In dit artikel bespreekt de auteur kritisch de fundamentele vraag hoe gerechtvaardigd kan worden dat de professionele crediteur ook in faillissement tegen elke hoofdelijk aansprakelijke groepsmaatschappij een vordering geldend kan maken, terwijl het bedrag maar één keer uitgeleend is. |
Zoekresultaat: 138 artikelen
Annotatie |
Het verlof tot tenuitvoerlegging (het exequatur) in interregionaal verbandAnnotatie bij Hoge Raad 8 december 2017, ECLI:NL:HR:2017:3104 (Sonera/Çukurova) |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 4 2018 |
Trefwoorden | Exequatur, interregionaal verband |
Auteurs | Mr. dr. J. Israel |
Auteursinformatie |
Annotatie |
De Hoge Raad in civiele zaken uit het Caribische deel van het Koninkrijk |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 1 2018 |
Auteurs | Dr. G.C.C. Lewin |
Auteursinformatie |
Artikel |
Persoonlijke zekerheden bij concernfinanciering: ongerechtvaardigde vermenigvuldiging van vorderingen |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 5 2018 |
Trefwoorden | concernfinanciering, hoofdelijkheid, faillissement, persoonlijke zekerheden, art. 136 Fw |
Auteurs | Mr. A.L. Jonkers |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 3-4 2018 |
Trefwoorden | 403-verklaring, Shell, NAM, aardbevingsschade, Groningen |
Auteurs | Mr. E.A. van Dooren |
SamenvattingAuteursinformatie |
De afgelopen tijd berichtten de media uitgebreid over het feit dat Shell haar 403-verklaring ten aanzien van groepsmaatschappij NAM had ingetrokken. In deze column onderzoekt de auteur de (mogelijke) motieven van Shell om deze verklaring in te trekken, en wat dit betekent voor de positie van Shell met betrekking tot de aardbevingsschade in Groningen. |
Artikel |
Tegenstrijdig belang bij intragroepsfinanciering; foutje, bedankt!Hoe een juridische imperfectie standhield bij de Hoge Raad |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 3-4 2018 |
Trefwoorden | concernfinanciering, tegenstrijdig belang, hoofdelijke gebondenheid, kredietpraktijk, familiebedrijf |
Auteurs | Mr. J.E. Devilee en Mr. J. Nijland |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt de zaak Ubbens q.q./X besproken, waarin de oude tegenstrijdigbelangregeling werd toegepast. Aangezien deze uitspraak ook voor de invulling van de huidige tegenstrijdigbelangregeling betekenis heeft bij het beoordelen van de positie van natuurlijke personen die een vennootschap in groepsverband vertegenwoordigen, onderzoeken de auteurs de discrepantie tussen de conclusie van de A-G en de motivering van de Hoge Raad, en zetten zij de uitspraak nader uiteen. |
Artikel |
KRONIEK VENNOOTSCHAPSRECHT |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 4 2018 |
Auteurs | Bas Visée en Rik Analbers |
Artikel |
Aansprakelijkheid na een juridische splitsing in de praktijk |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 1-2 2018 |
Trefwoorden | juridische splitsing, aansprakelijkheid, hoofdelijkheid, toekomstige vorderingen, schadevergoeding |
Auteurs | Mr. drs. T.S. Hoyer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel maakt inzichtelijk welke stappen men moet zetten om te bepalen welke van de bij een juridische splitsing betrokken rechtspersonen aansprakelijk is of zijn ten gevolge van het bepaalde in artikel 2:334t BW. |
Artikel |
Art. 2:11 BW, doorgeefluik van bestuurdersaansprakelijkheid. Hoe diep kan een bestuurder vallen?Bespreking van het proefschrift van mr. C.E.J.M. Hanegraaf |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | art. 2:11 BW, doorbraak, normatieve reikwijdte 2:11 BW, personele reikwijdte 2:11 BW, eerste- en tweedegraads bestuurder |
Auteurs | Mr. R.J. Laméris en Mr. S.C.M. van Thiel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het proefschrift van Hanegraaf gaat over art. 2:11 BW, dat bepaalt dat de aansprakelijkheid van een rechtspersoon als bestuurder van een andere rechtspersoon tevens hoofdelijk rust op ieder die ten tijde van het ontstaan van de aansprakelijkheid van de rechtspersoon daarvan bestuurder is. In deze bijdrage wordt het proefschrift besproken en van commentaar voorzien. |
Diversen |
Representations en warrantiesNaar Nederlands en Anglo-Amerikaans recht |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | Anglo-Amerikaans recht, Representations en warranties, Boilerplate-beding, Garanties, Uitleg |
Auteurs | Mr. J.W.A. Dousi |
Auteursinformatie |
Jurisprudentie |
Kroniek ondernemingsstrafrechtEerste helft 2017 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2017 |
Auteurs | Prof. mr. H.J.B. Sackers (red.), mr. A.A. Feenstra, prof. dr. R.C.P. Haentjens e.a. |
Praktijk |
Het wetsvoorstel franchise: better think twice! |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 3 2017 |
Trefwoorden | Franchise, Uitleg, Dwaling, NFC |
Auteurs | Prof. mr. H.N. Schelhaas en Mr. drs. J.H.M. Spanjaard |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 12 april 2017 heeft minister Kamp een wetsvoorstel voor de wettelijke verankering van de franchisecode in internetconsultatie gebracht. De schrijvers bespreken dit wetsvoorstel kritisch en menen dat het wetsvoorstel inhoudelijk de toets der kritiek niet kan doorstaan. De wetgever wordt opgeroepen een meer doordacht wetsvoorstel te concipiëren. |
Artikel |
Persoonlijke zekerheden in concernfinancieringen |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 9 2017 |
Trefwoorden | hoofdelijkheid, borgtocht, garantie, regres, subrogatie |
Auteurs | Mr. A.R. van Uhm |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel behandelt de verschillen tussen diverse voor de financieringspraktijk relevante persoonlijke zekerheidsrechten. Vanuit het perspectief van de financier zijn deze verschillen niet zo wezenlijk als soms wordt verondersteld. Daarnaast komen de rechtsgevolgen bij uitwinning van persoonlijke zekerheidsrechten aan bod, de zorgplicht van de bank bij deze uitwinning, en worden tips gegeven om regres en subrogatie te voorkomen. |
Artikel |
Persoonlijke aansprakelijkheid van de curator in verband met verpande vorderingen |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2017 |
Trefwoorden | pro se, aansprakelijkheid, curator, pandhouder, inning |
Auteurs | Mr. E.A.L. van Emden |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel onderzoekt wanneer de curator persoonlijk aansprakelijk is jegens de schuldeiser aan wie vorderingen zijn verpand. Eerst wordt de toetsingsmaatstaf geanalyseerd. Daarna wordt ingezoomd op de situaties van actieve inning, betwisting van het pandrecht, opvordering van de afgezonderde incasso-opbrengst, weigering van informatie en termijnstelling ex art. 58 Fw. |
Artikel |
Het verzetrecht van artikel 2:404 BW |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 5-6 2017 |
Trefwoorden | verzetrecht, 403-verklaring, overblijvende aansprakelijkheid, artikel 2:404 BW, groepsvrijstelling |
Auteurs | Mr. K. Notenboom |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het recente arrest inzake SNS/Propertize kwam het verzetrecht tegen het voornemen van de moedermaatschappij om de overblijvende aansprakelijkheid uit hoofde van een 403-verklaring te beëindigen aan de orde. In deze bijdrage bespreekt de auteur enkele knelpunten ten aanzien van het verzetrecht van artikel 2:404 BW: de verzetgerechtigdheid, de betwiste vorderingen en de omvang van de zekerheid of andere waarborg. |
Praktijk |
De nieuwste maatstaf van de Hoge Raad bij 403-aansprakelijkheid: ‘onmiskenbaar ongegrond’ |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 2 2017 |
Trefwoorden | 403-verklaring, overblijvende aansprakelijkheid, onmiskenbaar ongegrond, verzet, niet-ontvankelijkheid |
Auteurs | Mr. M.R.C. van Zoest |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 31 maart 2017 heeft de Hoge Raad beslist dat een partij die verzet doet tegen een voorgenomen beëindiging van overblijvende 403-aansprakelijkheid (art. 2:404 BW), alleen niet als schuldeiser kan worden aangemerkt als de vordering waarop het verzet is gebaseerd, ‘onmiskenbaar ongegrond’ is. De Hoge Raad voegt eraan toe dat een verzet gegrond dient te worden verklaard indien de schuldeiser als gevolg van de beëindiging van de overblijvende aansprakelijkheid in een slechtere positie zou komen te verkeren. De auteur analyseert de beschikking van de Hoge Raad en plaatst er enkele kritische kanttekeningen bij. |
Artikel |
De kosten van de deelgeschilprocedure: enkele suggesties tot normering |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 1 2017 |
Trefwoorden | deelgeschilprocedure, normering, kosten, kostenbegroting, letsel- en overlijdensschade |
Auteurs | Mr. L. Boersma |
SamenvattingAuteursinformatie |
De praktijk worstelt met de begroting van de omvang van de kosten van deelgeschilprocedures. Dit wordt veroorzaakt door het telkens invulling moeten geven aan de open norm van artikel 1019aa Rv jo. artikel 6:96 lid 2 BW: alleen kosten die ‘redelijk’ zijn, komen voor vergoeding in aanmerking. Een oplossing zou gelegen kunnen zijn in het normeren van deze kosten. In deze bijdrage wordt daartoe een drietal suggesties gedaan. Deze zijn ingegeven door een analyse van alle op www.rechtspraak.nl gepubliceerde uitspraken in deelgeschil sinds de invoering van de Wet deelgeschilprocedure voor letsel- en overlijdensschade in 2010 tot 1 januari 2017. |
Jurisprudentie |
Tegen de wetHvJ EU 19 april 2016, C-441/14, ECLI:EU:C:2016:278, JAR 2016/132 (Ajos/Rasmussen) |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2016 |
Trefwoorden | Contra legem, Algemene beginselen |
Auteurs | Mr. Peter Vas Nunes |
SamenvattingAuteursinformatie |
In april van dit jaar wees het Hof van Justitie van de Europese Unie arrest in de zaak Rasmussen. Hoewel het arrest is gewezen door de Grote Kamer, brengt het weinig dat echt nieuw is. Het arrest biedt wel een goede gelegenheid om in te gaan op een aantal leerstukken die van belang zijn voor beoefenaars van het arbeidsrecht, zoals die met betrekking tot de richtlijnconforme uitleg van nationaal recht en het buiten toepassing laten van dat recht op grond van algemene beginselen van Unierecht. |
Praktijk |
Het fzo-pandrecht op giraal saldo: een alternatief voor de huidige verpandingspraktijk |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2016 |
Trefwoorden | fzo-pandrecht, financiëlezekerheidsovereenkomst, pandrecht, giraal saldo, controlevereiste |
Auteurs | Mr. S. Swinkels |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het pandrecht in het kader van een financiëlezekerheidsovereenkomst (fzo-pandrecht) is nog een vrij onbekende rechtsfiguur. Onterecht, want het fzo-pandrecht kan in de praktijk een andere uitwerking hebben dan ‘reguliere’ pandrechten en daarmee voordelen meebrengen voor marktpartijen. In dit artikel wordt onderzocht of fzo-pandrechten gebruikt kunnen worden in de huidige verpandingspraktijk, waar vooralsnog een openbaar pandrecht wordt bedongen op het girale saldo van een bankrekening. Belangrijk aspect van deze praktijk is dat de pandgever in zijn hoedanigheid van rekeninghouder over de rekening wil blijven beschikken. Dit levert problemen op met het zogenaamde ‘controlevereiste’. |
Artikel |
Het beroep op verzwijging ex art. 3:194 lid 2 BW bij de verdeling van bijzondere gemeenschappen |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 10 2016 |
Trefwoorden | verzwijging, bijzondere gemeenschap, verdeling, boedelbeschrijving, aandeel |
Auteurs | Prof. mr. J.W.A. Biemans |
SamenvattingAuteursinformatie |
In procedure wordt steeds vaker een beroep gedaan op verzwijging ex art. 3:194 lid 2 BW (bijzondere gemeenschap), terwijl de literatuur over het onderwerp schaars is. In deze bijdrage wordt aan de hand van de parlementaire geschiedenis, de bedoelde rechtspraak en de literatuur nader ingegaan op dit leerstuk en stelling genomen. |