De auteurs bespreken de belangrijkste bevindingen uit het onderzoeksrapport ‘Deeltjesversneller in het recht’ over de deelgeschilprocedure. Bekeken is of de bevindingen uit het rapport overeenkomen met de literatuur en verschenen rechtspraak in deelgeschilprocedures. In aanvulling daarop analyseerden zij de 65 gepubliceerde deelgeschiluitspraken over de periode na het door Wesselink uitgevoerde onderzoek. Besproken wordt of de door Wesselink geconstateerde ontwikkelingen zich ook in de rechtspraak na de onderzoeksperiode blijven doorzetten. |
Zoekresultaat: 68 artikelen
Jaar 2015 xArtikel |
Vijf jaar deelgeschilprocedure – een evaluatie |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2015 |
Trefwoorden | deelgeschilprocedure, onderzoeksrapport, deeltjesversneller in het recht, Wesselink, uniformiteit |
Auteurs | Mr. S.J. de Groot en Mr. J.E. van Oers |
SamenvattingAuteursinformatie |
Jurisprudentie |
Meer duidelijkheid over procedurele aspecten van hoger beroep en cassatie tegen een deelgeschilbeschikkingHR 19 juni 2015, ECLI:NL:HR:2015:1689 (Achmea/zzp’er) |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2015 |
Trefwoorden | deelgeschil, tussentijdse cassatie, ontvankelijkheid, kosten, dagvaardingsprocedure |
Auteurs | Mr. J.S. Overes |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Hoge Raad heeft bij arrest van 19 juni 2015 bepaald dat tussentijdse cassatie na tussentijds hoger beroep tegen een deelgeschilbeschikking mogelijk is. Hiertoe is wel verlof van het gerechtshof vereist, tenzij het hof in hoger beroep de zaak zelf heeft afgedaan. Tussentijds hoger beroep en tussentijdse cassatie tegen een deelgeschilbeschikking is een dagvaardingsprocedure. Hierbij gelden de normale regels met betrekking tot de proceskostenveroordeling; artikel 1019aa Rv is aldus niet van toepassing, zo geeft de Hoge Raad aan. In deze bijdrage gaat de auteur op het arrest en de achterliggende zaak in, en geeft hij commentaar op de beslissingen in deze zaak. |
Jurisprudentie |
Rb. Rotterdam: DNB moet vijf miljoen euro schadevergoeding betalen wegens onrechtmatige aanwijzing aan pensioenfonds |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 3 2015 |
Auteurs | Mr. Saskia Nuijten |
Auteursinformatie |
Artikel |
De invloed van Europees recht op alternatieve wijzen van geschillenbeslechting (ADR) |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2015 |
Trefwoorden | Europees consumentenrecht, ADR, ambtshalve toepassing, toetsing |
Auteurs | Mr. drs. I. Brand |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage behandelt de doorwerking van Europees consumentenrecht in ADR-procedures aan de hand van het arrest Heesakkers/Voets (NJ 2014/274). Vastgesteld wordt dat de rechterlijke controle op de handhaving van het Europees consumentenrecht in ADR-procedures is uitgebreid. Ook buitengerechtelijke geschillenbeslechters dienen (ambtshalve) toepassing te geven aan Europese consumentbeschermende bepalingen. |
Artikel |
Vorderingen in b2c-verstekken: toetsen of toewijzen?Ambtshalve toetsen op grond van Heesakkers/Voets, de waarheidsplicht en art. 139 Rv |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 3 2015 |
Trefwoorden | ambtshalve toetsing, Verstek, Consumentenrecht, oneerlijke bedingen, Waarheidsplicht |
Auteurs | Mr. C.J-A. Seinen en mr. A.G.F. Ancery |
SamenvattingAuteursinformatie |
Ook in verstekzaken tussen een professionele eiser en een gedaagde consument zal de civiele rechter ambtshalve moeten toetsen of de vordering (deels) berust op een beding dat dwingendrechtelijke consumentenbeschermende bepalingen schendt. De auteurs schetsen het toetsingskader in het licht van art. 139 Rv. Nu verstekzaken het leeuwendeel van de civiele zaken vormen, kan de plicht tot ambtshalve toetsing tot veel extra werk, kosten en vertraging leiden. De auteurs stellen voor om in verstekzaken een op de waarheidsplicht geënt standaardformulier te gebruiken dat recht doet aan zowel de openbare belangen van consumentenbescherming, waarheidsvinding en efficiënte inzet van overheidsmiddelen als het particuliere belang van efficiënte incasso. |
Artikel |
De procesovereenkomstBespreking van de dissertatie van Marte Knigge |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 3 2015 |
Auteurs | Prof. mr. W.D.H. Asser |
Auteursinformatie |
Jurisprudentie |
Beslag- en executierechtOverzicht relevante rechtspraak en relevante ontwikkelingen |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 3 2015 |
Auteurs | Mr. D.M. de Knijff |
Auteursinformatie |
Article |
|
Tijdschrift | Family & Law, juli 2015 |
Auteurs | Prof. mr. Lieke Coenraad |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 11 februari 2015 heeft het Comité van Ministers van de Raad van Europa de Recommendation on preventing and resolving disputes on child relocation aangenomen. Dit is het eerste Europese instrument over het verhuizen met kinderen na scheiding. De Recommendation heeft een duidelijk tweeledig doel: het voorkomen van conflicten over verhuizingen met kinderen en, indien een conflict is gerezen, het bieden van richtsnoeren voor het oplossen daarvan. In deze bijdrage staan in de eerste plaats de inhoud van de Recommendation en de daarbij gemaakte keuzes centraal. Daarnaast wordt ingegaan op de vraag wat deze Recommendation kan betekenen voor het Nederlandse recht en de toepassing daarvan in verhuiszaken. In de Recommendation worden enige, naar het oordeel van de auteur verstandige keuzes gemaakt. Zo verdient het stevig inzetten op alternatieve geschiloplossing steun. Daarnaast is de aanbevolen afzonderlijke beoordeling van het belang van het kind, zonder dat dit belang echter de doorslag hoeft te geven, in overeenstemming met vaste rechtspraak van de Hoge Raad in verhuiszaken. Ook het pleidooi voor een neutrale, kind-gecentreerde, casuïstische benadering door de rechter strookt met de wijze waarop Nederlandse rechters tot hun beslissingen in verhuiszaken komen. Specifieke verhuiswetgeving op deze punten, zoals de Recommendation voorstelt, acht de auteur dan ook niet nodig. Wel zou de wettelijke verankering van de in de Recommendation voorgestelde formele notificatieplicht kunnen bijdragen aan het voorkomen van verhuisconflicten. Krachtens deze plicht dient de ouder met een verhuiswens de andere ouder – schriftelijk en binnen een redelijke termijn – te informeren over de voorgenomen verhuizing. Hoewel de verwachtingen van het daadwerkelijke effect van de Recommendation als niet-bindend instrument niet al te hoog gespannen moeten zijn, draagt deze bij aan de erkenning van verhuizing met kinderen als een (hoog)potentieel conflictueuze aangelegenheid. |
Artikel |
Koersgevoelige informatie: de uitstelmogelijkheid na VEB/Super de Boer |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 6 2015 |
Trefwoorden | koersgevoelige informatie, publicatieplicht, uitstelmogelijkheid |
Auteurs | Mr. N.J. Gans |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreekt de auteur de mogelijkheid om publicatie van koersgevoelige informatie uit te stellen aan de hand van de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam op 11 november 2014. |
Artikel |
Inpassing van buitenlandse rechtsfiguren in het Nederlandse recht: beschouwingen naar aanleiding van HR 11 juli 2014, JOR 2014/254 (Seacastle/Peters q.q.) |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 7/8 2015 |
Trefwoorden | assimilatie, equivalentiecriteria, Sisal II, Seacastle, artikel 203 Fw |
Auteurs | Mr. E.M.F. de Vette |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage gaat de auteur naar aanleiding van HR 11 juli 2014, JOR 2014/254 (Seacastle/Peters q.q.) in op de vraag in hoeverre een buitenlands voorrecht ‘verwant’ moet zijn met een vergelijkbaar Nederlands voorrecht om het daarmee voor de toepassing van artikel 203 Fw gelijk te stellen. |
Artikel |
Een reactie op ‘Causaal verband in whiplashzaken: een beschouwing vanuit juridisch en medisch perspectief’ van P. Oskam & A.M. Reitsma |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2015 |
Trefwoorden | whiplash, klachten, beperkingen, schaderegeling, erkenning |
Auteurs | Mr. J.F. Schultz |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een discussie over de schaderegeling bij whiplashzaken (WAD graad I en II) zou als uitgangspunt moeten hebben dat de slachtoffers erkend worden in hun (soms ook blijvende) klachten en beperkingen. Het is bekend dat in deze zaken een (aantoonbaar) medisch substraat ontbreekt, maar dat betekent niet dat de klachten niet reëel zijn of daardoor niet aan een ongeval kunnen worden toegerekend. Als de klachten een zekere ernst hebben, dan kunnen daaruit ook beperkingen voor bijvoorbeeld het verrichten van arbeid voortvloeien gedurende een lange looptijd. In juridisch opzicht is de ‘whiplashdiscussie’ al gevoerd: deze heeft (te) kort gezegd in het voordeel van het slachtoffer uitgepakt. Daarmee zijn we er echter nog niet: we zouden moeten proberen de schaderegeling in deze kwesties te verbeteren. |
Artikel |
Letselschade: de hypothetische situatie zónder ongeval |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2015 |
Trefwoorden | letselschade, schadebegroting, situatie zonder ongeval, causaal verband, toerekening |
Auteurs | Mr. A. Kolder |
SamenvattingAuteursinformatie |
Ter vaststelling van personenschade dient steeds zowel de situatie mét als de situatie zónder ongeval in kaart te worden gebracht, om vervolgens op basis van het verschil de (financiële) schade te kunnen begroten. In deze bijdrage wordt een nadere verfijning bepleit van het reeds door de Hoge Raad in ‘standaardrechtspraak’ ontwikkelde ‘traditionele’ normatieve kader ter begroting van personenschade. Betoogd wordt voortaan bij vaststellingen omtrent de situatie zónder ongeval nadrukkelijk(er) onderscheid te maken tussen de binnen en buiten ‘de persoon’ van het slachtoffer gelegen aspecten daarvan. Gelet op de ter bepaling van de fictieve toekomst van ieder letselschadeslachtoffer aan te leggen ‘redelijkheidstoets’ kunnen beide aspecten namelijk niet over één kam worden geschoren. |
Artikel |
DSM/Fox en uitleg van notariële akten – (nog) geen ‘vloeiende overgang’ van overeenkomst naar notariële akte |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 6 2015 |
Trefwoorden | uitleg, Haviltex, DSM/Fox, overeenkomst, notariële akte |
Auteurs | Prof. mr. drs. J.W.A. Biemans |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt ingegaan op de uitleg van notariële akten. Ingegaan wordt op het toepasselijke uitlegcriterium voor onder meer registergoederenakten, grossen, huwelijkse voorwaarden, uiterste wilsbeschikking, statuten en schenkingen, mede in het uitlegkader van het arrest DSM/Fox. |
Artikel |
Over de rol van leemtes in de wet bij de ontwikkeling van concordante rechtspraak |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 2 2015 |
Trefwoorden | Concordantie van rechtspraak, Leemte in de wet |
Auteurs | Dr. G.C.C. Lewin |
SamenvattingAuteursinformatie |
In welke gevallen ontwikkelt de burgerlijk rechter in het Caribische deel van het Koninkrijk concordante rechtspraak? Schr. onderzoekt deze vraag aan de hand van rechtspraak over de begrippen ‘leemte in de wet’ en ‘concordantie van rechtspraak’. De conclusie is dat leemtes in de wet er in soorten en maten zijn en dat de aard van de leemte in de wet in sommige gevallen direct of indirect gezichtspunten kan opleveren die van belang zijn bij de beoordeling van deze vraag. |
Jurisprudentie |
Annotatie bij GHvJ 3 oktober 2014, ECLI:NL:OGHACMB:2014:36,KG 80/14 - HAR 36/14 |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 2 2015 |
Auteurs | Mr.dr. J.P. de Haan |
Auteursinformatie |
Jurisprudentie |
Civiele jurisprudentie van GEA en GHvJ |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 2 2015 |
Auteurs | Mr. Jan de Boer |
Auteursinformatie |
Jurisprudentie |
Annotatie bij HR 30 januari 2015, ECLI:NL:HR:2015:186, 14/01997 |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 2 2015 |
Auteurs | Prof. mr. G.R. de Groot |
Auteursinformatie |
Boekbespreking |
Verzekering en ADR |
Tijdschrift | Nederlands-Vlaams tijdschrift voor mediation en conflictmanagement, Aflevering 2 2015 |
Auteurs | Peter van Schelven |
Auteursinformatie |
Article |
|
Tijdschrift | Family & Law, mei 2015 |
Auteurs | Dr. Liesbet Pluym Ph.D. |
Samenvatting |
Zowel in België als in Nederland komt draagmoederschap voor. Deze bijdrage heeft tot doel om de houding van de twee buurlanden ten aanzien van dit controversiële fenomeen te onderzoeken en te vergelijken. |
Artikel |
Wie is inningsbevoegd bij verpanding van een door pandrecht gesecureerde vordering? |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 4 2015 |
Trefwoorden | herverpanding, verpanding van gesecureerde vorderingen, inningsbevoegdheid, zekerheidsrecht, nevenrecht |
Auteurs | Mr. S.C.W. ter Hart |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreekt de auteur het arrest van het Hof Den Bosch van 2 september 2014, meer in het bijzonder zal zij stilstaan bij het verschil tussen herverpanding en verpanding van een gesecureerde vordering. |