijkheid om direct toegang te kopen tot het online boek.