De Commissie-Koops heeft onderzocht of het conceptwetsvoorstel Boek 2 voldoende rekening houdt met het digitale tijdperk anno 2018 en in de nabije toekomst. Dit artikel is een beschouwing op het rapport van de Commissie, waarbij de aanbevelingen met betrekking tot openbronnenonderzoek en het beslag op gegevensdragers uitgebreid besproken worden. Daarnaast wordt ingegaan op het fenomenen van de ‘dataficering’ van het opsporingsproces. In het artikel wordt antwoord gegeven op de vraag welke bijdrage het rapport heeft geleverd aan de modernisering van het Wetboek van Strafvordering. |
Zoekresultaat: 34 artikelen
De zoekresultaten worden gefilterd op:Tijdschrift Tijdschrift Modernisering Strafvordering x
Artikel |
Beschouwing rapport Commissie-Koops: strafvordering in het digitale tijdperk |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | digitale opsporing, openbronnenonderzoek, beslag, data-analyse, big data |
Auteurs | Mr. dr. J.J. Oerlemans |
SamenvattingAuteursinformatie |
Opinie |
Berechting door de enkelvoudige kamer |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | enkelvoudige kamer, politierechter, kantonrechter, mondelinge uitspraak, snelrecht |
Auteurs | Dr. W.F. Korthals Altes |
SamenvattingAuteursinformatie |
De regeling van de berechting door de enkelvoudige kamer (politierechter en kantonrechter) wordt aanzienlijk vereenvoudigd door het opnemen van gemeenschappelijke regels, de verwijzing naar de algemene regels voor berechting en het schrappen van in onbruik geraakte procedures. Inhoudelijk en terminologisch blijft vrijwel alles bij het oude. De vraag is of deze aspecten niet ook moeten worden gemoderniseerd. |
Artikel |
Of/Of: de alternatieve kwalificatie |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | strafprocesrecht, modernisering van strafvordering, alternatieve kwalificatie, kwalificatiebeslissing, samengestelde tenlasteleggingen |
Auteurs | Mr. dr. J.G.H. Altena-Davidsen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het conceptwetsvoorstel voor Boek 4 van het nieuwe Wetboek van Strafvordering (de berechting) wordt het voorstel gedaan om een alternatieve kwalificatie mogelijk te maken. In deze bijdrage wordt, na een uiteenzetting van het geldende recht en de wijziging die het voorstel daarin moet aanbrengen, onderzocht of in de praktijk behoefte bestaat aan de mogelijkheid tot alternatieve kwalificatie. Die behoefte lijkt beperkt te zijn, en zich vooral voor te doen in de context van het gedifferentieerde stelsel van vermogensdelicten en deelnemingsvormen. Deze bijdrage werpt daarom de vraag op of het probleem, en bijgevolg de oplossing daarvan, niet eerder gelegen zijn in het materiële recht dan het strafprocesrecht. Op basis daarvan, alsmede op basis van een korte bespreking van mogelijke bezwaren tegen de alternatieve kwalificatie, wordt de stelling betrokken dat het voorstel nadere doordenking en onderbouwing behoeft. |
Opinie |
Cassatie in het nieuwe Wetboek van Strafvordering |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | cassatieprocedure, rechtstreeks cassatieberoep, cassatiegronden, prejudiciële vragen, facultatieve OM-conclusie |
Auteurs | Mr. A.J.A. van Dorst |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage gaat over voorgestelde wijzigingen ten aanzien van de cassatieprocedure en over enkele wenselijke wijzigingen die niet zijn voorgesteld. Eerst komt aan de orde (de onwenselijkheid van) het rechtstreeks cassatieberoep: de Hoge Raad niet als derde maar als tweede instantie, dus zonder tussenkomst van een appelrechter. In dat verband zal aandacht worden besteed aan de ingewikkelde cassatiedrempel in zaken betreffende overtredingen alsook aan het cassatieberoep in beklagzaken. Vervolgens wordt aandacht besteed aan het karakter van de cassatieprocedure; stilgestaan wordt bij (voorstellen die lijken te schuren met) het schriftelijke karakter van het cassatiegeding alsook bij de mogelijkheid tot tegenspraak. Daarna komt de regeling van de herstelbeslissing en de aanvulling langs. Dan komt de nieuwe regeling van de cassatiegronden aan bod, waarna tot slot aandacht wordt besteed aan wat in het verschiet ligt. Dat betreft de invoering van een cassatiebalie, de prejudiciële vragen en de facultatieve conclusie van het parket. Dat alles natuurlijk voor zover van belang met het oog op de behandeling van strafzaken. |
Opinie |
KEI is dood, lang leve KEI!? Over de invloed van de digitalisering op het denkproces van griffiers en rechters |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | digitalisering, werkwijze van rechters, denken met handen |
Auteurs | D.A.G. van Toor PhD LLM BSc |
SamenvattingAuteursinformatie |
De wetgever zet in de modernisering van het Wetboek van Strafvordering in op het digitaliseren van het strafproces. Volgens de Raad voor de rechtspraak is digitalisering van juridische procedures ‘een onontkoombare ontwikkeling die maatschappelijk zeer gewenst is’. In de discussie over de digitalisering van juridische procedures wordt echter geen aandacht besteed aan het feit dat het ‘denken met handen’ en ‘denken met het hoofd’ geen alternatieve werkwijzen maar complementaire werkwijzen zijn. |
Opinie |
Een waarschuwende strafrechter |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | voorlopige hechtenis, schorsing, vrijheidsbeperkende maatregelen, vrijheidsbeneming, wetsvoorstel |
Auteurs | Mr. J.H. Janssen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Afschaffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis leidt niet tot het doel dat de wetgever zegt met de wijziging voor ogen te hebben. Het effect zou in veel gevallen zelfs kunnen zijn dat de nadruk meer komt te liggen op daadwerkelijke vrijheidsbeneming en minder op vrijheidsbeperking. Een ander gevaar dat dreigt is dat gemakkelijk tot onnodige vrijheidsbeperkende maatregelen wordt overgegaan. Ook kunnen vraagtekens worden geplaatst bij de effectiviteit van de vrijheidsbeperkende maatregelen als er voor de verdachte geen concreet zicht is op vrijheidsbeneming. Deze averechtse effecten kunnen niet de bedoeling van de wetgever zijn en kunnen worden voorkomen. |
Artikel |
Het verlofstelsel in hoger beroep is dood, leve het verlofstelsel |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | verlofstelsel, hoger beroep, grievenstelsel, artikel 410a Sv artikel 14 lid 5 IVBPR, artikel 2 Zevende Protocol EVRM, artikel 6 EVRM |
Auteurs | Mr. dr. G. Pesselse |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dat het verlofstelsel van artikel 410a Sv wordt afgeschaft, is zo goed als zeker. Vrijwel niemand zal er rouwig om zijn. Met de afschaffing van het verlofstelsel in hoger beroep verdwijnt het fenomeen verlofstelsels in het algemeen echter niet van het toneel. Sterker nog, het in de modernisering voorgestelde gematigde grievenstelsel in hoger beroep draagt de kiemen voor een nieuw verlofstelsel in zich. De vraag is: moet het conceptwetsvoorstel voor Boek 5 van het Wetboek van Strafvordering over rechtsmiddelen worden aangevuld met een nieuw verlofstelsel, nu wél behoorlijk vormgegeven? |
Artikel |
Het toezicht op de strafvorderlijke overheid: een modern artikel 359a Sv? |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | strafprocesrecht, modernisering Wetboek van Strafvordering, vormverzuimen, onrechtmatig handelen politie, artikel 359a Sv |
Auteurs | Mr. M. Samadi |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het kader van de modernisering van het Wetboek van Strafvordering heeft de wetgever zich ook gewaagd aan het veelbesproken thema van vormverzuimen en de strafprocessuele gevolgen van onrechtmatig strafvorderlijk overheidsoptreden. Deze bijdrage geeft een globale uiteenzetting van de voorgestelde wijzigingen van artikel 359a Sv en bespreekt deze wijzigingen in het licht van de in de literatuur geconstateerde problemen inzake de rechterlijke controle op vormverzuimen. |
Artikel |
Een moderne inbeslagneming van voorwerpen |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | strafvorderlijk beslag, beslagene, civiel conservatoir beslag, modernisering Wetboek van Strafvordering, beslag op voorwerpen |
Auteurs | Mr. dr. J.S. Nan |
SamenvattingAuteursinformatie |
Degene ten laste van wie voorwerpen strafvorderlijk in beslag zijn genomen, heeft een bijzondere zwakke positie. Na een vergelijking met het civiele, conservatoire beslag, wordt de nieuwe conceptregeling inzake Modernisering Wetboek van Strafvordering besproken. Daarbij worden verdergaande voorstellen gedaan om de positie van de beslagene c.q. rechthebbende te versterken. |
Opinie |
Wel ambitieus, niet visionair. De digitalisering in Modernisering Strafvordering |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | digitalisering, rechtspraak, strafrecht, man machine cooperation, modernisering strafvordering |
Auteurs | Prof. mr. E.F. Stamhuis |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze opiniërende bijdrage wordt kort beschreven hoe het project Modernisering Strafvordering aan de digitalisering van de strafrechtspleging bijdraagt. Verder komt de experimenteerbepaling aan de orde. Wat echter ontbreekt, is een visie op de volgende stap in de ontwikkeling, waarin de technologie de menselijke beslissing verder kan vervangen. Met behulp van vier trefwoorden wordt aangegeven welke onderwerpen voor een visie relevant zijn: veiligheid, verbeelding, verantwoordelijkheid en vertrouwen. |
Artikel |
Voorlopige vrijheidsbeperking vooropgesteld |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | voorlopige vrijheidsbeperking, voorlopige hechtenis, schorsing, modernisering strafvordering, ultimum remedium |
Auteurs | Mr. dr. S. Meijer |
SamenvattingAuteursinformatie |
De regeling van de voorlopige hechtenis verandert mogelijk ingrijpend, blijkens het conceptwetsvoorstel tot vaststelling van Boek 2 van het nieuwe Wetboek van Strafvordering. De rechter krijgt ingevolge dit voorstel de mogelijkheid om in plaats van de voorlopige hechtenis de voorlopige vrijheidsbeperking te bevelen en de schorsing van de voorlopige hechtenis komt te vervallen. De ultimum remedium-gedachte rechtvaardigt dat gekozen wordt voor een systeem waarin de voorlopige vrijheidsbeperking voorop staat. Dat stelsel geniet ook op Europees niveau de voorkeur. De keuze voor dit systeem is evenwel niet geheel zonder risico’s en het vooropstellen van de voorlopige vrijheidsbeperking zal de praktijk ook voor nieuwe uitdagingen stellen. In deze bijdrage worden deze risico’s besproken en wordt een aantal aanbevelingen gedaan tot aanpassing van het voorliggende conceptwetsvoorstel. |
Redactioneel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 1 2018 |
Artikel |
De hulpofficier van justitie ‘nieuwe stijl’ en de modernisering van het Wetboek van Strafvordering |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | opsporing, politie, hulpofficier, Openbaar Ministerie, modernisering strafvordering |
Auteurs | Mr. dr. J.M.W. Lindeman |
SamenvattingAuteursinformatie |
De hulpofficier van justitie is een zeer belangrijke figuur in de Nederlandse strafrechtspleging. Ondanks de soms vergaande bevoegdheden van de hulpofficier is er weinig duidelijkheid over de competenties waarover de 4000 Nederlandse hulpofficieren moeten beschikken. Al in 2013 is door minister, politie en OM aangekondigd dat er gewerkt gaat worden aan een officier ‘nieuwe stijl’, met een versterkte rol en gekoppeld aan een nieuwe, betere opleiding. Welke visie aan deze versterking ten grondslag ligt, is echter niet bekend. Desalniettemin wordt ook in de moderniseringsoperatie voor het Wetboek van Strafvordering gezinspeeld op de nieuwe, versterkte positie van de hulpofficier. In dit artikel wordt ingegaan op de rol van de hulpofficier en (het gebrek aan) de discussie daarover. Vervolgens worden de plannen voor de versterkte rol van de hulpofficier (voor zover bekend) besproken en worden de in het kader van de modernisering van het Wetboek van Strafvordering voorgestelde veranderingen tegen het licht gehouden. Door een gebrek aan (informatie over een) duidelijke visie en een rommelig toegelicht conceptwetsvoorstel is het vooralsnog lastig om enthousiast te worden. |
Artikel |
De codificatie van rechtsbeginselen in het gemoderniseerde Wetboek van Strafvordering |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | strafprocesrecht, modernisering Wetboek van Strafvordering, rechtsbeginselen, grondslagen strafvordering, normering opsporing |
Auteurs | Mr. A. Das |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het conceptvoorstel voor de Boeken 1 en 2 van het gemoderniseerde Wetboek van Strafvordering wordt voorgesteld verschillende rechtsbeginselen te codificeren. In deze bijdrage wordt dit voorstel kritisch doorgelicht, op basis waarvan verschillende discussiepunten worden aangedragen. Ten aanzien van de rechtsbeginselen in Boek 1 blijken er fundamentele bezwaren te bestaan, die de vraag rechtvaardigen of overwogen moet worden het voorstel op dit punt niet door te zetten. Ten aanzien van de rechtsbeginselen in Boek 2 oogt het voorstel zowel naar inhoud als plaats in het wetboek enigszins willekeurig. Een meer systematische en beter zichtbare doordenking van het voorstel zou hier verandering in kunnen brengen. |