In deze bijdrage bespreekt de auteur het wetsvoorstel ‘Wet kwaliteitsborging voor het bouwen’, zoals dit is behandeld in de Eerste Kamer voor het zomerreces van 2017. |
Zoekresultaat: 69 artikelen
Artikel |
De wet kwaliteitsborging voor het bouwen is met zomerreces: van de baan of een nieuwe weg? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 3 2017 |
Trefwoorden | private kwaliteitsborging, toezicht, bouw, handhaving |
Auteurs | Mr. A. (Annalies) Outhuijse |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Burgerlijk bewijsrecht in beweging |
Tijdschrift | De Gerechtsdeurwaarder, Aflevering 2 2017 |
Auteurs | A.W. Jongbloed |
Auteursinformatie |
Artikel |
Meer oog voor de wederpartij |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 1 2017 |
Auteurs | Erik Jan Bolsius en Jiri Büller |
Auteursinformatie |
Artikel |
The Netherlands Commercial Court - an attractive venue for international commercial disputes? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2016 |
Auteurs | mr. P.E. Ernste en mr. F.E. Vermeulen |
SamenvattingAuteursinformatie |
This article discusses the Netherlands Commercial Court from the perspective of lawyers and examines whether the NCC will be an attractive venue for international commercial discputes. |
Artikel |
De verzwaarde betwistplicht: gebrekkige verslaglegging en een rechtsvergelijkend perspectief |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 7 2016 |
Trefwoorden | verzwaarde betwistplicht, gebrekkige verslaglegging, rechtsvergelijking |
Auteurs | Mr. A. Beekhof |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een belangrijke factor die eraan bijdraagt dat medische schade weinig verhaald wordt, is dat de bewijslast bij de patiënt ligt, terwijl het bewijsmateriaal zich veelal bij de hulpverlener bevindt. In de Nederlandse rechtspraak is voor dit probleem een oplossing gevonden in de zogenoemde ‘verzwaarde stelplicht’ of ‘verzwaarde betwistplicht’. Een belangrijke vraag is wat in het kader van deze plicht rechtens is wanneer de medische verslaglegging gebrekkig is. De antwoorden op deze vraag geven aanleiding tot rechtsvergelijking: de bewijsrechtelijke positie van de patiënt heeft bij onze oosterburen in bepaalde situaties een meer afgewogen regeling gekregen. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 3 2016 |
Trefwoorden | KEI, Hoger beroep, Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering |
Auteurs | Mr. drs. F.J.P. Lock |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel beoogt in kaart te brengen wat er met de invoering van het programma Kwaliteit en Innovatie rechtspraak (KEI) en de daarbij horende wijzigingen in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvorderingen al dan niet verandert in het appelprocesrecht. |
Jurisprudentie |
Bewijsrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 2 2016 |
Auteurs | Mr. dr. R.H. de Bock |
Auteursinformatie |
Artikel |
Kroniek Burgerlijk Procesrecht |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 5 2016 |
Auteurs | Robert Hendrikse, Leonie Rammeloo, Marianne Valk e.a. |
Artikel |
Enkele inhoudelijke aspecten van KEI: waar gaat en waar moet het naartoe?Verslag van de najaarsvergadering 2015 van de Nederlandse Vereniging voor Procesrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 1 2016 |
Auteurs | Mr. J.J. Dammingh en Mr. L.M. van den Berg |
Auteursinformatie |
Boekbespreking |
Getuigenbewijs in civiele zaken |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 1 2016 |
Auteurs | Mr. J. Ekelmans |
Auteursinformatie |
Artikel |
Internationaal procederenVerslag van de voorjaarsvergadering 2015 van de Nederlandse Vereniging voor Procesrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2015 |
Auteurs | Mr. J.J. Dammingh en Mr. L.M. van den Berg |
Auteursinformatie |
Artikel |
De nieuwe arbitragewet en de beoordeling van exhibitieverzoeken |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 5 2015 |
Trefwoorden | arbitrage, exhibitieverzoeken, IBA Rules, art. 1040 lid 2 Rv, art. 162a Rv |
Auteurs | Mr. T. Stouten |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het nieuwe art. 1040 lid 2 Rv voorziet in een regeling voor exhibitieverzoeken in arbitrage. De uitleg van dit nieuwe artikel wordt mede beïnvloed door het toekomstige art. 162a Rv (de opvolger van art. 843a Rv). Tussen beide artikelen bestaan verschillen. In tegenstelling tot art. 162a Rv stelt art. 1040 lid 2 Rv niet het rechtmatig-belangvereiste, terwijl dit onnodig gebruik van het exhibitieverzoek kan voorkomen. In internationale arbitrageprocedures zullen partijen moeten bekijken of het liberalere art. 1040 lid 2 Rv niet voordeliger kan uitpakken dan de IBA Rules. |
Artikel |
Het Wetsvoorstel vereenvoudiging en digitalisering procesrecht: kanttekeningen vanuit de procespraktijk |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 2 2015 |
Trefwoorden | wetsvoorstel KEI, procesinleiding, mondelinge behandeling, afschaffing rol, mondelinge uitspraak |
Auteurs | Mr. K. Teuben en Mr. K.J.O. Jansen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage behelst een – deels kritische – analyse van het Wetsvoorstel vereenvoudiging en digitalisering procesrecht, vanuit het perspectief van de procespraktijk. Centraal staan de procedurele wijzigingen die het wetsvoorstel (naast digitalisering) teweegbrengt. De auteurs concluderen dat het wetsvoorstel enkele belangrijke praktijkvragen onbeantwoord laat en op verschillende punten niet leidt tot een vereenvoudiging, maar eerder tot (onnodige) complicatie van het civiele proces. Zij doen enkele suggesties ter verduidelijking en verbetering van het voorstel. |
Artikel |
Het geheim van de smidDe Wbp en het recht op inzage in en afschrift van stukken tijdens het medisch beoordelingstraject bij personenschades: waar staan we inmiddels? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | Wbp, medisch beoordelingstraject, recht op inzage, persoonsgegevens, personenschade |
Auteurs | Mr. ir. J.P.M. Simons |
SamenvattingAuteursinformatie |
Al geruime tijd staat binnen de letselschadebranche ter discussie in hoeverre benadeelden met een beroep op artikel 35 Wbp inzage in en afschrift van documenten kunnen krijgen van (de verzekeraar van) de aansprakelijke partij, wanneer daarin persoonsgegevens zijn verwerkt. In het bijzonder speelt daarbij de vraag of benadeelden tevens recht hebben op inzage in en afschrift van (1) interne notities die in het kader van de afwikkeling van personenschades door medewerkers van verzekeraars en andere aan de zijde van verzekeraars bij de afwikkeling betrokken personen zijn opgesteld en (2) adviezen van de medisch adviseur(s) van verzekeraars. Hoewel hierover inmiddels de nodige jurisprudentie is verschenen, bestaat er op dit gebied nog steeds onduidelijkheid en vormen deze vragen nog regelmatig voer voor discussie. |
Artikel |
De gevolgtrekking die hij geraden achtSancties op schending van de waarheidsplicht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 3 2014 |
Trefwoorden | art. 21 Rv, art. 22 Rv, waarheidsplicht, gevolgtrekking, Sanctie |
Auteurs | Mr. C.J-A. Seinen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage worden uitspraken van na 1 januari 2012 besproken waarin schending van de waarheidsplicht aan de orde is. Na een korte schets van de visies van wetgever, Hoge Raad en literatuur op de sanctionering van de waarheidsplicht worden de in de feitenrechtspraak opgelegde sancties op een rij gezet. Duidelijk wordt dat rechters de waarheidsplicht zeer actief gebruiken en dat flinke verschillen bestaan in de op schending gestelde sancties. Hoewel de wetgever geen voorstander was van het uitdelen van sancties door de civiele rechter, bepleit de auteur dat sancties onder omstandigheden (vooral ten aanzien van repeat players) verdedigbaar zijn. |
Artikel |
Het algemene bewijsbeslag: de Hoge Raad heeft gesproken |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 1 2014 |
Trefwoorden | bewijsbeslag, exhibitieplicht, medewerkingsplicht, proces-verbaal, vrees voor verduistering |
Auteurs | Mr. N. de Boer |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur bespreekt in haar bijdrage naar aanleiding van de beantwoording door de Hoge Raad van de prejudiciële vragen die werden gesteld over de (on)mogelijkheid van het leggen van bewijsbeslag in niet-IE-zaken het fenomeen ‘bewijsbeslag’. Zij schetst hierbij kort de voorgeschiedenis van de aan de Hoge Raad gestelde prejudiciële vragen. Vervolgens worden de door de Hoge Raad gegeven antwoorden besproken, waarbij de auteur vanuit de praktijk beschouwd af en toe een kritische aantekening plaatst. De auteur spreekt in haar conclusie de hoop uit dat de wetgever tot wetgeving zal overgaan. |
Column |
Rechtspreken en recht vormen |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2013 |
Auteurs | Prof. mr. W.D.H. Asser |
Auteursinformatie |
Jurisprudentie |
Eerste aanleg |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2013 |
Trefwoorden | Eerste aanleg, Procesinnovatie, Efficiënte procesgang, KEI |
Auteurs | Mr. J. Ekelmans |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het artikel wordt de aanstaande wetgeving over het civiele procesrecht in eerste aanleg besproken, aandacht gegeven aan innovatieve initiatieven van de rechtbanken (sector civiel en kanton) voor de civiele rechtsgang in eerste aanleg en aangeduid hoe ook recente rechtspraak van de Hoge Raad een efficiënte rechtsgang in eerste aanleg bevordert. |
Artikel |
De toegang tot het mededingingsdossierMet Donau Chemie is het einde van de saga nog niet in zicht |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 9 2013 |
Trefwoorden | toegang tot documenten, clementieprocedure, schadevergoedingsactie, procedurele autonomie, doeltreffendheidsvereiste |
Auteurs | A.E. Beumer LLM |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de zaak Donau Chemie bevindt het Hof van Justitie zich wederom op het spanningsveld tussen het faciliteren van schadevergoedingsacties en het beschermen van een effectief clementieprogramma. Het Hof van Justitie oordeelt dat de voorwaarden voor toegang tot documenten uit dossiers van de nationale mededingingsautoriteit met betrekking tot de toepassing van het Europese mededingingsrecht weliswaar worden bepaald door het nationale recht maar dat de doeltreffendheid van een nationaal clementieprogramma kan rechtvaardigen dat een document niet wordt verspreid. Het Hof van Justitie zet hiermee de lijn voort die in het arrest Pfleiderer was ingezet. |