Uit de aanduiding ‘kernrandzone’ kan niet worden afgeleid dat rekening dient te worden gehouden met woningbouw op deze gronden. |
Zoekresultaat: 257 artikelen
Artikel |
Procesmodel mediation. Een poging tot conceptuele integratie van mediationstrategieën, besluitvormingsmodellen en beslisgedrag |
Tijdschrift | Nederlands-Vlaams tijdschrift voor mediation en conflictmanagement, Aflevering 02 2007 |
Trefwoorden | Mediation, Model, Mediator, Verlies, Fout, Kwaliteit, Bemiddeling, Krediet, Optie, Redenering |
Auteurs | Kil, A. |
Jurisprudentie |
2010/37 Arts op vakantie; weigeren hulpvraag; geen sprake van ‘noodsituatie’ of ‘calamiteit’ in de zin van art. 47 Wet BIG; niet tuchtrechtelijk verwijtbaar: klacht ongegrondCentraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (mr. A.H.A. Scholten, voorzitter; mrs. J.M.T. van der Hoeven-Oud en P.M. Brilman, leden-juristen, drs. R.E.F. Huijgen en dr. J.A. Zonnevylle, ledenberoepsgenoten, mr. H.J. Lutgert, secretaris) d.d. 19 augustus 2010. |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 7 2010 |
Ondanks het gestelde dorpse karakter van Halsteren, diende ten tijde van de aankoop van het perceel rekening te worden gehouden met alle woonvormen die in een woonwijk in ontwikkeling denkbaar zijn, waaronder hoogbouw in vijf bouwlagen. |
Artikel |
Wie is de waterbeheerder en wat moet hij doen?Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de waterbeheerder in de Waterwet |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 4 2009 |
Trefwoorden | waterbeheer, Waterwet, overheidszorg, functioneel decentraal beheer |
Auteurs | Prof. mr. H.F.M.W. van Rijswick |
SamenvattingAuteursinformatie |
In een themanummer over de Waterwet kan een beschrijving van de waterbeheerder en zijn taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden niet ontbreken. De Waterwet regelt het beheer en gebruik van het watersysteem in al zijn aspecten.1x Zie naast de bijdragen in dit themanummer over de Waterwet eveneens S. Handgraaf, De Waterwet, M en R? 2009, p. 489-496; zie over het wetsvoorstel T.P. de Kramer & N. Teesing (red.), De nieuwe Waterwet, Vereniging voor milieurecht 2007-2, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2007, M.N. Boeve & L. van Middelkoop (red.), Het waterrecht in perspectief. Actuele ontwikkelingen en doorwerking naar het milieurecht en het ruimtelijke-ordeningsrecht, Groningen: Europa Law Publishing 2008, p. 35-52, en over het voorontwerp H.J.M. Havekes, Het voorontwerp Waterwet, M en R 2005, p. 628-632. Zie eveneens E.C.M. Schippers & J.H. Geerdink, Alles over water in een notendop (in twee delen), Gemeentestem 2008, 7296, p. 261-272 en Gemeentestem 2008, 7297, p. 289-302. De nadruk ligt daarbij op het watersysteem: het samenhangende geheel van één of meer oppervlaktelichamen en grondwaterlichamen, met bijbehorende bergingsgebieden, waterkeringen en ondersteunende kunstwerken. Deze definiëring geeft ook de ruime reikwijdte van de wet: het gaat om het gehele watersysteem, maar de Waterwet reguleert niet de waterketen.2x Zie hierover P. Jong, Watersysteem en waterketen in de water- en milieuwetgeving, in: M.V.C. Aalders & R. Uylenburg (red.), Het milieurecht als proeftuin, 20 jaar Centrum voor Milieurecht, Groningen: Europa Law Publishing 2007, p. 57-72. De drinkwatervoorziening en het verzamelen en transport van afvalwater vallen buiten de reikwijdte van de wet. Noten
|
Artikel |
Van Pkb naar AMvBDe systematiek van het nationale waterbeleid onder de AMvB Ruimte |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 4 2009 |
Trefwoorden | AMvB Ruimte, planologische kernbeslissing, provinciale verordening, Bestuurlijke omgangscode AMvB Ruimte |
Auteurs | Mw. M. Claessens en Mw. mr. D.S.P. Fransen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Ministerraad heeft 2 juni 2009 op voorstel van de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) ingestemd met het ontwerp van het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (hierna: AMvB Ruimte).1x (Bijlage bij) Kamerstukken II 2008/09, 31 500, nr. 15. De AMvB Ruimte bevat alle ruimtelijke beleidskaders van het Rijk en vormt het sluitstuk van het nieuwe stelsel van de ruimtelijke ordening. Dit stelsel is met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) op 1 juli 2008 geïntroduceerd.2x Stb. 2008, 180 (Invoeringswet Wro). Met de Wro wordt een nieuwe sturingsfilosofie geïntroduceerd, waar de AMvB in kwestie een uitwerking van is. De sturingsfilosofie gaat uit van de gedachte dat de verschillende overheden, met het Rijk in de regierol, worden gedwongen om te bepalen wat van nationaal en provinciaal belang is binnen het ruimtelijk beleid, en voorts te bepalen op welke wijze deze nationale en provinciale belangen moeten doorwerken op gemeentelijk niveau. De AMvB Ruimte vormt het instrument waarmee de vóóraf in kaart gebrachte nationale belangen kunnen doorwerken naar provinciaal en/of gemeentelijk niveau. Noten
|
Artikel |
Mediation en strafrecht: een proces naast een proces |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 6 2009 |
Trefwoorden | Mediation, Strafrechtmediation, Bijzondere voorwaarde, Herstelbemiddeling |
Auteurs | Janny Dierx |
SamenvattingAuteursinformatie |
Mediation met slachtoffer en dader kan een succesvolle interventie zijn in het kader van het strafproces. Zowel een verwijzing naar mediation als de afspraken die slachtoffer en dader hebben vastgelegd in een mediationovereenkomst kunnen door de rechter worden opgelegd als bijzondere voorwaarde. Door gebruik te maken van deze mogelijkheden kan de rechter een impuls geven aan de ontwikkeling van een court-connected systeem voor mediation. Nederland zou daarmee aansluiten bij de internationale opmars van toepassing van mediation als interventie in het strafrecht. In dit artikel worden een aantal uitgangspunten van court-connected strafrechtmediation uitgewerkt. |
Jurisprudentie |
OverlijdensschadeHR 10 april 2009, LJN BG8781, RvdW 2009, 514 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2009 |
Trefwoorden | overlijdensschade, gederfd levensonderhoud, kosten lijkbezorging, schadebeperkingsplicht |
Auteurs | Mevrouw mr. M.C.J. Peters |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel 6:108 BW lijkt op het eerste gezicht een duidelijke, limitatieve omschrijving te geven van de kring van vorderingsgerechtigden en van hun vorderingsrechten (gederfd levensonderhoud en de kosten van lijkbezorging). Echter, schijn bedriegt.Zelfs in op het eerste gezicht eenvoudige en veelvoorkomende situaties blijkt aan de hand van de wet vaak geen eenduidig antwoord te kunnen worden gegeven op de vraag hoe de schade wegens gederfd levensonderhoud vastgesteld moet worden. En zelfs over de vraag wat onder kosten van lijkbezorging moet worden verstaan, bestaat nog steeds geen overeenstemming.Bij de vaststelling van de schade leidt dat tot langdurige en daarmee voor de nabestaanden emotioneel belastende discussies over gecompliceerde vraagstukken zoals onder meer de behoeftigheid, abstracte of concrete schadebenadering en de wijze van verrekening van uitkeringen uit sommen- en levensverzekeringen, enzovoort. |
Artikel |
Omgevingsdiensten: kans of bedreiging?Een geluid uit de praktijk |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 3 2009 |
Trefwoorden | package deal VROM-IPO-VNG, omgevingsdienst, regionale uitvoeringsorganisatie, RMD West-Brabant, gemeenschappelijke regeling, centrumgemeente-constructie |
Auteurs | Ir. J.H.J. Groot |
SamenvattingAuteursinformatie |
Gemeenten en provincies moeten samen regionale uitvoeringsorganisaties opzetten (omgevingsdiensten) voor de uitvoering van vergunningverlening en toezicht bij complexe bedrijven, voor complexe handhaving en ketentoezicht. Regionale milieudiensten hebben aangetoond dat samenwerking in een gemeenschappelijke regeling heel succesvol kan zijn.Samenwerken biedt voordelen op het vlak van kwaliteit, continuïteit, onafhankelijkheid en efficiency. De kwaliteit van de dienstverlening kan verder toenemen als gemeenten en provincies de ondersteuning bij de uitvoering van milieutaken niet beperken tot vergunningverlening en toezicht.De regionale uitvoeringsorganisatie is primair een dienstverlener aan overheden. Dat stelt eisen aan de inrichting en organisatie van de omgevingsdiensten. Ervaringen van de regionale milieudiensten kunnen hierbij van grote waarde zijn. |
Discussie |
Shelley en een Europese grondwet in verzen |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 4 2009 |
Trefwoorden | Europese grondwet, Grondrechten, Preambule, Poëtica |
Auteurs | prof. dr. W.J. Witteveen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De grote Engelse dichter Shelley besloot zijn Defense of Poetry (1821) met de uitroep: `Poets are the unacknowledged legislators of the world.’ Shelley denkt hierbij aan grote dichters zoals Homerus, Dante of Milton die het wereldbeeld bepaalden waar gewone wetgevers zich maar naar hadden te voegen. Toch wil Shelley de verbeelding niet aan de macht helpen; dichters staan bij hem buiten en tegenover de machtige instellingen en personen van hun tijd. Zij kunnen een visie op een betere ordening formuleren waar anderen zich op kunnen richten. Is dat laatste streven niet ook aan de orde bij het project van een 40-tal dichters om, uit bezorgdheid over de impasse waarin de Europese Unie verkeert, een Europese grondwet in verzen te ontwerpen? Er zijn de nodige overeenkomsten tussen hun aanpak en die van Shelley. |
Jurisprudentie |
Verlies van eenheid en overgang van ondernemingHof van Justitie EG 12 februari 2009, C-466/07, JAR 2009/92 (Dietmar Klarenberg/Ferrotron Technologies GmbH) |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 2 2009 |
Trefwoorden | overgang van onderneming: ondernemingsbegrip, identiteitsbehoud, behoud van eenheid, gelijkwaardige functie in nieuwe organisatie |
Auteurs | Dr. R.M. Beltzer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Hof van Justitie heeft in het Klarenberg-arrest overwogen dat een onderneming haar identiteit kan behouden – en alle werknemers dus met behoud van hun arbeidsovereenkomst overgaan – zolang de functionele band tussen de productiefactoren behouden blijft. Hiermee is duidelijk dat het enkele onderbrengen van de onderneming in een nieuw organisatorisch verband geen overgang voorkomt. Voorts eist het Hof in deze zaak niet dat de verkrijger aan de werknemer exact dezelfde functie aanbiedt, maar lijkt een gelijkwaardige functie te volstaan. Is ook die ‘volstrekt’ niet te bieden, dan komt een ontslag voor rekening van de werkgever. |
Artikel |
Het faillissement van een bank: goed geregeld? |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2009 |
Auteurs | Prof. mr. B. Wessels |
SamenvattingAuteursinformatie |
‘Icesave’, een bijkantoor van het IJslandse Landsbanki, en Indover Bank waren eind vorig jaar aan een noodregeling onderworpen die in een faillissement is omgezet. De auteur bespreekt de toepasselijk regels uit de Wet op het financieel toezicht en de Faillissementswet, alsmede hun Europese herkomst. Naar aanleiding van een aantal deelvragen worden aanbevelingen gedaan: over de grondslag van de rechterlijke bevoegdheid om een faillissement van een bank uit te spreken, het verzoek en de procedureregels bij faillietverklaring van een bank, informatie- en kennisgevingsverplichtingen van De Nederlandsche Bank en de curator, de omzetting van een noodregeling in een opvolgend faillissement en de rechtsregels die ná omzetting van toepassing zijn. |
Discussie |
Crisis en contractEen aantal opmerkingen over de toepassing van artikel 6:258 BW in tijden van recessie |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 2 2009 |
Trefwoorden | artikel 6:258 BW, kredietcrises, contract, onvoorziene omstandigheden |
Auteurs | Mr. M.E.M.G. Peletier |
SamenvattingAuteursinformatie |
Peletier meent dat art. 6:258 - conform het parool van de wetgever – tot nu toe door de rechter met de nodige terughoudendheid werd bejegend. Peletier signaleert dat door de crisis veroorzaakte contractuele perikelen vooralsnog echter vooral buiten rechte lijken te worden opgelost en concludeert dat waar in de literatuur op goede grond voor een heronderhandelingsplicht als alternatief voor rechterlijk ingrijpen bij onvoorziene omstandigheden is gepleit, zo’n eventuele, buiten het zicht van de rechter ontstane praktijk als winst kan worden beschouwd. |
Artikel |
De civielrechtelijke kwalificatie van een financial leaseovereenkomst met koopoptie |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 5 2009 |
Trefwoorden | lease, huurkoop, onbenoemde overeenkomsten, kwalificatie, Draft Common Frame of Reference |
Auteurs | Mr. I.S.J. Houben |
SamenvattingAuteursinformatie |
Kwalificatie van een financial leaseovereenkomst blijkt onverminderd moeilijk te zijn. In deze bijdrage wordt vooral ingegaan op recente ontwikkelingen wat betreft de mogelijke kwalificatie van een financial leaseovereenkomst als huurkoop. |
Artikel |
Aspecten van de vaststellingsovereenkomst |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 5 2009 |
Trefwoorden | vaststellingsovereenkomst, dwaling, bindend advies, dwingend recht, openbare orde |
Auteurs | Mr. A.H. Santing-Wubs |
SamenvattingAuteursinformatie |
Aan de hand van een recente uitspraak van de Hoge Raad en een bindend advies van de Adviescommissie Restitutieverzoeken Cultuurgoederen en Tweede Wereldoorlog wordt in deze bijdrage ingegaan op enkele aspecten van de vaststellingsovereenkomst. Aan de orde komen onder meer de mogelijkheid een beroep te doen op dwaling en de toetsing op grond van art. 7:902 BW. |
Nieuws |
Nieuws |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 1 2009 |
Samenvatting |
In Nieuws wordt verslag uitgebracht van actuele ontwikkelingen. |
Jurisprudentie |
Werkgeversaansprakelijkheid in geval van werkgerelateerde verkeersongevallenHoge Raad 12 december 2008, JAR 2009/15, JIN 2009/82 m.nt. Houweling (Maatzorg de Werven/Van der Graaf) |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 1 2009 |
Trefwoorden | werkgeversaansprakelijkheid, verkeersongeval, zorgplicht, goed werkgeverschap, behoorlijke verzekering |
Auteurs | Mr. A.R. Houweling |
SamenvattingAuteursinformatie |
In 2008 heeft de Hoge Raad vijf arresten inzake werkgeversaansprakelijkheid bij werkgerelateerde verkeersongevallen gewezen, waaronder het arrest Maatzorg de Werven/Van der Graaf. De auteur bespreekt dit arrest en plaatst de rechtsoverwegingen van de Hoge Raad in een breder kader. Hij onderzoekt of dit arrest leidt tot een algemene verzekeringsplicht voor werkgerelateerde schade en hoe deze verzekeringsplicht (als ‘aanvullende zorgplicht’) zich verhoudt tot artikel 7:658 BW. Hij concludeert dat er nog geen sprake is van een algemene verzekeringsplicht, waarschuwt voor een te grote afhankelijkheid van de verzekeringsmarkt in dat kader en bepleit dat wijziging van het aansprakelijkheidsstelsel aan de wetgever is voorbehouden en niet via ons hoogste rechtscollege kan en mag worden vormgegeven. |
Titel |
Het Ceteco-vonnis en benadeling in de vorm van vermeerdering van het passief |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 09 2008 |
Trefwoorden | Schuldeiser, Schuldenaar, Herstel, Curator, Schade, Faillissement, Benadeling schuldeisers, Bestuurder, Vennootschap, Insolventie |
Auteurs | Klift, J.P.D. van de |
Artikel |
Compensatie van verkeersletsel van werknemers: wat is een behoorlijke verzekering? |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 02 2008 |
Trefwoorden | werknemer, schade, werkgever, aansprakelijkheid, werkgeversaansprakelijkheid, bestuurder, vergoeding, verzekerde, woon-werkverkeer, auto |
Auteurs | W.H. van Boom, G.N. van Kooten en P.L.M. Schneider |
Titel |
Ruimtelijke ordening: ABRvS 23 april 2008, nr. 200704020/1, Maasgouw/bestemmingsplan 'Kern Heel' |
Tijdschrift | StAB, Aflevering 03 2008 |
Trefwoorden | Beleidsregel, Bestemmingsplan, Ruimtelijke ordening, Afname, Bouw, Afdeling bestuursrechtspraak van de raad van state, Compensatie, Perceel, Vergunning, Vertaling |
Auteurs | Redactie |