In 1907 heeft de wetgever bewust gekozen voor een uniforme wettelijke regeling inzake de arbeidsovereenkomst. Een gedifferentieerd stelsel van afzonderlijke arbeidsrechtelijke regelingen voor bijzondere beroepsgroepen werd uitdrukkelijk van de hand gewezen. Zo’n stelsel zou namelijk slechts aanleiding geven tot afbakeningsproblemen en rechtsonzekerheid. Inmiddels heeft zich evenwel – niettegenstaande dit uitgangspunt − een ‘waaier’ aan bijzondere arbeidsverhoudingen ontwikkeld. Gezien de parlementaire geschiedenis van de huidige wettelijke regeling in titel 7.10 van het Burgerlijk Wetboek, zou men verwachten dat het creëren (of handhaven) van afwijkende regelingen voor bepaalde arbeidsverhoudingen uitdrukkelijk door de wetgever is/wordt gemotiveerd en dat aan de vormgeving van dergelijke bijzondere arbeidsverhoudingen bewuste keuzes en/of principes ten grondslag liggen. In dit artikel onderzoeken de auteurs welke bijzondere arbeidsverhoudingen er zijn en in hoeverre daarvoor een rechtvaardigingsgrond bestaat. In het tweede deel van dit onderzoek analyseren de auteurs de trends en ontwikkelingen van bijzondere arbeidsverhoudingen in de Europese Unie. De auteurs concluderen dat voor een groot aantal bijzondere arbeidsverhoudingen geen rechtvaardigingsgronden (meer) bestaan. Voorts concluderen de auteurs dat ook in het buitenland geen rechtvaardigingsgronden zijn aangetroffen voor onderscheidingen in arbeidsrechtelijke regelingen. Zij wijzen erop dat bepaalde ontwikkelingen in het buitenland – met name ingegeven vanuit het gelijkheidsbeginsel en EU-recht – laten zien dat eerder een verregaande uniformering in plaats van verdergaande differentiatie valt te verwachten. Het gebruik van open normen – zoals in Nederland het geval is – zal in deze ontwikkeling een belangrijke rol spelen. |
Zoekresultaat: 83 artikelen
Hoofdartikel |
Uniform of gedifferentieerd arbeidsrechtEen nationaal en rechtsvergelijkend onderzoek naar de rechtvaardiging en toekomst van bijzondere arbeidsverhoudingen |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 2 2013 |
Trefwoorden | bijzondere arbeidsverhoudingen, uniform, differentiatie, rechtsvergelijking, gelijkheidsbeginsel, kwalificatievraag |
Auteurs | Prof. mr. dr. A.R. Houweling en Mr. dr. G.W. van der Voet |
SamenvattingAuteursinformatie |
Praktijk |
Kroniek rechtspraak zorgverzekeringsrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 5 2013 |
Trefwoorden | Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, verzekerde aanspraak, zorgverzekeraar, zorgverzekeringsrecht, Zorgverzekeringswet |
Auteurs | Mr. H.M. den Herder en mr. C. van Balen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze kroniek worden de belangrijkste uitspraken met betrekking tot de Zorgverzekeringswet en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten sinds 1 juli 2011 behandeld. Met betrekking tot de Zorgverzekeringswet worden de volgende onderwerpen besproken: de inhoud van de zorgverzekering, de zorgverzekeraars en de taken en bevoegdheden van het College voor zorgverzekeringen. Wat betreft de AWBZ komen aan bod: de kring der verzekerden en de aanspraken. Daarnaast wordt aandacht besteed aan uitspraken over de zorginkoop en over de afbakening tussen de Zorgverzekeringwet en de AWBZ. |
Artikel |
De Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT): (in) werking |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 1 2013 |
Trefwoorden | WNT, topfunctionaris, publieke en semipublieke sector, ontslagvergoeding, overgangsrecht |
Auteurs | Prof. mr. L.G. Verburg |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 1 januari 2013 trad de Wet normering bezoldigingen topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) in werking. Deze bijdrage bevat een beschouwing over deze ‘unieke’ wet: het doel, de keuzes, de middelen, het overgangsrecht en natuurlijk de vraag of de WNT bestand is tegen lieden die het beloningsspel niet (ruiterlijk) willen meespelen. Een uitvoerige beschouwing over het belangrijke thema van de uitkering wegens de beëindiging van het dienstverband (de ontslagvergoeding) − inclusief het terrein van de op non-actiefstelling − laat zien dat de WNT allerminst waterdicht is. De WNT laat daarbij een belangrijk gebied onbelicht: de praktijk van het maken van afspraken over een afkoop van wachtgeld/bovenwettelijke WW-rechten. De auteur doet de suggestie dat het kabinet het (zoals eerder toegezegd) in de loop van 2013 te verwachten wetsontwerp tot aanpassing van de WNT aangrijpt om enige verduidelijking te bieden omtrent de wijze waarop de praktijk volgens de wetgever met een en ander moet omgaan. |
Artikel |
Hudzinski: Verdere inbreuk op de exclusieve werking van de aanwijsregels van Verordening 2004/883/EG inzake de coördinatie van sociale zekerheid |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 1/2 2013 |
Trefwoorden | Sociale zekerheid migrerende werknemers, Aanwijsregels, Exclusieve werking, Aansluiting verzekering, Samenloop van uitkeringen |
Auteurs | Mr. A.P van der Mei en H. van der Most |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het arrest Hudzinski bevestigt het Hof van Justitie de in het arrest Bosmann getrokken conclusie dat de zogenoemde exclusieve werking van de aanwijsregels van het coördinatieregime voor de sociale zekerheid niet impliceert dat een andere dan de bevoegde staat geen uitkeringen mag toekennen. Het Hof van Justitie gaat in Hudzinski echter een stap verder door uit te maken dat de verdragsregels inzake vrij verkeer een niet-bevoegde lidstaat mogelijk zelfs kunnen gebieden uitkeringen toe te kennen. |
Artikel |
Planning en sociale zekerheid De gezamenlijke huishouding |
Tijdschrift | EstateTip Review, Aflevering 04 2013 |
Trefwoorden | levensverzekering, pensioen en sociale zekerheid |
Auteurs | Mr. F.M.H. Hoens |
Article (without peer review) |
|
Tijdschrift | Netherlands Administrative Law Library, december 2012 |
Auteurs | Matthijs Baart |
SamenvattingAuteursinformatie |
This article examines the impact of the introduction of the Schutznorm-principle (relativiteitsvereiste) in the Dutch General Administrative Law Act on the private enforcement of state aid law. This principle prohibits the administrative courts to annul a decision if the ground manifestly does not protect the complainants interests. Court decisions are examined to research the role of individuals in the private enforcement of state aid law. These individuals often have no competitive relation with the (alleged) beneficiary of the aid. However, presumably the Schutznorm-principle will not hinder them from annulling the decision because the Schutznorm-principle requires clarity regarding the scope of the provision invoked. Article 108 TFEU lacks this clarity. Based on possibilities of appeal against Commissions decisions and case law of the EU CoJ on this matter, the author argues that not every individual needs to be able to invoke state aid provisions. |
Article |
|
Tijdschrift | Family & Law, december 2012 |
Auteurs | Mr. Hans ter Haar |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt op experimentele wijze gezocht naar een antwoord op de vraag wat de rechtvaardiging is van de beperking van de handelingsbekwaamheid van de minderjarige en het het bewind over zijn vermogen. Bij wijze van experiment wordt een fictieve regeling in het leven geroepen, het zogenaamde tachtigplusbewind. Op grond van deze regeling wordt eenieder die de tachtigjarige leeftijd passeert van rechtswege beperkt in zijn handelingsbekwaamheid en verliest hij het bewind over zijn vermogen. Vervolgens wordt de vraag gesteld waarom een dergelijk tachtigplusbewind niet wenselijk is en de bescherminsgmaatregelen die minderjarigen treffen wel. Deze bijdrage is een onderdeel van een breder dissertatieonderzoek met als titel 'Minderjarigen en (de zorg voor hun) vermogen.' |
Jurisprudentie |
Van dingen die voorbijgaan… |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 4 2012 |
Trefwoorden | Andere wettelijke rechten, Artikel 4:30 BW, Verzorgingsvruchtgebruik, Verzorgingsbehoefte |
Auteurs | Prof. mr. E.A.A. Luijten en Prof. mr. W.R. Meijer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Besproken wordt een arrest van het Hof Amsterdam 20 december 2011, LJN BV0739, waarin de echtelieden reeds vele jaren gehuwd waren, maar al lang niet meer samenleefden, terwijl het huwelijk tussen hen nimmer door echtscheiding was ontbonden. De erflater had zijn echtgenote testamentair als zijn erfgename uitgesloten. Zij legde zich hierbij echter niet neer.De Rechtbank Utrecht, sector kanton en in hoger beroep het Hof Amsterdam stonden voor de taak tussen de twee kinderen van de erflater uit zijn vorige huwelijk en de weduwe een beslissing te geven over de vraag of aan de weduwe een recht op vestiging van een vruchtgebruik, bedoeld in artikel 4:30 BW toekwam en zo ja, van welke omvang. |
Artikel |
De Nederlandse pensioensector en de EU: Hannibal aan de poort? |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 4 2012 |
Trefwoorden | pensioenfondsen, EU, IORP, Solvency II |
Auteurs | Mr. dr. H. van Meerten |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage biedt de lezer een actueel inzicht in de complexe wereld van Nederlandse en Europese pensioenfondsen. |
Artikel |
Op stap met de levensexecuteurExtern of intern? |
Tijdschrift | EstateTip Review, Aflevering 10 2012 |
Trefwoorden | testament |
Auteurs | |
Recent |
Verzekeringsgeneeskunde hier en nu |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 8 2011 |
Trefwoorden | fraudebestrijding, mediprudentie, participatie, richtlijnontwikkeling, taakdelegatie, verzekeringsgeneeskunde |
Auteurs | Mr. W.A. Faas |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel komen enkele belangrijke actuele vraagstukken in de verzekeringsgeneeskunde aan bod: de beoordeling van compensatie en/of begeleiding bij participatie, de toenemende noodzaak van taakdelegatie, de problemen rondom het beoordelen van de prognose van arbeidsbeperkingen en de rol van de verzekeringsarts bij het onderkennen van uitkeringsfraude. Tevens wordt aandacht besteed aan de verzekeringsgeneeskundige richtlijnontwikkeling en de vorming van mediprudentie. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Religie, Recht en Beleid, Aflevering 1 2011 |
Trefwoorden | general interest, ANBI-regime, freedom of religion |
Auteurs | Richard Steenvoorde |
SamenvattingAuteursinformatie |
Legislative changes with regard to tax exceptions for donations to civil society organisations have created a new fiscal regime (ANBI-regime). Central criterion within this new regime is whether the activities of an organisation are aimed at contributing to the general interest (algemeen belang). This regime poses serious questions for churches and their affiliated organisations as they are no longer de jure being considered as operating in the general interest. Furthermore, the legislator has not established a legal definition of ‘contributing to the general interest’. As a result a steady flow of jurisprudence has developed. In some judgements fiscal criteria seem to collide with the freedom of religion. |
Artikel |
De versterking van de symbolische kracht van de Grondwet |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 2 2011 |
Trefwoorden | Grondwet, preambule, misbruik, grondrechten, symboliek, toetsing, Staat |
Auteurs | Mr. A. Rouvoet en Mr. J. Pot |
SamenvattingAuteursinformatie |
De normerende kracht van de Grondwet hangt mede af van de versterking van de symbolische werking daarvan. De Staatscommissie Grondwet heeft hiervoor helaas geen oog. De auteurs komen daarom met enkele aanvullingen op het advies van de Staatscommissie: in navolging van internationale mensenrechtenverdragen kan een preambule verwoorden dat de verwerkelijking van onze rechten en vrijheden niet alleen een zaak is van de overheid, maar ook van de samenleving. Het opnemen van een antimisbruikbepaling in de Grondwet geeft richting hoe met negatief gebruik van grondrechten in rechtsstatelijke zin om te gaan. |
Artikel |
Detentie en de ongewenste gevolgen voor inkomen en huisvesting van gedetineerden |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 1 2011 |
Trefwoorden | nazorg, detentieschade, huisvesting, inkomen |
Auteurs | Drs. Alexander More en Dr. Gijs Weijters |
SamenvattingAuteursinformatie |
To reduce recidivism of former prisoners, the Ministry of Security and Justice aims at improving the reintegration of former prisoners into free society. The objective is to ensure that former prisoners have, among other things, an income and accommodation at the time they are released from prison. The article studies the changes in the extent that prisoners have an income and accommodation during imprisonment. Results show that before imprisonment 83% of the prisoners have some form of accommodation, 76,2% have a legal income and 70,2% have debts. During imprisonment 28,8% of the prisoners lose their income, and 5,5% of the prisoners lose their accommodation. |
Artikel |
Dossier Arbeid & Recht mei 2011 |
Tijdschrift | Dossier Arbeid & Recht, Aflevering 05 2011 |
Auteurs | Prof. mr. C.J. Loonstra en Mr. B. Hoogendijk |
Artikel |
Dossier Arbeid & Recht juni 2011 |
Tijdschrift | Dossier Arbeid & Recht, Aflevering 06 2011 |
Auteurs | Prof. mr. C.J. Loonstra en Mr. B. Hoogendijk |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Religie, Recht en Beleid, Aflevering 3 2010 |
Trefwoorden | gelaatsbedekkende kleding, boerka, godsdienstvrijheid, wetgeving |
Auteurs | Paul van Sasse van Ysselt |
SamenvattingAuteursinformatie |
The last decade the wearing of face hiding clothes has come up as a rather new phenomenon in the Netherlands and surrounding countries. Although not that many people wear them, a rather wide aversion exists against this phenomenon and is directed especially against the Islamic burqa. A rather intensive public and political debat is going on concerning the allowance of those clothes. In different countries, among which the Netherlands, France and Belgium, the legislator is drafting laws which aim to forbid the wearing of these clothes. This article gives an overview of the debate on this issue in especially the aforementioned countries and reflects upon it, with a special focus on the freedom of belief and religion. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Vermogensrechtelijke Analyses, Aflevering 2 2009 |
Trefwoorden | rechtsmachtverdeling, privaatrecht, publiekrecht, bestuursrechtelijke geldschulden |
Auteurs | Dr. mr. M.W. Scheltema |
SamenvattingAuteursinformatie |
Er bestaan in verhoudingen tussen een burger en de overheid drie vormen van doorwerking van het publiekrecht in het privaatrecht. De eerste vorm van doorwerking hangt samen met de rechtsmachtverdeling tussen de burgerlijke rechter en de bestuursrechter. De tweede vorm van doorwerking hangt samen met de voorrang van publiekrechtelijke normen in het privaatrecht. Deze voorrang kan op twee manieren worden bereikt. Het is mogelijk dat publiekrechtelijke normen op onaanvaardbare wijze worden doorkruist indien gebruik gemaakt wordt van een privaatrechtelijke bevoegdheid. Een andere wijze waarop deze voorrang kan worden bewerkstelligd is het opnemen van een regeling in het publiekrecht van materie die ook in het BW is geregeld. De derde vorm van doorwerking betreft de doorwerking van publiekrechtelijke regels via open normen in het privaatrecht. Met het oog op de toekomst rijst de vraag welke van deze drie vormen van doorwerking in de toekomst zullen blijven bestaan en welke het meest prominent zullen worden. |
Artikel |
Leeftijdsdiscriminatie, bestaat dat?Over leeftijdsgrenzen in de gezondheidszorg |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 3 1994 |
Auteurs | Govert den Hartogh |
Artikel |
‘Een sterke tweede pijler. Naar een toekomstbestendig stelsel van aanvullende pensioenen.’Een beschouwing van de bevindingen van de commissie-Goudswaard |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 2 2010 |
Trefwoorden | Commissie-Goudswaard, aanvullend pensioen, pensioenopbouw, rapport-Goudswaard, tweedepijlerpensioenen, pensioenfondsen, commissie-Frijns |
Auteurs | Mr. J.G.E. van Leeuwen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In 2008 werd de kwetsbaarheid van het stelsel van aanvullende pensioenen duidelijk toen veel pensioenfondsen in een situatie van onderdekking terechtkwamen en herstelplannen moesten indienen bij DNB. Vragen rond het beleggingsbeleid en het risicobeheer tegen de achtergrond van de dalende dekkingsgraden van pensioenfondsen waren voor minister Donner aanleiding tot het instellen van een tweetal commissies, te weten de commissie-Frijns (onderzoek naar beleggingsbeleid en risicobeheer van pensioenfondsen) en de commissie-Goudswaard (onderzoek naar toekomst- en schokbestendigheid van aanvullende pensioenen en mogelijk oplossingen het stelsel te verbeteren). In dit artikel wordt ingegaan op de bevindingen van de commissie-Goudswaard die uit haar rapport ‘Een sterke tweede pijler: naar een toekomstbestendig stelsel van aanvullende pensioenen’ naar voren komen. Hierbij wordt o.a. ingegaan op de karakteristieken van het aanvullend pensioenen (tweede pijler), de zwakke plekken van het pensioenstelsel en de mogelijke oplossingen hiervoor die door de commissie-Goudswaard worden aangedragen. Tevens wordt aandacht besteed aan de kabinetsreactie op het rapport en worden de diverse besproken oplossingen tegen elkaar afgewogen. |