DOI: 10.5553/TMD/138638782018022001001

Nederlands-Vlaams tijdschrift voor mediation en conflictmanagementAccess_open

Redactioneel

Mediation – ‘Here, There and Everywhere’

Auteurs
DOI
Toon PDF Toon volledige grootte
Auteursinformatie Statistiek Citeerwijze
Dit artikel is keer geraadpleegd.
Dit artikel is 0 keer gedownload.
Aanbevolen citeerwijze bij dit artikel
Annie de Roo, 'Mediation – ‘Here, There and Everywhere’', Nederlands-Vlaams tijdschrift voor mediation en conflictmanagement 2018-1, p. 3-5

Dit artikel wordt geciteerd in

      Het schrijven en opnemen van deze wereldberoemde Beatles-song voltrok zich in minder dan een week. Dat is dus heel wat sneller dan de totstandkoming van deze aflevering van TMD,1x Here, There, and Everywhere werd opgenomen op 14, 16 en 17 juni 1966 in de Londonse Abbey Road Studios. maar soms hebben (goede) dingen gewoon meer tijd nodig.

      ‘Te gast bij de Federale Bemiddelingscommissie in Brussel’ luidt de titel van het interview met de voorzitter en vicevoorzitter van de Belgische Federale Bemiddelingscommissie (FBC). In het najaar van 2017 interviewden twee TMD-redactieleden, Herman Verbist en Roger Ritzen, in het Brusselse, Bruno Lemaire en Veerle Vangheluwe, respectievelijk voorzitter en vicevoorzitter van de FBC. Bij het interview waren ook aanwezig Barbara Gayse en Julie Paternostre, beiden als attaché werkzaam bij de FBC.
      Het interview werd een interessante tour d’horizon langs het Belgische bemiddelingslandschap met hier en daar een opmaat naar de nieuwe, aanstaande wetgeving. Een goed moment dus om te reflecteren op de rol van de FBC. Hier alvast een voorproefje van enkele onderwerpen die de revue passeerden: de behoefte aan specialisatie binnen het bemiddelingsveld, het belang van publicatie van tuchtrechtzaken met als doel verdere professionalisering van de beroepsgroep en de terugkerende noodzaak om bemiddeling onder de aandacht te blijven brengen van de burger. Nog altijd blijkt dat bemiddeling-mediation bij de Belgische burger een betrekkelijk onbekend fenomeen is. Ook werd de FBC de vraag voorgelegd hoe zij aankijkt tegen de komst van de wettelijke invoering van ‘collaborative law’ – een toekomstige vriend of toekomstige vijand van bemiddeling?

      De onbekendheid van de burger met bemiddeling houdt niet alleen de FBC bezig. In de bijdrage ‘Bevraging van de Belgische advocatuur over bemiddeling: eerste resultaten’ bespreekt Tom Wijnant de opzet van zijn onderzoek en de eerste uitkomsten van hoe de Belgische advocatuur denkt over de potentie en bruikbaarheid van bemiddeling. Onveranderlijk wordt de geringe belangstelling van de Belgische advocatuur voor bemiddeling genoemd als mogelijke verklaring voor de onbekendheid van de burger met bemiddeling. Maar waarop is deze verklaring feitelijk gebaseerd? Deze vraag vormt het startpunt voor het empirische onderzoek naar hoe de advocatuur denkt over bemiddeling. De keuze voor deze centrale onderzoeksvraag is niet zonder reden. De advocatuur kan een belangrijke, stimulerende rol vervullen bij de doorverwijzing naar bemiddeling – binnen en buiten de gerechtelijke percelen. Maar dat vereist dan wel een welwillende houding ten aanzien van bemiddeling. De eerste uitkomsten laten zien dat de Belgische advocatuur minder negatief denkt over bemiddeling dan gedacht. Een bevinding die verrast en de aanname over hoe de advocatuur denkt over bemiddeling ontkracht. Een ontwikkeling die ons hier alvast positief stemt.

      De toepassingsmogelijkheden van mediation-bemiddeling zijn vrijwel onbeperkt. Zeer diverse situaties en conflicten kunnen via de weg van bemiddeling-mediation worden opgelost, ook als dit in eerste instantie voor onmogelijk werd gehouden. Hier kan men denken aan hoog opgelopen arbeidsconflicten tussen werkgevers en werknemers, die uiteindelijk kunnen uitmonden in langzaamaanacties, het neerleggen van het werk en natuurlijk stakingen. Denk aan spoorstakingen, stakingen in het streekvervoer, stakingen in het vliegverkeer. Het zal duidelijk zijn dat de gevolgen van dergelijke conflicten meestal niet uitsluitend de betrokken partijen –werkgevers en werknemers – treffen, maar meestal ook ons, de burgers.
      Het verbaast dan ook niet dat in nogal wat landen speciale instituten zijn belast met het oplossen van collectieve arbeidsgeschillen via conciliatie, mediation of arbitrage met als doel het voorkomen dan wel snel oplossen van dergelijke conflicten. Sommige van deze instituten, zoals de Britse Advisory Conciliation and Arbitration Service (ACAS) en het instituut van de Belgische Sociaal Bemiddelaars, kennen een lange geschiedenis – een geschiedenis die dateert van ver voor de opkomst van de ‘moderne’ mediation-ADR-beweging.

      Zoals gezegd kan het instituut van de Belgische Sociaal Bemiddelaars bogen op een lange en rijke geschiedenis die haar oorsprong heeft in de Wet betreffende de Collectieve Arbeidsovereenkomsten en de Paritaire Comités van 5 december 1968. Het vijftigjarig bestaan van de Sociaal Bemiddelaars was de aanleiding voor de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, in samenwerking met de KULeuven, voor het organiseren van het symposium ‘Sociale bemiddeling in België en Europa’ op 23 april 2018. In de bijdrage ‘Promoting conciliation and mediation in collective labour conflicts in Europe’ bespreken de auteurs Ana Belén García, Erica Pender, Francisco J. Medina en Martin Euwema belangrijke ontwikkelingen in het oplossen van collectieve arbeidsconflicten, gebaseerd op de bevindingen van recent onderzoek verricht in twaalf Europese landen, waaronder België en Nederland. Ook dit onderzoek laat zien dat de praktijk van mediation-bemiddeling in collectieve arbeidsgeschillen nog steeds een eigen pad volgt.

      In veel landen voltrekt de moderne mediationpraktijk zich in de schaduw van het recht. Dat zijn vaak ook landen waar de beginselen van de rechtsstaat hoog in het vaandel staan. De vraag die dan rijst is hoe vormen van geschiloplossing, zoals mediation, zich verhouden of zouden moeten verhouden tot de kernwaarden van de rechtsstaat. Dit was de centrale vraag in het onderzoek naar rechtsstatelijke waarborging van buitengerechtelijke geschiloplossing, verricht door het Utrechtse Montaigne Centrum in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) van het Nederlandse ministerie van Justitie en Veiligheid. Marc Simon Thomas bespreekt de belangrijkste onderzoeksbevindingen in de bijdrage ‘Rechtstatelijke waarborging van buitengerechtelijke conflictoplossing – onderzoeksrapport Montaigne Centrum’.

      Van Utrecht gaan we naar Parijs. Daar vond in februari van dit jaar de dertiende ICC Mediation Competition plaats. Een forum waar student/aspirant-mediators-advocaten zich kunnen bekwamen in het mediationvak onder het toeziend oog van ervaren mediators afkomstig uit alle hoeken van de wereld. Jan Ritzen en Joost Maassen doen verslag van de ICC Mediation Competition. Jan Ritzen doet verslag vanuit het perspectief van de student/aspirant-mediator-advocaat; Joost Maassen doet dat vanuit zijn rol als ervaren mediator en jurylid. Belangrijke bevinding: de ervaren mediator en de beginnende mediator kunnen over en weer van elkaar leren.

      Deze aflevering sluit af met een korte bespreking van het boek Gerechtelijke bemiddeling: knelpunten en mogelijkheden, geschreven door Wendy Hensen, en een aankondiging van de eendaagse conferentie ‘Mediation Moves’. Deze conferentie wordt georganiseerd door de European University Viadrina in Frankfurt aan de Oder, in samenwerking met de Universiteit van Kopenhagen en de Singapore International Dispute Resolution Academy.

      Mediation-bemiddeling is Hier, Daar, Overal – Ici, Là-bas, Partout, dus Here, There, and Everywhere.

    Noten

    • 1 Here, There, and Everywhere werd opgenomen op 14, 16 en 17 juni 1966 in de Londonse Abbey Road Studios.


Print dit artikel