De Nederlandse gezondheidszorg is van oudsher een sterk van overheidswege gereguleerde sector. Ook heden ten dage is dat nog steeds in grote mate het geval. De afgelopen jaren zien we echter dat steeds meer private investeerders hun intrede doen in de zorg. Met de komst van private investeerders verandert vaak ook de rechtsvorm van de zorginstelling: de aloude stichting wordt omgezet in (onder meer) de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (bv) of coöperatie. In deze bijdrage wordt stilgestaan bij enkele juridische aspecten die verbonden zijn aan de participatie van private investeerders in de zorgsector en de stappen die dienen te worden gezet bij omzetting van een ‘zorgstichting’ in een ‘zorg-bv’. |
Artikel |
Winstuitkeringen aan private investeerders in de zorgDe omzetting van een ‘zorgstichting’ in een ‘zorg-bv’ |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 1 2012 |
Trefwoorden | zorginstelling, zorgstichting, winstuitkering, Wet toelating zorginstellingen |
Auteurs | Mr. Q. Keukens en Mr. L.B. Vissers |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
‘Lies, damned lies, and statistics’De berekening van het verlies van een kans bij medische aansprakelijkheid |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 1 2012 |
Trefwoorden | medische aansprakelijkheid, stelplicht, bewijslast, schade, kans |
Auteurs | Mr. A.J. Van en Mevrouw mr. R.P. Wijne |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij aansprakelijkheid in medische zaken liggen de stelplicht en de bewijslast ingevolge de hoofdregel van artikel 150 Rv bij de patiënt. Dat houdt in dat hij moet stellen en, bij betwisting, moet bewijzen dat sprake is geweest van een tekortkoming, en dat deze bij hem heeft geleid tot gezondheidsschade. Voor de patiënt zijn dit twee lastig te nemen ‘hobbels’. De patiënt kan doorgaans moeilijk aantonen dat sprake is geweest van een tekortkoming, omdat hij niet goed kan achterhalen hoe de behandeling is verlopen en niet beschikt over voldoende kennis om precies aan te geven waarin de tekortkoming is gelegen. De patiënt kan doorgaans eveneens moeilijk aantonen dat er een causaal verband bestaat tussen de tekortkoming en zijn schade: het vaststellen van het causaal verband wordt gecompliceerd doordat ten tijde van de behandeling reeds sprake was van een gezondheidsprobleem. Dit maakt dat op voorhand niet vaststaat dat de gezondheidssituatie, zoals die zich heeft aangediend na de medische fout, (volledig) is veroorzaakt door die fout. |
Artikel |
De Medische Paragraaf bij de Gedragscode Behandeling LetselschadeEnkele hoofdlijnen van totstandkoming, opzet en inhoud |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 1 2012 |
Trefwoorden | Gedragscode Behandeling Letselschade, Medische Paragraaf, medisch beoordelingstraject, medisch adviseur, medische gegevens, privacy, harmoniemodel, IWMD-vraagstelling |
Auteurs | Mevrouw mr. A. Wilken en Prof. mr. A.J. Akkermans |
SamenvattingAuteursinformatie |
In december 2011 is de nieuwe Medische Paragraaf bij de Gedragscode Behandeling Letselschade (GBL) gereedgekomen. Deze Medische Paragraaf bestaat uit vijf onderdelen, en treedt in de plaats van de Beginselen 9 en 12 van de GBL 2006. De regeling in de Medische Paragraaf is niet alleen veel uitvoeriger, nieuw is dat er ook werkdocumenten zijn opgenomen, die zijn bedoeld als voorbeelden van een werkwijze waarmee de goede praktijken uit de Medische Paragraaf kunnen worden geoperationaliseerd. In deze bijdrage worden achtereenvolgens de totstandkoming, de opbouw en het toepassingsbereik van de Medische Paragraaf besproken. Daarna worden per onderdeel van de Medische Paragraaf de belangrijkste uitgangspunten en goede praktijken toegelicht. |
Artikel |
Aquarius: een letselschaderegeling met duidelijke deadlines en een proactieve arts |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 1 2012 |
Trefwoorden | Gedragscode Behandeling Letselschade, Aquariusarts, harmonieus dualisme, escalatietraject, strikte deadlines |
Auteurs | Mevrouw mr. F.Th. Peters en J.M. Mossink |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage beschrijven de auteurs een nieuw schaderegelingsproces in de letselschadepraktijk. Zij hebben een mensgericht, rechtvaardig en transparant letselschadetraject voor ogen, dat vooral op wederzijds vertrouwen is gebaseerd. Kenmerken zijn: een helder plan van aanpak met strikte deadlines, een werkwijze met één arts in plaats van twee medisch adviseurs en een escalatietraject in het geval geen overeenstemming over een te volgen deeltraject kan worden gevonden. Het proces wordt beproefd in een pilot die in oktober 2011 is gestart en waarschijnlijk in mei 2013 zal worden beëindigd. |
Artikel |
Gemengde overeenkomstenDe betekenis van art. 6:215 BW in de praktijk: kwalificatie van overeenkomsten |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 2 2012 |
Trefwoorden | Gemengde overeenkomsten, Kwalificatie van overeenkomsten, Samenloop, Bijzondere overeenkomsten, Benoemde overeenkomsten |
Auteurs | Mr. M.E. Hinskens-van Neck en Mr. L.A.R. Siemerink |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de voorganger van het Maandblad voor Vermogensrecht is geschreven over gemengde overeenkomsten, de samenloop van verschillende door de wet benoemde bijzondere overeenkomsten, waarvoor art. 6:215 BW een grondslag biedt. Deze bijdrage bouwt hierop voort. Daartoe wordt ingegaan op de samenloop van verschillende wetsbepalingen en op de samenloop van overeenkomsten, om daarna in te gaan op de norm van art. 6:215 BW. Vervolgens wordt aan de hand van jurisprudentie de betekenis van art. 6:215 BW in de praktijk besproken. |
Artikel |
De IGZ: van stille kracht naar publieke waakhond |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 2 2012 |
Trefwoorden | fusietoets, governance, IGZ, tuchtrecht, verscherpt toezicht |
Auteurs | Prof. mr. J.H. Hubben |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij de IGZ is sprake van een verschuiving in aandacht voor risicovolle situaties naar aandacht voor kwaliteit van zorg in meer algemene zin. Het opsporen van echte risico’s in de gezondheidszorg behoort echter meer tot de taak van de IGZ dan het toezicht op de governance van zorginstellingen in algemene zin of het uitvoeren van een specifieke fusietoets. De oprichting van het Nationaal Kwaliteitsinstituut vormt een extra aanleiding voor een kritische toets van taakuitoefening en gebruik van bevoegdheden door de IGZ, waaronder de praktijk van het verscherpt toezicht en het indienen van klachten bij het tuchtcollege. |
Artikel |
De deelgeschilprocedure in de praktijk |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 1 2012 |
Trefwoorden | deelgeschil, deskundigenbericht, kostenvergoeding, onderhandelingen, proportionaliteitstoets |
Auteurs | Mr. drs. M.J.J. de Ridder |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 1 juli 2010 is de Wet deelgeschillen in werking getreden. Over de meest uiteenlopende onderwerpen zijn er sindsdien uitspraken gewezen. Doel van de deelgeschilprocedure is dat het partijen dichter bij een vaststellingsovereenkomst brengt. De rechter toetst daarbij of het wel efficiënt is om een beslissing in het deelgeschil te nemen. Dat is niet het geval als de zaak complex of tijdrovend is en/of er niet voldoende vooruitzicht bestaat dat de uitspraak bijdraagt aan een buitengerechtelijke regeling. De kosten verbonden aan het deelgeschil zijn buitengerechtelijke kosten en het verschilt sterk welke vergoeding de rechter in een concreet geval toekent. |
Artikel |
Proportionele aansprakelijkheid: vooruitgang in het (burgerlijk) contractenrecht? |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 5 2011 |
Trefwoorden | proportionele aansprakelijkheid, arrest Fortis/Bourgonje |
Auteurs | J.M. Emaus LL.M. |
SamenvattingAuteursinformatie |
Jessy Emaus voert de vraag ten tonele of de proportionele aansprakelijkheid, zoals door de Hoge Raad in het arrest Fortis/Bourgonje wellicht in algemene zin in het contractenrecht geaccepteerd – maar met voorzichtigheid –, gezien moet worden als een exponent van de vooruitgang van het (burgerlijk) contractenrecht. Ook bij haar dus weer Grosheide in zijn rol van progressieve en vooruitziende jurist, met oog voor de nuance. |
Artikel |
Als vluchtelingen (mogelijk) daders zijn1F-uitsluiting van de asielprocedure en vervolging van internationale misdrijven |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Criminologie, Aflevering 4 2011 |
Trefwoorden | international crimes, asylum, exclusion, 1F, formal residence ban |
Auteurs | Dr. mr. Joris van Wijk |
SamenvattingAuteursinformatie |
The Netherlands pursues an active policy of excluding and prosecuting potential perpetrators of international crimes. In recent years hundreds of people have been excluded from taking part in the asylum procedure. Bringing cases to court, however, has proven to be very difficult in practice. Most excluded persons reside illegally in the Netherlands or elsewhere in Europe. A good overview of the grounds upon which persons have been excluded and with what types of crimes they are associated is currently lacking. The Netherlands – actually the international community as a whole – still struggles with a number of legal and ethical issues. International law, for example, does not provide an adequate solution for some convicted excluded asylum seekers after their release. |
Artikel |
Aanpassing van de overeenkomst bij onvoorziene omstandigheden: een kwestie van uitleg? |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2011 |
Trefwoorden | onvoorziene omstandigheden, aanpassing overeenkomst, uitleg, redelijkheid en billijkheid, goede trouw |
Auteurs | Prof. mr. J.M. van Dunné |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur tracht in het artikel aan te tonen dat het leerstuk van de onvoorziene omstandigheden een kwestie van uitleg is, en dat uitleg al jaar en dag een kwestie van normatief uitleggen is, alias redelijke uitleg, uitleg te goeder trouw. Dat alles in het licht van het al omvattende beginsel van de redelijkheid en billijkheid. |
Artikel |
Regres in internationaal verbandEen bespreking van het leerstuk van regres in het internationale privaatrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2011 |
Trefwoorden | regres, subrogatie, internationaal privaatrecht, Tijdelijke Regeling Verhaalsrechten |
Auteurs | Mevrouw mr. F.M. Ruitenbeek-Bart |
SamenvattingAuteursinformatie |
Als zich in een regressituatie internationale aanknopingspunten voordoen, rijzen vragen omtrent internationale rechtsmacht en toepasselijk recht. Aan de hand van enkele praktijkvoorbeelden worden in deze bijdrage de op subrogatie en wettelijk verhaal van toepassing zijnde regels van internationaal privaatrecht besproken. Het antwoord de vraag welk recht van toepassing is verschilt per deelaspect van de regressituatie. De rechtsgeldigheid van subrogatie wordt bijvoorbeeld beheerst door het recht op de verzekeringsovereenkomst van toepassing is, maar de omvang van de schade wordt bepaald door het recht dat op de onrechtmatige daad van toepassing is. Oplettendheid is dus geboden. |
Artikel |
Interview Nieuwe Algemeen Secretaris bij De Letselschade Raad |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2011 |
Trefwoorden | De Letselschade Raad, interview, Deborah Lauria, Gedragscode |
Auteurs | Mevrouw mr. H.M. Storm |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deborah Lauria wordt als nieuwe secretaris van De Letselschade Raad geïnterviewd over de projecten die thans bij deze raad lopen en de toekomstplannen. De verdere implementatie van De Gedragscode Behandeling Letselzaken (GBL) komt aan de orde. Onderdelen hiervan zijn het verder uitwerken van het GBL-register en aandacht voor de medische paragraaf van deze Gedragscode. De Letselschade Raad is belangrijk voor ‘victim empowerment’, om welke reden gestreefd wordt naar een grotere naamsbekendheid van De Letselschade Raad door bijvoorbeeld directe communicatie richting slachtoffers. Ook het Bemiddelingsloket, dat door slachtoffers steeds vaker wordt gevonden, speelt daarbij een rol. De Letselschade Raad wordt deels door partijen in de markt en deels door de overheid gefinancierd. In het kader van de vraag naar voortzetting van deze subsidiering wordt 2012 een belangrijk jaar voor Deborah en De Letselschade Raad, waarin de prestaties van De Letselschade Raad zullen worden geëvalueerd. |
Artikel |
Eén medisch adviseur, een utopie? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2011 |
Trefwoorden | personenschaderegeling, Letselschaderaad, Nivre, Reïntegratie, Medicaliseren, GBL2.0 |
Auteurs | R.J. Andriessen, re |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een ideale personenschaderegeling is een illusie. Niettemin zijn de daarin betrokken partijen gemotiveerd om in een doorgaand proces te blijven werken aan verbetering van de positie van het slachtoffer. De Letselschaderaad is hierin de belangrijkste initiator. Het Nivre en het Nis organiseerden samen een congres over een onderwerp (het werken met één medisch adviseur in plaats van de gebruikelijke twee), waarmee een volgende verbeteringsslag gemaakt zou kunnen worden. Verzekeraars, advocaten, experts, medisch adviseurs, al dan niet optredend voor slachtoffers, gingen met elkaar in discussie over de voor- en nadelen van het inschakelen van één medisch adviseur in het schaderegelingtraject. |
Artikel |
‘A secret shared is a secret lost’? Bedenkingen bij de Belgische bewijsuitsluiting voor bemiddeling |
Tijdschrift | Nederlands-Vlaams tijdschrift voor mediation en conflictmanagement, Aflevering 3 2011 |
Trefwoorden | confidentiality, mediation privilege, professional secrecy, evidentiary exclusion |
Auteurs | Ken Andries |
SamenvattingAuteursinformatie |
This article examines the Belgian legislation aimed at safeguarding the confidential nature of mediation. It takes the perspective of all actors involved in the mediation process: the parties to the dispute, the mediator and experts or witnesses who participate in the mediation. |
Artikel |
Pandora geëvalueerdEen interview met mr. Francie Peters, directeur van CED Mens, over het Pandora-project |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2011 |
Trefwoorden | evaluatie, Pandora-project, alternatieve schadeafwikkeling, whiplash, letselschade, Q-consult |
Auteurs | Mevrouw mr. H.M. Storm |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de bijdrage wordt mevrouw mr. Francie Peters, een van de initiatiefneemsters van het Pandora-project en directeur van CED Mens, geïnterviewd over het verloop van het Pandora- project en de resultaten ervan. In dit project is een alternatieve schadeafwikkeling ontwikkeld voor niet-objectiveerbaar letsel zoals whiplash. De resultaten van deze manier van letselschade afwikkelen zijn thans onderzocht door Q-consult en gepubliceerd. Het totaal aan zaken die in dit project werden afgewikkeld, voldeed niet geheel aan de verwachtingen. Desondanks kan uit de evaluatie de conclusie worden getrokken dat het project op een aantal kritische factoren, zoals cliënttevredenheid en transparantie van de kosten, voldoende tot goed scoort. Mr. Peters hoopt dat het project gelet op de gemeten resultaten navolging krijgt van de betrokkenen in de branche. |
Artikel |
Effect deelgeschilprocedure veel groter dan zichtbaar aan alleen het aantal uitspraken |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2011 |
Trefwoorden | deelgeschilprocedure, onderhandelingen, schikking, BGK, ASP-staffel |
Auteurs | Mr. A.J. Van en Mr. A.J. Akkermans |
SamenvattingAuteursinformatie |
Veel deelgeschillen eindigen in een minnelijke regeling of worden om andere redenen ingetrokken voordat het tot een uitspraak komt. Daarnaast is de enkele mededeling dat een deelgeschil wordt overwogen vaak al voldoende om beweging in het standpunt van de wederpartij te krijgen. In deze bijdrage worden de uitkomsten van een enquête besproken die bevestigen dat de betekenis van de deelgeschilprocedure voor de buitengerechtelijke praktijk veel groter is dan alleen de uitspraken zouden kunnen doen vermoeden. Reeds door de loutere mogelijkheid om een deelgeschilprocedure te starten lijken partijen in een gelijkwaardiger positie ten opzichte van elkaar zijn komen te staan. |
Artikel |
Mogelijkheden van bewijsvergaring; recente ontwikkelingen |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 2 2011 |
Trefwoorden | art. 21 Rv, art. 22 Rv, art. 162 Rv, art. 843a Rv, art. 3:15j BW |
Auteurs | Mr. G.J.R. Kalsbeek en Mr. P.N. Malanczuk |
SamenvattingAuteursinformatie |
Gelijk hebben en gelijk krijgen zijn twee verschillende dingen. Bewijs is in dat verband van groot belang. Om een goede inschatting te kunnen maken van een rechtspositie en eventuele proceskansen is het belangrijk het beschikbare bewijs in kaart te brengen. In de praktijk is een ontwikkeling waar te nemen waarbij de mogelijkheden om bewijs te vergaren steeds ruimer worden toegepast. In deze bijdrage behandelen de auteurs de verschillende mogelijkheden om bewijs te vergaren die van belang zijn voor de ondernemingsrechtspraktijk, zowel tijdens als voorafgaand aan een procedure. In dit kader wordt aandacht besteed aan de eigen bevoegdheid van de rechter om informatie te verzoeken (art. 22 Rv), het voorlopig getuigenverhoor, de openlegging van boeken en bescheiden (art. 162 Rv), de vordering tot openlegging van de administratie (art. 3:15j BW) en de vordering tot inzage of afgifte van bescheiden (art. 843a Rv) alsmede het conceptwetsvoorstel op dat punt. |
Artikel |
De aansprakelijkheid voor gebrekkige medische hulpmiddelen – Implanon revisited |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2011 |
Trefwoorden | medische aansprakelijkheid, productaansprakelijkheid, gebrekkige hulpzaak, artikel 6:77 BW, artikel 6:185 BW |
Auteurs | Mr. A.J. Van |
SamenvattingAuteursinformatie |
Als een patiënt schade lijdt doordat een arts of een ziekenhuis bij een medische behandeling gebruik heeft gemaakt van een (waarschijnlijk) gebrekkige zaak, staan in beginsel twee wegen open: een vordering tegen de arts op grond van artikel 6:77 BW of een vordering tegen de producent op grond van artikel 6:185 BW. Aan de hand van de Implanon-procedures bepleit de auteur een ruimere toepassing van de eerste mogelijkheid. |
Artikel |
Whiplash – observaties van een rechter |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2011 |
Trefwoorden | whiplash, subjectieve klachten, causaliteit, schadebeperking, letselschade |
Auteurs | Mr. H. de Hek |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het artikel wordt nagegaan hoe het komt dat de verhouding tussen slachtoffer en verzekeraar in een whiplashzaak vaak gepolariseerd is. Het lijkt er op dat de polarisatie mede veroorzaakt wordt door de gevolgen van een aantal recente maatschappelijke ontwikkelingen, onder meer een reductionistische benadering van gezondheidsklachten en de nadruk op authenticiteit. Bepleit wordt bij de behandeling van whiplashzaken in rechte de subjectieve klachten van het slachtoffer serieus te nemen, waardoor ruimte ontstaat om te onderzoeken of de klachten alleen het gevolg zijn van het ongeval of ook samenhangen met andere persoons- of omgevingsfactoren van het slachtoffer. |
Artikel |
Artikel 35 Wbp: wel of geen inzage in de adviezen van de medisch adviseur van de verzekeraar?Een bespreking van Rechtbank Utrecht 17 november 2010 (LJN BO5222) |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 3 2011 |
Trefwoorden | letselschade, medisch advies, inzagerecht (artikel 35 Wbp), ongestoorde gedachtewisseling |
Auteurs | Mr. A. Wilken |
SamenvattingAuteursinformatie |
De reikwijdte van het inzagerecht (art. 35 Wbp) in letselschadezaken is onduidelijk en dan met name of dit inzagerecht zich wel of niet uitstrekt tot de adviezen van de medisch adviseur van de aansprakelijkheidsverzekeraar. De beperkte rechtspraak over dit onderwerp is tegenstrijdig en wordt in dit artikel besproken. De auteur pleit voor meer openheid in medische advisering. Daarbij is van belang dat beide partijen deze openheid betrachten (uitwisselen van medische adviezen) en er voorafgaand aan de totstandkoming van de medische adviezen waar partijen zich ten opzichte van elkaar op beroepen, wel voldoende gelegenheid is voor ongestoorde gedachtewisseling en vertrouwelijk overleg. |