Het is op het eerste gezicht niet duidelijk welke wetgeving op het College financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten en het College financieel toezicht Bonaire, Sint Eustatius en Saba van toepassing is als het gaat om rechtsbescherming, openbaarheid van bestuur en archieven, terwijl in de praktijk wel degelijk vragen daarover kunnen rijzen. In dit artikel geeft de auteur een overzicht. |
Zoekresultaat: 267 artikelen
De zoekresultaten worden gefilterd op:Tijdschrift Caribisch Juristenblad x
Artikel |
Het College financieel toezicht en algemene bestuursrechtelijke regelingen |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 2 2012 |
Trefwoorden | college financieel toezicht, rechtsbescherming, openbaarheid van bestuur, rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten, wet financiën openbare lichamen BES |
Auteurs | Mr. M.M. Bense |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Welkom trust! |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 2 2012 |
Trefwoorden | Curaçaose trust, trustee, sucessiebelasting, trustpraktijk |
Auteurs | Mr. H.Th.M. Burgers |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur bespreekt de op 1 januari 2012 ingevoerde Curaçaose trust en zijn karakteristieke eigenschappen. Hij beargumenteert dat de verkrijging van het trustvermogen voor de trustee een verkrijging onder algemene titel is. Voorts bespreekt hij de taken van en de rekening en verantwoording door de trustee, de derdenwerking van bevoegdheidsbeperkingen van de trustee, alsmede enkele toepassingen in de praktijk. Tenslotte bespreekt hij enkele successierechtelijke gevolgen van het instellen van een trust en ruimt een misverstand omtrent de heffing van successiebelasting uit de weg. |
Artikel |
Grondige wijzigingen in de Curaçaose omzetbelasting |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 1 2012 |
Trefwoorden | Landsverordening belastingvoorzieningen 2011, Omzetbelasting, Ondernemersbegrip, Plaats van dienst, Verleggingsregeling |
Auteurs | Mr. J.J. Gankema |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 1 januari 2012 is de ‘Landsverordening belastingvoorzieningen 2011’ in werking getreden. Deze Landsverordening omvat onder meer enkele grondige wijzigingen op de Landsverordening omzetbelasting 1999. Deze wijzigingen betreffen het ondernemersbegrip, de plaats van dienst, de verleggingsregeling, enkele vrijstellingen, het tarief alsmede het aangiftetijdvak voor de omzetbelasting. De wetswijzigingen vloeien voort uit de plannen van de regering om een verschuiving van de belastingdruk te realiseren van directe belastingen (zoals de winst- en de inkomstenbelasting) naar indirecte belastingen (omzetbelasting). De achterliggende gedachte hierbij is dat deze verschuiving de concurrentiepositie van Curaçao moet versterken, zowel ten opzichte van de landen binnen het Koninkrijk als de landen in de regio. |
Artikel |
Papaja’s met peren vergelijkenHoe de Nederlandse wetgever onderscheid maakt tussen Caribisch en Europees Nederland aan de hand van artikel 1 lid 2 Statuut |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 1 2012 |
Trefwoorden | BES-eilanden, wetgever, differentiatiebepaling, gelijkheid, sociaaleconomisch |
Auteurs | D.J. Misiedjan en H. Palm |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Nederlandse wetgever maakt inconsistent gebruik van de differentiatiemogelijkheid geboden door artikel 1 lid 2 Statuut. Factoren zoals de economische en sociale omstandigheden op de BES-eilanden rechtvaardigen verschil in wetgeving tussen Europees en Caribisch Nederland. Echter, de Nederlandse wetgever maakt alleen gebruik van de differentiatiebepaling wanneer het gaat om sociaaleconomische kwesties als de hoogte van uitkeringen en de AOW, maar niet ten aanzien van ethische kwesties als abortus, euthanasie en homohuwelijk. Dit is in strijd met constitutionele normen. |
Artikel |
De schorsing van de tenuitvoerlegging van een vonnis op de voet van art. 272 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 1 2012 |
Trefwoorden | schorsing, executie, art. 272 Rv |
Auteurs | Mr. J.R. Sijmonsma |
SamenvattingAuteursinformatie |
In eerste aanleg wordt zelden een voldoende gemotiveerd verweer gevoerd tegen een gevorderde uitvoerbaarverklaring bij voorraad, die dan ook meestal wordt toegewezen. Een vervolgens ingezette executie van dat eerste aanlegvonnis kan worden geschorst indien hoger beroep is ingesteld. Dit artikel geeft een overzicht van de historische achtergronden van deze schorsing en een overzicht van de jurisprudentie ter zake een gevorderde schorsing. Bij de beantwoording van de vraag of een dergelijke schorsing van de executie wordt gegeven, vindt een belangenafweging plaats, waarbij het belangrijk is dat sprake is van een nieuw feit. |
Praktijk |
De ‘Landsverordening 80-20-regeling’ |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 1 2012 |
Auteurs | Mr. M.F. Murray |
Auteursinformatie |
Jurisprudentie |
De Hoge Raad in civiele zaken uit het Caribische deel van het Koninkrijk |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 1 2012 |
Auteurs | Dr. H.J. van Kooten en dr. G.C.C. Lewin |
Auteursinformatie |
Artikel |
De strafrechter als executierechter in het kader van het strafvorderlijk kort geding (art. 43 Sv) |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 4 2011 |
Trefwoorden | executierechter, strafvorderlijk kort geding, voorwaardelijke invrijheidsstelling, elektronisch toezicht |
Auteurs | Mr. F.J.P. Lock |
SamenvattingAuteursinformatie |
Over de vraag of artikel 43 Wetboek van Strafvordering (‘strafvorderlijk kort geding’) zich ook uitstrekte over de executiefase bestond discussie. Inmiddels is het vaste jurisprudentie van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie dat deze vraag bevestigend moet worden beantwoord. In het artikel geeft de auteur, tot juli 2011 lid van het Hof, een overzicht van de rechtspraak van het Hof in procedures ex artikel 43 Sv over kwesties die de executie van vrijheidsstraffen betreffen. De vraag wordt behandeld welke kwesties de executie aangaande door het Hof wel en welke niet onder de reikwijdte van artikel 43 Sv worden gebracht. Met name wordt aandacht besteed aan beslissingen aangaande voorwaardelijke invrijheidsstelling en elektronisch toezicht en de toetsing daarvan door de rechter. Ook wordt (mogelijke) toekomstige wetgeving op dit terrein besproken. De auteur komt tot de conclusie dat thans een duidelijk toetsingskader voor beslissingen aangaande executie van vrijheidsstraffen ontbreekt. Het Hof heeft een zekere lijn ingezet. Veel beslissingen aangaande de executie kunnen via de weg van artikel 43 Sv aan de strafrechter worden voorgelegd. Een duidelijk criterium voor de beoordeling welke beslissingen daarvan zijn uitgesloten, is er (nog) niet. Ten aanzien van de beslissingen die wel kunnen worden voorgelegd lijkt het Hof (steeds meer) een marginale, administratiefrechtelijke toets aan te leggen. Ten aanzien van beslis- en beroepstermijnen ontbreekt de nodige duidelijkheid. Met het oog op de rechtsbescherming en de rechtszekerheid van de gedetineerde dient ook aan de resterende onduidelijkheid zoveel mogelijk een einde te worden gemaakt. |
Artikel |
Cumulatief beslag op aandelen op naam: tot welk moment? |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 4 2011 |
Trefwoorden | Cumulatief, beslag, ‘aandelen op naam’, verkoop |
Auteurs | Mr. C.H.M. Fiévez |
SamenvattingAuteursinformatie |
Roerende zaken waarop executoriaal beslag is gelegd kunnen op grond van artikel 457 lid 1 Rv tot aan de verkoop opnieuw worden beslagen. Ten aanzien van aandelen op naam in naamloze vennootschappen regelt de wet niet tot welk moment de aandelen opnieuw in beslag genomen kunnen worden. Kan hiervoor aansluiting worden gezocht bij artikel 457 lid 1 Rv? Of moet dit moment uit artikel 474g lid 2 Rv worden afgeleid? Aan de hand van de (Nederlandse) wetsgeschiedenis van de toepasselijke wetsartikelen op executoriaal beslag op aandelen op naam, wordt besproken tot welk moment beslag op aandelen nog voor mogelijk wordt gehouden. |
Artikel |
Enkele aspecten van het voorstel tot wijziging van de Lar |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 4 2011 |
Trefwoorden | Lar, Awb, bestuursprocesrecht, wijzigingsvoorstel, staatkundige hervorming |
Auteurs | Mr. J.Th. Drop |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een vlak voor de staatkundige hervorming van de Nederlandse Antillen ingediend voorstel tot wijziging van de Lar is niet meer door de Staten van dat land in behandeling genomen. Het voorstel is gebaseerd op ervaringen uit de praktijk en komt tegemoet aan kritiek door gebleken leemtes in de rechtsbescherming te ondervangen. Daarnaast wordt de positie van de bestuursrechter als beslechter van het geschil versterkt. Het wijzigingsvoorstel is gebaseerd op vergelijkbare bepalingen uit de Nederlandse Awb, die hun nut in de praktijk al hebben bewezen. |
Jurisprudentie |
Gemeenschappelijke Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 4 2011 |
Auteurs | Mr. P.E. de Kort |
Auteursinformatie |
Artikel |
Gescheiden machtenKoloniaal bestuur en de onafhankelijkheid van rechtspraak op Aruba, 1816-1919 |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 3 2011 |
Trefwoorden | Aruba, machtenscheiding, vredegerecht, kantongerecht, Gerecht in Eerste Aanleg |
Auteurs | Drs. L. Alofs |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de koloniale samenlevingen staat de uitvoerende macht boven de rechterlijke macht. Deze bijdrage beschrijft de verzelfstandiging van de rechtspraak op Aruba tussen 1816 en 1919 op basis van de notulen van de rechtsprekende organen en omliggende archiefstukken. Tussen 1824 en 1848 had het Vredegerecht rechtsprekende, wetgevende en uitvoerende taken. In 1848 kwam een aparte wetgevende Adviserende Commissie tot stand en in 1869 een kantongerecht. Onafhankelijkheid van de rechterlijke macht werd ongedaan gemaakt door het gegeven dat de gezaghebber veelal aan het hoofd van de rechtsprekende organen stond. In 1919 kwam daarin verandering met de oprichting van het Gerecht in Eerste Aanleg. |
Artikel |
Zestig jaar hoger toezicht van de gouverneur ingevolge de Eilandenregeling; een terugblik |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 3 2011 |
Trefwoorden | Eilandenregeling Nederlandse Antillen, gouverneur van de Nederlandse Antillen, hoger toezicht, schorsing en vernietiging, bestuurlijk toezichtsbeleid |
Auteurs | Mr. A. Hoeneveld |
SamenvattingAuteursinformatie |
De opheffing van de Nederlandse Antillen rechtvaardigt een terugblik op zestig jaar toezicht van de gouverneur ingevolge de Eilandenregeling (ERNA). Aan de hand van empirisch onderzoek is bezien hoe het toezichtsbeleid op de eilandgebieden zich heeft ontwikkeld. Daarbij komen met name recente ontwikkelingen en aspecten van rechtsbescherming aan de orde. In totaal werden er in zestig jaar 41 eilandelijke besluiten vernietigd. De gezaghebbers en de Antilliaanse regering hadden daarbij het voortouw, niet het Koninkrijk. Na 10 oktober 2010 houdt slechts het Koninkrijk nog bestuurlijk toezicht op de autonome landen. Naar verwachting zal het Koninkrijk zich daarbij terughoudend opstellen. |
Jurisprudentie |
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 3 2011 |
Auteurs | Prof. mr. L.J.J. Rogier |
Auteursinformatie |
Jurisprudentie |
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 2 2011 |
Auteurs | Mr. E. Ys |
Auteursinformatie |
Jurisprudentie |
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 2 2011 |
Auteurs | Mr. P.E. de Kort |
Auteursinformatie |
Artikel |
Vrijheid van discriminerende uitingen?De zaak Wilders |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 2 2011 |
Trefwoorden | Autonomie, uitingsvrijheid, discriminatieverbod, schadebeginsel, aanstoot |
Auteurs | Prof. dr. C.W. Maris |
SamenvattingAuteursinformatie |
In Vrijheid van discriminerende uitingen? De zaak Wilders bespreekt C.W. Maris het lopende strafproces tegen de Nederlandse politicus Geert Wilders vanuit het rechtsfilosofische schadebeginsel. Wilders is beschuldigd van beledigen en aanzetten tot discriminatie van moslims. Wilders zelf beroept zich op uitingsvrijheid. Volgens de auteur is Wilders’ beeld van de islam bezijden de waarheid. Niettemin verleent het schadebeginsel in dit geval voorrang aan de vrijheid van meningsuiting boven het recht om niet te worden gediscrimineerd. Aanstoot of belediging is onvoldoende reden voor een strafrechtelijk verbod. Voor zover er schade dreigt, kan die beter worden beperkt door tegenargumenten dan door een verbod. |
Praktijk |
TimeshareOvernachtingsaccommodaties, de overeenkomst betreffende een vakantieproduct van lange duur en de uitwisselingsovereenkomst (clublidmaatschap) |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 2 2011 |
Auteurs | Dr. P. Klik |
SamenvattingAuteursinformatie |
|
Praktijk |
Het strenge Hof |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 1 2011 |
Auteurs | Mr. Mirto F. Murray |
Auteursinformatie |