To_1568-5012_2023_023_001_totaal_original1024_1_large
Rss

Tijdschrift voor Omgevingsrecht

Meer op het gebied van Bestuursrecht

Over dit tijdschrift  

Meld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.

Aflevering 3, 2011 Alle samenvattingen uitklappen
Redactioneel

Permanente crisis of herstel van recht?

Auteurs Mr. G.A. van der Veen
SamenvattingAuteursinformatie


Mr. G.A. van der Veen
Mr. G.A. (Gerrit) van der Veen is advocaat omgevingsrecht en bestuursrecht bij AKD te Rotterdam en is tevens redactielid van TO.
Artikel

Herontwikkeling van stortplaatsen

Kansen en belemmeringen vanuit milieurechtelijk perspectief

Trefwoorden stortplaats, Wet bodembescherming, Wet milieubeheer, bodemverontreiniging, herontwikkeling
Auteurs Mr. drs. M.A. de Groote
SamenvattingAuteursinformatie

    Er zijn twee soorten stortplaatsen in Nederland, namelijk voormalige stortplaatsen en stortplaatsen die vallen onder de reikwijdte van de Wet milieubeheer (Wm). Een stortplaats die op of na 1 september 1996 in gebruik was of is, valt onder de nazorgregeling van de Wm; overige stortplaatsen zijn voormalige stortplaatsen.Thans worden bijna uitsluitend voormalige stortplaatsen herontwikkeld. Bij de beheersing van bodemverontreiniging van dergelijke stortplaatsen wordt gebruik gemaakt van de Wet bodembescherming (Wbb). Dit lijkt in de praktijk te werken, maar recente rechtspraak noopt tot aanpassing van de wet. De nazorgregeling uit de Wm gaat uit van een actieve nazorg en legt de verantwoordelijkheid voor de milieuhygiënische situatie na sluiting van de stortplaats bij de provincie. Bij herontwikkeling van Wm-stortplaatsen moet er zijn voldaan aan diverse verplichtingen die de Wm voorschrijft. Dat maakt herontwikkeling van Wm-stortplaatsen ingewikkelder dan herontwikkeling van voormalige stortplaatsen. Overheden kunnen door meerdere maatregelen herontwikkeling van beide soorten stortplaatsen vergemakkelijken.


Mr. drs. M.A. de Groote
Mr. drs. M.A. (Michiel) de Groote is werkzaam als advocaat in dienst van de gemeente Amsterdam (directie Juridische Zaken).
Jurisprudentie

Jurisprudentie Waterwet

Trefwoorden Waterwet, watervergunning, Bkmw, Kaderrichtlijn water
Auteurs Mr. ir. S. Handgraaf
SamenvattingAuteursinformatie

    Bijna twee jaar na inwerkingtreding van de Waterwet is het tijd voor een jurisprudentieoverzicht.De eerste uitspraken laten zien dat het nieuwe, integrale toetsingskader van de Waterwet geen problemen oplevert. Ook de toepassing van de milieukwaliteitseisen van het Besluit kwaliteitseisen en monitoring water 2009, ter uitwerking van de Kaderrichtlijn water, verloopt conform de bedoeling van de wetgever. De gekozen implementatie van het vereiste van geen achteruitgang (een verslechtering van de waterkwaliteit binnen de toestandsklasse is acceptabel) lijkt stand te houden.Het overgangsrecht van de Invoeringswet Waterwet heeft tot enkele vragen over de bevoegdheid van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State geleid. Daarnaast lijkt het overgangsrecht voor handhavingsbesluiten niet sluitend, waardoor in sommige gevallen de bevoegdheid om te beslissen op een bezwaarschrift, dat voor inwerkingtreding van de Waterwet is ingediend, kan ontbreken.


Mr. ir. S. Handgraaf
Mr. ir S. (Simon) Handgraaf is mede-eigenaar van Colibri Advies.
Artikel

De ontheffingsbevoegdheid in provinciale ruimtelijke verordeningen in het licht van de wijzigingswet Wro

Instrument voor gemeentelijke flexibiliteit of provinciale sturing?

Trefwoorden artikel 4.1 Wro, ontheffing, interbestuurlijke regel, interbestuurlijk toezicht, wijzigingswet Wro
Auteurs Mr. dr. F.A.G. Groothuijse en Mr. drs. D. Korsse
SamenvattingAuteursinformatie

    Op 22 juni 2011 is een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer ingediend dat ertoe strekt een grondslag in de Wro op te nemen voor het toekennen van een ontheffingsbevoegdheid in algemene, interbestuurlijke regels op grond van hoofdstuk 4 van die wet. In deze bijdrage wordt eerst nagegaan waarom een ontheffingsbevoegdheid van belang kan zijn, waarom een expliciete grondslag voor zo’n bevoegdheid is vereist en welke bezwaren momenteel tegen het toekennen van een dergelijke bevoegdheid bestaan. In het licht hiervan wordt vervolgens de bevoegdheidsgrondslag beschreven die met het wetsvoorstel in de Wro zal worden opgenomen. Tot slot worden kritische kanttekeningen bij de inhoud van het wetsvoorstel geplaatst en wordt stilgestaan bij de gevolgen van het wetsvoorstel voor de bestaande interbestuurlijke regels die een ontheffingsbevoegdheid bevatten.


Mr. dr. F.A.G. Groothuijse
Mr. dr. F.A.G. (Frank) Groothuijse is onderzoeker/docent bij het Centrum voor Milieurecht (ACELS) aan de Universiteit van Amsterdam en redactielid van TO.

Mr. drs. D. Korsse
Mr. drs. D. (Daan) Korsse is promovendus bij het Centrum voor Omgevingsrecht van de Universiteit Utrecht en bereidt een proefschrift voor over de provinciale planologische verordening.