De afgelopen jaren is bij het toekennen van enquêtebevoegdheid een aantal keren anders geoordeeld dan de tekst van de wet doet verwachten. Volgens de rechter speelt daarbij de economische werkelijkheid een belangrijke rol. Dit is een onduidelijk en voor meerdere interpretaties vatbaar begrip. Volgens de auteur vormt dit begrip een beoordelingskader waarbinnen de rechter feiten en omstandigheden afweegt. Dit beoordelingskader is nuttig, het biedt de ruimte om aan te sluiten bij de doeleinden van het enquêterecht. Spreken van de ‘achterliggende werkelijkheid’ in plaats van ‘economische werkelijkheid’ zou de onduidelijkheid kunnen wegnemen. De rechter kan dan via enerzijds de afgeleideleer en anderzijds de gelijkstellingsregel afwijken van een al te strikte toepassing van de wettelijke bepaling, indien de achterliggende werkelijkheid dit rechtvaardigt. |
Zoekresultaat: 245 artikelen
Casus |
De economische werkelijkheid en enquêtebevoegdheid |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 2 2015 |
Trefwoorden | economische werkelijkheid, enquêtebevoegdheid, achterliggende werkelijkheid, enquêtegerechtigdheid, gelijkstelling |
Auteurs | S.F. van Dalen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Casus |
De Hoge Raad en externe bestuurdersaansprakelijkheid: duidelijkheid over Villa Mundo?Over HR 5 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2628, JOR 2014/296 (Hezemans Air Inc. /J.J. van der Meer) en HR 5 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2627, JOR 2014/325 (RCI Financial Services BV/J.E. Kastrop) |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 1 2015 |
Trefwoorden | aansprakelijkheidsrecht, bestuurder, bestuurdersaansprakelijkheid |
Auteurs | C. de Groot |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de Villa Mundo-uitspraak van 23 november 2012 besliste de Hoge Raad dat iemand die bestuurder is van een rechtspersoon op grond van art. 6:162 BW aansprakelijk kan zijn tegenover een buitenstaander wanneer geen sprake is van een ernstig verwijt. Deze uitspraak leek in contrast te staan met de vaste jurisprudentie van de Hoge Raad, dat bestuurdersaansprakelijkheid pas intreedt als sprake is van een ernstig verwijt. De Villa Mundo-uitspraak is (dan ook) kritisch ontvangen. De Hoge Raad is in twee uitspraken van 5 september 2014, Tulip Air en Van Rossem Groep en MCD Groep, nogmaals op deze kwestie ingegaan. Uit deze uitspraken blijkt dat de Hoge Raad de weg van een al te gemakkelijk beroep op de Villa Mundo-norm heeft afgesloten. Maar ook na deze uitspraken is nog niet volledig duidelijk wanneer een bestuurder van een rechtspersoon wordt beschermd door de rechtsregel dat hij pas aansprakelijk is als hem een ernstig verwijt kan worden gemaakt, en wanneer iemand die – bijvoorbeeld als bestuurder – is betrokken bij een rechtspersoon tegenover een buitenstaander aansprakelijk kan zijn, ook zonder dat hem een ernstig verwijt treft. |
Praktijk |
Kroniek concentratiecontrole 2014 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 2 2015 |
Trefwoorden | kroniek, concentratiecontrole, ACM, concurrentie |
Auteurs | S.M.M.C. Vinken, M.J. van Joolingen en M.W.J. Jongmans |
Auteursinformatie |
Artikel |
Nachgründung, financial assistance en uitkeringen aan aandeelhouders: het overgangsrecht en de relevante jurisprudentie |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 11 2014 |
Trefwoorden | nachgründung, financiële steunverlening, overgangsrecht, statutaire verwijzingen, bestuurdersaansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. P. Hofsteenge |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreekt de auteur het overgangsrecht met betrekking tot de Wet Flex-BV dat op grond van de wet, parlementaire geschiedenis en jurisprudentie geldt ten aanzien van nachgründung, financial assistance en uitkeringen aan aandeelhouders. In de jurisprudentie is dit overgangsrecht meerdere malen aan de orde gekomen en duidelijk is gebleken dat de normen uit de ‘oude’ artikelen nog steeds van betekenis zijn. |
Artikel |
De inkleuring van het vennootschappelijk belang |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 9 2014 |
Trefwoorden | invulling, vennootschappelijk belang, opvattingen, belangenafweging, deelbelangen |
Auteurs | Mr. F.A.M. Tol |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt een omschrijving gegeven van de invulling van het begrip ‘vennootschappelijk belang’ in de wetsgeschiedenis en de Corporate Governance Code. Verder wordt ingegaan op de opvattingen die naar voren komen in de literatuur en tot slot wordt aandacht besteed aan recente jurisprudentie waarin het begrip aan bod komt. |
Artikel |
Valutaresultaten in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 10 2014 |
Trefwoorden | valutaresultaat, valutarisico, vennootschapsbelasting, hedge, koersrisico |
Auteurs | Mr. J.L. Rothuizen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreekt de auteur hoe in de vennootschapsbelasting met valutaresultaten wordt omgegaan, en wat hierbij belangrijke aandachtspunten zijn in de praktijk. |
Artikel |
De fiscale eenheid niet EU-proof? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 8 2014 |
Trefwoorden | fiscale eenheid, vennootschapsbelasting, vrijheid van vestiging, Papillon |
Auteurs | Ian van Haaren LLM |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij arrest van 12 juni 2014 heeft het Hof van Justitie in de gevoegde zaken C-39/13, C-40/13 en C-41/13 (zaak C-39/13, Inspecteur van de Belastingdienst/Noord/kantoor Groningen/SCA Group Holding BV; zaak C-40/13, X AG e.a./Inspecteur van de Belastingdienst Amsterdam, en zaak C-41/13, Inspecteur van de Belastingdienst Holland-Noord/kantoor Zaandam/MSA International Holdings BV en MSA Nederland BV, ECLI:EU:C:2014:1758) (hierna: het SCA Group Holding-arrest) de vrijheid van vestiging van de artikelen 43 en 48 EG-Verdrag uitgelegd in het kader van het Nederlandse fiscale eenheidsregime van artikel 15 Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (hierna: Wet VPB 1969). In deze bijdrage bespreek ik dit arrest. Het Hof van Justitie lijkt erop aan te sturen dat in beginsel alle binnenlandse vennootschappen van een concern die aan de overige eisen voldoen in de fiscale eenheid gevoegd moeten kunnen worden, ongeacht of deze via Europese tussenhoudsters gehouden worden. De wetgever is aan zet maar vooralsnog moet de rechter maatwerk bieden op basis van de regeling voor vaste inrichtingen. |
Artikel |
Contractuele verrekening tijdens faillissement |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 3 2014 |
Trefwoorden | faillissement, contractueel, verrekening |
Auteurs | Mr. Robert M. Bottse |
SamenvattingAuteursinformatie |
Contractueel kan van het bepaalde in afdeling 6.1.12 BW worden afgeweken. De verrekeningsbepalingen van afdeling 6.1.12 BW zijn in faillissement onverkort van toepassing mits niet strijdig met de bijzondere verrekeningsbepalingen van artikel 49, 50 en 51 Faillissementsbesluit (Fb). Op grond van jurisprudentie van de Hoge Raad kan een nauwkeurig raamwerk van regels worden onderscheiden waar het gaat om het toepassingsbereik van artikel 49 en 50 Fb. In deze bijdrage richt de auteur zich op de vraag in hoeverre een contractueel beding waarbij wordt afgeweken van de bepalingen van afdeling 6.1.12 BW van kracht blijft tijdens faillissement. |
Hoofdartikel |
Schikken in het nieuwe ontslagrecht: bedenk eer ge begint |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 2 2014 |
Trefwoorden | Opzegging met instemming, beëindigingsovereenkomst, bedenktermijn, antistapelingsbepaling, pro forma ontbinding |
Auteurs | Prof. L.G. Verburg |
SamenvattingAuteursinformatie |
De in de Wwz neergelegde regeling van de bedenktermijn heeft grote invloed op het schikken van ontslagzaken. De Wwz maakt een niet uitlegbaar onderscheid tussen de beëindigingsovereenkomst en de opzegging met instemming. Het verschil ziet op de betaling van een transitievergoeding. Dit verschil kan makkelijk tot ongelukken aanleiding geven. Mogelijk zien we bovendien de terugkeer van de pro-forma-ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Niet meer voor WW-doeleinden, maar met het oog op het bekorten van de periode van de bedenktermijn. Deze bijdrage behandelt de in dat kader te bewandelen weg en noemt ook een alternatief voor de formele ontbinding. Dit alternatief maakt gebruik van de antistapelingsbepaling in de regeling van de bedenktermijn en voorziet in een soort ‘tweetrapsraket’. Voor een succesvolle aanpak zal tussen beide trappen wel denkruimte voor de werknemer moeten zitten. Het bij ontslagzaken aansturen op een vertrekregeling wordt eens te meer een zaak voor juristen. |
Wetenschap |
Instructiebevoegdheid en de aansprakelijkheid van de moedervennootschap als medebeleidsbepaler van haar dochter-bv op grond van art. 2:248 lid 7 BW: een kwestie van balans |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 2 2014 |
Trefwoorden | Aansprakelijkheid moedervennootschap, instructie bevoegdheid, medebeleidsbepaler, hechte concernverhoudingen, dochter BV, bestuursautonomie, beleidsbepaling |
Auteurs | Mw. mr. D. Mokhberolsafa |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het geven van concrete instructies kan de moedervennootschap eerder in de gevarenzone brengen om door de curator als medebeleidsbepaler van haar dochter-bv in de zin van art. 2:248 lid 7 BW aansprakelijk te worden gesteld. De aanwezigheid van een concrete instructie kan immers de feitelijke ondergeschiktheidspositie van het dochterbestuur aan de moedervennootschap in zoverre onderstrepen, dat de moedervennootschap eerder gezien kan worden als degene die feitelijk het bestuur uitoefent. Zodoende kan zij als medebeleidsbepaler worden gekwalificeerd en door de rechter aansprakelijk worden gehouden op grond van art. 2:248 lid 7 BW. |
Artikel |
Art. 2:207c BW is vervallen – leve de steunverlening? |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 5 2014 |
Trefwoorden | steunverlening, aansprakelijkheid, tegenstrijdig belang, doeloverschrijding, pauliana |
Auteurs | Mr. J.H.L. Beckers |
SamenvattingAuteursinformatie |
Met het schrappen van artikel 2:207c BW is het leerstuk van de (financiële) steunverlening verleden tijd. Naar huidig recht moet steunverlening worden getoetst aan de algemene regels voor bestuurshandelen. In deze bijdrage wordt ingegaan op het aansprakelijkheidskader en de betekenis van de regels inzake doeloverschrijding, tegenstrijdig belang en de pauliana. |
Artikel |
Kroniek concentratiecontrole 2013 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 2 2014 |
Trefwoorden | kroniek, concentratiecontrole, ACM, concurrentie |
Auteurs | Mr. Silvia Vinken, Mr. Minos van Joolingen en Mr. drs. Martijn Jongmans |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze kroniek geeft een overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen in 2013 op het gebied van concentratiecontrole in Nederland. Het jaar 2013 wordt onder meer gekenmerkt door nieuwe wetgeving en beleid op het terrein van de zorg. Ook in 2013 wordt de trend van het verkort afdoen van besluiten voortgezet waarbij de zorgsector evenals voorgaande jaren een prominente rol vervult. In deze kroniek wordt daarnaast stilgestaan bij enkele boetes die zijn opgelegd wegens niet of onvolledig melden en de bijbehorende rechtelijke toetsing. |
Artikel |
Implicaties van de Flex-BV voor de overnamepraktijk: een praktische benadering vanuit de private equity-praktijk |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | Flex-BV, private equity, overnamepraktijk, managementparticipatie, statuten |
Auteurs | Mr. T.P.H. Olthoff |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het is alweer anderhalf jaar geleden dat de Flex-BV-wetgeving is ingevoerd. Time flies when you’re having fun. In deze bijdrage zet de auteur aan de hand van een praktijkvoorbeeld uiteen wat de implicaties van de invoering van de Flex-BV-wetgeving voor de praktijk zijn. |
Artikel |
De kredietverschaffer met enquêtebevoegdheid |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 1 2014 |
Trefwoorden | enquêtebevoegdheid, bank, pandakte, kredietverschaffer, Ondernemingskamer |
Auteurs | Mr. S.M.H. van Boheemen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreekt de auteur de enquêtebevoegdheid van een bank in haar hoedanigheid van kredietverschaffer. Hierbij wordt onder meer ingegaan op de beschikking van de Ondernemingskamer waarbij een bank bevoegd werd geacht om bij de Ondernemingskamer een enquêteverzoek in te dienen ten aanzien van de onderneming die zij financierde. |
Artikel |
Hoofdlijnen van de liquidatieverliesregeling in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 1 2014 |
Trefwoorden | liquidatieverlies, opgeofferd bedrag, liquidatie-uitkering, tussenhoudsterbepaling, doorkijkregeling |
Auteurs | Mr. J.L. Rothuizen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreekt de auteur de regeling van de hoofdlijnen van de zogenaamde liquidatieverliesregeling. Ook worden voor de praktijk belangrijke aandachtspunten aangestipt. |
Jurisprudentie |
IPR-problemen in de WOR en het enquêterechtOndernemingskamer 21 december 2012, JAR 2013/67 (VLM II) en HR 29 maart 2013, JOR 2013/166 (Chinese Workers) |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2013 |
Trefwoorden | WOR, enquêterecht, IPR, toepasselijk recht, bevoegde rechter, VLM, Chinese Workers |
Auteurs | F.G. Laagland |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Ondernemingskamer is de enige bevoegde rechter in feitelijke instantie in WOR- en enquêtezaken. In korte tijd moest de Ondernemingskamer in beide rechtsgebieden oordelen over twee zaken die zich afspeelden binnen internationaal concernverband. Bij internationale kwesties komt het internationaal privaatrecht (IPR) om de hoek kijken. Het gaat bij het IPR om twee te onderscheiden aspecten: (1) de internationale bevoegdheid van de rechter (rechtsmacht) en (2) zijn oordeel over het op het internationale rechtsgeschil toepasselijke recht. In deze bijdrage gaat de auteur aan de hand van de VLM II-beschikking en de Chinese Workers-beschikking na hoe de Ondernemingskamer in WOR- en enquêtezaken omgaat met vragen van internationaal-privaatrechtelijke aard. |
Artikel |
Bestuur en toezicht: gevolgen voor de opiniepraktijk |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2013 |
Trefwoorden | legal opinion, opiniepraktijk, Wet bestuur en toezicht, tegenstrijdig belang, Bibolini |
Auteurs | Mr. M. Batteram en Mr. J. Verbeek |
SamenvattingAuteursinformatie |
Met de inwerkingtreding van het wetsvoorstel bestuur en toezicht is onder meer de tegenstrijdigbelangregeling voor bestuurders en commissarissen aanzienlijk gewijzigd. Deze wetswijziging heeft de aanleiding gevormd om de Nederlandse opiniepraktijk nader te belichten. In deze bijdrage komen onder meer de systematiek van de ‘legal opinion’ met betrekking tot de oude en nieuwe tegenstrijdigbelangregeling en de daarmee samenhangende vennootschappelijke besluitvorming aan de orde. Voorts wordt de betekenis van het Bibolini-arrest besproken vanuit het perspectief van een opiniegever. De bijdrage wordt afgesloten met enkele slotopmerkingen. |
Artikel |
Van 403-verklaringen, achterstelling en afhankelijkheid403-perikelen rondom de onteigening van SNS |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 12 2013 |
Trefwoorden | 403-verklaring, achterstelling, afhankelijkheid, SNS REAAL, rangorde |
Auteurs | Mr. S. Timmerman en Mr. R.M. de Winter |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage worden enkele aspecten van de 403-verklaring behandeld, die ook aan de orde zijn gekomen in de schadeloosstellingsprocedure bij de Ondernemingskamer naar aanleiding van de onteigening van SNS. Het betreft de vraag of een vordering uit hoofde van een 403-verklaring als een zelfstandig recht moet worden beschouwd en de vraag welke rang een vordering uit hoofde van een 403-verklaring inneemt. |
Artikel |
De Nederlandse topholding bij internationale fusies |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 12 2013 |
Trefwoorden | internationale fusie, Nederlandse topholding, merger of equals, Publicis Omnicom Group, Applied Materials – Tokyo Electron |
Auteurs | Mr. M.F. Noome |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreekt de auteur aan de hand van twee recente fusies het gebruik van een Nederlandse vennootschap als topholding bij internationale fusies. |
Artikel |
Grensoverschrijdende fusie en omzetting sinds 10-10-’10 |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 4 2013 |
Trefwoorden | Fusie, omzetting, grensoverschrijdend, Koninkrijk |
Auteurs | Mr. K. Frielink |
SamenvattingAuteursinformatie |
De staatkundige herziening binnen het Koninkrijk der Nederlanden die op 10 oktober 2010 zijn beslag heeft gekregen, is ook van belang voor de grensoverschrijdende fusie en de grensoverschrijdende omzetting. De bestaande regelgeving maakt fusie en omzetting binnen het Koninkrijk nodeloos ingewikkeld. Daarom wordt voor harmonisatie gepleit. |