In deze notenkraker wordt in navolging van de vorige notenkraker ingegaan op het opleggen van boetes aan feitelijk leidinggevenden. In deze uitspraak had DNB een dergelijke boete opgelegd wegens het optreden als bank zonder de daarvoor noodzakelijke vergunning. De bestuurder in kwestie maakte bezwaar tegen het voornemen van DNB om dit besluit te publiceren. De voorzieningenrechter verwacht echter dat de boete in bezwaar in stand zal blijven en ziet daarom geen reden om het besluit tot publicatie van de boete te schorsen. In de notenkraker wordt uitgelegd dat het uitleggen van het begrip feitelijk leidinggeven volgens de Slavenburg-criteria niet altijd consistent wordt toegepast. |
Jurisprudentie |
Voorzieningenrechter keurt opleggen van een persoonlijke boete door DNB aan een bestuurder goed |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 2 2013 |
Trefwoorden | feitelijk leidinggeven, DNB, Slavenburgcriteria, naming and shaming |
Auteurs | M. Aelen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Jurisprudentie |
Verhaalsimmuniteit artikel 7:962 lid 3 BW strekt zich ook uit tot uitzendkrachtRb. Amsterdam 28 november 2012, LJN BY7234 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2013 |
Trefwoorden | subrogatie, verhaalsuitsluiting, collega-verweer, uitzendkracht |
Auteurs | Mr. F.M. Ruitenbeek-Bart |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 5 juni 2009 vond in Emmen een eenzijdig ongeval plaats. Een auto, bestuurd door A, botste tegen de betonnen pilaar van een brug. Inzittende B (tevens eigenaar van de auto) heeft bij het ongeval ernstig letsel opgelopen. B was ten tijde van het ongeval in dienst bij een bestratingsbedrijf. A was op dat moment als uitzendkracht werkzaam bij ditzelfde bestratingsbedrijf. Anderzorg heeft, als ziektekostenverzekeraar van B, uitkeringen aan B gedaan. In deze procedure tracht zij deze uitkeringen te verhalen op WAM-verzekeraar London. London heeft zich beroepen op het collega-verweer als opgenomen in artikel 7:962 lid 3 BW. |
Jurisprudentie |
De toezeggingsbeschikking inzake e-booksBesluit van de Commissie van 12 december 2012, zaak COMP/39.847 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 3 2013 |
Trefwoorden | e/books, Apple, kartelverbod, agentuurovereenkomst, toezeggingsbeschikking |
Auteurs | Mr. P.P.J. van Ginneken en Mr. C.P.J. van Veen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 12 december 2012 heeft de Europese Commissie een toezeggingsbeschikking op grond van artikel 101 VWEU genomen met betrekking tot de detailhandelsprijzen voor e-books. In deze annotatie plaatsen de auteurs enkele kanttekeningen bij deze toezeggingsbeschikking door deze te vergelijken met het Amerikaanse e-books-onderzoek. De auteurs vragen zich af of de beoordeling van de rol van Apple en de keuze van een toezeggingsbeschikking door de Commissie wel juist zijn. |
Jurisprudentie |
ABRvS 9 januari 2013, nr. 201102611/1/R2 (Overbetuwe/bestemmingsplan ‘Buitengebied, Noordhoeksestraat 5’) (LJN: BY8000) |
Tijdschrift | StAB, Aflevering 2 2013 |
Auteurs | Tycho Lam |
Samenvatting |
Spuitzone bij boomgaarden |
Nieuw landgoed. Begrip wooneenheid in provinciale verordening. Voorwaardelijke verplichting. Specifieke gebruiksregel in relatie tot overgangsrecht |
Jurisprudentie |
HvJ EU Expedia en de mededingingsrechtelijke merkbaarheidGevolgen voor de Nederlandse praktijk |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 4 2013 |
Trefwoorden | Expedia, de minimis, strekkingsbeding, merkbaarheidstoets |
Auteurs | Mr. E.F. van Hasselt, Mr. H.E. Urlus en A. Baars |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Expedia-arrest leert dat een strekkingsbeding met interstatelijk effect niet op merkbaarheid wordt getoetst, en dat de ‘de minimis’ bekendmaking de nationale autoriteiten niet bindt. |
Jurisprudentie |
De (on)toelaatbaarheid van het passing on-verweer: TenneT c.s./ABB c.s. |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 4 2013 |
Trefwoorden | schadevergoeding, artikel 101 lid 1 VWEU, passing on, doorberekeningsverweer |
Auteurs | Mr. drs. R.W.E. van Leuken |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij vonnis van 16 januari jl. heeft de Rechtbank Oost-Nederland (zittingsplaats Arnhem) ABB Ltd. en dochtermaatschappij ABB B.V. veroordeeld tot betaling van schadevergoeding aan TenneT TSO B.V. en Saranne B.V. wegens schending van artikel 101 lid 1 VWEU. De vaststelling van de schade geschiedt ex artikel 6:97 BW op abstracte wijze; het beroep door gedaagden op het passing on-verweer (of doorberekeningsverweer) wordt expliciet verworpen. In het hiernavolgende bespreek ik dit onderdeel van het vonnis, en vergelijk het met een recente uitspraak van het Duitse Bundesgerichtshof. |
Jurisprudentie |
2013/24 Rechtbank Noord-Nederland 21 maart 2013 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 4 2013 |
Trefwoorden | Natuurgeneeskundige, handelingen op het gebied van de geneeskunst, uitblijven van reguliere geneeskundige zorg, schending zorgplicht, opzettelijke benadeling van de gezondheid |
Jurisprudentie |
2013/19 Rechtbank Limburg 13 maart 2013 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 4 2013 |
Trefwoorden | Radioloog, verzoek tot voorlopig getuigenverhoor om deugdelijkheid functioneringsrapport te onderzoeken gehonoreerd, beroep op artikel 1022 lid 3 Rv |
Jurisprudentie |
2013/23 Hoge Raad 12 maart 2013 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 4 2013 |
Trefwoorden | Niet BIG-geregistreerde behandelaar, handelingen op het gebied van de individuele gezondheidszorg, gedragingen waardoor buiten noodzaak schade aan de gezondheid wordt toegebracht of aanmerkelijke kans daarop ontstaat, geen schending zorgplicht, geen verhoging gevaar dat gevolg aan handelen kan worden toegerekend |
Jurisprudentie |
Kroniek Bewijsrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 2 2013 |
Trefwoorden | Hoge Raad |
Auteurs | Mr. dr. R.H. de Bock |
Samenvatting |
|
Jurisprudentie |
Kroniek Beslag- en executierecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 2 2013 |
Trefwoorden | Hoge Raad |
Auteurs | Mr. D.M. de Knijff |
Samenvatting |
|
Jurisprudentie |
2013/13 Scheidsgerecht Gezondheidszorg 16 januari 2013 (kenmerk 12/24) |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 3 2013 |
Trefwoorden | opzegging toelatingsovereenkomst, praktijkoverdracht, goodwill, zorgplicht ziekenhuis, redelijkheid en billijkheid |
Jurisprudentie |
Derogerende werking van de redelijkheid en billijkheid in het arbeidsrechtHR 22 juni 2012, JAR 2012/189, NJ 2012, 396 (ABN AMRO/werknemer) |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 1 2013 |
Trefwoorden | beperkende werking, redelijkheid en billijkheid, vervaltermijn, BBA |
Auteurs | Prof. mr. C.J.H. Jansen en Mr. J.E. Jansen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteurs gaan in op de betekenis van de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid voor het arbeidsrecht. Zij doen dit aan de hand van de uitspraak van de Hoge Raad in ABN AMRO/werknemer, waarin het college voor het eerst overweegt dat een beroep van de werkgever op de vervaltermijn van zes maanden in artikel 9 lid 3 BBA op grond van de specifieke omstandigheden van het geval naar redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Tevens besteden zij aandacht aan het oordeel van de Hoge Raad dat de gezichtspunten uit de rechtspraak over verjaringstermijnen ex artikel 3:310 lid 1 en 2 BW niet van overeenkomstige toepassing zijn op een geval als het onderhavige. In navolging van de A-G zijn de auteurs kritisch ten aanzien van de afwegingen die de Hoge Raad hierover maakt. Ook anderszins hebben zij moeite met de onderbouwing van de uitspraak door de Hoge Raad. |
Jurisprudentie |
Rechtbank Rotterdam stelt grens aan het opleggen van een persoonlijke boete aan leden Raad van CommissarissenRb. Rotterdam 27 september 2012 LJN BX8528 (Wegener) |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 1 2013 |
Auteurs | E.S. Lachnit LL.M. en M. Aelen LL.M. |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze notenkraker staat centraal de uitspraak van de Rechtbank Rotterdam naar aanleiding van boetes die werden opgelegd door de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) aan Koninklijke Wegener N.V. (Wegener) wegens het niet-naleven van vergunningsvoorschriften. De NMa legde een last onder dwangsom op en boetes aan de rechtspersoon Wegener en aan onder andere directieleden en leden van de RvC van de betrokken ondernemingen. Het was de eerste keer dat de NMa van haar bevoegdheid om persoonlijke boetes op te leggen gebruikmaakte. In deze notenkraker staat centraal onder welke omstandigheden aan de leden van de RvC persoonlijke boetes door de NMa kunnen worden opgelegd. De conclusie is dat dit op grond van deze uitspraak slechts in uitzonderlijke gevallen mogelijk is. |
Jurisprudentie |
E.ON en GDF tegen de Europese Commissie |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 1 2013 |
Trefwoorden | Potentiële concurrentie, Counterfactual, Volledige rechtsmacht, Nevenrestrictie, Duur van overtreding |
Auteurs | Mr. B.H.J. Braeken |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel bespreekt een tweetal arresten van het Gerecht van 29 juni 2012 (zaak T-360/09, E.ON/Europese Commissie en zaak T-370/09, GDF Suez SA/Europese Commissie). Beide arresten behandelen de beroepen tegen een beschikking van de Commissie van 8 juli 2009 waarin E.ON en GDF waren beboet voor marktverdelingsafspraken. In zijn arresten onderzoekt het Gerecht minutieus of E.ON en GDF überhaupt voor de volledige duur van de overtreding wel als (potentiële) concurrenten konden worden aangemerkt. Daarnaast is het arrest van belang omdat het Gerecht gebruikmaakt van de volledige rechtsmacht op grond van Verordening 2003/1/EG en de boete vaststelt op een hoger niveau dan zou voortvloeien uit de boeterichtsnoeren van de Commissie. |
Jurisprudentie |
Lagardère-zaak: comeback van de parkeerconstructie? |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 1 2013 |
Trefwoorden | Parkeerconstructie, Warehousing, Financiële instelling, Artikel 3 lid 5 covo |
Auteurs | Mr. M.A. de Jong |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de zaak Lagardère hebben het Gerecht en het Hof van Justitie voor het eerst een beoordeling gegeven van een constructie waarbij de over te nemen onderneming tijdelijk bij een bank wordt ‘geparkeerd’. Zo’n parkeerconstructie maakt het mogelijk dat de verkoper niet het concentratiecontroleonderzoek door de Europese Commissie hoeft af te wachten. In de Lagardère-zaak is het gebruik van de parkeerconstructie goedgekeurd. Enkele essentiële vragen blijven echter onbeantwoord. Het is daardoor de vraag of de arresten voldoende grond bieden om de parkeerconstructie – die inmiddels door de Commissie in de Geconsolideerde Mededeling inzake Bevoegdheidskwesties in de ban was gedaan – weer te gebruiken. |
Jurisprudentie |
Hoger beroep |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 1 2013 |
Trefwoorden | Hoge Raad |
Auteurs | Mr. F.J.P. Lock |
SamenvattingAuteursinformatie |
Verschenen arresten van de Hoge Raad over de omvang van de rechtsstrijd in hoger beroep en de devolutieve werking. |
Jurisprudentie |
De Hoge Raad in civiele zaken uit het Caribische deel van het Koninkrijk |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 1 2013 |
Auteurs | Dr. H.J. van Kooten en Dr. G.C.C. Lewin |
Jurisprudentie |
ABRvS 14 november 2012, nr. 201201949/1/R1 (Zaanstad/bestemmingsplan ‘C100’) (LJN: BY3067) |
Tijdschrift | StAB, Aflevering 1 2013 |
Auteurs | Tycho Lam |
Samenvatting |
Aandeel sociale woningbouw. Afwijken van anterieure overeenkomst |