Sinds enkele jaren is er veel aandacht voor voedselfraude, onder andere vanwege de paardenvleesfraude, het melamineschandaal en de fipronileieren. In deze bijdrage wordt ingegaan op de aard en de ernst van voedselfraude. Tevens wordt ingegaan op de aanpak van voedselfraude en de betekenis daarvan voor het bijzonder strafrecht. |
Zoekresultaat: 76 artikelen
De zoekresultaten worden gefilterd op:Tijdschrift Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving x
Diversen |
Paard en ei: over de criminalisering van sjoemelen met voedsel |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | voedselfraude, witteboordencriminaliteit, Georganiseerde criminaliteit, Paardenvleesfraude, Fipronileieren |
Auteurs | Prof. dr. mr. W. Huisman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Jurisprudentie |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2018 |
Auteurs | Prof. mr. H.J.B. Sackers (red.), mr. A.A. Feenstra, prof. dr. R.C.P. Haentjens e.a. |
Jurisprudentie |
Btw-fraude; verhouding EU-recht en nationale verjaringsregels; worsteling van het Hof met fundamentele mensenrechtenNoot bij HvJ 8 september 2015, ECLI:EU: 2015:555 (Tarrico e.a., prejudiciële beslissing) |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | strafrecht, EU-financiën, Verjaring, Grondrechten, Verhouding nationaal recht - EU-recht |
Auteurs | Prof. dr. R.C.P. Haentjens |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het HvJEU stelt voorop dat handhaving van normen ter bescherming van de financiën van de EU strafrechtelijk kan plaatsvinden met voorbijgaan aan de verjaringsregelingen van de desbetreffende staat, maar met inachtneming van grondrechten van de betrokkenen. Vervolg en uitwerking van deze beslissing in HvJEU 5 december 2017. |
Artikel |
Het decryptiebevel aan de verdachte in het economisch strafrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | decryptiebevel, Economisch strafrecht, WED, Bevel tot uitlevering, verdachte |
Auteurs | Mr. dr. E. Gritter |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt ingegaan op de mogelijkheden die de WED biedt om onder dwang een decryptiebevel aan de verdachte te richten. Na onderzoek van de wettelijke grondslag wordt ingegaan op de grenzen die het nemo tenetur-beginsel stelt aan het kunnen effectueren van dit bevel. |
Artikel |
De bevoegdheid van de politie om computers binnen te treden: tijd voor een grondrecht op de bescherming van informatie-technische systemen? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | hackbevoegdheid politie, botnets, nieuw grondrecht, integriteit communicatieapparaten, Computercriminaliteit III |
Auteurs | Dr. B. van der Sloot |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het wetsvoorstel computercriminaliteit III is bijna aangenomen en legt een aantal nieuwe bevoegdheden voor de politie neer, waaronder de mogelijkheid om computers van burgers binnen te treden. Niet alleen kan de politie zodoende onderzoek doen, ook mag zij gegevens kopiëren en aanpassingen doen aan de computer, bijvoorbeeld om bepaalde malware te verwijderen. Commentatoren hebben erop gewezen dat dit een zware inmenging is in de privésfeer van burgers. Het zou dan ook tijd zijn voor een nieuw grondrecht op de integriteit van digitale gegevensdragers. Dit artikel bespreekt de nieuwe bevoegdheid van de politie en de introductie van een mogelijk nieuw grondrecht. |
Artikel |
Cumulerende procedures en dubbele bestraffingDe invloed van Europa op het ne bis in idem-beginsel in Nederland |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | ne bis in idem-beginsel, EVRM, Europese Unie, dubbele bestraffing, criminal charge |
Auteurs | Mr. A.C.M. Klaasse en Mr. J.N. de Boer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het ne bis in idem-beginsel is geregeld in respectievelijk artikel 68 Sr en artikel 5:43 Awb. Ook in procedures die buiten het strafrecht of bestuurlijke boeterecht vallen, kan het Europese verbod op dubbele bestraffing doorwerken in Nederland. De Hoge Raad heeft erkend dat de algemene beginselen van een behoorlijke procesorde bescherming bieden in het kader van het ne bis in idem-beginsel. Bovendien is artikel 50 van het Handvest van de EU van toepassing indien EU-recht ten uitvoer wordt gelegd. Op deze wijze is jurisprudentie van het Hof van Justitie van de EU en het EHRM ook van belang voor Nederland. |
Artikel |
Vervolging van ondernemingen voor schendingen van de mensenrechten: mogelijkheden naar Nederlands strafrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2017 |
Trefwoorden | (extraterritoriale) rechtsmacht, strafrechtelijke aansprakelijkheid van ondernemingen, zorgplicht, maatschappelijk verantwoord ondernemen, vervolging |
Auteurs | Mr. E.M. van Gelder en prof. dr. C.M.J. Ryngaert |
SamenvattingAuteursinformatie |
In toenemende mate lijken internationaal opererende ondernemingen betrokken te zijn bij mensenrechtenschendingen. Wanneer een onderneming zich schuldig maakt aan, of althans een aandeel heeft in mensenrechtenschendingen begaan in het buitenland, biedt de Nederlandse strafwet, met inbegrip van de rechtsmachtsbepalingen, verschillende mogelijkheden tot vervolging. In de praktijk heeft dit echter tot op heden niet geleid tot daadwerkelijke vervolging, laat staan tot een onherroepelijke veroordeling van een onderneming. Dit artikel zet de mogelijkheden uiteen voor vervolging naar Nederlands strafrecht. |
Artikel |
Ontneming van wederrechtelijk voordeel in geval van witwassen; gebreken in de motivering van de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2017 |
Trefwoorden | Ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, Witwassen, Verbeurdverklaring, Motiveringsplicht |
Auteurs | Mr. T. Groenendijk |
SamenvattingAuteursinformatie |
De rechter oordeelt ogenschijnlijk snel dat voorwerpen waarvan is bewezenverklaard dat zij zijn witgewassen wederrechtelijk voordeel zijn en miskent hierdoor het reparatoire karakter van de ontnemingsmaatregel, namelijk dat alleen de criminele verdiensten mogen worden afgepakt. De rechter moet de schatting van het WVV voldoende motiveren en onderzoek doen naar het daadwerkelijke WVV van betrokkene. |
Jurisprudentie |
De AOW-uitkering van de gedetineerde uitkeringsgerechtigdeNoot bij CRvB 3 maart 2017, ECLI:NL:CRVB:2017:880 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2017 |
Trefwoorden | Bestuursstrafrecht, AOW-uitkering, Bestuurlijk maatregelrecht, Lijfsdwang, Detentie |
Auteurs | Mr. dr. drs. B. van der Vorm |
SamenvattingAuteursinformatie |
Gedurende de periode waarin appellant onder toepassing van artikel 577c Sv lijfsdwang onderging in een penitentiair psychiatrisch centrum, was hem rechtens zijn vrijheid ontnomen in de zin van artikel 8b, tweede lid, van de AOW. Appellant heeft daarom over die periode geen recht op AOW-pensioen. Blijkens de wetsgeschiedenis bij artikel 8b AOW heeft de wetgever bij de term ‘rechtens zijn vrijheid ontnomen’ niet enkel gedacht aan gevangenisstraf, maar ook aan andere vormen van detentie, zoals gijzeling wegens het niet betalen van verkeersboetes of het niet nakomen van wettelijke verplichtingen. |
Jurisprudentie |
Kroniek ondernemingsstrafrechtEerste helft 2017 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2017 |
Auteurs | Prof. mr. H.J.B. Sackers (red.), mr. A.A. Feenstra, prof. dr. R.C.P. Haentjens e.a. |
Artikel |
Fraude & asset recovery: een routekaart voor het terughalen van vermogensbestanddelen langs civielrechtelijke weg |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2017 |
Trefwoorden | fraude, asset tracing, asset recovery, exhibitieplicht, Norwich Pharmacal order |
Auteurs | Mr. dr. C.G. van der Plas en Mr. C.L. van Tilburg |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel over fraude & asset recovery wordt stapsgewijs aan de hand van een casus uiteengezet hoe via civielrechtelijke weg kan worden achterhaald waar weggesluisde vermogensbestanddelen zijn gebleven en hoe deze kunnen worden teruggehaald. Daarbij wordt niet alleen aandacht besteed aan de mogelijkheden die het Nederlandse recht daarvoor biedt, maar passeren ook enkele discovery tools uit common law jurisdicties de revue. |
Artikel |
Fair play in het fiscale strafrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 2 2017 |
Trefwoorden | Informeel verschoningsrecht, Fair play, Belastingadviseur |
Auteurs | Mr. A.M.E. Nuyens en Mr. P.C. Melse |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel staat het informeel verschoningsrecht centraal. Dit buitenwettelijke verschoningsrecht, door de Hoge Raad gedefinieerd als het fair play-bginsel vindt zijn oorsprong in het fiscale recht. Een korte introductie zal worden gegeven over de verregaande controlebevoegdheden van de Belastingdienst alsook over wettelijk fiscale verplichtingen van een belastingplichtige en de samenwerking ter voldoening daaraan met een belastingadviseur. De (in bepaalde gevallen te opportunistische) keuzemogelijkheid in het fiscaal punitieve stelsel komt aan bod en waarom juist in dit stelsel de belastingadviseur zich zou moeten kunnen verschonen. Daarna wordt beargumenteerd waarom het informeel verschoningsrecht ook doorwerking heeft, althans behoort te hebben in het strafrecht. Tot slot wordt stilgestaan bij de recente ontwikkelingen met betrekking tot het verschoningsrecht. |
Artikel |
Eenvoudig witwassen: was het maar zo eenvoudig |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2017 |
Trefwoorden | Eenvoudig witwassen, Onnodig, Reikwijdte, Kwalificatieuitsluitingsgrond |
Auteurs | Mr. D.E. Hooydonk |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het artikel richt zich op een kritische beoordeling van de strafbaarstelling van eenvoudig witwassen. Betoogd wordt dat het probleem dat de aanleiding vormde voor het strafbaar stellen van eenvoudig witwassen niet bestaat. Dit heeft als consequentie dat de strafbaarstelling alleen dient als vangnet voor het vervolgen van grondfeiten die niet of moeilijk te bewijzen zijn. De vormgeving van en de wetsgeschiedenis bij het artikel maken het echter mogelijk om (te) makkelijk te vervolgen op grond van eenvoudig witwassen als grondfeiten niet of moeilijk bewezen kunnen worden, ook als deze grondfeiten geen bedreiging vormen voor de integriteit van het financiële en economische verkeer. Deze onwenselijke aanpak moet door het Openbaar Ministerie vermeden worden. |
Artikel |
Een verkenning van de vorderingsbevoegdheid van de Wet op de economische delicten |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2017 |
Trefwoorden | Wet op de economische delicten, vordering, art. 19 WED, art. 126nd Sv, bevoegdheden |
Auteurs | Mr. G.J. van der Zon en Mr. L.E.M. Dallau |
SamenvattingAuteursinformatie |
De ruimere bevoegdheden die de Wet op de economische delicten kent in vergelijking met het Wetboek van Strafvordering worden in de opsporingspraktijk te weinig benut. |
Jurisprudentie |
Eenvoudig witwassenNoot bij HR 13 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2842 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2017 |
Trefwoorden | Witwassen, Eenvoudig witwassen, Kwalificatie-uitsluitingsgrond, Dubbele bestraffing, Ten laste leggen |
Auteurs | Mr. dr. J.S. Nan |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Hoge Raad geeft aan hoe eenvoudig witwassen zal worden uitgelegd na de inwerkingtreding daarvan op 1 januari 2017. |
Artikel |
Buitenlandse corruptie in Nederland en de VS: een geschikte aanpak? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2017 |
Trefwoorden | buitenlandse corruptie, buitengerechtelijke afdoening, Verenigde Staten, FCPA, handhaving |
Auteurs | Mr. J.I.P. Hofstee |
SamenvattingAuteursinformatie |
Hoewel handhaving van de in 2001 geïntroduceerde strafbaarstelling van buitenlandse ambtelijke omkoping in eerste instantie uitbleef, hebben grensoverschrijdende corruptieschandalen inmiddels tot de hoogste schikkingen in de Nederlandse geschiedenis geleid. In deze bijdrage wordt aandacht besteed aan de overeenkomsten tussen de aanpak van buitenlandse corruptie door Nederland en de handhaving van de FCPA in de VS. Als de Nederlandse schikkingen onder de loep worden genomen, blijkt dat er niet alleen wat betreft de afdoeningsmodaliteit zelf, maar tevens ten aanzien van de voorwaarden bij de schikkingen gelijkenissen te ontdekken zijn. Anders dan in de VS zijn deze voorwaarden echter niet in het beleid van het OM terug te vinden. |
Artikel |
Bitcoinminers, bitcoincashers, bitcoinmixers en het strafrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2017 |
Trefwoorden | Bitcoin, Witwassen, Blockchain, Bitcoinmixer, Bitcoincasher |
Auteurs | Mr. R.J. de Jong |
SamenvattingAuteursinformatie |
De techniek achter bitcoin maakt het mogelijk om anoniem deel te nemen aan het betalingsverkeer. Daarmee is ook het risico op witwassen toegenomen. De laatste jaren is het OM steeds actiever geworden in het opsporen en vervolgen van strafbare feiten die met behulp van bitcoins zijn gepleegd. De bitcoin lijkt steeds meer in het vizier van diverse opsporingsinstanties te zitten. Na de aanpak van kwaadwillende bitcoincashers en bitcoinminers richten het AMLC, de FIOD en het OM zich nu op bitcoinmixers. In deze bijdrage wordt een overzicht geschetst van de werking, de fiscale en juridische kwalificatie en de bestrijding van crimineel gebruik van bitcoins, bitcoinminers, bitcoincashers en bitcoinmixers. |
Artikel |
Wwft en het strafrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2016 |
Trefwoorden | Wwft, Strafrecht, Cliëntenonderzoek, Meldplicht, Ongebruikelijke transactie |
Auteurs | Mr. J.P. Rozemeijer en mr. C. van der Meulen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Wwft-meldplichtigen zijn de poortwachters van het economische stelsel in de strijd tegen witwassen en terrorismefinanciering. Indien die poortwachters zich niet houden aan hun meldplicht van ongebruikelijke transacties of de plicht tot cliëntenonderzoek kunnen zij naast bestuurs- of tuchtrechtelijk ook strafrechtelijk worden vervolgd. In dit artikel een analyse van de toenemende hoeveelheid strafrechtelijke jurisprudentie met betrekking tot Wwft/WED-zaken. In het bijzonder aandacht voor enkele Wwft/WED-specifieke leerstukken, te weten kleurloos opzet, het instellingsbegrip, de ‘ongebruikelijke transactie’, de vervolgingsuitsluitingsgrond, het transactiebegrip en de samengestelde transactie. Dit artikel behandelt tevens de vraag waarom Wwft-feiten strafrechtelijk worden aangepakt. |
Artikel |
De hoge en bijzondere transactie: een pleidooi voor rechterlijke controle op de afdoening buiten geding |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2016 |
Trefwoorden | buitengerechtelijke afdoening, hoge transactie, bijzondere transactie, EHRM, internationale straftribunalen |
Auteurs | Mr. dr. K.C.J. Vriend |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel zijn de mogelijkheden van rechterlijke controle op de afdoening buiten geding in strafzaken onderzocht. Gepleit wordt voor een aparte raadkamerprocedure voor hoge en bijzondere transacties, waarbij toetsingscriteria werden ontleend aan de jurisprudentie van het EHRM en de internationale straftribunalen. De raadkamer toetst de overeengekomen transactie aan drie criteria. Ten eerste of de verdachte de transactie vrijwillig heeft geaccepteerd. Ten tweede of de verdachte voldoende geïnformeerd is over de procedurele gevolgen en over het bewijs dat tegen hem vergaard is. Ten derde toetst de raadkamer of er prima facie voldoende bewijsmateriaal in het dossier voorhanden is. Een door de raadkamer in het openbaar uitgesproken gemotiveerde beschikking maakt controle mogelijk op het overeenkomen van hoge en bijzondere transacties. |
Jurisprudentie |
Proportionaliteit van strafrechtelijk beslag volgens het Europese Hof van de Rechten van de MensNoot bij EHRM 17 mei 2016, Dzinic tegen Kroatië |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2016 |
Trefwoorden | Eerste Protocol, Eigendomsrecht, Conservatoir beslag, Ontneming wederrechtelijk verkregen voordeel, Proportionaliteit |
Auteurs | Mr. J.L. Baar |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het EHRM komt tot schending van artikel 1 van het Eerste Protocol EVRM, nu de waarde van het beslag de vermeende vordering van het OM ruim overstijgt. Daartoe wordt van belang geacht dat de nationale autoriteiten die waarde nooit hebben onderzocht en op de stellingen van klager niet zijn ingegaan. De vraag is welke gevolgen deze uitspraak heeft voor de Nederlandse rechtspraktijk. |