DOI: 10.5553/TvT/187987052023014002001

Tijdschrift voor ToezichtAccess_open

Redactioneel

Vertrouwen door openheid

Auteurs
DOI
Toon PDF Toon volledige grootte
Auteursinformatie Statistiek Citeerwijze
Dit artikel is keer geraadpleegd.
Dit artikel is 0 keer gedownload.
Aanbevolen citeerwijze bij dit artikel
Jeroen Goudsmit en Marije Batting, 'Vertrouwen door openheid', TvT 2023-2, p. 57-58

Dit artikel wordt geciteerd in

      Toezichthouders dragen bij aan het vertrouwen van de samenleving in hun domein. Dit vereist een zekere mate van transparantie over het gekozen pad. In dit nummer leest u hoe verschillende toezichthouders over hun manier van werken in gesprek gaan of zouden moeten gaan met de belanghebbenden in het domein waarop zij toezicht houden. Vertrouwen in en openheid over het toezicht vormen de rode draad.
      Als eerste reflecteren Constant Hijzen en Roel de Bont op het concept veerkracht. Op basis van een rapport van de Inspectie Justitie en Veiligheid omschrijven ze de veerkracht van ketens aan de hand van enkele factoren die spelen voor, tijdens en na een crisis. Ze vatten samen dat de veerkracht van ketens in het domein van deze inspectie wordt belemmerd door beperkingen in het beschikbare personeel, de kwaliteit van informatie, de samenwerking binnen ketens, en het structureel leren van crises. Zouden toezichthouders dit raamwerk kunnen gebruiken om in gesprek te gaan over de veerkracht van de organisaties waarop zij toezicht houden?
      De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en de Nederlandse Zorgautoriteit verwachten dat raden van toezicht minimaal jaarlijks openbaar verantwoording afleggen over hun activiteiten. Op basis van de jaarverslagen die zijn uitgegeven door een selectie van Nederlandse ziekenhuizen doen Judith Godschalx, Walther van Mook en Leen Paape verslag van deze transparantie. Tevens plaatsen ze dit in internationale context door een vergelijking te maken met ziekenhuizen in Groot-Brittannië. Ze concluderen dat de jaarverslagen niet altijd de mate van transparantie bieden die men zou verwachten vanuit de Governancecode Zorg. Specifiek wordt potentie voor verbetering gezien in de geboden transparantie door de raad van toezicht in diens eigen permanente educatie, vergaderaanwezigheid van de leden en diens zelfevaluaties.
      Herman Bröring deelt enkele bespiegelingen over de rol van het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) bij de gaswinningsschade in Groningen. Deze toezichthouder maakt zich onder andere sterk voor de veiligheid van de mens bij energiewinning en het benutten van de ondergrond. Maar heeft het SodM een voldoende onafhankelijke positie ten opzichte van de minister? En wat te vinden van het door SodM gekozen veiligheidsconcept waaronder ook de sociale en psychologische gevolgen van gaswinning geschaard kunnen worden? Dit concept staat open voor interpretatie, waarbij verschillende keuzes gevolgen hebben voor de benodigde capaciteiten van de toezichthouder.
      Maatschappelijke betamelijkheid is een sleutelbegrip in de Wet toezicht trustkantoren 2018. Martin Worfsdörfer betoogt dat een invulling van deze open norm een continue dialoog vereist tussen de toezichthouder – De Nederlandsche Bank – en de sector. Transparantie vanuit de sector over de dilemma’s waarmee ze worstelt en de wijze waarop ze hierin positie neemt, kunnen het vertrouwen hierbij verhogen.
      De redactie ging in gesprek met Liebrich Hiemstra die onlangs haar proefschrift over toezicht op de handel in energiederivaten verdedigde. Toezicht op deze markt vindt plaats op Europees (ESMA, ACER) en nationaal (AFM, ACM) niveau. Marktpartijen geven dagelijks zeven miljoen transacties door aan ACER, die op zijn beurt deze modelmatig analyseert en bij verdenking van marktmisbruik de informatie met nationale toezichthouders deelt. Hiemstra’s onderzoek beschrijft de dynamiek van deze toezichthouders en meet deze aan de principes van legaliteit, effectiviteit en rechtsbescherming. Op basis hiervan doet ze aanbevelingen over het informeren van marktspelers bij informatiedeling tussen toezichthouders, het uniformeren van de regels voor vertrouwelijkheid en geheimhouding voor toezichthouders, en het nader onderzoeken van het centraliseren van toezicht.
      Tot slot nóg een mooi gesprek en wel met Alida Oppers, inspecteur-generaal van de Inspectie voor het Onderwijs en voorzitter van de Inspectieraad. De Inspectieraad bestaat inmiddels meer dan vijftien jaar. Een mooie aanleiding dus om de verdiensten van de Inspectieraad de revue te laten passeren en in breder perspectief te plaatsen. In het interview met Alida Oppers kunt u dan ook lezen over de behaalde resultaten van de Inspectieraad en de plannen voor de toekomst. Maar ook bevat het interview een bredere gedachte-uitwisseling over de publieke waarden in het toezicht, de onafhankelijkheid van de rijksinspecties, de centrale rol van toezichthouders in de maatschappij en het vertrouwen dat zij daaraan toevoegen en het betrekken van burgerperspectieven daarin. Mooie thema’s die iedereen die zich bezighoudt met toezicht zullen aanspreken.

      Wij wensen u veel leesplezier!


Print dit artikel