High-impact incidents, such as (natural) disasters, severe (traffic) accidents, and exposure to (war) violence, may have severe psychological consequences, both for direct and indirect victims. Such consequences may qualify for financial compensation. However, some victims malinger their psychological status to get compensated for damages they have not suffered. This type of fraudulent behavior costs insurance companies and publicly funded compensation services enormous amounts of money and may eventually make compensation unaffordable. To prevent this from occurring, it is argued that lawyers who need to decide upon victims’ claims for compensation should call in independent experts to evaluate the genuineness of victims’ reported psychological symptoms by administrating a malingering detection test. To enable correct interpretation of the outcome of such a test, the base rate problem is extensively discussed. In short, this problem means that correct test interpretation in individual cases depends on the prevalence of malingering in the population to which a victim belongs. Finally, several counter arguments for the standard assessment of malingering by independent experts are discussed. |
Zoekresultaat: 49 artikelen
Jaar 2014 xArtikel |
Simulatie onder slachtoffers van schokkende gebeurtenissenEen pleidooi voor onafhankelijk onderzoek naar de echtheid van psychische klachten in schadevergoedingsprocedures |
Tijdschrift | Recht der Werkelijkheid, Aflevering 2 2014 |
Trefwoorden | victims, compensation, malingering, detection |
Auteurs | Maarten Kunst |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De relatieve zwaarte van wederzijdse verantwoordelijkheid voor teleurstellende effectenleaseresultatenOver schadedeling wegens eigen schuld in effectenleasezaken |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 3 2014 |
Trefwoorden | Effectenlease, eigen schuld, artikel 6:101 BW, Verdelingsmaatstaf, Veroorzakingswaarschijnlijkheid, (pre)contractuele zorgplicht, Onderzoeksplicht |
Auteurs | Prof. mr. A.L.M. Keirse en Mr. A. Van Onna |
SamenvattingAuteursinformatie |
Avonturen in de effectenlease liepen slecht af als gevolg van een samenloop van omstandigheden, waaronder een te gretig winstoogmerk aan de zijde van de financiële aanbieder en een te grote lichtvaardigheid aan de zijde van de afnemende consument. In deze bijdrage wordt de (inmiddels gestandaardiseerde) schadedeling onder de loep genomen die in de rechtspraak is gevolgd op de erkenning van de wederzijdse verantwoordelijkheid in dezen. |
Artikel |
|
Tijdschrift | ARBAC, augustus 2014 |
Auteurs | mr. Nataschja Hummel |
Samenvatting |
De afgelopen jaren verloopt het collectief arbeidsvoorwaardenoverleg bij de overheid stroef; in een aantal gevallen hebben de ambtenarenorganisaties het overleg zelfs geheel opgeschort. Zij menen dat het opschorten van het overleg tot gevolg heeft dat het bevoegd gezag geen besluiten kan nemen ten aanzien van nieuwe arbeidsvoorwaarden en reorganisaties, omdat niet wordt voldaan aan de voorgeschreven overlegverplichtingen. Eenzijdige opschorting van het overleg wordt daarmee een belangrijk pressiemiddel voor de ambtenarenorganisaties. Met name de centrales van overheidspersoneel binnen de sector Defensie zien hierin een alternatief voor de werkstaking: militairen mogen immers niet staken. In de overlegregeling voor de sector Defensie wordt deze situatie niet geadresseerd. Kernvraag in deze bijdrage is in hoeverre de minister van Defensie deze impasse formeel kan doorbreken. |
Artikel |
De aanvulling en verbetering van uitspraken – een onderzoek naar het toepassingsbereik van art. 31 en 32 Rv |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 3 2014 |
Trefwoorden | Procesrecht, Aanvulling, Verbetering, Apparaatsfout, Deformalisering |
Auteurs | mr. drs. P.A. Fruytier en mr. L.V. van Gardingen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel zoeken de auteurs aan de hand van de systematiek van art. 31 en 32 Rv en de daaraan ten grondslag liggende beginselen naar de grenzen van deze bepalingen. Zij gaan vervolgens in op een aantal grensgevallen: (a) reparatie van apparaatsfouten, (b) verbetering van eigen rechtsoverwegingen door de Hoge Raad en (c) aanvulling door de rechter van gemiste gronden en weren. Voor fatale apparaatsfouten pleiten de auteurs voor aanvaarding van een termijn van veertien dagen na de uitspraak waarbinnen partijen de rechter op de fout kunnen wijzen. De andere grensgevallen kunnen volgens hen deels onder de werking van art. 31 Rv en/of art. 32 Rv gebracht worden. |
Artikel |
Appelrechters kunnen van elkaar leren |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 3 2014 |
Auteurs | Mr. A. Hammerstein |
Auteursinformatie |
Praktijk |
Kroniek rechtspraak Scheidsgerecht Gezondheidszorg |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 6 2014 |
Trefwoorden | ontbinding, opzegging, Scheidsgerecht Gezondheidszorg, toelatingsovereenkomt, beheersmodel |
Auteurs | Mr. T.A.M. van den Ende en mr. F. Lijffijt |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze kroniek worden de belangrijkste uitspraken van het Scheidsgerecht Gezondheidszorg in de periode januari 2012 – mei 2014 behandeld. Het gaat dan om uitspraken in het kader van geschillen over de arbeidsovereenkomst, de toelatingsovereenkomst, vernietigingsperikelen en tot slot procesrechtelijke aspecten. |
Artikel |
Hypothecair krediet: de klant centraal of soms toch niet?De invloed op de civielrechtelijke verhouding tussen particulier en hypothecair financier van overheidsregulering voor de precontractuele fase |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2014 |
Trefwoorden | Wft, (hypothecair) krediet, zorgplicht, AFM, overkreditering |
Auteurs | Mr. drs. M. van Eersel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Publiekrechtelijke regels hebben een significante invloed gekregen op de civielrechtelijke verhouding tussen partijen in de financiële sector. Dit geldt ook voor de relatie tussen banken en consumenten die de aankoop van een eigen woning willen financieren. In deze bijdrage wordt ingegaan op de betekenis hiervan in de precontractuele fase. |
Artikel |
Cultuurspecifieke en civielrechtelijke invulling van de publiekrechtelijke zorgplicht van financiële dienstverleners |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2014 |
Trefwoorden | cultuur, zorgplicht financiële dienstverleners, uniformering publiek- en privaatrecht, Europese zorgplicht, client’s best interest rule |
Auteurs | Mr. dr. M.F.M. van den Berg |
SamenvattingAuteursinformatie |
Europese ontwikkelingen hebben hun weerslag op het Nederlandse rechtsbestel. Enerzijds door een steeds duidelijkere samenloop van het civiele en publiekrechtelijke normenkader in het financiële recht. Anderzijds door meer sturing op cultuur. In dit kader worden in deze bijdrage onder meer de introductie van een Europese zorgplicht door middel van de Insurance Mediation Directive II en de conclusie van de A-G van het HvJ EU in de Nationale Nederlanden-zaak behandeld. |
Artikel |
Herziening TabaksrichtlijnOver de nieuwe Tabaksrichtlijn en de implicaties voor de Nederlandse rechtsorde |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 6 2014 |
Trefwoorden | interne markt, volksgezondheid, harmonisatie, Richtlijn 2014/40/EU, intellectueel eigendom |
Auteurs | Mr. R.A. Fröger en Mr. K. de Weers |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 14 maart 2014 is de nieuwe Tabaksrichtlijn 2014/40/EU (hierna: de Richtlijn) vastgesteld. De nieuwe Tabaksrichtlijn brengt een ingrijpende wijziging op het gebied van de productie en distributie van tabaksproducten met zich mee. Op 20 mei 2016 moet de Richtlijn in de Nederlandse wetgeving zijn geïmplementeerd. In deze bijdrage worden de belangrijkste kenmerken van de Richtlijn besproken en wordt kort ingegaan op de gevolgen voor de Nederlandse rechtsorde. |
Artikel |
De Richtlijn woningkredietovereenkomsten: een Europese oplossing voor de crisis op de woningmarkt?Oriënteren moet je leren |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5 2014 |
Trefwoorden | hypotheken, woningkredietovereenkomsten, ESIS, consumentenrecht |
Auteurs | Mr. drs. N.M. Giphart |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 4 februari 2014 is de Richtlijn woningkredietovereenkomsten vastgesteld. Deze richtlijn geeft een nieuw kader voor verschillende aspecten rondom het adviseren en het verstrekken van hypotheken en andere woningkredietovereenkomsten. Hoewel de hypotheekmarkt in Nederland al vrij gereguleerd is, zal de richtlijn op bepaalde onderdelen tot wijziging van de regels leiden. Een en ander hangt ook af van de keuzes die de wetgever op tal van onderwerpen zal moeten maken.In deze bijdrage zullen eerst enkele algemene onderwerpen uit de richtlijn aan de orde komen, zoals achtergrond, doelstelling en reikwijdte. Daarna komen inhoudelijke onderwerpen aan bod, waarbij wat langer zal worden stilgestaan bij onderwerpen die voor de praktijk de meeste gevolgen zullen hebben. Hierna volgt een korte conclusie waarbij gekeken wordt in hoeverre deze richtlijn bijdraagt aan het oplossen van de crisis op de woningmarkt in Nederland.Richtlijn 2014/17/EU van het Europees Parlement en de Raad van 4 februari 2014 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten met betrekking tot voor bewoning bestemde onroerende goederen en tot wijziging van de Richtlijnen 2008/48/EG en 2013/36/EU en Verordening (EU) nr. 1093/2010, Pb. EU 2014, L 60. |
Artikel |
Coface/Intergamma en onoverdraagbaarheidsbedingen: HR 21 maart 2014, ECLI:NL:HR:2014:682 |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 6 2014 |
Trefwoorden | cessieverbod, onoverdraagbaarheid, Coface/Intergamma, artikel 3:83 lid 2 BW |
Auteurs | Mr. M.S. Breeman en Mr. S. Houdijk |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Hoge Raad beantwoordt in het Coface/Intergamma-arrest de vraag op welke wijze contractuele cessieverboden en onoverdraagbaarheidsbedingen dienen te worden uitgelegd. In deze bijdrage worden het arrest en de daarin vervatte bijzondere uitlegregel geanalyseerd. Daarnaast wordt ingegaan op de door de Hoge Raad nog onbeantwoorde vragen of een cessieverbod noodzakelijkerwijs een verpandingsverbod met zich brengt en op welke wijze een door een onoverdraagbaarheidsbeding ongeldige cessie of verpanding alsnog tot stand kan komen. |
Artikel |
Systeemtoezicht in de Nederlandse gezondheidszorg. Een experimentele innovatie van toezicht. |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 2 2014 |
Trefwoorden | systeemtoezicht, kwaliteit en veiligheid van zorg, experimental governance, institutioneel leren, formatief onderzoek |
Auteurs | Annemiek Stoopendaal, Martin de Bree, Franske Keuter e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) heeft geëxperimenteerd met een nieuwe vorm van inspectie gebaseerd op systeemtoezicht (ST). Het experiment volgt uit voortgaande ontwikkelingen in de governance van zorginstellingen. Het experiment is gevolgd en ondersteund met formatief onderzoek. Geleerd is dat ST in de Nederlandse gezondheidszorg, mits gericht en evenwichtig toegepast, een bijdrage kan leveren aan de doelstellingen van de IGZ ten aanzien van effectief en efficiënt toezicht. ST maakt ‘inspectiemaatwerk’ mogelijk. Daarenboven geeft dit artikel inzicht in de werkwijze die gebruikt kan worden bij de modernisering van toezicht. |
Artikel |
Zorgvuldig en bedachtzaamDe eerste uitspraak van het Constitutioneel Hof Sint Maarten |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 2 2014 |
Auteurs | Mr. G.A.H. Bakhuis, Mr. H. Nummerdor, Mr. S. Philipsen e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel staat de eerste uitspraak van het Constitutioneel Hof van Sint Maarten centraal. Allereerst worden de mogelijkheden van constitutionele toetsing in het Koninkrijk der Nederlanden geschetst. Aansluitend wordt de toetsingsbevoegdheid van het Hof besproken zoals die is opgenomen in de Staatsregeling van Sint Maarten. Daarna wordt ingegaan op de uitgangspunten die het Hof kiest bij de uitoefening van deze bevoegdheid. Op basis van hetgeen is beschreven, concluderen de auteurs dat het Hof zijn ruime bevoegdheid zorgvuldig en bedachtzaam heeft ingekaderd. |
Actualia |
De uitsluiting van overdraagbaarheid van vorderingen – een kwestie van uitleg |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 2 2014 |
Trefwoorden | Artikel 3:83 lid 2 BW, Overdraagbaarheid vorderingen, verpandingsverbod, uitleg, algemene voorwaarden |
Auteurs | Mr. drs. J.W.M Spanjaard |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel 3:83 lid 2 BW geeft aan contracterende partijen de bevoegdheid de overdraagbaarheid van vorderingen uit te sluiten. Een dergelijke uitsluiting onder artikel 3:83 lid 2 BW kan ook goederenrechtelijke werking hebben, zodat een vordering niet rechtsgeldig gecedeerd of verpand kan worden. In het arrest Coface/Intergamma overwoog de Hoge Raad dat de vraag of een beding dat de overdraagbaarheid uitsluit goederenrechtelijke werking of uitsluitend verbintenisrechtelijke werking heeft, moet worden beantwoord door uitleg. Die uitleg wordt door objectief haviltexen verkregen, waarbij de verbintenisrechtelijke werking vooropstaat. |
Artikel |
Kroniek Nederlands mededingingsrecht 2013 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 2 2014 |
Trefwoorden | kroniek, regelgeving, mededingingsafspraken, machtspositie, procedurele aangelegenheden |
Auteurs | Mr. Robert Bosman en Mr. Edmon Oude Elferink |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze kroniek worden de besluiten en informele zienswijzen besproken die ACM in 2013 op het gebied van het kartelverbod en het verbod van misbruik van economische machtspositie heeft genomen. De voor de toepassing van het mededingingsrecht aangewezen bestuursrechters wezen in totaal zeventien uitspraken in kartel- en daarmee gerelateerde zaken. In 2013 viel ook definitief het doek voor de NMa. Na een periode van ruim vijftien jaar waarin de NMa het mededingingsrecht in Nederland op de kaart zette, ging de toezichthouder op in ACM. Kortom, er viel ook in dit verslagjaar weer het nodige te beleven. |
Artikel |
De gewijzigde Leidraad: leasebranche weer veilig, maar tegen hoge prijs |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | bodemrecht, bodemverhuurconstructie, Invorderingswet 1990, Leidraad Invordering 2008, (operational en financial) lease |
Auteurs | Mr. C.P.M. Braeken |
SamenvattingAuteursinformatie |
In een poging leasemaatschappijen buiten de reikwijdte van art. 22bis IW 1990 te laten vallen is de Leidraad Invordering 2008 gewijzigd. In deze bijdrage wordt onderzocht of de gewijzigde Leidraad zijn doel verwezenlijkt en inderdaad voldoende ruimte biedt voor leasemaatschappijen om buiten de reikwijdte van art. 22bis IW 1990 te vallen. |
Artikel |
Criminaliteit en traditionele Chinese medicijnen |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 2 2014 |
Trefwoorden | traditional Chinese medicine, wildlife trade, CITES, green criminology |
Auteurs | Drs. Daan van Uhm |
SamenvattingAuteursinformatie |
Traditional Chinese medicine (TCM) is deeply rooted in the Chinese culture. Although thousands of animal and plant species are used for medicines legally, some medications contain more sinister elements; illegal animal or plant ingredients of protected species. What is the origin of this demand for rare species as medicine, who are involved in the trade and why is law enforcement complicated? This article will show that the illicit trade in TCM is a form of crime that transcends the borders of China and manifests itself in Western Europe. Various aspects of the trade are highlighted, including criminalization of the use of endangered species, western anthropocentrism and the cultural use of medicine, to understand this relatively invisible crime. |
Artikel |
Toetsing van plaatsing op een sanctielijst na Kadi II |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | sanctielijst, rechterlijke toetsing, recht op verdediging, afscherming van informatie |
Auteurs | Prof. mr. A.A. Franken en prof. mr. P.T.C. van Kampen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In Kadi II heeft het Hof van Justitie vastgehouden aan zijn lijn dat een verordening die uitvoering geeft aan een VN-resolutie geen immuniteit van jurisdictie geniet. De plaatsing van een persoon op een sanctielijst wordt daarom volledig getoetst aan de grondrechten die behoren tot de algemene beginselen van Unierecht. In zijn arrest van 18 juli 2013 heeft het Hof van Justitie richtlijnen voor die toetsing geformuleerd. De toekomstige discussie zal zich vooral toespitsen op de vraag hoe specifiek de uiteenzetting van redenen moet zijn die aan de plaatsing op een sanctielijst ten grondslag ligt en op de vraag hoe met informatie moet worden omgegaan die voor de betrokken persoon of entiteit geheim wordt gehouden.HvJ EU 18 juli 2013, gevoegde zaken C-584/10 P, C-593/10 P en C-595/10 P, Europese Commissie e.a./Kadi, n.n.g. |
Artikel |
Overvragende wetgever zet gezagsuitoefening van rechter onder druk |
Tijdschrift | Recht der Werkelijkheid, Aflevering 1 2014 |
Trefwoorden | judiciary, legislature, legitimacy, overburdening |
Auteurs | Meike Bokhorst |
SamenvattingAuteursinformatie |
During the recent Senate debate about the constitutional state some senators expressed a concern about the tensions between the legislature and judiciary. The problems of overburdening, underfunding and instrumentalisation of the judiciary have a long history. The legislature has a tendency to overburden himself and the other powers of state, like the judiciary, notwithstanding the official policy to be reserved with regard to the responsibilities of government. The judiciary must adapt itself to an ever more prominent role in the constitutional state. The judiciary also has to generate its own legitimacy and cannot consider this to be a function of the legitimacy basis of the democratic legislator. The legislator for his part has all kinds of democratic wishes and expectations on how the judiciary can increase its own legitimacy basis by dealing quicker with more cases. In this context, the minister strongly adheres to the maxim that justice delayed is justice denied. The working methods of the judiciary have shown small and gradual steps in the direction of a more responsive and communicative procedure. However, the judiciary is not able to transform all its ideas into concrete initiatives and to transform successful initiatives into settled practices. |
Artikel |
Nieuwe tussenstand Wet verplichte ggz: voortgang, twijfels en zorgen |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 2 2014 |
Trefwoorden | Dwangtoepassing, Psychiatrie, Wetswijziging |
Auteurs | Mr. drs. T.P. Widdershoven en mr. dr. V.E.T. Dörenberg |
SamenvattingAuteursinformatie |
In september 2013 is aan de Tweede Kamer een nota van wijziging aangeboden behorende bij het wetsvoorstel Verplichte geestelijke gezondheidszorg (Kamerstuk 32399). Dit wetsvoorstel is sinds 2010 bij de Tweede Kamer in behandeling. Met de nota van wijziging worden grote aanpassingen in de procedure voor het verlenen van verplichte zorg voorgesteld en ook een aantal aanpassingen in de positie van betrokkene. De belangrijkste wijzigingen worden in dit artikel van commentaar voorzien. |