Uit een aantal vonnissen blijkt dat rechters zoekende zijn naar de wettelijke grondslag voor de gedwongen biometrische ontgrendeling van een smartphone. Zo worden de artikelen 3 Pw en 141/142 Sv, artikel 94 Sv e.v. en artikel 61a Sv genoemd. Deze bijdrage gaat nader in op deze bepalingen om inzicht te geven, mede in het licht van artikel 1 Sv en artikel 8 EVRM, in de zoektocht van de rechters. Gepoogd wordt een antwoord te geven op de vraag welke de meest aangewezen grondslag is voor deze wijze van ontgrendeling. |
Zoekresultaat: 267 artikelen
Artikel |
Geef mij toegang tot uw smartphone!Een zoektocht naar de wettelijke grondslag van de gedwongen biometrische ontgrendeling van de smartphone |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | Smartphone, (biometrische) ontgrendeling, Legaliteitsbeginsel, Privacy, Vingerafdruk |
Auteurs | Mr. W. Albers, Mr. T. Beekhuis en Mr. C.M. Taylor Parkins-Ozephius |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Netherlands Journal of Legal Philosophy, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | oprichting, doelstelling, band met de rechtspraktijk, rechtsfilosofie en rechtstheorie, internationalisering (van Duits naar Engels) |
Auteurs | Corjo Jansen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Vereeniging voor Wijsbegeerte des Rechts (VWR) is opgericht op 28 december 1918. Zij had tot doel de studie van de rechtsfilosofie en het maatschappelijk leven. Deze studie moest tevens relevant zijn voor de rechtspraktijk. Vanaf haar oprichting kende de VWR een sterke internationale oriëntatie, aanvankelijk gericht op Duitsland, later vooral op het Verenigd Koninkrijk en de VS. In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw beleefde de VWR wat betreft belangstelling en ledenaantal haar hoogtepunt. In 2016 besloot zij – na een gestage neergang – de band met de Nederlandstalige (praktijk)jurist weer aan te halen. |
Strafrecht |
De uitleg van het begrip rechterlijke autoriteit bij de uitvaardiging van een Europees arrestatiebevel |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5-6 2019 |
Trefwoorden | rechterlijke autoriteit, Europees arrestatiebevel, onafhankelijkheid officier van justitie, overlevering, rechter-commissaris |
Auteurs | Mr. dr. J.W. van der Hulst |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 27 mei 2019 heeft het Hof van Justitie bij prejudiciële beslissing in drie zaken een uitspraak gedaan over de uitleg van het begrip ‘rechterlijke autoriteit’ in verband met het uitvaardigen van een Europees arrestatiebevel. Met een rechterlijke autoriteit wordt volgens het Hof van Justitie niet bedoeld het openbaar ministerie van een lidstaat dat niet onafhankelijk is van de uitvoerende macht, met name de minister van Justitie. Dit betekent dat in Nederland de Overleveringswet moet worden gewijzigd in de zin dat het uitvaardigen van een EAB voortaan is voorbehouden aan een rechterlijke autoriteit. Ook de Rechtbank Amsterdam moet zich beraden op de behandeling van lopende verzoeken tot overlevering afkomstig van niet-rechterlijke autoriteiten van andere lidstaten. |
Uit het veld |
Onder vuur? Convenanten in het belang van de veiligheid bij publieke samenkomsten en andere publieke plaatsen |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | convenant, evenement, handhaving, openbare orde, gemeente |
Auteurs | Mandy van Rooij |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij publieke evenementen en gebouwen is sprake van een gedeelde verantwoordelijkheid voor orde en veiligheid tussen de private organisator en de burgemeester. Convenanten waarin partijen gezamenlijk afspraken maken over veiligheid kunnen een nuttige aanvulling op de vergunningverlening zijn. In het geval van het incident met de Vreugdevuren in Scheveningen heeft de gemeente afspraken met de bouwers in een convenant neergelegd, in plaats van een vergunning. Uit het onderzoek van de OVV zal moeten blijken welke rol het convenant heeft gespeeld bij de ontstane onveilige situaties en wat die conclusies betekenen voor het gebruik van convenanten in het brede veiligheidsdomein. |
Jurisprudentie |
Annotatie KortPrejudiciële vragen over de strafbaarstelling van verblijf in weerwil van een inreisverbod |
Tijdschrift | Crimmigratie & Recht, Aflevering 1 2019 |
Auteurs | Marq Wijngaarden |
Auteursinformatie |
Redactioneel |
Mededingingsrecht in de schijnwerpers |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 1 2019 |
Auteurs | Anna Gerbrandy |
Auteursinformatie |
Jurisprudentie |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2019 |
Auteurs | Prof. mr. H.J.B. Sackers (red.), mr. A.A. Feenstra, prof. dr. R.C.P. Haentjens e.a. |
Samenvatting |
|
Artikel |
De sprekende gelijkenis besprokenOver de toepassing van het sprekende gelijkenis-criterium uit de Regeling wapens en munitie in de rechtspraktijk |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | Sprekende gelijkenis, Regeling wapens en munitie, Wet wapens en munitie, Categorie I, ten zevende, Nepwapens |
Auteurs | Mr. M.E. Veerman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Voorwerpen die een ‘sprekende gelijkenis’ vertonen met echte wapens vallen onder de categorie wapens van de WWM waarvoor de strengste restricties gelden. Maar wanneer is sprake van een sprekende gelijkenis, en wanneer niet? De sprekende gelijkenis is in literatuur en rechtspraak herhaaldelijk bekritiseerd en wordt wel bestempeld als een vaag criterium, niet in de laatste plaats omdat de interpretatie van het criterium in de praktijk sterk uiteen zou lopen. Deze bijdrage bevat een onderzoek naar de toepassing van de sprekende gelijkenis in de feitenrechtspraak en verstrekt op basis daarvan enkele aanbevelingen voor de omgang met dit criterium in de rechtspraktijk. |
Jurisprudentie |
Hoe achtergehouden informatie door feitelijk leidinggevers Imtech mede noodlottig werdEnige opmerkingen bij ECLI:NL:CBB:2018:400 (ECLI:NL:RBROT:2017:3061) en ECLI:NL:CBB:2018:401 (ECLI:NL:RBROT:2017:3062) |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | Voorwetenschap, hoger beroep CBb, Informatieverplichtingen, Marktmanipulatie, Imtech |
Auteurs | Prof. dr. R.C.P. Haentjens |
SamenvattingAuteursinformatie |
De AFM legt de CEO en CFO van Imtech relatief hoge boetes op ter zake van achterhouden van (financiële) informatie omtrent een project in Polen. Doordat I.’s contractpartij over dit project een persbericht naar buiten brengt, moest Imtech dit ook doen. Pas dan weten beleggers over de financiële situatie iets meer, maar nog niet alles; het negatieve nieuws wordt achtergehouden. Die schijn wordt opgehouden door de volgende kwartaalverslagen en persberichten. Daardoor blijft de koers niet de financiële werkelijkheid weerspiegelen, waardoor sprake is van koersmanipulatie. De Rechtbank Rotterdam vernietigt de boetebesluiten van de AFM. In hoger beroep worden de beslissingen van de rechtbank vernietigd en de boetes van de AFM grotendeels gehandhaafd. De juridische vraag is: wanneer is de informatie zodanig concreet en precies dat zij moet worden geopenbaard? |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | verwevenheid privaatrecht en publiekrecht, wisselwerking bestuursrecht en privaatrecht, publiek- en privaatrechtelijke handhaving, dialoog, contractsvrijheid |
Auteurs | Mr. L.F. Wiggers-Rust |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het proefschrift van Hage bevat een intensief onderzoek naar de wisselwerking tussen bestuursrecht en privaatrecht op een drietal gebieden: het telecommunicatierecht, het consumentenrecht en het financiële recht. Hij beschouwt daarbij ook mogelijkheden tot verbetering daarvan in het belang van een effectieve handhaving. Het is daarmee uiterst actueel. |
Redactioneel |
Over de beoogde verhouding tussen een gemoderniseerd Wetboek van Strafvordering en het bijzondere strafrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2018 |
Trefwoorden | Gemoderniseerd Wetboek van Strafvordering, Bijzondere strafwetgeving, Strafvorderlijke grondbeginselen, verhouding tussen Sv en bijzonder strafrecht |
Auteurs | Prof. dr. R.C.P. Haentjens |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op basis van de uitgangspunten van de wetgever met betrekking tot het gemoderniseerde Wetboek van Strafvordering wordt onderzocht in hoeverre de wetgever zich houdt aan de gepostuleerde uitgangspunten van de modernisering. De wetgever wenst thans de bijzondere strafwetgeving niet te integreren in het moderniseringsproces. Dat zal later per wet moeten worden gedaan, waartegen moet worden gewaakt. Advies aan de wetgever luidt dat met het oog op consistentie, structuur en grondbeginselen van strafvorderlijke wetgeving reeds thans de bijzondere wetgeving in het gemoderniseerde wetboek zal moeten worden ‘ingeweven’. |
Peer reviewed |
Opsporingsmiddelen in ontwikkelingOpen-bronnenonderzoek als de nieuwe ‘tap’ |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 6 2018 |
Trefwoorden | Open bronnen onderzoek (OSINT), Opsporingsbevoegdheid, Stelselmatigheid, Commissie-Koops |
Auteurs | Mr. Mark Feenstra |
SamenvattingAuteursinformatie |
With the development of the ‘digital society’ the information about crime on the internet is increasing rapidly. This creates the necessity for clarity about the boundaries of open source research by law enforcement agencies. However a specific article in the Code of Criminal Procedure lacks. While waiting for this article the police, the prosecution office, criminal defense lawyers and judges are struggling to find these boundaries. Nevertheless are they the only ones that can bring this clarity by informing themselves and exploring what should be legitimate. |
Vervoer |
Over arbeidstijden en cabotage in het goederenvervoer over de weg: ‘dubbel klutsen’ door het Hof van Justitie |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7-8 2018 |
Trefwoorden | wegvervoer, verordeningen, rusttijden, cabotage, mobiliteitspakket |
Auteurs | Mr. K. Sevinga |
SamenvattingAuteursinformatie |
In twee recente arresten heeft het Hof van Justitie zich uitgesproken over een aantal actuele vraagstukken inzake het vervoer over de weg. In de zaak Vaditrans gaat het om rijtijden en, in dit geval vooral, rusttijden. In de zaak Commissie/Denemarken gaat het om de voorwaarden waaronder cabotage mag worden verricht. In beide gevallen gaat het om verordeningen die nadere uitvoering behoeven. Beide zaken worden hier in samenhang besproken, mede in het licht van het zogenoemde ‘mobiliteitspakket’. |
Artikel |
Of/Of: de alternatieve kwalificatie |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | strafprocesrecht, modernisering van strafvordering, alternatieve kwalificatie, kwalificatiebeslissing, samengestelde tenlasteleggingen |
Auteurs | Mr. dr. J.G.H. Altena-Davidsen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het conceptwetsvoorstel voor Boek 4 van het nieuwe Wetboek van Strafvordering (de berechting) wordt het voorstel gedaan om een alternatieve kwalificatie mogelijk te maken. In deze bijdrage wordt, na een uiteenzetting van het geldende recht en de wijziging die het voorstel daarin moet aanbrengen, onderzocht of in de praktijk behoefte bestaat aan de mogelijkheid tot alternatieve kwalificatie. Die behoefte lijkt beperkt te zijn, en zich vooral voor te doen in de context van het gedifferentieerde stelsel van vermogensdelicten en deelnemingsvormen. Deze bijdrage werpt daarom de vraag op of het probleem, en bijgevolg de oplossing daarvan, niet eerder gelegen zijn in het materiële recht dan het strafprocesrecht. Op basis daarvan, alsmede op basis van een korte bespreking van mogelijke bezwaren tegen de alternatieve kwalificatie, wordt de stelling betrokken dat het voorstel nadere doordenking en onderbouwing behoeft. |
Artikel |
De Europese kreukelzone van de wetgeverGoede wetgeving vanuit het EU- en EVRM-perspectief |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 5 2018 |
Trefwoorden | EU, EVRM, wetgever, toetsing, Verenigbaarheid |
Auteurs | Mr. dr. A. Cuyvers en Mr. P.B.C.D.F. van Sasse van Ysselt |
SamenvattingAuteursinformatie |
Wat is een ‘goede wet’ voor de Nederlandse rechter vanuit het EU-recht en het EVRM bezien? Een ‘goede wet’ – daaronder mede begrepen de toelichting bij de wet – stelt de rechter afdoende in staat om (1) de verenigbaarheid van een wet met het EU-recht of het EVRM te beoordelen en (2) potentiële conflicten met het EU-recht of het EVRM constructief op te lossen zonder te hoeven grijpen naar ‘zware’ opties. Maar hoe, en tot op welke hoogte, kan of moet de wetgever rekening houden met de Europese taak en habitat van de Nederlandse rechter, zowel qua inhoud als qua motivering van wetgeving? En welke wetgevende kreukelzone mag de rechter onder Europees recht en het EVRM aan de wetgever laten alvorens in te grijpen? Ter beantwoording van deze vragen gaat deze bijdrage in op de verschillende vereisten die het EU-recht en het EVRM stellen aan goede wetgeving, waarbij mede wordt ingegaan op de structuur van de stapsgewijze toetsing door de Europese Hoven van nationale wetgeving. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 3 2018 |
Auteurs | Mr. dr. H.A. (Harald) Oldenziel en Mr. H.W. (Wilco) de Vos |
Auteursinformatie |
Kroniek |
Kroniek ondernemingsstrafrechtEerste helft 2018 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2018 |
Auteurs | Prof. mr. H.J.B. Sackers (red.), mr. A.A. Feenstra, mr. A.C.M. Klaasse e.a. |
Samenvatting |
|
Artikel |
|
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | Awb, Lar, bestuursrecht, Koninkrijk, analoge toepassing |
Auteurs | Prof. mr. L.J.J. Rogier |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage staat de auteur stil bij het belang van de Nederlandse Algemene wet bestuursrecht (Awb) voor de rechtspraktijk in Curaçao. Met de Awb wordt nader betekenis gegeven aan bestuursrechtelijke regels die in Curaçao niet zijn opgeschreven of veel minder zijn uitgewerkt. De vragen die rijzen zijn of dat wel altijd kan en zo ja, aan welke grenzen het overnemen of analoog toepassen van regels uit de Awb in Curaçao dan is gebonden. |
Artikel |
Het toezicht op de strafvorderlijke overheid: een modern artikel 359a Sv? |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | strafprocesrecht, modernisering Wetboek van Strafvordering, vormverzuimen, onrechtmatig handelen politie, artikel 359a Sv |
Auteurs | Mr. M. Samadi |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het kader van de modernisering van het Wetboek van Strafvordering heeft de wetgever zich ook gewaagd aan het veelbesproken thema van vormverzuimen en de strafprocessuele gevolgen van onrechtmatig strafvorderlijk overheidsoptreden. Deze bijdrage geeft een globale uiteenzetting van de voorgestelde wijzigingen van artikel 359a Sv en bespreekt deze wijzigingen in het licht van de in de literatuur geconstateerde problemen inzake de rechterlijke controle op vormverzuimen. |
Rechtsbescherming |
Het verbod op misbruik: een algemeen beginsel van unierecht dat de EU en de lidstaten tegen de burger beschermt |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 3-4 2018 |
Trefwoorden | verbod op misbruik, algemene beginselen van Unierecht, doorwerking, legaliteitsbeginsel, Btw-richtlijn |
Auteurs | Dr. W.J. Blokland |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Hof van Justitie heeft in het arrest Cussens e.a. eindelijk bevestigd en onderbouwd dat het verbod op misbruik een algemeen beginsel van Unierecht is. Naar de mening van de auteur ligt in het arrest verder besloten dat het verbod op misbruik omgekeerd verticaal kan werken, ten nadele van de burger te kwader trouw. Ten slotte heeft het Hof van Justitie het beoordelingskader voor misbruik nader ingevuld, vooral voor de btw. |