Anne Keirse staat met haar bijdrage over contractenrecht op maat tweevoudig in de traditie van Grosheide, enerzijds wat betreft de internationale component die zijn gedachtegoed immer zo sterk typeert en anderzijds wat betreft het steeds weer zoeken naar maatwerkoplossingen in plaats van standaardbeschouwingen, zoals in zijn proefschrift over auteursrecht op maat. Zoals Keirse met recht zegt, en zij toont zich daarin nu reeds een waardig opvolger van Grosheide als voorzitter van onze redactie: het is de nuance die de weg leidt naar het contractenrecht van morgen. |
Artikel |
Contractenrecht op maat |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 5 2011 |
Trefwoorden | internationaal, maatwerkoplossingen, standaardbeschouwingen |
Auteurs | Prof. mr. A.L.M. Keirse |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Bewijs voor mededingingsbeperkende overeenkomsten. Vooral verticale |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 5 2011 |
Trefwoorden | mededingingsrecht, horizontale en verticale overeenkomsten, Nintendo-zaak, Distributeur |
Auteurs | Mr. H.H.P. Lugard |
SamenvattingAuteursinformatie |
De brede blik van het mededingingsrecht op het begrip ‘overeenkomst’ is het onderwerp van Paul Lugard, die daarmee de bijzondere belangstelling van Grosheide voor het brede in het recht belichaamt. Moeten horizontale overeenkomsten en verticale overeenkomsten in dit kader verschillend worden bezien? Lugard voert ons langs de klassieke benaderingen van Bayer en Volkswagen II en stelt zich vervolgens de vraag of de recente Nintendo-zaak ons tot andere gedachten zou moeten brengen. Welke rol speelt de werkelijke wil van de distributeur? Voor gewone civilisten, dolend in het onherbergzame mededingingsrecht, welhaast duizelingwekkende vragen. Gelukkig is Grosheide bepaald geen gewone civilist. |
Artikel |
Proportionele aansprakelijkheid: vooruitgang in het (burgerlijk) contractenrecht? |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 5 2011 |
Trefwoorden | proportionele aansprakelijkheid, arrest Fortis/Bourgonje |
Auteurs | J.M. Emaus LL.M. |
SamenvattingAuteursinformatie |
Jessy Emaus voert de vraag ten tonele of de proportionele aansprakelijkheid, zoals door de Hoge Raad in het arrest Fortis/Bourgonje wellicht in algemene zin in het contractenrecht geaccepteerd – maar met voorzichtigheid –, gezien moet worden als een exponent van de vooruitgang van het (burgerlijk) contractenrecht. Ook bij haar dus weer Grosheide in zijn rol van progressieve en vooruitziende jurist, met oog voor de nuance. |
Artikel |
Wegcontracteren van de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 5 2011 |
Trefwoorden | redelijkheid en billijkheid, aanvullende werking, Regulation on a Common European Sales Law |
Auteurs | Prof. mr. M.H. Wissink |
SamenvattingAuteursinformatie |
Mark Wissink snijdt vervolgens een onderwerp aan waarover Grosheide en Drion nog wel eens (in discussiërende zin) de staf hebben mogen breken: de rol van de redelijkheid en billijkheid. En dan meer in het bijzonder de vraag naar het al dan niet kunnen wegcontracteren van de aanvullende werking daarvan. Wissink bespreekt oude en nieuwe argumenten, zoals artikel 2 lid 3 van de voorgestelde Regulation on a Common European Sales Law van 11 oktober 2011, op basis waarvan de redelijkheid en billijkheid niet door partijen mogen worden weggecontracteerd. Wissink tekent daarbij – terecht – aan dat de inhoud van de Europese redelijkheid en billijkheid (good faith and fair dealing) nog wel eens zou kunnen verschillen van de Nederlandse. |
Artikel |
Naar een uniforme klachtplicht bij consumentencontracten |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 5 2011 |
Trefwoorden | klachttermijn, klachtplicht, Art. 6:89 BW, consumentenkoop |
Auteurs | Prof. mr. R.P.J.L. Tjittes |
SamenvattingAuteursinformatie |
Rieme-Jan Tjittes ten slotte, pleit voor het gelijkschakelen van de eisen die het recht stelt aan het tijdig klagen door consumenten. Als gevolg van het implementeren van een Europese richtlijn geldt bij de consumentenkoop voor het op de voet van artikel 7:23 BW gaan lopen van de klachttermijn alleen de eis dat de consument feitelijk weet van het gebrek aan de zaak, niet daarenboven ook nog de (vaak in de tijd daaraan voorafgaande) eis dat de consument het gebrek redelijkerwijs had behoren te ontdekken. Artikel 6:89 BW (de algemene klachtplicht) differentieert echter niet tussen een consument-crediteur en een andere crediteur, zodat voor de consument-crediteur in algemene zin ook gewoon de dubbele eis geldt, terwijl het niet zelden (denk aan financiële dienstverlening) om complexere producten gaat dan bij de doorsnee-koop. Tjittes vindt dit onwenselijk en wil voor consumenten ook bij de algemene klachtplicht uitgaan van (in feite) enkel de eis van feitelijk weten en, Grosheide, heeft hij daarmee misschien niet een punt? |
Redactioneel |
Onvoorziene omstandigheden en uitleg |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2011 |
Samenvatting |
In een redactioneel geeft de redactie een toelichting op het tijdschriftnummer in kwestie. |
Artikel |
Aanpassing van de overeenkomst bij onvoorziene omstandigheden: een kwestie van uitleg? |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2011 |
Trefwoorden | onvoorziene omstandigheden, aanpassing overeenkomst, uitleg, redelijkheid en billijkheid, goede trouw |
Auteurs | Prof. mr. J.M. van Dunné |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur tracht in het artikel aan te tonen dat het leerstuk van de onvoorziene omstandigheden een kwestie van uitleg is, en dat uitleg al jaar en dag een kwestie van normatief uitleggen is, alias redelijke uitleg, uitleg te goeder trouw. Dat alles in het licht van het al omvattende beginsel van de redelijkheid en billijkheid. |
In Agenda worden lezingen, conferenties en andere evenementen aangekondigd. |
Artikel |
Aanpassing en uitleg van de overeenkomst bij onvoorziene omstandigheden |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2011 |
Trefwoorden | onvoorziene omstandigheden, aanpassing overeenkomst, uitleg, Haviltex |
Auteurs | Prof. mr. F.W. Grosheide |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage is een reactie op Van Dunné’s uiteenzetting hieraanvoorafgaand. De auteur richt zich in het bijzonder op één aspect van het door Van Dunné besprokene, namelijk de verbinding van wijziging en uitleg bij onvoorziene omstandigheden. |
Artikel |
Normatieve uitleg: de constructie van een rechtsverhouding |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2011 |
Trefwoorden | objectieve uitleg, contextuele interpretatie, gezichtspunten, uitleg naar Engels recht, arbitrage |
Auteurs | Mr. dr. J.A.I. Wendt |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij het vaststellen van hetgeen partijen over en weer aan elkaar verplicht zijn dient niet slechts acht geslagen te worden op de bewoordingen van relevante contractuele bepalingen maar op het geheel van normen dat in de gegeven rechtsverhouding van toepassing is. Om dit dynamische begrip van uitleg aan te duiden is gekozen voor de aan het Engelse recht ontleende term ‘constructie’. Objectieve interpretatie houdt naar Engels recht in het vaststellen van de betekenis van bewoordingen zoals een reasonable (business) person deze opgevat zou hebben. Het gaat er bij uitleg om op zorgvuldige wijze te bewerkstellingen dat partijen hun beloften nakomen. |
Casus |
Franchise en mededingingsrecht: een bijzondere verhouding |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 3 2011 |
Trefwoorden | franchise, mededingingsrecht, concurrentiebeding, distributie, Groepsvrijstelling |
Auteurs | Mr. M.J. van Joolingen en mr. D.T.A. Noordeloos |
SamenvattingAuteursinformatie |
In civiele procedures komt de verenigbaarheid van een franchiseovereenkomst met het mededingingsrecht regelmatig aan de orde. Uit de rechtspraak blijkt dat de mededingingsrechtelijke beoordeling soms te wensen overlaat of dat partijen argumenten laten liggen. In dit artikel komt eerst de mededingingsrechtelijke context van franchise aan de orde. Vervolgens worden de vanuit het mededingingsrechtelijk perspectief meest essentiële onderdelen van een franchiseovereenkomst toegelicht aan de hand van de Europese wetgeving en rechtspraak. Enerzijds wordt hierin de noodzaak tot bescherming van de franchisegever of het franchisenetwerk erkend. Anderzijds wordt gesteld dat de aard van franchise niet zo bijzonder is dat zij zich volledig kan ontrekken aan het mededingingsrecht. |
Artikel |
Comparative reflections on change of circumstances |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 3 2011 |
Trefwoorden | Change of circumstances, Imprévision, Hardship |
Auteurs | Dr. R.A. Momberg |
SamenvattingAuteursinformatie |
The aim of this paper is to provide some general considerations from a comparative perspective with regard to the subject of change of circumstances, which can be useful or interesting for the Dutch reader. The article summarizes the conclusions reached on the research conducted by the author to obtain his PhD degree at the Molengraaff Institute of Private Law of the Utrecht University. |
Column |
Kwalificatie van de koopovereenkomst: what’s in a name? |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 3 2011 |
Trefwoorden | kwalificatie koopovereenkomst, goodwill, non-conformiteit, wanprestatie |
Auteurs | Mr. dr. T.H.M. van Wechem |
SamenvattingAuteursinformatie |
Auteur werpt een kritische blik op het arrest van de Hoge Raad van 8 juli 2011 (LJN BQ5068), waarin de Hoge Raad goodwill in een wettelijk kader heeft willen plaatsen en zou een lans willen breken voor de stelling dat artikel 7:17 BW niet als limitatief kader zou moeten worden beschouwd ter beantwoording van wanprestatievragen bij koopgeschillen (waarbij auteur het bepaalde in art. 7:15 BW buiten beschouwing laat). |
Discussie |
Een haalbaarheidsstudie naar een optioneel instrument |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 3 2011 |
Trefwoorden | optioneel instrument, Europese commissie, oneerlijke bedingen, afgebroken onderhandelingen, bevoegdheid, Rome I Vo |
Auteurs | Mr. dr. J.W. Rutgers |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur behandelt in haar bijdrage thema’s rondom het concept optioneel instrument zoals de Europese Commissie dat op 3 mei 2011 op haar website heeft gepubliceerd. Zij bespreekt achtereenvolgens de context waarin de Europese Commissie het concept optioneel instrument plaatst, de vraag of er een bevoegdheid is in de Europese verdragen om tot vaststelling van een optioneel instrument te kunnen komen en wat de verhouding tot Rome I Vo is. Ten slotte gaat de auteur in op de inhoud van het document en licht er twee onderwerpen uit: het afbreken van onderhandelingen en de toetsing van oneerlijke bedingen. |
Redactioneel |
Gereedschap kiezen |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 3 2011 |
Samenvatting |
In een redactioneel artikel geeft de redactie een toelichting op het tijdschriftnummer in kwestie. |
In Agenda worden lezingen, conferenties en andere evenementen aangekondigd. |
Praktijk |
Postcontractuele goede trouw en de reden voor ontbinding |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 3 2011 |
Trefwoorden | afgebroken onderhandelingen, Plas/Valburg, onvoorziene omstandigheden, redelijkheid en billijkheid, ontbinding |
Auteurs | Mr. drs. J.H.M. Spanjaard |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreekt de auteur twee arresten van de Hoge Raad over het onderscheid tussen de precontractuele en de postcontractuele fase voor het afbreken van onderhandelingen. Tevens bespreekt de auteur een arrest van de Hoge Raad waarin de Hoge Raad een oordeel gaf over de eisen die aan een buitengerechtelijke ontbindingsverklaring worden gegeven. |
Artikel |
Onvoorziene omstandigheden en het Nederlandse recht |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 3 2011 |
Trefwoorden | onvoorziene omstandigheden, Nederlands recht, receptief stelsel, artikel 6:258 BW |
Auteurs | Prof. mr. E.H. Hondius |
SamenvattingAuteursinformatie |
In zijn bijdrage beziet de auteur hoe het Nederlandse recht naar Mombergs onderscheiding zou moeten worden gekwalificeerd: als een receptief of als een niet-receptief stelsel. Dit onderscheid door Momberg is gebaseerd op de ‘(al dan niet) ontvankelijkheid van een rechtsstelsel voor erkenning van de juridische relevantie van gewijzigde omstandigheden, waarbij aan de belanghebbende partij in een dergelijk geval de mogelijkheid wordt geboden om te kunnen vertrouwen op een stelsel van rechtsvorderingen’. De auteur meent dat het Nederlandse recht bij de receptieve stelsels moet worden ingedeeld. |
Artikel |
Bestaat de ‘tweede fase’ uit Plas/Valburg nog? |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 2 2011 |
Trefwoorden | Driefasenleer, Plas/Valburg, tweede fase, afgebroken onderhandelingen |
Auteurs | Mr. dr. M.R. Ruygvoorn |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bestaat de ‘tweede fase’ uit Plas/Valburg nog? Deze vraag houdt de gemoederen al geruime tijd bezig, met name na het arrest JPO/CBB. Uit de traditionele interpretatie van de zogenaamde driefasenleer zoals zich die in de literatuur heeft ontwikkeld naar aanleiding van het arrest Plas/Valburg volgde dat er zich tijdens de onderhandelingen een stadium kan voordoen waarin het partijen weliswaar nog vrij staat om de onderhandelingen eenzijdig af te breken, maar alleen wanneer – kort gezegd – de kosten die de onderhandelingspartner heeft gemaakt, worden vergoed. Hoewel de Hoge Raad sedert het arrest Plas/Valburg nimmer meer aan dit ‘stadium’ heeft gerefereerd, lijkt deze ‘tweede fase’ zich in de lagere jurisprudentie inmiddels een vaste plaats verworven te hebben en komt er langzaam maar zeker meer duidelijkheid over belangrijke vragen als: wat is de juridische grondslag voor een vordering die op deze ‘tweede fase’ is gebaseerd? Wanneer treedt die ‘tweede fase’ in? En welke schade kan worden gevorderd? Deze en aanverwante problematiek staat centraal in dit artikel. |
Boekbespreking |
K. Adams, The Structure of M&A Contracts, West LegalEdCenter, 2011 |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 2 2011 |
Trefwoorden | Mergers and Acquisitions, Kenneth Adams, A Manual of Style for Contract Drafting |
Auteurs | Mr. A.M. van Hekesen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Van Hekesen bespreekt in de bijdrage het juist verschenen werk ‘The Structure of M&A Contracts’ van Adams, die reeds eerder het in Contracteren gerecenseerde ‘A Manual of Style for Contract Drafting’ schreef. Het onderwerp van Adams’ nieuwe boek betreft zoals de titel al zegt M&A contracten. Anders dan de meeste boeken over dit onderwerp richt dit boek zich niet zo zeer op een inhoudelijke behandeling van het M&A proces of onderwerpen die van belang zijn voor M&A contracten, maar op de structuur van het M&A contract. Een aantal kritische kanttekeningen door Van Hekesen weerhouden hem er niet van te concluderen dat het boek van Adams voor de minder ervaren M&A-jurist een heel handig boek en een hulpmiddel is om beter inzicht te krijgen in de structuur van het M&A contract. Bovendien is het, aldus Van Hekesen, ook voor de meer ervaren M&A jurist is het nog steeds de moeite van het lezen waard. |