In dit artikel wordt stilgestaan bij de achtergrond, geschiedenis en de ontwikkeling van internationale sancties. Tegen de achtergrond van de ontstaanshistorie wordt in dit artikel een beeld geschetst van het doel en de noodzaak van sancties. Vervolgens wordt beschreven welke wetgeving in Nederland van toepassing is op sanctieovertredingen en wordt relevante jurisprudentie behandeld. Ten slotte wordt er vanuit een praktische invalshoek beschreven op welke wijze de opsporing en vervolging is georganiseerd. |
Zoekresultaat: 144 artikelen
Artikel |
De werking van internationale sancties in NederlandHoe de ontwikkeling, opsporing en vervolging van internationale sancties in Nederland plaatsvindt |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | internationaal, sancties, strategische goederen, Sanctiewet, douane |
Auteurs | Mr. J. Pauwelussen Mcrim en M. Pijls |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
‘Ernstig verwijt’ en selectieve betalingenEnkele beschouwingen naar aanleiding van HR 12 april 2019, ECLI:NL:HR:2019:576 |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 8-9 2019 |
Trefwoorden | bestuurdersaansprakelijkheid, ernstig verwijt, selectieve betalingen, insolventie, kennelijk onbehoorlijk bestuur |
Auteurs | Mr. A. Karapetian |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt aan de hand van rechtspraak van de Hoge Raad ingegaan op het ‘ernstig verwijt’ als maatstaf voor de beoordeling van de aansprakelijkheid van bestuurders en wordt aandacht besteed aan het leerstuk van selectieve betalingen. De auteur reflecteert op het nut en de noodzaak van het ‘ernstig verwijt’ bij de verschillende grondslagen van bestuurdersaansprakelijkheid en bespreekt de verwikkelingen rondom de (on)geoorloofdheid van selectieve betalingen. |
Artikel |
Onrechtmatig executeren |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 9 2019 |
Auteurs | Dineke van Dal |
Auteursinformatie |
Actualia |
Actualia |
Tijdschrift | Afwikkeling Personenschade, Aflevering 2 2019 |
Artikel |
Schadevergoeding onder de Algemene Verordening Gegevensbescherming |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2019 |
Trefwoorden | AVG, schadevergoeding, privacy, aansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. F.C. van der Jagt-Vink |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt onderzocht in hoeverre de mogelijkheden om bij een schending van de privacywetgeving schadevergoeding te vorderen, worden versterkt door de komst van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Hierbij wordt specifiek aandacht besteed aan de mogelijkheid om een collectieve schadevergoedingsactie te starten. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | aansprakelijkheid, wanprestatie, hulpzaken, medische hulpmiddelen, ongeschikt |
Auteurs | Mr. dr. J.T. Hiemstra |
SamenvattingAuteursinformatie |
In haar recent verschenen proefschrift onderzoekt de auteur in hoeverre het risico dat voortvloeit uit het gebruik van ongeschikte medische hulpzaken voor rekening van de hulpverlener dient te komen. In dit artikel worden de belangrijkste bevindingen uit dit onderzoek uiteengezet. De auteur komt tot de conclusie dat het risico dat voortvloeit uit het gebruik van ongeschikte medische hulpzaken in beginsel voor rekening van de hulpverlener komt. De redelijkheid zal niet snel gebieden dat het risico dient te worden verschoven naar de patiënt. |
Artikel |
De one-tier board en de bestuurdersaansprakelijkheid van niet-uitvoerende bestuurders |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 1-2 2019 |
Trefwoorden | bestuurdersaansprakelijkheid, one-tier board, bestuurder, artikel 2:11 BW, Fortis |
Auteurs | Mr. dr. C.E.J.M. Hanegraaf |
SamenvattingAuteursinformatie |
Voor niet uitvoerende bestuurders gelden dezelfde aansprakelijkheidsrisico’s als voor uitvoerende bestuurders. Zij zijn namelijk bestuurders, geen commissarissen. Bestuurdersaansprakelijkheid van een rechtspersoon-bestuurder rust via artikel 2:11 BW hoofdelijk op de uitvoerende én niet uitvoerende bestuurders. De taakverdeling kan meebrengen dat niet uitvoerende bestuurders zich eerder kunnen disculperen dan uitvoerende bestuurders. |
Recent |
Camera Justitia over recht en onrecht |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 2 2019 |
Auteurs | Kees Pijnappels |
Artikel |
De aansprakelijkheid voor medische hulpzakenBespreking van het proefschrift van mr. J.T. Hiemstra |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | medische aansprakelijkheid, gebrekkige hulpzaken, ongeschikte hulpzaken, medische hulpzaken, productaansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. M.J.J. de Ridder |
SamenvattingAuteursinformatie |
Hiemstra concludeert dat het risico dat voortvloeit uit het gebruik van een hulpzaak in beginsel voor rekening van de hulpverlener dient te komen. In het arrest van het Gerechtshof Arnhem van 28 november 2018 in de Miragel-casus is deze conclusie gevolgd. Toegelicht wordt dat andere rechtspolitieke keuzes mogelijk zijn. |
Artikel |
Toerekening van kennis aan rechtspersonenBespreking van het proefschrift van mr. B.M. Katan |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | kennistoerekening, rechtspersoon |
Auteurs | Mr. J.B.M.M. Wuisman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het proefschrift van Katan is vooral voor de praktijkjurist een goede gids om een beeld te krijgen van de vragen die spelen bij het toerekenen van kennis aan een rechtspersoon, en om tot een beantwoording van die vragen te komen. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | prejudiciële procedure, Hof van Justitie van de Europese Unie, nationale rechters, motieven om te verwijzen, rechtspolitiek |
Auteurs | Jasper Krommendijk |
SamenvattingAuteursinformatie |
De civiele kamer van de Hoge Raad treedt steeds vaker op als Unierechter en schuwt niet om te verwijzen. Er is echter weinig bekend over de motieven van de kamer om prejudiciële vragen te stellen en de manier waarop de antwoorden van het HvJ vervolgens worden gebruikt door de kamer. Om deze twee vragen te beantwoorden is er een uitgebreide analyse van de rechtspraak van de kamer uitgevoerd in combinatie met acht interviews met (oud-)raadsheren en A-G’s. Dit artikel toont aan dat de kamer uiterst loyaal is wat betreft het verwijzen en de inbedding ondanks dat raadsheren niet met alle antwoorden van het HvJ even tevreden waren. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 10-11 2018 |
Trefwoorden | rentederivaten, renteswap, prejudiciële vragen, jurisprudentieonderzoek |
Auteurs | Mr. M.P.R. Sardjoe |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel betreft een onderzoek naar de wijze waarop de civiele rechter tot nu toe heeft geoordeeld of sprake is van dwaling of schending van de zorgplicht door banken in rentederivatenjurisprudentie. Uit het onderzoek blijkt dat niet eenduidig wordt geoordeeld en dat een richtinggevende uitspraak door de Hoge Raad gewenst is. |
Over de grens |
Minder ruimte voor hypothetische ‘onderhandelingsschadevergoeding’ bij schadevergoeding na ‘breach of contract’ in het Verenigd KoninkrijkMorris-Garner and another (Appellants)/One Step (Support) Ltd (Respondent) [2018] UKSC 20 |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2018 |
Trefwoorden | schadevergoeding, wanprestatie, schadevaststelling, Engels recht, ‘breach of contract’ |
Auteurs | Mr. drs. M. van Kogelenberg |
SamenvattingAuteursinformatie |
|
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 3 2018 |
Trefwoorden | Redelijke grond Ontslaggrond, Rechtsfeit Rechtsgrond, Ontbindingsprocedure, Ambtshalve aanvulling, Wet arbeidsmarkt in balans (‘Wab’) |
Auteurs | mr. Marko Jovović en mr. Joren Wiewel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 16 februari 2018 wees de Hoge Raad twee beschikkingen over de wijze waarop in ontbindingsprocedures (namelijk met toepassing van het bewijsrecht) moet worden vastgesteld of sprake is van een redelijke grond. De auteurs onderzoeken in deze bijdrage wat dit oordeel betekent voor de discussie over de vraag of redelijke gronden ambtshalve moeten worden toegepast. De auteurs analyseren de beschikkingen mede aan de hand van het onderscheid tussen ‘rechtsfeiten’ en ‘rechtsgronden’. Dit onderscheid is relevant omdat de rechter rechtsfeiten op grond van artikel 24 niet ambtshalve mag aanvullen en rechtsgronden binnen bepaalde grenzen wel. |
Diversen |
Representations en warrantiesNaar Nederlands en Anglo-Amerikaans recht |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | Anglo-Amerikaans recht, Representations en warranties, Boilerplate-beding, Garanties, Uitleg |
Auteurs | Mr. J.W.A. Dousi |
Auteursinformatie |
Artikel |
Opzettelijk tekortschieten en risico’s van contractuele remedies: een balans van belangen voor schuldeiser en schuldenaar |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2017 |
Trefwoorden | contract, wanprestatie, tekortschieten, opzet, remedies |
Auteurs | Mr. drs. M. van Kogelenberg |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt sinds het verschijnen van het proefschrift Motive Matters! (2012) over opzettelijk tekortschieten na een korte terugblik een drietal ontwikkelingen besproken waarbij de schuldenaar op een of andere wijze opzettelijk de contractuele vertrouwensband doorbreekt of lijkt te doorbreken. |
Artikel |
Rechterlijke discretie voor de privaatrechtelijke reactie op ongewenst gedrag |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2017 |
Trefwoorden | privaatrecht, remedies, discretie |
Auteurs | Prof. mr. ir. T.F.E. Tjong Tjin Tai |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur geeft in dit artikel een quasifilosofische reflectie op de juridische reacties op ongewenst gedrag in het privaatrecht aan de hand van de tweedeling tussen ‘kwaad’ en ‘slecht’ gedrag. |
Artikel |
In pari delicto; als de pot de ketel verwijt |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2017 |
Trefwoorden | in pari delicto, nemo auditur, unclean hands, eigen schuld, relativiteit |
Auteurs | Prof. mr. A.L.M. Keirse en Mr. dr. B.M. Paijmans |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het aloude adagium in pari delicto wordt in de jurisprudentie maar zelden in expliciete bewoordingen gebruikt. Het heeft in Nederland echter wel degelijk betekenis. Onbetamelijk gedrag van de benadeelde zou zelfs vaker reeds bij de vestiging van aansprakelijkheid in beeld moeten komen, en niet pas bij de omvang van aansprakelijkheid. |
Artikel |
Commentaar bij HR 17 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:275 (X/Le Roux Fruit Exporters (Pty) Ltd) |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 5-6 2017 |
Trefwoorden | bestuurdersaansprakelijkheid, hoofdelijkheid, risicoaansprakelijkheid, tweedegraadsbestuurder, onrechtmatige daad |
Auteurs | Mr. T.M.C. Arons |
SamenvattingAuteursinformatie |
De (hoofdelijke) aansprakelijkheid van de tweedegraadsbestuurder uit onrechtmatige daad jegens vennootschapscrediteuren van de kleindochter staat in deze bijdrage centraal. Meer in het bijzonder de vraag of de aansprakelijkheid ex artikel 2:11 BW van de tweedegraadsbestuurder een vorm van risicoaansprakelijkheid in het leven roept voor het gedrag van de medetweedegraadsbestuurder die een onrechtmatige daad pleegt jegens vennootschapscrediteuren van de kleindochter. |
Diversen |
Exoneraties voor indirecte schadeOver de uitleg van dit boilerplate-beding naar Nederlands en Anglo-Amerikaans recht |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2017 |
Trefwoorden | Uitleg, indirecte schade, Gevolgschade, Anglo-Amerikaans recht, Exoneratie |
Auteurs | Mr. J.W.A. Dousi |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een veelgebruikte aansprakelijkheidsbeperking (exoneratie) is een uitsluiting voor zogenoemde ‘indirecte schade’. Deze term is afkomstig uit het Anglo-Amerikaanse recht. De auteur bespreekt deze Anglo-Amerikaanse achtergrond en betoogt dat deze achtergrond, afhankelijk van de omstandigheden van het geval, een gezichtspunt kan zijn bij de uitleg van dit begrip naar Nederlands recht en bovendien een bron van inspiratie voor contractspartijen wanneer zij bij het opstellen van het contract een definitie opnemen van de term ‘indirecte schade’. De auteur concludeert dat de Anglo-Amerikaanse betekenis goed is in te passen in het Nederlandse recht, omdat zij aansluit bij (en kan fungeren als een verdere verfijning van) het element voorzienbaarheid in de toerekeningstoets van artikel 6:98 BW. |