De totstandkoming van de nieuwe kantonrechtersformule in 2008 riep de vraag op of de rechter deze regeling inzake de hoogte van ontslagvergoedingen niet beter aan de wetgever kan laten. Rechtersregelingen zijn nog altijd omstreden vanuit een constitutioneel perspectief bezien. Onduidelijk is of het positieve (constitutionele) recht voldoende grondslag biedt voor dit optreden van de rechter als quasiwetgever. Daarnaast is het de vraag wie rechtersregelingen mogen vaststellen, in hoeverre zij bindend zijn en op welke onderwerpen zij betrekking kunnen hebben. Op deze vragen wordt in deze bijdrage nader ingegaan. |
Zoekresultaat: 267 artikelen
Titel |
Het aanbod van cannabis in Nederland en België |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Criminologie, Aflevering 02 2006 |
Trefwoorden | Cannabis, Marihuana, Drug, Hasjiesj, Illegaal, Politie, Bezit, Handel, Gebruiker, Nederwiet |
Auteurs | Decorte, T. en Boekhout van Solinge, T. |
Boekbespreking |
Legitieme straftoemeting |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Criminologie, Aflevering 01 2005 |
Trefwoorden | Gelijkheidsbeginsel, Legitimiteit, Strafbaar feit, Toegankelijkheid, Aanbeveling, Aanwijzing, Bewijslast, Databank, Idee, Introductie |
Auteurs | Nijboer, H. |
Titel |
De risicosamenleving: overheid vs. strafrechtswetenschap? Aanwijzingen voor het debat rondom veiligheid en risico's |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 06 2007 |
Trefwoorden | Strafrecht, Risico, Balans, Wetgeving, Rechtsbescherming, Aanwijzing, Strafvordering, Bedreiging, Grondrecht, Herstel |
Auteurs | Woude, M.A.H. van der en Sliedregt, E. van |
Artikel |
De rechter als wetgever: uniforme rechtstoepassing in rechtersregelingen vanuit staatsrechtelijk perspectief |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 1 2010 |
Trefwoorden | rechtseenheid, uniforme rechtstoepassing, rechtspraak, rechterlijke organisatie |
Auteurs | Prof. mr. P.P.T. Bovend’Eert |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De wettelijke implementatie van administratieve samenwerking in de Europese Unie |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 6 2009 |
Trefwoorden | implementatie, samenwerkingsverplichtingen, administratieve samenwerking, toezicht, Awb |
Auteurs | Mr. P. Boswijk, Dr. mr. O.J.D.M.L. Jansen en Prof. mr. R.J.G.M. Widdershoven |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het artikel bevat een overzicht van de implementatie in Nederland, Duitsland en Spanje van de in de sectoren financiële dienstverlening, douane, voedselveiligheid en visserij door Europa voorgeschreven vormen van samenwerking in het kader van het nalevingstoezicht. Het is opvallend dat samenwerkingsverplichtingen verschillend worden vormgeven in de onderzochte lidstaten. Verder zijn er grote verschillen tussen de regelingen van de verschillende sectoren binnen één lidstaat. Nederlandse toezichthouders kunnen op grond van de Awb toezicht houden op de naleving van Nederlands recht en van verordeningen. Moeten toezichtbevoegdheden kunnen worden toegepast in verband met de naleving van in een andere lidstaat omgezette richtlijn, dan moet een voorziening worden getroffen in de sectorale wetgeving. Buitenlandse toezichthouders die zijn aangewezen bij of krachtens een verordening zijn toezichthouders zijn in de zin van de Awb. Het is overigens de vraag of dit de bedoeling is geweest van de wetgever. Het onzelfstandig toezicht is in de Awb gedeeltelijk geregeld, namelijk voor wat betreft het vergezellen door een buitenlandse inspecteur van een Nederlandse toezichthouder bij het betreden van plaatsen. Voor andere bevoegdheden, zoals de toegang tot documenten, is deze bepaling echter te beperkt. |
Artikel |
Grenzen aan toezichtMinimumwaarborgen voor de uitvoering van bijzondere voorwaarden |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 6 2009 |
Trefwoorden | Bijzondere voorwaarden, Rechtspositie onder toezicht gestelden, Toezicht, Rechtspositie |
Auteurs | Miranda Boone |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage is een lans gebroken voor de versterking van de rechtspositie van personen die zich onder toezicht van de reclassering moeten houden aan bijzondere voorwaarden. Daarvoor is aansluiting gezocht bij de wettelijke regeling van de voorwaardelijke modaliteiten, de internationale minimumstandaards voor de tenuitvoerlegging van vrijheidsbeperkende sancties en belangrijke penitentiaire beginselen als het beginsel van minimale beperkingen en het resocialisatiebeginsel. Er is gepleit voor een grotere kenbaarheid van de inhoud die aan bijzondere voorwaarden en de combinaties van voorwaarden kan worden gegeven, een rechtspositieregeling op hoofdlijnen waarin de belangrijkste beslissingen die tegen onder toezicht gestelden kunnen worden genomen met waarborgen zijn omkleed en een aantal materiële rechten zijn uitgewerkt. Ten slotte is ervoor gepleit de klachtenregeling beter toegankelijk te maken en met meer waarborgen te omkleden, waaronder het openstellen van een beroepsmogelijkheid. |
Artikel |
De nieuwe regeling van de schorsing van de voorlopige hechtenis bij jeugdigen in het licht van de onschuldpresumptie |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 6 2009 |
Trefwoorden | Bijzondere voorwaarden, Voorlopige hechtenis, Onschuldpresumptie, Wet gedragsbeïnvloeding jeugdigen |
Auteurs | Jolande uit Beijerse |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het onderwerp van deze bijdrage is de schorsing van de voorlopige hechtenis onder bijzondere voorwaarden bij jeugdigen. Centrale vraag is in hoeverre de wetgever erin is geslaagd om in de nieuwe Wet gedragsbeïnvloeding jeugdigen en het bijbehorende Besluit duidelijkheid te creëren over de grenzen van de onschuldpresumptie. Op basis van de algemene beschouwingen, waarin de nadruk ligt op proportionaliteit in plaats van op subsidiariteit, het nieuwe criterium ‘voorwaarden het gedrag van de veroordeelde betreffende’, dat volledig is toegesneden op de voorwaardelijke veroordeling en een beschouwing van de nieuw opgenomen bijzondere voorwaarden, wordt geconcludeerd dat dit niet het geval is. Tot slot worden concrete aanbevelingen gedaan om de wet en praktijk alsnog met de onschuldpresumptie in overeenstemming te brengen. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Netherlands Journal of Legal Philosophy, Aflevering 3 2009 |
Trefwoorden | law and politics, right to strike, exceptionalism, Benjamin, political action |
Auteurs | Dr. mr. Klaas Tindemans |
SamenvattingAuteursinformatie |
This article discusses the right to strike, with special regard to Belgium. Referring to Walter Benjamin, Tindemans argues that strikes are rechtsetzend rather than rechtserhaltend; they constitute a legal order rather than preserve one. Strikes are exceptional phenomena within any legal system, as they do not fit normal criteria of legal validity. According to Tindemans, strikes are to be considered primarily as extralegal phenomena, as means in a political struggle, confronting the “police” of the core institutions of the state and the legal order. Strikes are political actions, moments of collective aspiration towards political equality, and as such threaten the “pureness” of the legal order in favour of a fragmented politics. |
Artikel |
De Eerste Kamer en wetgeving: geen hoofdrolspeler, maar wel de belangrijkste bijrol |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 5 2009 |
Trefwoorden | Eerste Kamer, directe beïnvloedingsmogelijkheden, indirecte beïnvloedingsmogelijkheden, wetgevingsproces |
Auteurs | Mr. R.H. van de Beeten |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Senaat concentreert zich meer op zijn kerntaak en dat brengt als vanzelf een grote aandacht mee voor aspecten van wetgeving vanuit een meer op metaniveau geformuleerde visie op wetgeving. Dat raakt het rechtssysteem als zodanig, de rechtsstatelijkheid, maar ook de uitvoerbaarheid van en het draagvlak voor wetgeving. Er liggen verschillende lijnen vanuit het verleden die de Eerste Kamer ook de komende jaren kan doortrekken, terwijl nieuwe onderwerpen zich aandienen. Gevraagd is niet louter ad-hocbeoordeling van concrete wetsvoorstellen, maar juist een samenhangende aanpak. De uitvoering van zo’n samenhangende aanpak vereist een strategische rol van de Eerste Kamer, die daarbij eerder bondgenoot van de minister van Justitie en wetgevingsdirecties kan zijn dan tegenspeler. De Senaat zal op welgekozen momenten ertoe over moeten gaan om ook de directe beïnvloedingsmiddelen van verwerping en novelle aan te wenden ter realisering van de meer strategische doelen. Op deze wijze kan van de belangrijkste bijrol in het wetgevingsproces tevens een aanzienlijke regie uitgaan. |
Artikel |
Private normstelling: criteria voor toepassing van private regelgeving in de rechtszaal |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 4 2009 |
Trefwoorden | Private normstelling, private regelgeving, rechtsstaat, juridische binding, rechterlijke toetsing |
Auteurs | mr. A. Kristic, mr. F.A. van Tilburg en mr. P.W.J. Verbruggen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Private regelgeving geeft blijk van een bepaalde maatschappelijke behoefte aan normstelling door private, niet-statelijke actoren. De regels die uit deze private normstelling voortvloeien, vallen in beginsel buiten ‘het recht’ in de zin van artikel 79 Wet RO. Als gevolg blijft ook de toepassing van private regelgeving door de rechter beperkt. In deze bijdrage wordt via een analyse van de rechtsstaat een aanzet gedaan tot het formuleren van criteria aan de hand waarvan de rechter een gemotiveerd oordeel kan vormen betreffende de juridische binding van private regelgeving in een concreet geschil. |
Artikel |
Over uitvoerbaarheid en spontane naleving van het IAK |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 3 2009 |
Trefwoorden | Vertrouwen in wetgeving, integraal afwegingskader, Tafel van Elf, U&H-toets, uitvoeringstoets |
Auteurs | Mr. drs. P.J.P.M. van Lochem |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de nota Vertrouwen in wetgeving kondigt de minister van Justitie de komst aan van het integrale afwegingskader (IAK). Een onderdeel van het IAK is de uitvoeringstoets. In deze bijdrage wordt het IAK zelf onderworpen aan de uitvoeringstoets. Uit deze uitvoeringstoets blijkt dat de kans op spontane naleving van het IAK nogal gering is. Maar wellicht is er te weinig rekening gehouden met de nieuwe werkelijkheid die met de invoering van het IAK mogelijk zal gaan bestaan. Die nieuwe werkelijkheid zou, bijvoorbeeld, kunnen ontstaan wanneer het IAK de beleids- en wetgevingsnormering niet alleen meer toegankelijk en hanteerbaar maakt, maar ook meer verplichtend. |
Discussie |
Simmel en de wederkerigheid van het vertrouwen |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 3 2009 |
Trefwoorden | vertrouwen, wetgevingsbeleid, interactionisme, responsief recht, algemeenheid van de wet |
Auteurs | Prof. dr. W.J. Witteveen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De financiële crisis van 2009 is in de eerste plaats een crisis van het vertrouwen. Ook in de politiek is sprake van een vertrouwenscrisis. Kan de nota Vertrouwen in wetgeving, die de grondslag voor maatschappelijk vertrouwen zoekt in betere wet- en regelgeving, een alternatieve bron van vertrouwen bieden? Bij deze vraag is de interactionistische sociologie van Georg Simmel verrassend actueel. Hij laat zien dat geld de hoogste uitdrukkingsvorm is van sociaal vertrouwen, maar ook dat geld en wet hierbij vergelijkbare functies vervullen. Een integraal wetgevingsbeleid kan, in het licht van Simmels analyse, pas van de grond komen als de wetgever zelf niet in het algemeen op wetten en regels vertrouwt, maar per wet en regeling nagaat hoe de interacties met de burgers vertrouwenwekkend recht op kunnen leveren. Simmels inzichten zijn dan ook lang voor die van Selznick te lezen als een pleidooi voor responsief recht. |
Artikel |
De Collectieve Winkelontzegging |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Veiligheid, Aflevering 2 2009 |
Trefwoorden | winkelontzegging, overlast, (on)veiligheid, voorzorgsprincipe |
Auteurs | Loes Wesselink, Marc Schuilenburg en Patrick Van Calster |
SamenvattingAuteursinformatie |
Public Private Partnerships (PPS) are becoming one of the most popular answers to problems of crime and disorder. In this contribution, the authors research the Collective Shop Ban, maybe the most successful form of Public Private Partnerships currently operating in the Netherlands. A Collective Shop Ban is a civil measure bestowed upon a person by the shop owner, when s/he displays ‘unwanted behaviour’. As a consequence entry can be denied for every shop assembled in the association of entrepreneurs. In 2007 almost 900 people have been denied access to over 450 shops in the city centre of The Hague. This new form of collaboration between police, public prosecution service and entrepreneurs has already been rewarded with the Regional Crime Control Platform ‘safety award’. However, the authors question the effects of this collaboration. They argue that the Collective Shop Ban creates its own public of ‘unwanted shoppers’, that can be banned from a shopping area by devising new terms of exclusion. This ‘public’ is subjected to new means of power, to be applied by private security guards and shop owners. While entrepreneurs celebrate the possibilities of this civil measure, the authors warn for the juridical and ethical consequences of this measure. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Netherlands Journal of Legal Philosophy, Aflevering 1 2009 |
Trefwoorden | rechtszekerheid, in dubio pro libertate, Brouwer, rechtspositivisme, constructivisme |
Auteurs | Marc Loth |
SamenvattingAuteursinformatie |
This paper addresses the principle of legal certainty, which was central in the work of Bob Brouwer. He both regretted and disputed the decline of this principle in the theory and practice of law, trying to defend it against the spirit of the time. I argue that this attempt was in vain, because it opposes recent developments in law, as is illustrated by a notorious case of the European Court of Human Rights. Moreover, these developments invoke a constructivist account of legal certainty, which opposes Brouwer’s legal positivist account. Additionally, this meta-level shows that legal certainty in its classical form is indefensible, which – of course – does not mean that it is senseless altogether. On the contrary, the principle of legal certainty does have meaning in current legal systems, and it is the task of new generations of young scholars to try to get a grip on it. In doing so, they will undoubtedly make use of Brouwer’s work, which excels both in the depth of thinking and the clarity of writing. |
Artikel |
De Collectieve Winkelontzegging |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Veiligheid, Aflevering 1 2009 |
Trefwoorden | winkelontzegging, overlast, (on)veiligheid, voorzorgsprincipe |
Auteurs | Loes Wesselink, Marc Schuilenburg en Patrick Van Calster |
SamenvattingAuteursinformatie |
Public Private Partnerships (PPS) are becoming one of the most popular answers to problems of crime and disorder. In this contribution, the authors research the Collective Shop Ban, maybe the most successful form of Public Private Partnerships currently operating in the Netherlands. A Collective Shop Ban is a civil measure bestowed upon a person by the shop owner, when s/he displays ‘unwanted behaviour’. As a consequence entry can be denied for every shop assembled in the association of entrepreneurs. In 2007 almost 900 people have been denied access to over 450 shops in the city centre of The Hague. This new form of collaboration between police, public prosecution service and entrepreneurs has already been rewarded with the Regional Crime Control Platform ‘safety award’. However, the authors question the effects of this collaboration. They argue that the Collective Shop Ban creates its own public of ‘unwanted shoppers’, that can be banned from a shopping area by devising new terms of exclusion. This ‘public’ is subjected to new means of power, to be applied by private security guards and shop owners. While entrepreneurs celebrate the possibilities of this civil measure, the authors warn for the juridical and ethical consequences of this measure. |
Artikel |
Daderschap van kartelovertredingen, de facilitator beboet |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 1 2009 |
Trefwoorden | Facilitator, Medeplegen, Daderschap, Legaliteitsbeginsel, Artikel 81 EG-Verdrag |
Auteurs | Mr. Robbert de Bree |
SamenvattingAuteursinformatie |
In hoeverre is bij bepalen de normadressaat/het daderschap van kartelovertredingen een begrip als medeplegen of medeplichtigheid een aan te leggen criterium? Richt het kartelverbod zich ook tegen een facilitator? En verhoudt zich dat wel met het legaliteitsbeginsel? Voor die vragen zag het Gerecht van Eerste Aanleg zich gesteld in de zaak van AC-Treuhand AG, waarin het op 8 juli 2008 arrest wees (T-99/04 AC Treuhand AG t. Commissie). |
WetgevingEU |
De geldigheid van het Kaderbesluit betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de legaliteit van de regeling van de 'lijstfeiten' |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 10 2008 |
Trefwoorden | Europees strafrecht |
Auteurs | N. Rozemond |
Jurisprundentie |
Kroniek Europees kartelrecht 2007 & eerste helft 2008 |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 10 2008 |
Trefwoorden | mededingingsrecht |
Auteurs | G. Oosterhuis |
Boekbespreking |
|
Tijdschrift | Netherlands Journal of Legal Philosophy, Aflevering 3 2008 |
Trefwoorden | politieke filosofie, contract, legaliteit, geweld, menselijke gedraging, auteur, noodzakelijkheid, dwang, machine, overeenkomst |
Auteurs | L. Logister |
Boekrecensie |
J.G. Sijmons, Aanbodregulering en de Wet toelating zorginstellingen (diss. Universiteit Groningen), Den Haag: Sdu Uitgevers 2006, 367 p. |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 6 2007 |
Auteurs | J.J.M. Linders |